dans kijkwijzer 264.50KB

DANS KIJKWIJZER
Geniet van de voorstelling. Het is handig om de vragen van tevoren door te nemen
zodat je weet waar je extra op moet letten. Voor belangrijke begrippen over het theater
kun je nog even terug naar bladzijde 40 tot en met 43!
voor en achternaam en je klas:
ALGEMENE KENMERKEN
1. Wat voor dansvoorstelling heb je gezien? Noem de titel en het dansgezelschap.
2. Om wat voor soort dans gaat het? Kies uit:
*klassiek ballet/ *moderne dans/ *streetdance/ * stijldans/ *jazzballet/ *volksdans/ *linedance/
*anders, nl….
3. Hoe heet de choreograaf?
4. Hoe werden de dansen uitgevoerd? (Hier zijn meerdere antwoorden mogelijk)
*solo/ *pas de deux/ *in paren/ * vrouwen en mannen gescheiden/ * anders, nl…
5. Wanneer en waar heb je de voorstelling bezocht?
6. Waarom heb je voor deze dansvoorstelling gekozen?
7. Op welke manier heb je je voorbereid? (iets gelezen, gezien, erover gehoord?)
INHOUD
8. Waarover gaat de dans? Wat beeldt de dans uit?
9. Wordt er muziek gebruikt? Zo ja, welke muziek of welke stijl?
10. Welk onderdeel viel het meest op? (Het kunnen er ook meer zijn.)
*tempo/*ruimte/*vormen en patronen/*kracht/*herhaling/ * gelijke beweging, anders,
nl……….
11. Hoe zag de voorstelling eruit? Schrijf iets over het decor, het licht, de muziek en de
kostuums.
JE EIGEN ERVARING EN OORDEEL!
12. Wat vind je zelf van deze voorstelling? Zet een kruisje in het vak waar je vindt dat deze
het best bij past! Helemaal links is negatief, meer naar rechts is positiever.
Heel erg
nogal
neutraal
nogal
Heel erg
Saai
Weinig zeggend
Fantasieloos
Niet origineel
Verouderd
Opwindend
Oppervlakkig
Waardeloos
Onsympathiek
Lelijk
Deed me weinig
Ongeloofwaardig
Spannend
Overtuigend
Fantasierijk
Origineel
Modern/actueel
Rustgevend
Diepzinnig
Waardevol
Sympathiek
Mooi
Ontroerend
Geloofwaardig
13. Wat vond je het mooist? Leg uit waarom je dat vindt!
14. Is de voorstelling je meegevallen of tegengevallen? Waarom?
15. Stel, je wilt iemand aanraden of juist afraden naar deze voorstelling te gaan. Wat zou je
zeggen? Kies uit GA WEL of GA NIET naar deze voorstelling en probeer zo duidelijk
mogelijk je keuze uit te leggen!
15. Plak in het kader je entreekaartje!
Opmerkingen docent:
Beoordeling: