diergezondheid - CR-Delta

advertisement
HOOFDSTUK 4
diergezondheid
Iedere veehouder wil gezonde dieren, want gezonde dieren produceren
meer, geven meer arbeidsplezier, kosten minder geld en veroorzaken minder werkdruk. De gezondheid en het
welzijn van de dieren bepalen voor
een groot deel het aanzien en de acceptatie van de sector, maar ook de
inkomens- en concurrentiekracht.
De samenleving denkt steeds meer
mee over de wijze waarop dieren worden gehouden en eisen regels waarin
het welzijn van dieren en mensen is
geborgd. Dieren maken immers een
belangrijk onderdeel uit van de voedselketen.
De overheid heeft besloten dat de
hoeveelheid te gebruiken antibiotica
de komende jaren drastisch naar beneden moet om (humane) resistentie
te voorkomen. Om dit te realiseren, is
inzicht in medicijngebruik nodig. CRV
werkt al tien jaar samen met de dierenartsen via de KNMvD (Koninklijke
Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde) en met Pfizer Animal
Health onder de naam pirDAP, wat
staat voor Partners in Rendementverbetering Dierenartspraktijken.
PirDAP is een samenwerking die de
betaalde bedrijfsadvisering door de
dierenarts stimuleert. PirDAP levert
de dierenarts, na toestemming van de
veehouder, alle informatie die de dierenarts nodig heeft voor een goede
bedrijfsbegeleiding. Op deze manier
kan de veehouder het optimale rendement uit zijn bedrijf halen.
In 2007 is de module Diergezondheid onder VeeManager van start
gegaan en konden de deelnemers
alle behandelingen (via behandelplannen) inbrengen en op die manier
registreren welke medicijnen voor
welke dieren zijn gebruikt. Eind 2010
152
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
is Diergezondheid uitgebreid en kunnen de veehouders ook hun medicijnvoorraad eenvoudig bijhouden.
CRV Diergezondheid is interactief en
wisselt elektronisch de gegevens met
de dierenarts uit. De dierenarts kan
geleverde medicijnen en behandelingen direct doorsturen naar VeeManager. Uiteraard na toestemming van de
veehouder kan de dierenarts, via pirDAP TherapieEvaluatie, over dezelfde
diergezondheidsgegevens beschikken als de veehouder. Zo kan de dierenarts het bedrijf volgen en zijn alle
ziekten en behandelingen op koe- en
bedrijfsniveau goed in beeld. Dit systeem geeft veehouders de zekerheid
dat ze voldoen aan alle verplichtingen
die de zuivel en de wetgeving stellen.
Zo kunnen ze ook beter inspelen op
de werkwijze bij behandelingen en
daarbij hun ervaring gebruiken.
Voor veehouder en dierenarts
De module CRV Diergezondheid biedt
de veehouder de mogelijkheid om:
– alle uitgevoerde behandelingen te
registreren;
– de medicijnvoorraad digitaal bij te
houden;
– een sluitende medicijnregistratie bij
te houden die voldoet aan alle eisen
van de zuivel en overheid;
– een beter inzicht te krijgen in de
meest voorkomende ziekten, de behandelingen en de effectiviteit van
uitgevoerde behandelingen;
– gemakkelijker te werken met behandelprotocollen;
– geregistreerde behandelingen over
te nemen in de verplichte VKI-melding (Voedselketeninformatie);
– inzicht te verkrijgen in de behandelhistorie van een dier.
Het is voor een veehouder mogelijk
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
om alleen de behandelingen te registreren zonder aan voorraadbeheer te
doen. In beide gevallen kan de dierenarts beschikken over de diergezondheids- en de mpr-gegevens van
het bedrijf in pirDAP.
PirDAP TherapieEvaluatie biedt de
dierenarts:
– beter inzicht in de meest voorkomende ziekten en de behandelingen;
– een mogelijkheid om eenvoudig te
werken met behandelprotocollen
voor al zijn/haar veehouders;
– de mogelijkheid om samen met de
veehouder het bedrijf te vergelijken
met het landelijk gemiddelde en zo
doelstellingen vast te leggen en na
te streven;
– de mogelijkheid om aan de hand
van de overzichten kritisch te kijken
of bepaalde werkwijzen en/of medicatie bij behandelingen wel voldoende effect hebben;
– optimale mogelijkheden voor bedrijfsbegeleiding.
