Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 Inleiding Voor je ligt het protocol ‘opvallende ontwikkeling bij kinderen’. Dit is een protocol dat je als pedagogisch medewerker (pm) kunt raadplegen wanneer je opvallende gedragingen of ontwikkelingen signaleert bij kinderen op de groep. Het is de bedoeling dat de mentor van het kind bij signalering van een opvallende ontwikkeling overeenkomstig dit protocol handelt. Overzicht invoegen: Kindvolgsysteem -> groepsoverzicht-> geen bijzonderheden. Groepsplan. Wel bijzonderheden -> Protocol ‘opvallende ontwikkeling bij kinderen’ toepassen. Je kunt op twee manieren opvallend gedrag/achterstand in de ontwikkeling signaleren: 1. Door het invullen van het kindvolgsysteem en daarna het groepsoverzicht wordt een ontwikkelingsachterstand gesignaleerd. Na aanleiding hiervan wordt het protocol ‘signalering’ gestart. Het groepsoverzicht kan naast het protocol draaien om te kijken of bepaalde handelingen voldoende zijn voor het kind. Beschrijf goed welke handelingen je uitvoert en welke resultaten deze hebben. 2. Door opvallend gedrag in de groep. Start nu ook het protocol ‘signalering’. Hiernaast kan het groepsoverzicht ingevuld worden. Beschrijf goed welke handelingen je uitvoert en welke resultaten deze hebben. Dringend advies: Constateer feiten, bouw een dossier op, maar stel zelf geen diagnose. Het plakken van een “diagnose-sticker” in de wandelgangen door een ervaringsdeskundige i.p.v. een specialist, kan verregaande negatieve gevolgen hebben voor de organisatie. Wees altijd heel erg voorzichtig met je uitlatingen en blijf bij de feiten. Een stil teruggetrokken kind dat een pedagogisch medewerker niet graag aankijkt is niet per definitie autistisch. Ze kan simpelweg verlegen zijn van aard. Als er een vermoeden is dat een kind een opvallende ontwikkeling vertoont, ga daar dan uiterst discreet mee om. Grensbewaking: In geval van vermoeden van een ernstige opvallende ontwikkeling waarbij geobserveerd gaat worden, geldt: De pm en collega’s praten niet met derden over de observaties De pm neemt géén contact op met ouders De pm zorgt ervoor dat observatiegegevens nergens blijven slingeren Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 1 Inhoudsopgave Stappenplan …………………………………………………………………………………………………………………………..3 Stap 1 = Signaleren ............................................................................... 3 Stap 2 = Observeren 1e observator .............................................................. 3 Stap 3 = Observeren 2e observator .............................................................. 4 Stap 4 = Analyseren 3e observator ............................................................... 5 Stap 5 = Plan van Aanpak ......................................................................... 5 Stap 6 = Uitvoeren ................................................................................. 5 Stap 7 = Evalueren ................................................................................. 5 Bijlage 1: Kijkwijzer .................................................................................... 6 Bijlage 2: Format groepsplan .......................................................................... 9 Bijlage 3: Werkinstructie observatie ................................................................ 