Witziekte bestrijden met UV-licht

advertisement
Kleinfruit
Witziekte bestrijden
met UV-licht
Clean Light methode bij aardbeien
Aardbeiplanten zijn vatbaar voor witziekte, waardoor je gewasbeschermingsmiddelen moet gebruiken. In het kader van de geïntegreerde teelt
(IPM) werden de mogelijkheden van behandelingen met UVc-licht (Clean
Light methode) tegen witziekte in de substraatteelt van aardbeien onderzocht op Proefcentrum Hoogstraten.
Witziekte
Hoewel de gevoeligheid voor witziekte van
sommige nieuwe aardbeivariëteiten relatief
laag is, blijft dit toch een belangrijke ziekte
om onder controle te houden. Het hoofdras
Elsanta is namelijk wel gevoelig voor deze
schimmel. Witziekte of echte meeldauw
(Podosphaera macularis) kan voorkomen
zowel op de bladeren als op de vruchten.
Bij aantasting van het blad ontstaan er plekjes met wit schimmelpluis, die stilaan uitbreiden wanneer er niet wordt ingegrepen.
Het blad zal ten gevolge van de aantasting
beginnen opkrullen aan de randen, hetgeen
een dichtgeknepen bladstand oplevert. In
een later stadium kan er bladnecrose zichtbaar worden. Door de infectie wordt het
blad beschadigd en zal het fotosynthetisch
oppervlak verkleinen. Vanzelfsprekend is
dit nadelig voor onder andere de productie.
Daarnaast kan de witziekteschimmel ook
de bloemen of de vrucht aantasten. Indien
de vrucht wordt geïnfecteerd zal de vruchtkwaliteit ondermaats worden en wordt de
bewaarbaarheid verkort. Wanneer de bloem
wordt geïnfecteerd, kan de pollenproductie
worden aangetast waardoor de vruchtzetting
moeilijker verloopt.
De witziekteschimmel kan als ingekapselde
geslachtelijke sporen of als mycelium overwinteren op bijvoorbeeld oude bladeren.
In de lente zullen er sporen ontwikkelen
en zich verspreiden. De verspreiding van
sporen en de ontwikkeling van de ziekte
gaat het vlotst bij temperaturen tussen 15
en 25°C. Daarnaast is een hoge luchtvochtigheid noodzakelijk (meer dan 70 % RV)
waarbij het belangrijk is dat het gewas niet
nat is. Regen zorgt voor een afspoeling van
de sporen, zodat de kans op infectie verkleint. Door deze voorwaarden komt echte
56 • ProeftuinNieuws 22-23 - 3 december 2010
meeldauw voornamelijk voor in beschermde
teelten in de periode mei tot oktober. In
augustus en september is de witziektedruk
vaak het hoogst ten gevolge van de vaak vochtige nachten en warmere dagen, de ideale
omstandigheden voor deze schimmelziekte.
ontwikkelde. Na positieve resultaten in onder
andere de rozenteelt en bij aardbeiplantjes in
labo-omstandigheden op het pcfruit, was het
tijd om deze techniek uit te testen bij de substraatteelt van aardbeien. De bedoeling van
de proef is om na te gaan wat het potentieel
van deze gewasbeschermingstechniek is bij
aardbeien op substraat. Hoe dit dan verder
naar de praktijk moet vertaald worden, is een
volgende stap. In de rozenteelt is men bijvoorbeeld tot een geautomatiseerd systeem
gekomen. Op Horti Fair werd hiervan een
voorbeeld getoond voor een tomatenserre.
Proeven
Een proef werd in een plastic serre opgestart in een najaarsteelt met plantdatum
20 juli 2010. Zoals hoger vermeld is de infectiedruk relatief hoog in deze periode en in
dit teeltsysteem. De proef werd uitgevoerd
met het ras Elsanta aan een plantdichtheid
van 9,6 planten per vierkante meter. Voor
deze proef werden enkele lampen op een
Bestrijding
Witziekte kan je momenteel met behulp
van gewasbeschermingsmiddelen onder
controle houden. Er zijn verschillende chemische middelen erkend in de Belgische
aardbeienteelt. Elk product heeft richtlijnen
voor het aantal toepassingen, wachttijden,
teeltsystemen… zodat de MRL’s (maximale
residu limiet) niet overschreden worden mits
juiste toepassing. Sinds enkele jaren is ook
Vacciplant, een biologisch middel, toegelaten. Dit middel wordt meer en meer geïntegreerd in de bestrijdingsschema’s, zodat er
minder chemisch behandeld moet worden
en het bijgevolg mogelijk is aardbeien met
minder residu’s te telen.
