11. Transport 11.1 eu-transportbeleid De Europese Commissie werkt aan een nieuw Witboek Transport dat begin 2011 wordt verwacht. Het betreft alle vervoersectoren (weg, water, lucht). Hoofdonderwerpen zullen zijn duurzaamheid (vooral energieverbruik), voltooien van de interne markt en financiering van Trans-Europese netwerken (infrastructuurverbindingen). De Commissie probeert tot een beleidsprogramma te komen dat de Europese economie sterker maakt maar ook duurzamer. Oordeel vno-ncw en mkb-Nederland Een efficiënt en duurzaam transportsysteem dat tegemoet komt aan de groeiende behoefte aan transport en mobiliteit is een voorwaarde voor economische efficiency en concurrentiekracht, voor economische integratie van de lidstaten en dus voor economische groei. De Europese Commissie onderkent dit. De uitdaging is te komen tot een beleid dat transport faciliteert en tegelijk transport duurzamer maakt. Europees beleid is waar het gaat om schoner maken van transport (emissies, luchtkwaliteit). De sector kent echter nog een groeiend gebruik van fossiele energie en om de door Europa gestelde doelen voor klimaat te halen is een forse ombuiging van die trend nodig. De Commissie zal inzetten op technische innovatie en efficiency van vervoermiddelen, alternatieve duurzame energiebronnen en bevorderen van de efficiency van de logistiek ketens. De Commissie heeft terecht voorkeur voor marktgebaseerde instrumenten zoals emissiehandel en internaliseren van externe kosten boven marktregulering. Cruciaal is dat een goede balans wordt gevonden tussen dergelijke prikkels voor verduurzaming en het verbeteren van de internationale concurrentiekracht. Vooral voor de luchtvaart en zeescheepvaart is het zaak te letten op mondiale concurrentieverhoudingen. 11.2 Liberalisering Europa heeft in het verleden grote stappen gezet naar liberalisering van de vervoermarkt, maar het doel, één interne markt waarin vervoerders overal hun diensten kunnen aanbieden, is nog niet bereikt. Vooral het wegvervoer en het spoorwegvervoer ondervinden nog belemmeringen door protectie en/of diversiteit in regels en/of verschil in technische standaarden (spoor). Het wegvervoer ondervindt ook hinder van beperkingen die in het Europees Parlement beargumenteerd worden met veiligheid, maar die feitelijk zijn ingegeven door negatief sentiment gepaard aan gebrek aan kennis over de prestaties van de sector en/of door angst voor concurrentie, zoals beperking van rijtijden en werktijden, weekendrijverboden, voor containervervoer onpraktische beperkingen in afmetingen enzovoorts. Oordeel vno-ncw en mkb-Nederland Beperkingen op de vrijheid om vervoerdiensten in andere landen aan te bieden zijn in strijd met de principes van de interne markt en belemmeren de efficiency. Een volledige vrije markt voor het wegvervoer vanaf 2014 is politiek het vroegst haalbare. Efficiënt vervoer is nodig uit een economisch oogpunt en voor vermindering milieubelasting en energieverbruik. Operationele beperkingen moeten daarom worden weggenomen indien ze niet nodig zijn voor de veiligheid. 11.3 Trans-Europese netwerken De eu heeft een programma opgesteld van Trans-Europese Netwerken (ten’s) die met voorrang zouden moeten worden gerealiseerd of verbeterd. De eu draagt daaraan bij met een bijdrage in de investeringen. De prioriteitenlijst bestaat vooral uit spoorwegprojecten. De Commissie zal in het kader van het Witboek met een herziening van criteria voor het ten-programma komen. Verwachte inzet is meer focus op ‘comodaliteit’, dat wil zeggen het op knooppunten beter verbinden van verschillende netwerken aan elkaar (havens, water, weg, spoor). De eu onderkent een rol te kunnen spelen in het ontwikkelen van open standaarden die moeten leiden tot een internationaal en intermodaal bruikbaar raamwerk van ictinfrastructuur. Toepassingen zijn mogelijk op het gebied van veiligheid (security), beveiliging (tegen criminaliteit), douaneafhandeling, navigatie en betaalfuncties, verkeersmanagement en intermodaal logistiek management. Oordeel vno-ncw en mkb-Nederland vno-ncw en mkb-Nederland staan kritisch tegenover veel bemoeienis van de eu met investeringen in infrastructuur. De ondersteuning van de eu moet beperkt zijn en met voorrang gericht op verbeteren van grensoverschrijdende trajecten van Europese hoofdverbindingen en op de maatschappelijk meest rendabele infrastructuren. Beide verenigingen steunen de aandacht voor vervoer over water en voor het faciliteren van Europese ict-infrastructuur. 