10 Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 2 Stappenplan Stap 1 = Signaleren Betrokkenen: Pedagogisch medewerker + locatiehoofd De mentor signaleert een opvallende ontwikkeling en is hier alert op. Er ontstaat twijfel of de ontwikkeling gemiddeld verloopt. Acties: De mentor gebruikt de kijkwijzer om zijn/haar idee richting te geven. Zou er iets aan de hand kunnen zijn? Bij de kijkwijzer valt op dat zeker bij jonge kinderen in de leeftijd 0-4 jaar de symptomen die waargenomen worden, kunnen duiden op verschillende risico’s. Belangrijk hierbij is je te realiseren dat het stellen van een diagnose is voorbehouden aan een specialist. Een orthopedagoog, psycholoog, logopedist, fysiotherapeut of huisarts. De pm gaat discreet om met de vermoedens, geeft in de reguliere kindbespreking aan dat er twijfel bestaat en overlegt met het locatiehoofd of stap 2 aan de orde is. Er is nu sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid, pm gaat stap 2 en 3 aan. Het locatiehoofd bewaakt het tijdspad en wordt pas weer actief betrokken bij stap 4, die ongeveer 6 weken later plaats vindt. Stap 2 = Observeren 1e observator Betrokkenen: Pedagogisch medewerker + locatiehoofd Uit de kindbespreking komt naar voren dat mentor en locatiehoofd allebei twijfelen aan de ontwikkeling van het kind. Er wordt gezamenlijk gekozen voor observeren en registreren. De mentor = 1e observator Actie: De mentor observeert gedurende minimaal 3 weken 6x of het opvallende ontwikkeling terugkeert. Deze observaties duren zo’n 10 min. per keer. De mentor registreert objectief het zichtbare gedrag, waar het zich voordoet, op welk tijdstip, wie erbij betrokken zijn. Worden na deze 6 observatiemomenten de twijfels bevestigd dan volgt stap 3. Pas op! Noteer natuurlijk gedrag, ga niet uitlokken. Bij uitlokken zijn de feiten dan niet meer bruikbaar omdat ze ter discussie gesteld kunnen worden. Je kunt wel een situatie arrangeren waarbij spontaan gedrag naar voren komt door bijvoorbeeld vrijblijvend een activiteit aan te bieden. Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 3 Stap 3 = Observeren 2e observator Betrokkenen: Pedagogisch medewerker + collega De mentor schakelt collega in als 2e observator voor een second opinion door ook te observeren, registreren en kennis uit te uit te wisselen Actie: Bij terugkerend opvallend gedrag dat door de mentor is geobserveerd, is het belangrijk een collega te vragen mee te kijken. Gebruik je gegevens om aan te geven op welke momenten je graag even een extra paar ogen in je groep wilt hebben. De collega noteert wat hij/zij ziet, waar hij/zij het ziet, wie erbij betrokken zijn en op welk moment..Hij/zij doet dit minimaal 3x. De beschrijving van het gedrag is zo letterlijk mogelijk . Mentor en collega wisselen observatiegegevens uit. Als beide pedagogisch medewerkers redenen hebben om te twijfelen aan het gezond gedrag van het kind is een officiële aanmelding voor een extra kindbespreking op zijn plaats. Zo niet dan worden de gegevens vertrouwelijk bewaard in het kinddossier op locatie en blijven beschikbaar om eventueel op een later tijdstip op terug te kunnen vallen. Stap 4 = Analyseren 3e observator Betrokkenen: Pedagogisch medewerker + locatiehoofd Mentor vraagt kindbespreking aan bij het locatiehoofd. Hierop volgt een groepsbezoek van het locatiehoofd om het kind te leren kennen. Actie: De mentor neem de observatiegegevens mee naar het locatiehoofd. De pm licht toe wat er gezien is door de 2 observatoren en vraagt advies aan het locatiehoofd. Na het gezamenlijk bespreken van de observatie gegevens maken het locatiehoofd en de mentor een afspraak voor een groepsbezoek op het moment dat het opvallende gedrag vermoedelijk voorkomt. Het locatiehoofd observeert eenmalig zodat hij/zij weet om welk kind en welke gedrag het gaat. Van dit bezoek maakt het locatiehoofd een kort observatieverslag. Na deze kindbespreking en het groepsbezoek worden de observatiegegevens geanalyseerd tussen pm en het locatiehoofd. De ontwikkelingsbehoeften van het kind worden benoemd. De verantwoordelijkheid over het geobserveerde wordt nu verdeeld tussen pm en locatiehoofd. De pm blijft verantwoordelijk voor de opvang van het kind op de groep. Het locatiehoofd wordt verantwoordelijk voor het proces eromheen. Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 4 Stap 5 = Plan van Aanpak Betrokkenen: locatiehoofd + pedagogisch medewerker Doel van het maken van plan van aanpak: strategie bepalen. Actie: Het locatiehoofd en de pm bespreken de observatiegegevens. Ze stellen de hulpvraag vast en laten zich adviseren. Gezamenlijk wordt besproken welke stappen er genomen gaan worden: Hoe nu verder? Op welke manier worden de ouders betrokken, welke hulp kan er worden geboden binnen het kdv/ bso, welke deskundigen zouden een rol kunnen spelen in de ondersteuning van het kind. De pm is en blijft actief betrokken in de overleggen en naar haar/zijn mening gevraagd. Er is een regelmatige terugkoppeling tussen de drie partijen. De subgroepen in het groepsplan worden gewijzigd: - Clusteren van kinderen na aanleiding van dezelfde zorgbehoefte. - Werken op de groep - Inschakelen interne-/ externe hulp. Let op! Houd ook dit groepsplan binnenskamers. Treed pas officieel naar buiten met de gegevens als deze onderbouwd kunnen worden. Waak ervoor ouders het gevoel te geven voor een voldongen feit te staan. Voorkom weerstand… Er is een gezamenlijk doel: de juiste zorg voor het kind: 1-zorgroute Stap 6 = Uitvoeren Betrokkenen: locatiehoofd + pedagogisch medewerker Actie: Communicatie met ouders: - Bespreken van de signalering - Bespreken observaties - Bespreken groepsplan + vragen toestemming - Plannen evaluatie Groepsplan uitvoeren Stap 7 = Evalueren Betrokkenen: locatiehoofd + pedagogisch medewerker + ouders Actie: Alle betrokkenen in de procedure komen samen voor een evaluatie van de zorgroute. Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 5 Bijlage 1: Kijk- en handelingswijzer Een kijkwijzer is een beschrijving van gedragssignalen die horen bij een bepaald gedragspatroon. De kijkwijzer beschrijft kort de kinderkenmerken die horen bij een bepaald risicogebied. Om de koppeling naar het handelen te kunnen maken is daarnaast een handelingswijzer geplaatst. Het is de bedoeling dat de pedagogisch medewerker nadenkt over de handelingsrichtlijnen en zich afvraagt welke voor hem/haar het meest geschikt en uitvoerbaar zijn. Deze pedagogische kijken handelingswijzer is bedoeld als een richtinggevend kader bij het geven van sociaalemotionele ondersteuning. Kijkwijzer * Handelingswijzer * * Onveiligheid/ ongeborgenheid Affectie: veiligheid, geborgenheid, acceptatie. Is angstig Maakt oogcontact Zoekt bescherming Neem in bescherming Neem geen initiatief Zorg voor een veilige sfeer eenkennig Geef positieve bevestiging Huilt en klampt aan Geef kind een eigen plekje Vermijdt nieuwe situaties Schenk vertrouwen Handelt dwangmatig Geef persoonlijke aandacht Vlucht in fantasie (spel en woorden) Hanteer regels en structureer Voelt zich snel bedreigd Toon begrip en accepteer afwijkend gedrag Kijkwijzer Teruggetrokkenheid/sociaal isolement Vaak alleen Vermijdt sociale situaties angstig Timide en verlegen Durft iets nieuws te doen Heeft vaak zondebok positie Handelingswijzer Socialisering Stimuleer relatiebevorderende activiteiten Doe samen mee Betrek in de groep Spreek positieve verwachtingen uit Zorg voor veilige sfeer Wees alert op pesten Kijkwijzer Pervasieve ontwikkelstoornis Maakt geen oogcontact Handelingswijzer Vergroten van sociale “begrijpen” Weet dat (koppig) gedrag een uiting van onvermogen is Voer de druk niet op Corrigeer ongewenst