UVc-licht
UV-lampen werden op het PCH op een kar gemonteerd om de mogelijkheden voor witziektebestrijding
bij aardbeien op substraat na te gaan.
Met het oog op het verminderen van de
residu’s en om te komen tot een meer geïntegreerde teelt, werden er dit jaar op het
Proefcentrum Hoogstraten proeven gestart
met de Clean Light methode op basis van
UVc-licht ter bestrijding van witziekte. De
Clean Light methode is gebaseerd op een
zeer lage dosering van een speciaal geselecteerd deel van het UV-spectrum. Met
behulp van dit UV-licht is het mogelijk om
schimmels af te doden zonder (chemische)
residu’s achter te laten en zonder het gewas
nat te spuiten. De proef verliep in samenwerking met de firma Clean Light die deze
gepatenteerde gewasbeschermingstechniek
kar gemonteerd zodat hiermee tussen de
teeltgoten kon worden gereden. De lampen
werden zo gemonteerd dat er naast zijdelingse straling zowel licht van boven als van
onder op de planten en vruchten werd gericht.
Na de montage van de lampen werden er
UV-metingen uitgevoerd op allerlei posities
in het gewas. Op die manier bleek dat bij een
dosering van 25 milli-joule (mJ) de slechtst
bereikbare positie van het blad ook de minimum dosering voor de schimmelbestrijding
ontving. De behandelingen gebeurden met
een maximum interval van 48 uur om zo een
Foto : Clean Light
UV-gewasbescherming gemonteerd op een spuitboom voor stellingteelt aardbeien
gevolg kunnen zijn van het steviger blad
dat zich ontwikkeld heeft ten gevolge van
de UV-behandelingen. Deze bladeren waren
namelijk opmerkelijk harder en sterker dan
die van de onbehandelde planten. Een goede
dosering is echter noodzakelijk, want bij een
te hoge dosis kan dit UV-licht bladverbran-
30
4,0
25
3,5
3,0
Productie (kg/m2)
20
15
10
5
2,5
37%
19/10/2010
6/10/2010
11/10/2010
22/9/2010
29/9/2010
7/9/2010
15/9/2010
30/8/2010
19/8/2010
Onbehandeld
1,5
58%
54%
0,5
0,0
UV-behandeling (25 mJ)
Onbehandeld
Groot
Figuur 1. - Aantastingsgraad van witziekte in de
onbehandelde en UV-behandelde objecten
50
42%
2,0
1,0
0
26/8/2010
Aantastingsgraad witziekte (%)
optimale bestrijding te bekomen. De behandelingen werden gestart op 11 augustus en
liepen door tot en met 8 oktober.
Vanaf 19 augustus werd wekelijks de aantastingsgraad beoordeeld in het onbehandelde
en het UV-behandelde object. Figuur 1 geeft
duidelijk aan dat de behandelde objecten
een veel lagere aantastingsgraad vertoonden dan de onbehandelde controle-objecten. Hoewel de infectiedruk relatief laag
was (tot begin oktober slechts 15 % in het
onbehandelde object), zagen we dat de
UV-behandelingen een goede werking vertonen. Hier is de aantastingsgraad nooit
boven de 3,5 % geweest. Op 11 oktober was
er een aantasting van 25 % in het onbehandelde object ten opzichte van minder dan
1 % bij de UV-gewasbescherming. Vanaf
8 oktober werden er geen UV-behandelingen
meer uitgevoerd, en ondanks de relatief hoge
druk in het onbehandelde object, bleek dat
de aantasting in het UV-object niet steeg.
Mogelijk is er dus zelfs een lichte nawerking van de behandelingen. Dat zou een
Klein
UV-behandeling
Misvormd
Figuur 2. - Productie- en sorteringsresultaten van
de behandelde en onbehandelde objecten
46,0%
Rotte vruchten (%)
40
30,0%
30
26,8%25,6%
20
8,0%
10
0
4,2%
4,0%
0,0% 0,0%
na 4 dagen
0,0% 0,0%
na 8 dagen
na 11 dagen
Bewaarproef 1
na 4 dagen
1,2%
na 8 dagen
Bewaarproef 2
Onbehandeld
Figuur 3. - Resultaten van de bewaarproeven
Rot
UV-behandeling
na 11 dagen
ding en mogelijk groeiremming veroorzaken. Dat leidt dan weer tot een verkleind
fotosynthetisch oppervlak en kan dus productieverlies teweegbrengen.