Stappenplan
Om snel en gemakkelijk te kunnen
werken met de CRV Diergezondheidsmodule moet de veehouder een
aantal zaken eenmalig vastleggen:
1. medicijnleverancier(s)
2. medicijngebruik
3. behandelplannen
4. beginvoorraad
Hierna kan de dagelijkse invoer plaatsvinden via de pda en/of VeeManager.
153
HOOFDSTUK 4
DIERGEZONDHEID
4.1 Medicijnleveranciers
beeld die hieraan voldoen. Het selecteren van de juiste dierenartspraktijk
kan eenvoudig door een vinkje voor
de naam te plaatsen. Onder aan de
pagina kan men klikken op ‘opslaan’
en de leverancier is toegevoegd. Door
het rode kruisje achter de naam van
een leverancier aan te klikken is de
leverancier weer verwijderd. De vaste
Op het scherm ‘medicijnleveranciers’
staan de reguliere medicijnleveranciers. Standaard is dit de eigen dierenartspraktijk. De veehouder kan eventueel leveranciers toevoegen. Door een
naam of een postcode in te voeren
verschijnen alle dierenartspraktijken in
Hoe werkt PIR DAP THERAPIE-EVALUATIE?
Verantwoord medicijngebruik begint bij meten. De
veehouder registreert zijn behandelingen en medicijngebruik in zijn managementpakket. Door uitwisseling
tussen zijn managementpakket en het praktijkmanagementsysteem en pirDAP ontstaat een interactieve
uitwisseling. De veehouder heeft beschikking tot alle
medicijngegevens van zijn veestapel en kan zijn voorraadbeheer op eenvoudige wijze bijhouden.
Maar ook de dierenarts ontvangt duidelijke overzichten van de gestelde diagnoses en behandelingen op
de bedrijven. Deze overzichten zijn de basis voor bedrijfsbegeleiding op het gebied van verantwoord medicijngebruik en diergezondheid.
Zowel de veehouder als de dierenarts hebben de
beschikking over een zeer gebruiksvriendelijk programma.
In pirDAP ontvangt de dierenarts overzichten die hij
gebruikt voor zijn bedrijfsbegeleiding
De veehouder legt zijn behandelingen vast in zijn managementpakket. Hij ontvangt
gegevens over toegediende
en geleverde medicijnen van
de dierenarts
medicijnleverancier is gekozen op basis van de informatie van de GD en is
niet te verwijderen. De vaste dierenartspraktijk wisselt de informatie over
de afgeleverde medicijnen, als de veehouder daarvoor toestemming heeft
gegeven, automatisch uit met de module CRV Diergezondheid.
4.2 Medicijngebruik
Veehouders gebruiken in overleg met
hun dierenarts bij een aandoening of
ziekte bepaalde medicijnen. Deze lijst
van gebruikte medicijnen moeten ze
vooraf in de module CRV Diergezondheid inbrengen. Op die manier kan de
gebruiker altijd eenvoudig kiezen uit
zijn eigen medicijnenlijst.
De dierenarts legt zijn toegediende
en geleverde medicijnen vast in zijn
praktijkmanagementpakket
154
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
Lijst van te gebruiken medicijnen
Het toevoegen van geneesmiddelen
aan de bedrijfseigen lijst kan eenvoudig vanuit de centrale database door
middel van de button ‘toevoegen’.
Door de naam of het eerste deel van
de naam, of het registratie-NL-nummer
van het geneesmiddel in te vullen, verschijnen alle geregistreerde geneesmiddelen voor runderen met die naam
in beeld die voldoen aan de opgegeven naam of het opgegeven deel van
de naam. Hieruit kan men vervolgens
kiezen. Als het registratienummer is
ingevuld, verschijnt direct het juiste geneesmiddel in beeld.
Door een vinkje te plaatsen in het eerste hokje wordt het geneesmiddel geselecteerd. Door onder aan de pagina
te klikken op ‘opslaan’ worden de geselecteerde medicijnen toegevoegd
aan de bedrijfseigen lijst. Diergeneesmiddelen die niet in de centrale medicijnenlijst staan, zijn toe te voegen via
‘toevoegen nieuwe medicijnen’.
gistreerde wachttermijn melk en vlees
en de toedieningswijze. Wil je hier als
veehouder van afwijken, dan zijn deze
wijzigbaar door achter het medicijn de
button ‘wijzig’ aan te klikken. Per geneesmiddel zijn op het vervolgscherm
de toedieningswijze, de wachttermijnen voor melk en vlees en de eenheid
aan te passen. Voor de wachttermijnen
voor melk en vlees kan gekozen worden uit: uur, dag, week of maand. Voor
toedieningswijze kan men kiezen uit:
bek, huid, baarmoeder, uier, injectie
bloedvat, injectie spier, injectie onderhuids of overig. Voor eenheid zijn er
de volgende mogelijkheden: cc/ml, liter, milligram, gram, injector, stift, tablet,
capsule, bolus, stuks, pil of overig.
