Uitkomstenbekostiging in de zorg: meer vrijheid binnen het preferentiebeleid? Anne Marie Trip, student Health Economics, Policy and Law Met de invoering van het geneesmiddelen preferentiebeleid zijn aanzienlijke kostenbesparingen gerealiseerd binnen de farmaceutische zorg. De introductie van het beleid leidde tot een daling van 76‐93% in geneesmiddelenprijzen. In de praktijk betekent dit voor een grote groep patiënten echter regelmatige wisseling van geneesmiddelmerk. 1 Het geneesmiddel dat bijvoorbeeld geslikt wordt ter verlaging van de cholesterolwaarde en waarmee de patiënt voorheen goede behandelresultaten had, kan nu geleverd door een andere fabrikant ineens bijwerkingen geven. De patiënt ervaart nu naast het cholesterolverlagende effect ook dagelijks spierpijn en spierkrampen als bijwerking.2 De patiënt wil in zo’n geval graag weer het cholesterolverlagende geneesmiddel slikken dat geen spierpijn geeft. Het huidige preferentiebeleid is een middel om kostenbesparingen te realiseren via lagere geneesmiddelenprijzen. Door de fabrikant met de laagste prijs te belonen met een contract wordt de concurrentie op prijs gestimuleerd. Iedere contracteerronde kan in het voorbeeld van cholesterolverlagende middelen een andere fabrikant gecontracteerd worden voor de levering. In de praktijk kan een wisseling van geneesmiddelmerk lijden tot een lagere gezondheidstatus van de patiënt in het geval van bijwerkingen en/of verkeerd gebruik van geneesmiddelen door verschillen in uiterlijk van de tabletten.1 Uitkomstenbekostiging is een middel om de kwaliteit van zorg te verbeteren gepaard met kostenbesparingen. Financiële prikkels op het niveau van structuur, proces en uitkomsten kunnen allen bijdragen aan een verbeterde kwaliteit van zorg en kostenbesparingen.3 De keuze in uitkomstmaten is dus divers. Om in het voorbeeld van de cholesterolbehandeling te blijven zou men kunnen kiezen voor klinische behandelresultaten (goede cholesterolwaarden en geen hinderlijke bijwerkingen) en patiënttevredenheid als uitkomstmaten. Om deze uitkomstmaten te realiseren is vrijheid in geneesmiddelkeuze cruciaal. Meer vrijheid zou de patiënt, de behandelende arts en apotheker meer keuze kunnen geven in geneesmiddelen die vallen onder vergoedde zorg. Deze vrijheid zou daarnaast kunnen bijdragen aan het verkleinen van toegankelijkheidverschillen door verschillen in economische status van patiënten. Niet iedere patiënt beschikt over de financiële middelen om bij te betalen voor een cholesterolverlager zonder bijwerkingen. Gaat een overgang naar uitkomstenbekostiging van de zorg in deze context ook betekenen dat er meer vrijheid gaat komen binnen het huidige geneesmiddelen preferentiebeleid? 1 Pieter Dylst, Arnold Vulto and Steven Simoens, "Tendering for Outpatient Prescription Pharmaceuticals: What can be Learned from Current Practices in Europe?" Health Policy 101, no. 2 (2011), 146‐152. 2 Henk van Weertz, "Middelen tegen een hoog cholesterol," Tijdschrift voor praktijk ondersteuning 5, no. 1 (2010), 29‐31. 3 F. Eijkenaar, W. van de Ven and E. Schut, Uitkomstbekostiging in de zorg, Internationale voorbeelden en relevantie voor Nederland Erasmus Universiteit Rotterdam, Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg,(2012).