53 Rondje Europa 11.4 Prijsbeleid, infrastructuurheffing 11.6 Zeescheepvaart, havens De Europese Commissie wil het mogelijk maken voor lidstaten om milieukosten van transport te internaliseren via een toeslag op heffingen voor infrastructuur (‘vervuiler betaalt’), te beginnen met wegvervoer. Tot op heden mochten lidstaten slechts de kosten van aanleg en onderhoud van wegen via tolheffing doorberekenen. Men beoogt met kaderstelling onredelijke heffingen te vermijden en duidelijkheid te brengen in de geaccepteerde methoden van kostenberekening en de doelen waarvoor geheven mag worden. De Transportraad is het uiteindelijk eens kunnen worden over de voorwaarden, waaronder beperking van spittarieven. Lidstaten blijven vrij om dit prijsinstrument al of niet in te voeren en vrij in de aanwending van eventuele opbrengsten. De Commissie heeft een maritieme strategie gepubliceerd die moet leiden tot één Europese maritieme ruimte om het intra-Europese vervoer over zee te faciliteren en tot richtinggevende interpretatie van soms tegenstrijdige regels voor het maritieme milieu en de zeevaart. Oordeel vno-ncw en mkb-Nederland Het bedrijfsleven steunt de intentie van de Commissie om grenzen te stellen aan lasten die lidstaten op het vervoer mogen leggen. Het nu voorliggende besluit van de transportraad komt grotendeels tegemoet aan de voorwaarden die vnoncw, mkb-Nederland, businesseurope en ueapme hebben gesteld, maar niet aan de voorwaarde dat alle vervoersectoren gelijk moeten worden behandeld en er is dus geen garantie dat lidstaten de opbrengsten aanwenden voor de infrastructuur waarvoor betaald wordt of voor het duurzamer maken van transport. Inlichtingen: August Mesker (070 349 03 33; [email protected]) 11.5 Luchtvaart De Europese Unie is succesvol geweest met liberalisering van de luchtvaart. De ervaringen met de aswolk uit ijsland hebben het gebrek aan coördinatie in de Europese luchtvaart blootgelegd. De Transportraad heeft een serie verbeteringen aanvaard die door de Europese Commissie werden voorgesteld, waaronder betere besluitvorming in geval van calamiteiten en versnelling naar één gemeenschappelijk Europees luchtruim en gecoördineerde luchtverkeersleiding (Single European Sky). Ook een herziening van de richtlijn voor passagiersrechten in deze sector is aangekondigd omdat de huidige richtlijn geen rekening houdt met extreme omstandigheden buiten de schuld van de luchtvaartmaatschappijen. Oordeel vno-ncw en mkb-Nederland Het bedrijfsleven steunt de voorstellen van de Commissie naar aanleiding van de aswolk. De Single European Sky en een geharmoniseerd luchtverkeersbegeleidingsysteem zullen de Europese luchtvaart efficiënter maken en energieverspilling terugdringen. Herziening van de passagiersrechten is terecht omdat bij de bestaande regeling de schade ten gevolge van calamiteiten onevenredig bij de vervoerder terecht komt. Wat betreft deelname aan de emissiehandel (ets) door de luchtvaart steunen vno-ncw en mkb-Nederland de sector in de opvatting dat moet worden gewaakt tegen concurrentienadelen voor Europese carriers of bestemmingen tijdens de verdere uitwerking van ets. 54 Oordeel vno-ncw en mkb-Nederland vno-ncw en het belanghebbende bedrijfsleven verwelkomen de initiatieven van de Commissie omdat die de kustvaart efficiënter kunnen maken. Wat betreft milieu en klimaat benadrukken wij het belang voor de zeevaart van mondiale kaders. Er blijft behoefte aan richtlijnen voor de publieke financiering van havens om eerlijke concurrentie te waarborgen.