Wijzigen medicijngegevens
Standaard staan bij ieder medicijn de
voor het betreffende medicijn gere-
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
155
HOOFDSTUK 4
DIERGEZONDHEID
4.3 Behandelplannen
De meeste behandelingen worden altijd op een vaste manier uitgevoerd.
Het invoeren van behandelingen in
VeeManager is zo eenvoudig mogelijk gemaakt. In feite is het niets anders dan de vaste werkwijze opslaan
in een behandelplan. Het voordeel
van het gebruik van een behandelplan is dat de veehouder vaker voorkomende ziekten/behandelingen met
een paar klikken kan koppelen aan
een dier of aan een groep dieren.
Deze behandelplannen kan hij eventueel samen met de dierenarts opstellen. De dierenarts kan de behandelplannen van de dierenartsenpraktijk
automatisch doorsturen naar VeeManager.
Hiermee heeft de veehouder direct
de beschikking over de meest recente behandelplannen van zijn dierenarts en/of de met zijn dierenarts
afgestemde behandelplannen voor
zijn bedrijf.
156
Na afloop van elk bedrijfsbezoek brengt de dierenarts de uitgevoerde
behandeling en de gebruikte medicijnen in, in het systeem
Overzicht en toevoegen
behandelplannen
Het zelf samenstellen van een behandelplan gaat heel eenvoudig. Bij
type behandeling kan men kiezen
uit diverse soorten behandelingen.
Daarna legt men de bijbehorende
diergeneesmiddelen, de toedieningswijze en de hoeveelheid vast. Er kan
gekozen worden voor de bedrijfseigen medicijnenlijst, maar via hetzelfde scherm is het ook mogelijk om
eenvoudig een nieuw medicijn toe
te voegen. Bij wachttermijn melk en
vlees kan een specifieke wachttermijn
voor dit behandelplan worden ingevoerd. Dit is alleen nodig als de wachttermijn afwijkt van de langste wacht-
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
termijn van de gebruikte medicijnen.
Door elk behandelplan een unieke
naam te geven (in het eerste invulblokje) kan de veehouder nadien snel
het juiste behandelplan koppelen aan
het behandelde dier of de behandelde diergroep. De behandelplannen
zijn zeer flexibel en simpel aan te passen per ziektegeval.
De ingebrachte behandelplannen zijn
in één overzicht te zien met bijbehorende wachttermijnen. Door een dubbelklik op het rode kruisje is het behandelplan eenvoudig te verwijderen.
Voor wijzigingen is één klik op wijzig
voldoende. Het betreffende behandelplan komt dan in beeld, waarna de
aanpassingen kunnen plaatsvinden.
Behandelplannen kunnen eenvoudig gekoppeld worden aan de dieren
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
157
HOOFDSTUK 4
DIERGEZONDHEID
4.4 Beginvoorraad
medicijnen
Om de medicijnvoorraad te beheren,
moet de veehouder eerst de beginvoorraad vastleggen. Vervolgens worden de medicijnen geleverd door de
vaste dierenartspraktijk, automatisch
toegevoegd. Externe aankopen kan
de veehouder zelf toevoegen. Correcties op de medicijnvoorraad, bijvoorbeeld omdat de houdbaarheidsdatum
verstreken is, kunnen worden doorgevoerd in ‘invoer correctie’.
De beginvoorraad van alle aanwezige
medicijnen moet de veehouder eenmalig vastleggen in Diergezondheid.
Om die goed te registreren moet eerst
de eenheid worden ingebracht in ‘me-
Alle behandelingen en gebruikte medicijnen worden vastgelegd in
Diergezondheid en kunnen ingezien worden in Dierhistorie
Via de pda zijn ook behandelingen
op te vragen of in te brengen
dicijngebruik’. Als er geen eenheid
is vastgelegd, komt het medicijn niet
voor in de lijst bij beginvoorraad. Nadat
de voorraad is ingebracht, is door een
klik op de button ‘opslaan’ alles vastgelegd. Vanaf dat moment wordt het
medicijngebruik bij behandelingen automatisch verrekend met de voorraad.
De medicijnen die de vastgelegde
leveranciers leveren, worden automatisch toegevoegd aan de voorraad.
