Stichting Horst en Weide Rozentuin 264, 2272 XH Voorburg, tel. 070 – 386 7517, e-mail: [email protected] Aan het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar Postbus 499 2240 AL Wassenaar Betreft: zienswijze Groen- en watervisie 2015-2019 Wassenaar, 20 juli 2015 Geachte college, Met belangstelling heeft de Stichting Horst en Weide kennis genomen van uw concept Visie Groen- en watervisie 2015-2019. We willen graag gebruik maken van de mogelijkheid tot het indienen van een zienswijze. In het concept geeft u op verschillende plekken aan dat u nog worstelt met de wijze waarop u recreatieve ambities wil verenigen met behoud van natuur, cultuur en landschappelijke waarden. Tevens geeft u op pagina 34 aan dat u hier gebruik wil maken van de inbreng van maatschappelijke en natuurorganisaties. We geven graag gehoor aan deze oproep, omdat we als Stichting Horst en Weide de kennis en creativiteit hiervoor in huis hebben. We hebben waardering voor de heldere structuur van het rapport. We plaatsen enkele kritische kanttekeningen bij uw Visie en met name waar het gaat om de afweging in hoeverre er meer ruimte moet komen voor recreatieve beleving van de twee kernkwaliteiten “Groen” en “Water”. In de Visie wordt benadrukt dat de Groen en Water kwaliteiten van Wassenaar onder druk staan en daarom versterkt moeten worden. De weg die u hiervoor kiest is de weg van bekendheid bij een groter publiek en met name door middel van Recreatie. De onderbouwing van deze stap is niet helder. Waar het op pagina 19 de conclusie is dat “het behoud van groen en water voor alle bewoners van Wassenaar van belang is en Wassenaar een unieke positie in de Randstad heeft”, daar wordt de conclusie op pagina 29 dat : “Wassenaar is een groene gemeente, maar om zich te onderscheiden van zijn omgeving en te voldoen aan de behoeftes van de samenleving, moet er méér groen bij”. Opeens moet er méér groen bij om sterker te worden en de analyse daarvoor ontbreekt. Wel valt op dat er een concept economische visie op pagina 26 opgevoerd wordt, die aangeeft dat er een “ kwaliteitsslag in het toeristisch aanbod nodig is”. Daarmee heeft de Visie ook een oplossing verzonnen die een spagaat veroorzaakt: Groen-en-Water versterken door recreatieve versterking die het Groen-en-Water niet mag aantasten: recreatieve versterking door grotere bekendheid bij het publiek en vervolgens grotere bekendheid bij het publiek door het vergroten van toegang tot Groen en Water zonder aantasting daarvan. De Visie ademt nu uit, nogal éénzijdig, dat recreatieve groei DE oplossing is, waar er wel degelijk meerdere zijn, mits het heldere doel is de unieke kwaliteiten van Groen en Water in Wassenaar te bestendigen en waar nodig te versterken. In de visie komen ook een paar prima oplossingen voor, die het belang van de kwaliteiten van het Groen en Water bij een groter publiek bekend kunnen maken: communicatie en educatie door middel van voorlichting/onderwijs (aan jeugd én volwassenen) en door middel van begeleide excursies in kwetsbare gebieden. Naast onze zorg over het inzetten op recreatieve groei als dominante oplossing, willen we graag nog enkele losse opmerkingen en suggesties aan u kwijt: Blz. 22 onder Kwaliteit landgoedbossen: de kwaliteit van landgoedbossen is op verschillende aspecten te beoordelen, kennelijk kijkt de gemeente hier alleen naar de cultuurhistorische kwaliteit, gedefinieerd als mate van herkenbaarheid van het oorspronkelijke ontwerp. Veel parken kennen meerdere ontwerpfasen, die alle even ‘oorspronkelijk’ kunnen zijn, dus hierover moeten noten gekraakt worden in het beheerplan, evenals over de aandacht die aan andere kwaliteiten van de parken geschonken moet worden, zoals de natuurwaarden, die bij cultuurhistorisch achterstallig onderhoud juist wel eens groter zouden kunnen zijn. Overigens zijn wij benieuwd naar de haalbaarheid van uw voornemen om binnen 10 jaar van alle landgoederen zo’n plan te hebben: hoe gaat u de eigenaren overhalen hieraan mee te werken? Op blz. 23 is sprake van een ecologische verbinding tussen Duivenvoorde en de Groene Buffer: voor welke dieren is deze bedoeld? Deze verbinding functioneert natuurlijk alleen als verbinding voorzover de faunapassage onder de A44 gaat functioneren. Op blz. 25 stelt u dat maatregelen tegen de bodemdaling buiten de scope van deze visie vallen, maar dat gaat toch bij uitstek over natuur versus agrarische belangen en daar zou de gemeente in een Groen- en watervisie juist een keuze in moeten maken. Op blz. 31 gaat het over de ondertunneling van de A44/N44 tussen Den Deijl en de Amerikaanse ambassade: hoe realistisch is dat? Realisering van doelstelling 3 (verbetering van ecologische verbindingszones) is daar geheel van afhankelijk. In verband met Doelstelling 5 (versterken van het groen op buurt- en wijkniveau) op blz.33, vroegen wij ons af of vrijwillige medewerking van buurtbewoners aan het onderhoud ook bij zou kunnen dragen aan realisatie van deze doelstelling, mede in het kader van de participerende samenleving. Op blz. 33 verderop gaat het (onder doelstelling 6b) over het vinden van een juiste combinatie van cultuurhistorie en de natuur. Daar zijn wij natuurlijk voorstander van, alleen hoe definieert u ‘juist’ in dit verband? Is dat niet een afweging waarvoor de gemeente bij uitstek in deze Groen- en watervisie een beoordelingskader zou moeten leveren? Tot slot nog een opmerking over de waterrecreatie: combineren van een kanoroute met een sloeproute betekent het einde van de kanoroute. Als altijd zijn we als Stichting Horst en Weide bereid met u een constructieve discussie aan te gaan, Hoogachtend, namens het bestuur van de Stichting Horst en Weide, Gédo Kuiper Voorzitter