gedrag door snel en duidelijk ingrijpen Leg uit wat een ander voelt Leg uit wat een ander bedoelt Leg uit hoe je reageert Structureer situaties Laat zich niet troosten Reageert nauwelijks op sociale omgeving Begrijpt gevoelens niet Kan gedrag naspelen moeite met toepassen Communiceert beperkt Angstig, koppig, chaotische reactie op prikkels Angstig, koppig, chaotische reactie op verandering Sterke fixatie (wieltjes, knopjes) Vertoont beperkte interesse, is star, rigide Druk en rusteloos Moeilijk te bereiken, te sturen Voorkom sociale confrontaties Breng geen onverwachte grote veranderingen aan in programma Breng geen onverwachte grote veranderingen aan in de ruimte Gebruik visuele ondersteuning van het dagprogramma Bij fixatie aandacht voorzichtig verleggen, geleidelijk verplaatsen Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 6 Tics, herhaalt steeds dezelfde beweging Kijkwijzer Agressie/grensverlegging Driftig Schreeuwt, spuugt Houdt rekening met geringe flexibiliteit Accepteert geen leiding Wordt gemeden door andere kinderen Handelingswijzer Gedragstructuur bevorderen Geef ruimte voor eigen spel Ga een “stoei”contact aan om energie positief te leiden Maak verblijf voorspelbaar Structureer sterk vooraf Benoem het goede gedrag Geef duidelijk grenzen aan Bestraf zinvol met gevolg van daden (bewustwording) Neem zwakkeren in bescherming Hanteer consequent regels Kijkwijzer Gebrekkig normbesef Liegt Loopt weg Pakt af Verstopt zich Luistert niet naar leiding Maakt spullen van anderen kapot Voelt zich niet schuldig Handelingswijzer Geweten vergroten Win vertrouwen, bouw relatie op Vanuit relatie werken aan begrip voor bezit Gebruik duidelijke regels Spreek aan en neem contact op met ouders Bestraft zinvol Werk met gedragskaarten Koppel beloning en straf aan de geragskaart Kijkwijzer Aandachtstekort/hyperactiviteit Handelingswijzer Structuur, ordening, regelmaat en prikkelreductie Toon begrip, probeer niet boos te worden, leg goede gedrag uit Geef ruimte voor motorische activiteiten Beperk stil moeten zitten Geef duidelijke concrete korte eenvoudige opdrachten 1 opdracht tegelijk Wijs een rustige plaats aan om te spelen Geef complimenten voor goede sociale interactie Ondersteun programma met plaatjes Eist aandacht Spreekt tegen Schopt, slaat, bijt Drijft eigen zin door Houdt zich moeilijk aan de regels Impulsief in doen Impulsief in denken, vluchtige gedachten Bewegelijk, wiebelig, kan kort stilzitten Zeer beperkte concentratiespanne Friemelt/speelt met spullen Is onhandig Is overbeweeglijk Vertoont motorische onrust *kijkwijzer => kindkenmerken. **Handelingswijzer => pedagogisch handelen. Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 7 Signalen van kindermishandeling Kijkwijzer Lichamelijke signalen bij kinderen tot 12 jaar, die kunnen wijzen op kindermishandeling Onverklaarbare blauwe plekken, wonden, kneuzingen, botbreuken Krab-,bijt-,of brandwonden Littekens Slechte verzorging in kleding, hygiene, voeding Onvoldoende geneeskundige of tandheelkundige zorg Achterstand in ontwikkeling (motoriek, spraak, taal, emotioneel, cognitief) Psychosomatische klachten (buikpijn, hoofdpijn, misselijk, etc.) Vermoeidheid, lusteloosheid Genitale of anale verwondingen Jeuk of infectie bij vagina of anus Opvallend vermageren of dikker worden Recidiverende urineweginfecties of problemen bij het plassen Afwijkende groei- of gewichtscurve Kind komt steeds bij andere artsen of ziekenhuizen Houterige manier van bewegen ( benen, bekken ‘op slot’) Pijn bij lopen of zitten Seksueel overdraagbare aandoening Slaapproblemen Lichaam stijf houden bij optillen (tot 4 jaar) Voeding- of eetproblemen