Aankoop en correctie
medicijnvoorraad
In het scherm ‘Aankoop en correctie
medicijnvoorraad’ kunnen inkopen ingebracht worden die niet automatisch
door de dierenarts zijn doorgestuurd
of die ergens anders gekocht zijn. Als
het om nieuwe medicijnen gaat, zijn
ze eenvoudig aan de bedrijfseigen
lijst toe te voegen. Bij ‘leverancier’ kan
worden vastgelegd waar de aankoop
is gedaan.
Het kan voorkomen dat men een
medicijn niet meer kan gebruiken
(bijvoorbeeld door het overschrijden
van de houdbaarheidsdatum). Om de
voorraad toch kloppend te houden
kan deze via correcties worden bijgesteld. Is er onverwachts toch nog een
beetje over van het medicijn, dan is dit
aan te geven via ‘afronding positief’.
158
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
4.5 Dagelijkse invoer
Na eenmalige invoer van leveranciers,
medicijngebruik, behandelplannen en
beginvoorraad, kan de deelnemer beginnen met het ingeven van behandelingen en van start gaan met zijn voorraadbeheer.
Invoer gegevens
De dagelijkse invoer van behandelingen kan heel eenvoudig via VeeManager op de pc, maar ook via de pda
ter plekke in de stal of de weide. Hoe
completer de gegevens worden ingebracht, des te betrouwbaarder alle
overzichten zijn.
Koppelbehandelingen
Bij behandeling van een heel koppel
voor bijvoorbeeld een voetbad is de
behandeling eenvoudig te koppelen
aan alle betreffende dieren. Individueel inbrengen hoeft dan niet.
4.6 Overzichten
Naast het dier- en bedrijfsoverzicht
voor ziekten en behandelingen kent
de module Diergezondheid nog een
aantal overzichten. Zo is er een medicijnenvoorraadlijst, een aankooplijst van
medicijnen, een lijst van correcties die
gedaan zijn op de medicijnvoorraad en
een samenvatting.
In VeeManager Assistent kunnen correcties en aankopen worden ingevoerd. Alle behandelingen zijn op te
vragen via een overzicht. De correctie-,
aankoop- en samenvattingsoverzichten
zijn voorbehouden aan VeeManager.
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
Dierhistorie opvragen
In het dieroverzicht kan elke behandeling worden gewijzigd of verwijderd. Er is een overzicht per dier beschikbaar.
Overzicht niet geleverde melk
Via het overzicht ‘Niet geleverde
melk’ is inzichtelijk van welke dieren
en hoeveel dagen er geen melk geleverd mocht worden.
Hier kan de veehouder uitrekenen
hoeveel liter melk deze aandoeningen gekost hebben.
159
HOOFDSTUK 4
4.8 DIGIKLAUW
DIERGEZONDHEID
Gezonde klauwen zorgen voor duurzaamheid in de koeien, voor meer
dierwelzijn en kostprijsverlaging. Dat
is wat iedere veehouder wil. Met de
invoering van DigiKlauw is hiervoor
de basis gelegd. DigiKlauw maakt
klauwaandoeningen op koe- en op
bedrijfsniveau inzichtelijk en biedt
de mogelijkheid om het verloop van
4.7 PIR DAP THERAPIEEVALUATIE
Allerlei zaken vastleggen is goed,
maar dan moet er wel iets mee worden gedaan waarmee de veehouder
voordeel kan behalen. De module
CRV Diergezondheid bevat heel veel
waardevolle informatie waarmee dierenarts en veehouder de bedrijfsbegeleiding kunnen optimaliseren.
Zo geeft CRV Diergezondheid inzage
in veelvoorkomende aandoeningen,
de uitgevoerde behandelingen en de
effectiviteit daarvan.
De dierenartsen hebben dezelfde
informatie als de veehouder, ze beschikken ook over de landelijke ge-
de klauwgezondheid op een bedrijf te monitoren. Hiermee biedt het
belangrijke aanknopingspunten voor
het verbeteren van het management.
Kreupelheid is samen met mastitis
het belangrijkste diergezondheidsprobleem bij runderen. De kosten van
kreupelheid door minder melk, een
verhoogde kans op mastitis, verminderde vruchtbaarheid, uitval en uiteraard behandelingskosten en medicij-
nen bedragen gemiddeld 50 euro per
koe per jaar. DigiKlauw is ontstaan uit
een unieke samenwerking tussen de
klauwverzorgers van de Agrarische
Bedrijfsverzorging (AB), de Vereniging
voor rundveepedicure (VvRVP) in Nederland, de Gezondheidsdienst voor
Dieren (GD) en CRV. In 2010 is het vernieuwde DigiKlauw van start gegaan
en is de fokwaarde klauwgezondheid
geïntroduceerd.
