Mérode-triptiek van Meester van Flemalle, geschilderd rond 1430

advertisement
Inleiding Gouden Eeuw
Invloed van de tijdsgeest / tijdsbeeld…
Het belang van de Hollandse Republiek was voor het intellectuele leven in de 17e eeuw zeer belangrijk.
Het was het enige land waar vrijheid van denken bestond en waar de Fransman Descartes en de
Portugees Spinoza hun geschriften konden schrijven en publiceren. (TOLERANTIE)
Deze vrijheid was ontstaan uit het verzet van de handelssteden tegen de centralisatie van macht van de
Spaanse overheersers en uitgegroeid tot een strijd voor vrijheid van godsdienst en burgerlijke vrijheden.
(VERZET TEGEN OVERHEERSER) In de Republiek stond men verre van het Spaanse principe ‘één koning,
één wet, één geloof. In 1581 had de Republiek zijn trouw aan Filips II al opgezegd, en in 1609 kreeg de
Republiek stilzwijgend erkenning van de onafhankelijkheid. De meedogenloze vervolging van
protestanten was voorbij. Het protestantisme was wel de grootste godsdienst geworden, (MORALITEIT)
maar het werd geen echte staatsgodsdienst. Spaanse en Portugese joden kregen hier asiel, en
katholieken kregen ruimte voor hun geloof (CONTRA-REFORMATIE), net als de vrijdenkers.
Ook in een ander opzichten was de Republiek uniek. Het was een statenbond en veel democratischer
dan andere republieken, niet oorlogszuchtig ingesteld en het had een economie die gebaseerd was op
handel en niet op landbouw. Antwerpen was sinds de 16e eeuw niet langer het economisch centrum en
de belangrijkste haven. Deze positie had Amsterdam ingenomen. (HANDELGEEST / V.O.C.)
Met de Spanjaarden verdween ook de adel, maar ook de macht van de Prinsen van Oranje, al was die
altijd al beperkt en bleef beperkt. Bankiers, kooplieden, scheepsmagnaten en fabrikanten vormden de
bovenlaag van de maatschappij en onder hun leiding groeide de wereldlijke schilderkunst als nooit
tevoren.
Nieuwe opdrachtgevers
De kerk (het calvinisme heeft in principe iets tegen beelden in de kerk), het hof en de adel waren in de
Republiek als de grote opdrachtgevers weggevallen en een nieuw publiek met steeds meer geld – de
burgers – waardeerden kennelijk de realistische portretten, landschappen, stillevens en genretaferelen.
Zij kochten veel schilderijen in kleine formaten, zodat specialisatie en productie voor de markt in plaats
van op bestelling mogelijk werd. Vele getalenteerde schildersfamilies onder de immigranten uit de
Zuidelijke Nederlanden verhevigden de concurrentie en daarmee de kwaliteit. Ook de overheden en
regentencolleges – in de praktijk dus weer bestaande uit burgers – waren belangrijke opdrachtgevers.
Een bron waaruit blijkt de schilderijen populair waren bij alle lagen van de bevolking zijn:
‘Wat de schilderkunst en de liefde van de mensen voor schilderijen betreft: ik denk dat die nergens ter
wereld wordt overtroffen,’schreef in 1640 de Engelse bezoeker Peter Munday aan Amsterdam. ‘… allen
streven ze er in het algemeen naar hun huizen, vooral de voor- of straatkamers, met kostbare stukken te
verfraaien – slagers en bakkers doen dat in hun winkels, die betrekkelijk dicht aan de straat liggen,
nauwelijks voor onder en vaak zullen zelfs smeden, schoenlappers e.d. een of ander schilderij in hun
smidse of werkplaats hebben hangen. Zo groot is het algemeen begrip en de liefde voor schilderijen en
het genoegen dat mensen in dit land eraan beleven.’
(uit: The travels of Peter Munday in Europe and Asia, 1608 – 1667)
1
Schilderkunst in de 17e eeuw
Ontstaan van 17e eeuwse genres naar aanleiding van Merode triptiek
Uitgangspunt: Mérode-triptiek van Meester van Flemalle, geschilderd rond 1430.
Uit: Nederlandse schilderkunst,
Tussen detail en grandeur;
van der Blom: blz. 14
De Mérode-triptiek is een reisaltaartje en is een van de eerste drieluiken waar bijbelse taferelen niet
tegen een gouden achtergrond geplaatst of in een onduidelijke achtergrond; maar in een herkenbaar
eigentijdse (15e eeuwse) omgeving. In dit geval een interieur. Voor het eerst is er een verplaatsing van
een bijbelse gebeurtenis naar de eigen tijd. Het onderwerp wordt verbeeldt in een realistische beeld,
waardoor:
- betere inleving mogelijk was in het bijbelse verhaal,
- en een diepere symboliek zichtbaar gemaakt kon worden.