Naast het hardere blad bij de UV-be­han­
delingen waren er ook enkele bladeren die
wat nadeel van de behandeling ondervonden.
De bladeren die over de bladkoord hingen
en zo het dichtst bij de UV-lampen kwamen
en die daarenboven in een positie stonden
recht naar de UV-lampen toe, werden aan de
hoogste dosis blootgesteld. Het zijn dan ook
deze bladeren die nadeel ondervonden. Door
de groei kwamen deze bladen nog dichter
bij de lampen waardoor de dosering voor
deze bladen nog hoger werd. Deze bladeren
vertoonden dan ook wat verschrompeling.
Het nadelige effect ten gevolge van de groei
is eenvoudig te verhelpen door sneller te
rijden naarmate de plant groeit, waardoor
de dosering weer terug op het juiste niveau
komt. Ondanks de licht aangetaste bladeren,
was er geen significant verschil in productie.
In beide objecten werd ongeveer 3 kg / m²
geoogst (Figuur 2).
Aangezien de UV-gewasbescherming schimmelafdodend werkt, werden er ook bewaarproeven uitgevoerd. Mogelijk kan er door
de behandelingen in de plastic serre een
voordeel naar bewaring zijn. Tijdens de
oogstperiode werden er twee bewaarproeven
uitgevoerd. Telkens werden 100 vruchten per
object bewaard bij 12 °C. Door de vruchten
gescheiden te bewaren werd voorkomen
dat bewaarschimmels van de ene vrucht
onmiddellijk een naburige vrucht zouden
kunnen aantasten. Er gebeurden telkens drie
beoordelingen (na 4, na 8 en na 11 dagen)
waarop het aantal rotte vruchten werd geteld.
Gedurende de bewaring werden geen behandelingen meer uitgevoerd. Eventuele effecten
zijn dus te wijten aan behandelingen gedurende de teelt. Figuur 3 geeft aan dat er in
de eerste bewaarproef na 4 dagen geen rotte
ProeftuinNieuws 22-23 - 3 december 2010 •
57
vruchten te vinden waren. Na 8 dagen was er
slechts 4 % rot bij het UV-behandelde object
ten opzichte van 8 % bij het onbehandelde
object. Na 11 dagen was dit verschil nog
steeds merkbaar: 30 % ten opzichte van 46 %
bij het onbehandelde object. Een tweede
bewaarproef gaf na 8 dagen een verschil van
1,2 % ten opzichte van 4 %. Na 11 dagen was
hier nauwelijks verschil te merken, namelijk
25 % en 26 %. Opvallend bij deze tweede
bewaarproef is dat het aantal rotte vruchten
lager was. Mogelijk zijn hierdoor de positieve
effecten die merkbaar waren in de eerste
proef, minder uitgesproken in de tweede
proef. Verder onderzoek zal deze resultaten
bevestigen of weerleggen.
Kleinfruit
Bewaring van
aardbeiplanten in
tien stappen
Aardbeitelers zijn nu volop bezig met het inzetten van de aardbeiplanten
in bewaring. Zijn de planten er klaar voor? Hoe pakken we het aan? Alles
hangt af van de plant zelf… Hier alvast enkele vuistregels.
Stap 1 - Alles draait om
de plant zelf
Besluit
Uit deze veelbelovende proeven kan je besluiten dat de UV-gewasbeschermingstechniek
zeker potentieel heeft om witziekte te bestrijden bij aardbeien op substraat. De lagere
aantastingsgraden tonen de goede werking van deze techniek aan. De werking
van deze techniek is curatief doordat het
schimmelafdodend werkt, maar mogelijk
is er ook een ‘preventief’ effect doordat
het blad sterker wordt en hierdoor minder
vatbaar is voor witziekte. Je moet wel opletten voor te hoge doseringen en bijgevolg
bladverbranding, hetgeen productieverlies
kan veroorzaken. Dit kan je echter voorkomen door de dosering juist af te stellen en
de lampen optimaal te positioneren zodat
de lichtverdeling zo homogeen mogelijk is.