Hoe werkt DigiKlauw?
Dierenartsen zijn zeer nauw betrokken bij de opzet voor de module
Diergezondheid en hebben vooraf alles getest op pilotbedrijven
middelden. In overleg kunnen ze doelen stellen.
CRV Diergezondheid zorgt naast het
verplicht registreren van de medicijnen voor meer bewustwording van
De klauwverzorger downloadt, voordat hij start met de
werkzaamheden, eerst de stallijst van het bedrijf. Na het
bekappen van elke koe worden direct de bevindingen
vastgelegd in de pda. Na afloop van het bedrijfsbezoek
wordt de digitale stallijst aangevuld met de klauwdata
verzonden naar de centrale database van CRV. Aansluitend worden de gegevens verwerkt in overzichten zoals is te zien in dit hoofdstuk. Deelnemende veehouders
kunnen de overzichten inzien in VeeManager onder
‘Diergezondheid’, ‘Extra’, ‘Klauwgezondheid’. Deelname
aan VeeManager is niet noodzakelijk.
De verzamelde klauwdata zijn mede de basis voor
de berekening van de klauwgezondheidsfokwaarden.
Deze gegevens zijn te vinden bij de verervingsgegevens van de stieren op de stierenkaart en nog uitgebreider op de site.
het medicijngebruik. Doordat zaken
inzichtelijker worden, kan de veehouder eerder actie ondernemen en vindt
er een verschuiving plaats van behandelen naar preventief werken.
Voorbeeld van een dieroverzicht
Klauwverzorger legt zijn bevindingen vast
in de pda en verzendt de klauwdata na
afloop van het bezoek
160
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
Centrale
computer CRV
Veehouders ontvangen overzichten voor
hun management
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
161
HOOFDSTUK 4
DIERGEZONDHEID
4.9 Werkwijze
Alle klauwverzorgers in Nederland
kunnen deelnemen aan DigiKlauw. Ze
moeten daarvoor een pda aankopen
en meedoen aan uniformering voor
het herkennen van de verschillende
klauwaandoeningen en gradaties van
aandoeningen. Veehouders kunnen
zich aanmelden via de klauwverzorgers die aangesloten zijn bij AB of
de VvRVP. Zodra de klauwverzorger
gegevens aanlevert bij CRV, komen
die automatisch beschikbaar via VeeManager. Het is hiervoor niet noodzakelijk deelnemer te zijn aan het online
managementpakket VeeManager. De
kosten voor DigiKlauw zitten in het tarief van de klauwverzorger; er worden
geen kosten van CRV rechtstreeks bij
de deelnemer in rekening gebracht.
De klauwverzorger downloadt, voordat
hij start met de werkzaamheden, eerst
de stallijst van het bedrijf door het ubn
in te toetsen. Nadat hij de laatste koe
uit het koppel heeft bekapt, verzendt hij
de gegevens naar CRV. Binnen enkele
minuten zijn de gegevens voor de veehouder beschikbaar via VeeManagerDiergezondheid-Klauwgezondheid.
Veel veehouders stellen de klauwverzorger de volgende vraag: ‘Welke
klauwproblemen heb je gezien en wat
kan ik het beste doen om ze te voorkomen?’ Deze vraag kan nu gefundeerd
met de cijfers aan de ‘keukentafel’
worden besproken.
Klauwproblemen staan nooit op zichzelf. Veel zaken rondom klauwgezondheid beïnvloeden elkaar en hangen van elkaar af. Dit vraagt om een
bedrijfsspecifieke aanpak en goede
adviseurs met kennis van zaken. De
adviseur (klauwverzorger, veevoerspecialist, dierenarts) zal zijn advies
162
Via deze schermen legt de klauwverzorger de aandoeningen vast per dier,
of kan hij de historie bekijken
onderbouwen met de cijfers vanuit
DigiKlauw, waarmee het advies extra
waarde krijgt. Daarnaast kan de veehouder vanuit de overzichten met één
muisklik op ‘info’ (dat staat achter elke
aandoening in het bedrijfsoverzicht)
praktische behandeladviezen en preventieve maatregelen van de Gezondheidsdienst voor Dieren inzien.
Waarop scoren?
