Technieken Er zijn naast de technieken (binden korenschoof, draadtechniek, steken, lijmen), nog vele andere technieken. Met deze technieken gaan we dit jaar werken, experimenteren, arrangementen maken. Een techniek bepaald vaak, zeker voor een gedeelte de vorm van je werkstuk. We noemen dit ook wel ‘ontstaansvormen naar techniek’, de techniek bepaald de vorm die ontstaat. (Bv. het korenschoof binden geeft een heel specifieke vorm). Niet alle technieken zijn sterk bepalend voor de vorm, bv. lijmen. Bij lijmen verbind je materialen, dit bepaald niet direct de vorm. Hieronder zie een lijst met technieken die wel sterke invloed hebben op de vorm van het werkstuk. Deze zullen hierna behandelt worden. Technieken: Vlechten/weven Rijgen Wikkelen Klemmen Stapelen Knopen Breien Op de foto boven zie je dat het weefwerk in de schaal geklemd zit. Op de detailfoto links zie je oprollen, (door)prikken, knopen en weven. Wat het meeste opvalt en de vorm bepaald is het weven. Vlechten en Weven. Bij vlechten staat in het woordenboek: op een regelmatige manier over elkaar slaan. Voor weven staat: draden tot een weefsel ineenvlechten. Hieraan zie je dat vlechten en weven dicht bij elkaar ligt. Daarom noemen we dit voorlopig een techniek. Rijgen Voor rijgen in het woordenboek staat: (kralen) verbinden met een draad of snoer. Als het materiaal te hard is om te doorsteken moet eerst geboord worden, bv. eikels of stukjes hout/tak. Met de techniek rijgen zijn zeer fraaie plantaardige strengen te maken. Ook zijn strengen als lijnen te verwerken in bloemwerk. Wikkelen Wikkelen betekent inwikkelen, omwinden, omhullen. Als je bv. een ijzerdraad niet vind passen in je werkstuk kun je deze omwikkelen met een bv. een wollendraad. We kennen natuurlijk het bekende wikkeldraad. Dit draad wordt bv. ook gebruikt om blad om een krans te wikkelen. In dit geval zie je de techniek niet omdat het blad steeds weer over de voorgaande wikkeling wordt gelegd. Wikkeldraad is ook verkrijgbaar in vele kleuren. Je kunt je voorstellen dat de wikkeling ook zichtbaar kan zijn. Klemmen Onder de techniek klemmen verstaan we dat je materiaal vastzet door het ergens tussen te klemmen. Bv. als je een schaal of lijst hebt kun je takken of stelen die iets te lang zijn er scheef in weg drukken zodat de tak/steel klemt. Hierboven zie je een dikke tak die gespleten is. Hiertussen kan iets geklemd worden. Op de foto links is deze mogelijkheid gebruikt, de takken zijn op deze manier op de zijkant van de schaal geklemd. Linksonder zie je antieke knijpers, een houtje met een inkeping het wasgoed met waslijn werd hiertussen geklemd. Stapelen Stapelen is een eenvoudige zeer oude techniek. Heel simpel verschillende onderdelen op elkaar leggen. Als je de techniek stapelen gebruikt zul je ook vaak de losse onderdelen wel gaan lijmen i.v.m. stevigheid van het werkstuk. Een etagère is ook een mooi voorbeeld van een stapeling in dergelijke variaties is ook fraai bloemwerk te maken. Knopen Een heel goede techniek die ook direct vorm geeft is knopen. Het materiaal voor knopen moet wel ‘dun/lang’ en flexibel zijn. In de bloemsierkunst zie je nogal eens dat er in smal blad ter decoratie een knoop gelegd wordt. Raffia is ook nog wel een mooi plantaardig materiaal om mee te knopen. Macramé is een heel bekende knooptechniek. Turkse knoop Breien Breien doen we meestal met twee breinaalden, met aan het eind een knop die voorkomt dat de lussen er af kunnen glijden. Er worden dan vlakken gebreid. Soms worden er meer naalden gebruikt, bv. voor het rond breien. Er bestaan breinaalden in verschillende diktes. De dikte van een breinaald wordt aangegeven als de diameter in millimeters. De dunnere breinaalden worden gemaakt in stappen van 0,5 mm, zo is 3,5 een heel gebruikelijke breinaald. Voor dunne wol worden de dunste breinaalden gebruikt, voor dikkere wol de dikkere naalden. Breien kan met textiel zoals bv. wol, maar ook met andere materialen: wikkeldraad, stroken van plastic tassen, etc. Ook is het mogelijk om in het breien plantaardig materiaal te verwerken, door het er bij tussen te breien, bv. grassen of stelen.