Pag 90 t/m 106 Wat gaan we doen vandaag? • • • • • Huiswerk af? Controle………. Huiswerk voor maandag 11 april: Opgave 1t/m 6 pag. 98 Terugblik op vorige week, werken in tweetallen Uitleg afschrijven naar aanschafwaarde en afschrijven naar boekwaarde • Nakijken huiswerk • Nieuwe opgaven maken • Bespreek in tweetallen en schrijf op wat is: 1. Grondstoffen? 2. Hulpstoffen? 3. DPM? 4. Vervangingswaarde DPM? 5. Welke (3) kosten komen er bij voorraad? 6. Afschrijving? 7. Technische levensduur? 8. Economische levensduur? 9. Afschrijven naar boekwaarde? 10.Restwaarde? 11.Geef 4 voorbeelden van diensten van derden https://www.youtube.com/watch?v=FMprcjk0yD8 • Vorm groepjes van vier personen en vergelijk de antwoorden. Kom tot eenduidige antwoorden • https://www.youtube.com/watch?v=oGEclJGWq9k kostensoorten Met welke kostensoorten heeft een bedrijf te maken? • Kosten van grondstoffen en hulpstoffen • Kosten van gebouwen, machines enz. (dpm’s) • Kosten van arbeid • Kosten van diensten van derden • Kosten van kostprijsverhogende belastingen en heffingen voorraadkosten Welke kosten zitten er aan het hebben van voorraad? • De drie R’s • Ruimte • Rente • Risico Levensduur van een dpm • Technische levensduur • Economische levensduur • Technisch: hoe lang gaat het dpm mee? • Economisch: hoe lang duurt het voordat een nieuw dpm het werk efficiënter dan verrichten? Afschrijving Wat is afschrijving? • De waardevermindering van een dpm gedurende een jaar • Wat is de restwaarde? • De waarde van het dpm als het is afgeschreven • Afschrijving = (aanschafwaarde – restwaarde) : levensduur Bv 10.000 - 2.000 : 4 = 2.000 euro/jaar Twee manieren van afschrijven • Afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs • Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde • Filmpje afschrijven naar aanschafkosten • http://www.youtube.com/watch?v=XFX63ZjR7F4 • filmpje kosten van duurzame productiemiddelen • http://www.youtube.com/watch?v=TsUqg4jb4PI • filmpje over afschrijven naar aanschaf- en boekwaarde • http://www.youtube.com/watch?v=WNzttJlN7dk • Afschrijven met een vast percentage van de aanschafwaarde • Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde • In voorbeeld wordt met 20% van de boekwaarde afgeschreven • Nakijken huiswerk: • Opgave 1t/m 6 pag. 98 Antwoord opgave 1 pagina 98 • 470 x 0,28 = 131,60 • 520 x 1,60 = 832,00 • Totaal 962,60 470 x 0,32 = 150,40 520 x 1,90 = 988,00 1138,40 • Verschil 1138,40 – 962,60 = 175,80 Antwoord opgave 2 pagina 98 Antwoord opgave 3 pagina 98 Opgave 4 pagina 98 Opgave 5 pagina 99 Opgave 6 pagina 99 Opgave 7 pagina 99 Opgave 8 pagina 99 Huiswerk voor maandag 18 april • Pagina 319 • Opgave 1 t/m 12