De klauwverzorger kan tien verschillende aandoeningen per koe registreren en daarnaast nog drie andere
kenmerken vastleggen (zie kaart en
tabel 1). Voor de vijf belangrijkste aan-
doeningen (1 t/m 5 op de kaart) wordt
de ernst van de aandoening vastgelegd (1 is licht aanwezig, 2 is duidelijk
aanwezig en 3 is ernstig kreupel).
In de pda worden op een eenvoudige
en snelle manier alle aandoeningen
per koe op klauwniveau vastgelegd.
Ook de informatie over het bevestigen van een blokje, of de opmerking
‘volgende keer zien’ kan worden ingebracht. De klauwverzorger weet
daarmee vooraf welke koeien hij in
elk geval wil zien en waarom. Deze
informatie is van belang voor de adviseurs voor een juiste interpretatie van
de gegevens.
Tabel 1 – Scoren van klauwaandoeningen
nr.
kenmerk
afkorting
waarde
1 mortellaro
MT 1, 2, 3
2 stinkpoot
SP 1, 2, 3
3
zoolbloeding (kneuz.)
ZB
1, 2, 3
4
wittelijndefect
WL
1, 2, 3
5
zoolzweer
ZZ
1, 2, 3
6
chronische bevangenheid
CB
x
7
tyloom
TL
x
8
dikke hak
DH
x
9
teenpuntnecrose
TN
x
10
tussenklauw
TK
x
11 blokje bevestigdBL
x
12 verband
VB
x
13
volgende keer zien
VK
x
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
163
HOOFDSTUK 4
DIERGEZONDHEID
4.10 Klauwgezondheidsscore (KGS)
De massa individuele klauwgegevens
die de klauwverzorger inbrengt, transformeert CRV tot DigiKlauw, een helder bedrijfsoverzicht en bijbehorende
dieroverzichten. Het bedrijfsoverzicht
maakt in één keer duidelijk hoe het
er met de klauwgezondheid voorstaat
op het bedrijf.
Het bedrijfsoverzicht
Klauwgezondheid bestaat uit drie gedeelten: een overzicht van de algehele klauwgezondheid in de tijd, zowel
in cijfers als grafisch, en aandoeningen tijdens laatste bekapping.
Klauwgezondheidsscore
De klauwgezondheidsscore (KGS) is
een belangrijke graadmeter voor de
klauwgezondheid. Het is een bere-
Scores vormen een belangrijke informatiebron
De vastgelegde gegevens per dier
vormen een unieke informatiebron.
Zo ontvangt de veehouder complete
dier- en bedrijfsoverzichten die hij
kende score voor het bedrijf ten opzichte van het landelijke gemiddelde
waarbij rekening wordt gehouden
met onder andere pariteit (eerste-,
tweedekalfs), lactatiestadium en seizoen van bekappen.
De klauwgezondheidsscore wordt per
aandoening (mortellaro, stinkpoot, zoolbloeding, witte lijn, zoolzweer, tyloom)
berekend, maar ook als totaalscore.
Het gemiddelde is gesteld op 50, lager is minder goed, hoger is goed. De
score loopt van 0 tot 100.
In de meest rechtse kolom wordt de
De klauwgezondheidsscore van de
laatste bekapping getoond met steunkleuren. Deze kleuren verwijzen naar
het bijbehorende advies: groen is
goed, bij rood is ingrijpen noodzakelijk.
kan gebruiken voor zijn management en begeleiding. CRV ontvangt
de gegevens en koppelt die aan de
betreffende stieren om zo de fok-
De totale KGS bij Klauwgezondheid
Verloop, staat onder aan het bedrijfsoverzicht ook grafisch weergegeven
Onder dit blokje wordt de gemiddelde
klauwgezondheidsscore vermeld van
het bedrijf op die datum.
Van score naar advies
De berekende klauwgezondheidsscore geeft de klauwgezondheidsstatus
van de veestapel voor de verschillende aandoeningen en dient als advies
voor behandeling en preventie. Rechts
naast het overzicht van de klauwge-
waarden voor klauwgezondheid te
berekenen. Met die fokwaarden kan
de veehouder zijn voordeel doen in
de fokkerij.
zondheidsscore overzicht staat na de
laatste bekapping bij elke aandoening
een knop info. Eén druk hierop en de
deelnemer krijgt informatie van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) over
die aandoening en adviezen over hoe
te handelen of preventief te werken.
De klauwproblemen zijn grofweg te
verdelen in infectieuze problemen
(mortellaro en stinkpoot) en voedingsproblemen, die er in combinatie met
overbelasting voor kunnen zorgen dat
er bevangenheid ontstaat.