In de Mérode-triptiek wordt o.a. de reinheid gesymboliseerd door het wasbekken, een muizenval, die
verwijst naar een uitspraak van Augustinus (Christendom is de muizenval voor de duivel), de ontvangenis
wordt verbeeld door miniatuurkindje met een kruis. De lelie staat voor de maagdelijkheid van Maria en
de net gedoofde kaars voor de eindigheid van het aardse leven. Vanuit dit soort werken als het Mérodetriptiek en het Portari-altaarstuk ontwikkelden zich de 17e eeuwse genres.
Wat zijn de Hollandse genres van de17e eeuw?
Dat zijn: het portret
het genrestuk
het landschap en/of stadsgezicht
het stilleven
het historiestuk
het interieur en/of architectuurstuk
een persoon (opdrachtgever) als onderwerp
onderwerp uit het dagelijkse volksleven
het landschap stadsgezicht als onderwerp
voorwerpen, meestal in opzettelijke opstelling,
als onderwerp
.
moment uit (bijbelse) historie als onderwerp
het interieur/de architectuur als onderwerp
In het Mérode-triptiek zijn de eerste vier genres al herkenbaar als detail, terwijl de laatste twee genres
eigenlijk het hoofdbeeld vormen van het middelste paneel.
Deze genres zullen typerend worden voor de ‘natuurgetrouwe’ echte Hollandse schilderkunst in de
Gouden Eeuw van de Republiek.
2
Waren de Hollandse schilderijen zo realistisch?
Invloed van de moraliteit
De 17e eeuw was ondanks de reformatie, het verdrijven van de Spanjaarden en de vrijheid van denken
nog steeds zeer godsdienstig. Dit kwam ook nadrukkelijk tot uiting in de schilderkunst. In de
stillevenschilderijen, en met name de vanitas-schilderijen, wees men de burgers op de vergankelijkheid
en ijdeltuiterij door middel van (her)kenbare symboliek. In de typische genrestukken verbeeldde men
met regelmaat morele boodschappen, terwijl men in de portretten gebruikte om de burgers te wijzen op
de deugden en ondeugden. Bij de landschapschilderkunst wordt wel beweerd dat de kunstenaars zich
liet beïnvloeden door bronnen van goddelijk inzicht en dat waren dan de Bijbel en de natuur. In de
voorbeelden zijn op grond van analyses en interpretaties verbindingen met het religieuze te duiden.
Kortom: genrestuk
de morele boodschap in het tafereel
portret
een verborgen verbeelding van deugden en ondeugden
landschap
bronnen van goddelijk inzicht waren de bijbel en de natuur
stilleven
vanitas, vergankelijkheid en ijdeltuiterij
Op grond van bovenstaande interpretaties is het mogelijk om de 17e eeuwse schilderijen als niet puur
natuurgetrouwe verbeeldingen te beschouwen. Men voegde zaken toe om de inhoudelijke boodschap te
benadrukken.
Invloed van optische instrumenten
De opkomst van het experimentele onderzoek van de natuur door observaties met optische middelen
zoals de microscoop, de telelens maar ook de camera obscura hebben grote invloed gehad op het
‘realistische’ schilderen in de 17e eeuw in de Republiek. In de Republiek was er grote interesse voor de
werking van licht (Christiaan Huygens; voortplanting van licht als een golfbeweging) en optische
instrumenten (Anthony van Leeuwenhoek bouwde de microscoop en telelens, Cornelis Drebbel bouwde
een camera obscura). Vanuit de schilderswereld was er interesse voor de mogelijkheden van de optica;
de werking van het licht,en het kijken door ooglens, microscoop en telelens. Het is bekend dat schilders
in de 17e eeuw gebruik hebben gemaakt van optische instrumenten en de werking ervan.
Daarom zou je kunnen zeggen dat de Hollandse schilders juist heel objectief de realiteit hebben willen
weergeven, echter hun observatie was soms zo natuurkundig, dat hun beelden eerder een mystieke
weergave waren van wat ze waarnemen.
Het menselijk oog neemt namelijk anders waar dan de optische middelen.
3
Illustratie aan de hand van Vermeer’s schilderij “ De schilderkonst, een allegorie ”
Invloeden op de schilderkunst (moraliteit, cartografie, optica, tijdsbeeld (handel, politiek, etc.)
behandelen a.h.v. ‘De schilderkonst’ van Joh. Vermeer en m.b.v. voorbeelden waarbij de vraag gesteld
wordt of de 17e eeuwse schilderkunst inderdaad wel zo realistisch is.
citaat: …”Schilderkonst is een wetenschap, om alle ideen, ofte denkbeelden, die de gansche zichtbaere
natuer kan geven, te verbeelden: en met omtrek en verwe het oog te bedriegen.”
cartografie, handel
optica, lichtval
moraliteit, symboliek, allegorie
berekend perspectief
* Moraliteit
De schilder is gekleed in een 16e eeuws Bourgondisch kostuum en het model poseert voor het raam
waar het licht rijkelijk binnenvalt, met de attributen van Clio, (muze van geschiedenis, met de volgende
symbolen: boek(=historie), trompet (=faam) en lauwerkrans (= soevereiniteit). Een weelderig gordijn, dat
door een onzichtbare hand opzij getrokken wordt, doet denken aan uitbundige draperieën die gebruikt
worden bij staatsie portretten. Aan de muur hangt een recente kaart van de Nederlanden zoals die in
veel huizen in die tijd hing maar ook in veel andere schilderijen van Vermeer terugkomt. Verder is te zien
dat het atelier rijk en schoon is ingericht: een betegelde schone vloer, een vergulde kroonluchter en
objecten op de tafel die verwijzen naar de schilderkunst, bijv een afgietsel van een klassiek beeld en een
schetsboek.