Hierdoor is het verschil tussen de hoogste
dosis en de laagste dosis voor de verschillende bladstanden kleiner, waardoor te hoge
dosering voorkomen wordt en bladverbranding wordt vermeden. Door de constructie
(en automatisering) verder te optimaliseren
voor de aardbeienteelt kan het in de toekomst
mogelijk zijn om witziekte te bestrijden met
UV-licht. Indien nodig kan dit gecombineerd
worden met een chemisch correctiemiddel
indien de witziekte-aantasting de tolerantiegrens overschrijdt. Een bijkomend voordeel zou kunnen zijn dat de bewaring van
de vruchten positief wordt beïnvloed door
de UV-behandeling in de teelt. Dit moet in
verder onderzoek nog worden uitgeklaard.
T. Van Delm, P. Melis & K. Stoffels
Proefcentrum Hoogstraten, Meerle
Deze proef werd uitgevoerd in samenwerking met Sjoerd Hoekstra en Arne
Aiking van Clean Light, UV-Source
en Horticoop.
58 • ProeftuinNieuws 22-23 - 3 december 2010
Het succes van een goede bewaring staat of
valt uiteraard met het uitgangsproduct: in
dit geval de aardbeiplant. Is deze in mindere
conditie, dan zal een bewaarseizoen daar geen
verbetering in brengen. De minder goede
planten hebben een kleiner uithoudingsvermogen en bestem je best voor korte bewaring. Lange bewaring is immers topsport
waarvoor de planten superfit moeten zijn.
Criteria voor bewaarbare aardbeiplanten zijn
een voldoende opbouw van reservestoffen
en koudebehoefte.
Als teler heb je het klimaat uiteraard niet in
de hand: je kan dus niet beïnvloeden hoeveel
koude de planten zullen krijgen. De planten
worden best pas gerooid als ze afgehard zijn.
Een ‘afgeharde’ plant kan vlotter en sneller
worden ingekoeld, wat de bewaarkwaliteit ten
goede komt. Een dergelijke afharding start
bij aardbeiplanten vanaf temperaturen onder
7°C. Daarom is het belangrijk om na te gaan of
de te rooien planten voldoende ‘koude-uren’
hebben gehad. Voor lange bewaring moeten
de planten 600 uren onder 7°C gehad hebben. Het VCBT houdt deze koude-uren bij.
Raadpleeg daarom geregeld de VCBT-website.
Stap 2 - Rooi, indien mogelijk, op
het juiste moment
Rooien gebeurt het best bij temperaturen
tussen 0 en 7°C. Rooien in bevroren grond
geeft beschadigingen aan de planten en is
dus ongewenst. Ook na vorst laat je de planten best ontdooien en begin je pas dan te
rooien. Hou er rekening mee dat al de grond
die je meeneemt ook mee moet worden
gekoeld en bewaard. Dat is verspilde energie:
zorg voor zo weinig mogelijk aanhangende
grond. Laat gerooide planten niet los liggen
op het veld –de wortels drogen er uit– maar
begin meteen met inpakken.
Hoe het niet moet… Je kan de kisten best niet te
vol stapelen en een luchtspleet laten.
Stap 3 - Pak je planten
zorgvuldig in
Inpakwijze van losse plantjes
Gerooide planten moeten zo snel mogelijk
worden ingepakt. Zorg ervoor dat de mensen die voor je inpakken goed weten hoe ze
dit moeten doen. Overloop samen met hen
deze werkwijze:
- uitschudden
- oude bladeren verwijderen:
• planten voor korte bewaring: zoveel
mogelijk goed blad aan laten zitten, zodat de plant in de lente snel kan starten;
• planten voor lange bewaring: zoveel
mogelijk oud blad verwijderen, alleen enkele korte, binnenste bladeren
laten zitten;
- inpakken: op een koele plek of in het veld
• in nieuwe ongeperforeerde LDPE zakken van 20 tot 40µ. In oude zakken zitten vaak scheurtjes die uitdroging in de
hand werken;
• planten in lagen leggen, met de wortels naar de binnenkant, zodat deze het
minst kunnen uitdrogen. Het geheel
goed aandrukken zodat er zo weinig
mogelijk lucht in de zak aanwezig is en
Download