Om te kunnen profiteren van adviezen
van dierenarts en voervoorlichter, kan
de veehouder CRV toestemming geven ook te beschikken over de DigiKlauwgegevens van het bedrijf (hier
zijn geen extra kosten aan verbonden).
Er is informatie beschikbaar per aandoening van de Gezondheidsdienst voor Dieren
164
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
165
HOOFDSTUK 4
DIERGEZONDHEID
1
2
1
Aandoeningen per pariteit
2
Aandoeningen per lactatiestadium
4.11 Bedrijfs- en
DIEROverzicht
voeding tijdens de droogstand en de
eerste maanden van de lactatie.
Een groot gedeelte van het bedrijfsoverzicht is al behandeld op [p. 164].
In het midden van het bedrijfsoverzicht
staan de aandoeningen van de laatste
bekapping per groep. Het bovenste
gedeelte toont de aandoeningen per
pariteit en het onderste gedeelte toont
de aandoeningen per lactatiestadium.
Op deze manier kunnen veehouders
die zogenaamd ‘strategisch bekappen’ (dit wil zeggen: standaard vóór de
droogstand én in de derde maand van
de lactatie) aan de mate van verkleuring van de klauwen (zoolbloeding)
zien of de koeien goed opstarten. Is er
veel verkleuring, dan valt er toch wat
te verbeteren op het gebied van de
Dieroverzichten en attentielijsten
DigiKlauw laat via het dieroverzicht de
vastgelegde analyse door de klauwverzorger zien. Door het aanklikken
van ‘Details’ wordt op dierniveau ingezoomd op de klauwgezondheidshistorie van het betreffende dier. Het is ook
mogelijk om de resultaten van eerdere
bekappingen te bekijken door een andere datum in het vakje ‘Datum bekappen’ te selecteren. Om overzicht te behouden, kan de deelnemer ook kiezen
van welke aandoening hij een overzicht wil zien. De dierhistorie is op twee
manieren in te zien: door een klik op
‘Details’ aan het eind van de regel achter de naam van het dier, of via ‘Dierhis-
166
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
torie’ (links in het menu). De attentielijst
geeft de dieren weer die volgens de
klauwverzorger extra aandacht nodig
hebben of die hij bij de eerstvolgende
bekapbeurt graag weer wil zien.
4.12 Fokwaarde
KLAUWGezondheid
De vastgelegde gegevens per dier in
DigiKlauw herbergen een schat aan
informatie over de klauwgezondheid.
CRV koppelt deze gegevens aan
de vader en de moeder van het dier.
Hieruit worden klauwgezondheidsfokwaarden berekend voor de zes meest
voorkomende aandoeningen. Uit deze
zes fokwaarden wordt vervolgens de
klauwgezondheidsindex berekend als
Gezonde klauwen zorgen voor duurzaamheid in de koeien
één totale fokwaarde. (Dit is duidelijk
wat anders dan de klauwgezondheidsscore [p. 164].
Veehouders spelen een cruciale rol in
de klauwgezondheid. Vooral huisvesting, voeding en tijdig bekappen zijn
invloedrijke factoren. Als de klauwgezondheid op korte termijn verbeterd
moet worden, dan kan dat alleen door
direct managementmaatregelen te nemen. Voor de langere termijn kan de
fokkerij met de nieuwe fokwaarden
zeker een bijdrage leveren. Hoewel
de erfelijkheidsgraad van klauwgezondheid vrij laag is, zijn de genetische verschillen in de populatie groot.
Gelukkig bleek dat de meest voorkomende aandoeningen de hoogste
erfelijkheidsgraad bezitten. Door de
unieke manier van gegevensverzameling via DigiKlauw is het nu mogelijk om
de meest betrouwbare klauwgezondheidsfokwaarden te berekenen. Nederland is na Zweden het tweede land
ter wereld met een fokwaardeschatting voor klauwgezondheid.
Om de fokwaarden goed te kunnen
berekenen is een aantal aanvullende
eisen aan de gegevens uit DigiKlauw
gesteld, waaronder:
– het dier moet stamboekgeregistreerd zijn en gekalfd hebben;
– minimaal 20 procent van de aanwezige dieren moet behandeld zijn;
– het minimaal aantal behandelde dieren is tien;
– per bedrijfsbezoekdag moeten er
gemiddeld minimaal 0,1 diagnoses
en maximaal 3 diagnoses per behandeld dier zijn.
De fokwaarden klauwgezondheid worden in alle gevallen gepresenteerd op
zwartbontbasis.