Kijkwijzer Emotionele en gedragssignalen bij kinderen tot 12 jaar, die kunnen wijzen op kindermishandeling Extreem zenuwachtig, gespannen, angstig of boos Teruggetrokken gedrag In zichzelf gekeerd, depressief Passief, meegaand, apathisch, lusteloos Kind is bang voor de ouder Plotselinge verandering in gedrag Veel aandacht vragen op een vreemde manier Niet bij de leeftijd passende kennis, gedrag of omgang met seksualiteit Vastklampen of veel afstand houden Angst of schrikreacties bij onverwacht lichamelijk contact Zelfverwondend gedrag Overijverig Jong of ouwelijk gedrag Altijd waakzaam Extreem verantwoordelijkheidsgevoel Niet spelen met andere kinderen (vanaf 3 jaar) Afwijkend spel (ongebruikelijke thema’s die kunnen wijzen op kindermishandeling) Snel straf verwachten Agressieve reacties naar andere kinderen Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 8 Bijlage 2: Format groepsplan Inleiding In deze bijlage vind je het groepsplan. De kinderen in dit groepsplan verdeel je onder in subgroepen naar gelang de behoeften van deze kinderen. Het reguliere aanbod staat in het groepsgebonden werkplan. De kinderen verdeel je onder in subgroepen naar gelang de behoeftes van deze kinderen. Per subgroep noteer je: - Het ontwikkeldoel, dus wat wil je gaan bereiken met deze kinderen? - De materialen die je hierbij gaat gebruiken - Op welke manier je dit wilt gaan doen - Wanneer je dit wilt gaan doen - En een korte evaluatie na afloop In dit groepsplan moet goed gekeken worden of hetgeen wat deze kinderen nodig hebben intern bereikt kan worden of dat er eventueel ook externe hulp ingeschakeld moet worden. Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 9 Groepsplan Ontwikkeldoel Wat wil ik bereiken? Subgroep 1 (Namen) Subgroep 2 (Namen) Subgroep 3 (Namen) Subgroep 4 (Namen) Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014 Materialen Wat gebruik ik? Aanpak Hoe ga ik oefenen? Organisatie Wanneer doe ik wat? Evaluatie Wat is gelukt? Bijlage 3: Werkinstructie observatie Er is een bepaald gedrag of ontwikkeling gesignaleerd. De pm gaat het kind observeren voor de dossiervorming en om te kijken of de twijfels bevestigd worden. De mentor observeert gedurende 3 weken minimaal 6x of het opvallende ontwikkeling terugkeert. Deze observaties duren maximaal 10 min. per keer. Werkwijze: 1. Formuleer voordat je gaat observeren, wat je wilt observeren. Maak dit zo concreet mogelijk. Noteer datum, tijd en wie er bij betrokken zijn. 2. In welke situatie ga je observeren. Kies de situatie uit waarbij het geobserveerde gedrag/ontwikkeling het meeste voorkomt. Pas op! Noteer natuurlijk gedrag, ga niet uitlokken. Bij uitlokken zijn de feiten dan niet meer bruikbaar omdat ze ter discussie gesteld kunnen worden. Je kunt wel een situatie arrangeren waarbij spontaan gedrag naar voren komt door bijvoorbeeld vrijblijvend een activiteit aan te bieden. 3. Beschrijf nauwkeurig welk gedrag het kind laat zien, doe dit zonder interpretatie en zo objectief mogelijk. 4. Observeer meerdere keren; minimaal 6x observeren gedurende 3 weken: a)Bundel je observaties, interpreteer nu de observaties met behulp van ontwikkelingsgegevens en milieugegevens van het kind. b)Beschrijf hoelang de opvallende ontwikkeling zichtbaar is. c)Beschrijf hoe vaak de opvallende ontwikkeling voorkomt per dag. Worden na deze 6 observatiemomenten de twijfels bevestigd dan volgt handeling 3 van het protocol opvallende ontwikkeling. Als de twijfels niet worden bevestigd, bewaar dan de observaties in het kinddossier. Protocol opvallende ontwikkeling bij kinderen Status: definitief 22 april 2013 Eigenaar: Nicoline van der Teems Evaluatiedatum: mei 2014