STILLEVEN:
Stilleven met vergulde bokaal,
Willem Claesz. Heda, 1634
Uit: Nederlandse schilderkunst, Tussen detail en grandeur;
van der Blom: blz. 83
4
vorm: Specialisten schilderden opstellingen van voorwerpen en (luxueuze) objecten. Met veel gevoel
voor compositie en illusionistische vaardigheid. Men had veel aandacht voor vorm, kleur,
stofuitdrukking, licht en transparantie, zoals op het Stilleven met vergulde bokaal van Willem Claesz.
Heda te zien is.
inhoud: Het schilderij druipt van de symboliek. Symbolen die alles te maken hebben met
vergankelijkheid en ijdeltuiterij. Op het Stilleven met vergulde bokaal zien we een tafel met hierop onder
andere een tinnen bord met oester, opgerold papiertje met zout, stukken brood, een omgevallen
zilveren kandelaar, een halfgevuld glas, een halfgeschilde citroen, gekreukeld tafelkleed, borden op de
rand van de tafel balancerend. Bij dit stilleven zijn de voorwerpen en de kleuren met zorg gekozen: alle
kleuren liggen dicht bij elkaar. Mat licht schijnt over de tafel. Hoe fraai het stilleven ook geschilderd is,
voor de 17e eeuwse Nederlander was er ‘niets ledighs of ijdels in de dingen’; het herinnerde de mens aan
de sterfelijkheid en aan de holheid van de schone schijn (gesymboliseerd in de halfgeschilde citroen).
Toch zijn alle geschilderde objecten zelf ook memento mori aan dood, aan het laatste oordeel en aan
ijdeltuiterij (een ondeugd).
* Cartografie, geografie, handel, rijkdom, VOC
De bloeiende cartografie in de Noordelijke Nederlanden is van grote invloed geweest op de
landschappen en stadsgezichten. Het geschilderde stadsgezicht vond zijn oorsprong voor een deel in de
prenten die de stadsbeschrijvingen illustreerden. Een andere bron was de cartografie. Met de
ontdekking van andere werelddelen had de cartografie zich in de 16e en de 17e eeuw sterk ontwikkeld. In
die tijd waren cartografie en schilderkunst verwante disciplines die elkaar ten dele overlapten. Kaarten
waren combinaties van kunst en wetenschap. Veel schilders waren betrokken bij de totstandkoming en
de realisatie van kaarten. Bij sommige stadsgezichten ‘in vogelvlucht’ (dus van boven getekend) aarzelt
men of ze als kaart of als schilderij moeten worden bestempeld.
Ook in het gebruik van kaarten bestond niet altijd een duidelijk onderscheid. Veel kaarten dienden, net
als de schilderijen, in de 17e eeuwse interieurs als wanddecoratie. Landkaarten waren vaak in de rand
versierd met stadsprofielen die een duidelijk beeld gaven van de op de kaart voorkomende steden.
* Optica (lichtinval,…waarnemen met hulpmiddelen, …optica, …lenzen,…perspectiefraam,…camera
obscura?) Johannes Vermeer was ook gefascineerd door de optica. Hij moet de camera obscura gekend
hebben. Vermeer was naast de observatie van de ruimtelijke effecten ook geïnteresseerd in de
lichteffecten. Er is in zijn werk geen lijn te bekennen. Zijn werk is opgebouwd uit scherp afstekende en
diffuus in elkaar overlopende kleurenvlakken…. plus detailafbeeldingen uit andere schilderijen van
Vermeer
* Perspectief (speldengaatje bij knop van de kaartroe linksonder, krijtlijnen)… in PowerPoint laat ik de
perspectief lijnen zien…. Laten zien van Vermeer dat hij de ingewikkelde perspectief leer beheerste… dus
tonen van vakmanschap!
Vragen over de tekst:
1. Het schilderij van Heda noem je ook wel een 'Vanitas schilderij’ . Wat betekent Vanitas, en
waarom noem je een stilleven zoals dat van Heda zo?
2. Het schilderij van Vermeer heeft als titel: Allegorie van de schilderkunst. Wat is een allegorie?
En waarom noemt hij dit schilderij zo?
3. waaruit blijkt dat schilderijen populair waren bij alle lagen van de bevolking?
5
Download