Klauwgezondheidsindex
De klauwgezondheidsindex wordt
sinds april 2010 vermeld op de CRVstierenkaart. Deze fokwaarde is te vinden onder ‘gebruikskenmerken dochters’. Het is één getal waarin met een
speciale formule de fokwaarden voor
de zes meest voorkomende klauwaandoeningen zijn meegenomen. De
inweging daarvan is gekozen op basis
van de economische schade, de erfelijkheidsgraad en de correlatie met
de andere aandoeningen. Stinkpoot
en mortellaro worden hierdoor het
zwaarst ingewogen.
Zodra van vijftien bekapte dochters
van één stier de gegevens binnen
zijn bij CRV, inclusief de beenexterieurkenmerken, zorgt dit voor een
betrouwbaarheid van zestig procent.
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
Bij dertig bekapte dochters stijgt de
betrouwbaarheid van de fokwaarde
naar zeventig procent. Hoe meer bedrijven gebruikmaken van DigiKlauw,
des te sneller fokwaarden beschikbaar komen met een hogere betrouwbaarheid.
Het gemiddelde van de klauwgezondheidsindex is 100. Hogere getallen, bijvoorbeeld 104, geven aan dat klauwaandoeningen bij de dochters van die
stier minder vaak voorkomen en dat
de eigenaar vijf euro per nakomeling
per jaar kan besparen.
Fokwaarden op stierenkaart en de
CRV-site
De vermelde fokwaarde klauwgezondheid op de stierenkaart is de hierboven
omschreven klauwgezondheidsindex.
De klauwgezondheidsindex is ook te
vinden bij alle verervingsgegevens
van CRV-stieren op de website. Maar
de site biedt meer. Op de site zijn ook
de individuele fokwaarden voor de
167
HOOFDSTUK 4
DIERGEZONDHEID
verschillende klauwaandoeningen op
stierniveau terug te vinden. Tik hiervoor op de CRV-homepage in het vakje ‘stier zoeken’ de naam een stier in
(bijvoorbeeld Stilist). Daarna verschijnen alle verervingsgegevens van Stilist op het scherm. Door rechtsboven
te klikken op ‘achtergrond’ verschijnt
er extra achtergrondinformatie. Daarbij staan ook de zes extra fokwaarden
klauwgezondheid die niet apart op de
stierenkaart staan.
Fokkerijvoordeel
In SAP en StierWijzer kunnen veehouders nu ondergrenzen inbrengen
voor de klauwgezondheid. Stieren die
104 scoren voor hun klauwgezondheidsindex geven dochters met ongeveer tien procent minder klauwgezondheidsproblemen. Op die manier
is het nu mogelijk om ook via fokkerij
een positieve bijdrage te leveren aan
de klauwgezondheid.
Met DigiKlauw laat de sector, net als
met de module CRV Diergezondheid,
zien dat de diergezondheid in Nederland serieus wordt genomen.
4.13 BewegingS- of
locomotionscore
Lopen om te vreten, opstaan, tochtigheid tonen: goed beenwerk is een
must. Aan de hand van deze scorekaart, waarbij de kromming van de
rug een belangrijk ijkpunt is, kunnen
veehouders de klauwgezondheid
‘meten’. Bij een goede klauwgezondheid scoort 80 procent van de koeien
een 1 of een 2.
Bewegingsscore 1
Normaal
Staat en loopt normaal.
Alle klauwen doelbewust
neergezet.
% verminderde voeropname: 0
% verminderde melkproductie: 0
Bewegingsscore 2
licht afwijkend
Staat met rechte rug maar kromt
de rug in beweging, gang is licht
afwijkend.
% verminderde voeropname: –1
% verminderde melkproductie: 0
Klauwgezondheidsfokwaarden van Delta Stilist
Bewegingsscore 3
lichte kreupelheid
Staat en loopt met een kromme
rug. Korte stappen met één of
meerdere poten.
% verminderde voeropname: –3
% verminderde melkproductie: –5
Bewegingsscore 4
kreupel
Kromme rug in stilstand en beweging. Eén of meerdere klauwen
worden ontlast.
% verminderde voeropname: –7
% verminderde melkproductie: –17
Bewegingsscore 5
ernstig kreupel
Kromme rug. Weigert op een klauw
te staan of hinkt. Blijft liggen of
heeft grote moeite op te staan.
% verminderde voeropname: –16
% verminderde melkproductie: –36
168
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
DEEL 2: DIERGEZONDHEID
169
Download