M2 H2.7 Extra stof: break even Print deze paragraaf uit en maak vervolgens de bijbehorende vragen. Natuurlijk willen ondernemers weten hoeveel producten je minimaal moet verkopen om uit de kosten te komen. Je wilt immers op zijn minst quitte spelen. Deze productieomvang wordt het break-evenpunt genoemd. Een voorbeeld: Prins nv produceert fondue-sets, raclette-grillen en steengrillen. De onderneming wil een aantal apparaten in een speciale luxe designuitvoering op de markt brengen. Prins gaat bij de steengrill uit van de volgende gegevens: - Prins verkoopt de steengrillen voor een prijs (p) van € 100 per stuk; De variabele kosten per steengrill bedragen € 75 per stuk; De constante kosten bedragen € 100.000; Productiecapaciteit is 6000 stuks. De totale omzet (TO) is dan gelijk aan: TO = 100q De totale kosten (TK) zijn dan: TK = 75 q + 100.000 In grafiek: Totale omzet, Totale kosten in € ↑ 600000 TO = 100q 500000 Break even omzet TK = 75 q + 100.000 400000 300000 200000 100000 0 0 1,000 2,000 3,000 4,000 Break even afzet 5,000 → 6,000 hoeveelheid Pas bij verkoop van 4000 steengrillen worden alle kosten terugverdiend. Minder dan 4000 verkochte stuks betekent verlies. De winst bij 6000 stuks bedraagt: Totale omzet = TO = 100q = 100 x 6000 = € 600.000 Totale kosten = TK = 75 q + 100.000 = 75 x 6000 + 100.000 = € 550.000 Totale winst = € 50.000 __________________________________________________ Gevraagd JEROEN PENDERS BV produceert antieke houten kasten. Jeroen wil een nieuwe kast op de markt brengen. Hij weten hoeveel kasten hij minimaal moet produceren om op zijn minst quitte te spelen. p = € 425 per stuk. 2 000 kasten per maand. TK = 300q + 100.000 Penders verkoopt de kasten voor: De productiecapaciteit is: De functie v/d totale kosten luidt: TK = totale kosten q = het aantal kasten 1 De variabele kosten per kast bedragen: A € 300 B € 425 C € 2.000 D € 100.000 Hieronder staan vier verschillende grafieken, die de gegevens van Penders zouden weergeven. I. II. TO TK TO TK 600000 500000 400000 TO 300000 200000 TK 100000 0 0 400 800 1,200 600000 500000 400000 300000 200000 100000 0 TK TO 01,000 2,000 3,000 4,000 5,000 6,000 III. IV. TO TK TO TK 600000 600000 500000 500000 TO 400000 300000 TK 300000 200000 200000 100000 100000 0 TO 0 0 2 TK 400000 400 800 Welke weergave is juist? A Grafiek I B Grafiek II C Grafiek III D Grafiek IV 1,200 0 400 800 1,200 3 Hoeveel kasten moet Penders minimaal per maand verkopen om zijn kosten te dekken. A 600 B 800 C 1200 D 2000 4 Bereken hoeveel winst Penders per maand maximaal kan maken. A 1200 x € 425 + 1200 x € 300 + € 100.000 B 1200 x € 425 + 1200 x € 300 – € 100.000 C 1200 x € 425 – 1200 x € 300 + € 100.000 D 1200 x € 425 – 1200 x € 300 – € 100.000 5 Bereken hoeveel verlies Penders bij verkoop van 400 stuks per maand zou maken. A € 390.000 B € 190.000 C € 190.000 D € 50.000 __________________________________________________ Antwoorden 1 A 2 B, Grafiek II 3 B, 800; Daar geldt TO = TK 4 D, € 50.000 5 D, 400 x € 425 – 400 x € 300 – € 100.000 = – € 50.000 __________________________________________________