IVN Insectenwerkgroep

advertisement
IVN Insectenwerkgroep
Insect van de maand: juli/augustus
De Steenvlieg
door: Peer Busink
(Plecoptera)
Voor de RAVON inventariseer ik wel
eens wateren, zoals een beek, op het
voorkomen van vissen en amfibieën.
De kwaliteit van het water is daarbij
belangrijk voor welke organismen in een
water voorkomen.
Door de kwaliteit van oppervlaktewater
te bepalen, kan men nagaan hoe groot
de invloed is van vervuiling op het leven in water. Om deze vervuiling te meten, is een
biotische index ontwikkeld. Men heeft vastgesteld dat macro-invertebraten
(= ongewervelden die met het blote oog zichtbaar zijn) bij toenemende verontreiniging
verdwijnen. Dit heeft te maken met hun gevoeligheid ten opzichte van lozingen van vervuild
water in oppervlaktewater.
De volgorde van verdwijnen van soortengroepen is als volgt:
steenvliegen (verdwijnen het snelst) → haften → kokerjuffers → vlokreeften → pissebedden
→ muggenlarven → wormen (verdwijnen het laatst).
Dat steenvliegen één van de gevoeligste ongewervelden blijken te zijn voor
verontreiniging in het water, intrigeert mij en daarom wil ik meer weten van deze
insectensoort, vandaar een kleine literatuurstudie via internet. Voor mij en waarschijnlijk
voor velen een vrij onbekende insectensoort.
Alle reden dus om met de Steenvlieg wat nader kennis te maken.
Steenvliegen (Plecoptera) vormen een aparte orde (eigen groep) onder de insecten.
In Nederland bestaan 20 soorten. Bestond moet helaas gezegd worden, want inmiddels is in
de laatste decennia de helft van de soorten steenvliegen in Nederland uitgestorven. Als de
leefomstandigheden in het water niet zal verbeteren, dan staat de andere helft van de
soorten op korte of langere termijn ditzelfde lot te wachten.
Slechts één soort is in Nederland momenteel niet bedreigd en die soort heb ik dan wel
menigmaal gezien, namelijk de Gewone steenvlieg.
De oorzaak dat veel soorten van deze familie verdwenen of bedreigd zijn, ligt aan het feit
dat de larven sterk gebonden zijn aan schone, zuurstofrijke wateren. En dat ontbreekt nog
steeds te veel in Nederland.
Door deze afhankelijkheid staan steenvliegen bekend als de diergroep die het zwaarst
getroffen is door watervervuiling en omdat ze zo zeer gevoelig zijn voor vervuiling, staan ze
ook bekend staan als indicatorsoort voor een goede waterkwaliteit.
Steenvliegen kennen een onvolledige gedaanteverwisseling zoals bv de libellen en
sprinkhanen.
De nimf, die in water leeft, heeft iets weg
van een kruising van een echte libel en een
waterjuffer, maar is te herkennen aan 2 vrij
lange tasters en 2 relatief lange veervormige
staartaanhangsels (cerci). De meeste
steenvliegen kennen een eenjarig
nimfstadium, de nimfen lopen gemiddeld 10
of 11 stadia door (vervellingen). Hun lichaam
is sterk aangepast aan stromend water. Ze
eten andere waterinsecten en larven en zijn
daarmee carnivoren. Alleen de hele jonge nimfen leven hoofdzakelijk van plantafval en ander
organisch afval. De volgroeide nimf kruipt uit het water naar de oever en sluipt daar uit
(vaak op een steen).
Nimfen sluipen binnen een kort tijdsbestek uit, waardoor ze plotseling vaak in grote getale
worden waargenomen. De volwassen insecten (imago’s) vliegen vlakbij waar ze zijn
uitgeslopen rond of zitten langs de oeverkant.
Steenvliegen hebben twee paar goed ontwikkelde vleugels die enigszins vliezig en
doorschijnend zijn. Ondanks hun grote vleugels vliegen ze traag en onbeholpen. De vleugels
vertonen een rechtlijnig netwerk van aderen, waaruit op te maken is dat ze tot de primitieve
insecten behoren. Het eerste paar vleugels is iets langer, smaller en steviger dan het tweede
paar. In rust bedekt het eerste vleugelpaar het meer kwetsbare tweede vleugelpaar.
Beide seksen vinden elkaar door soortspecifiek te ‘drummen’ op het substraat.
De paring van de Steenvlieg gebeurt langs de oever. Het vrouwtje zoekt voor de eiafzetting
een gunstige plek op in het water. Ze steekt vervolgens haar achterlijf in het water en zet de
eitjes in pakketten van enkele honderden in het water af. De eiklompjes vallen daar spoedig
uiteen en komen na drie tot vier weken uit. De monddelen van het volwassen insect zijn
sterk gereduceerd en ze kunnen in dit stadium dan ook geen vast voedsel tot zich nemen.
Het volwassen insect heeft vanwege de korte levensduur eigenlijk maar één taak:
voortplanten. Ze besteden daarom in hun korte bestaan dus ook het grootste deel van hun
energie aan het zoeken van een partner. Hun levenscyclus eindigt na de paring of na de
eiafzetting, dan zit hun taak erop en zal het insect sterven.
Zoals eerder gezegd, zijn door afname van de waterkwaliteit en de kanalisatie en
normalisatie van beken en rivieren veel soorten Steenvliegen in de 20ste eeuw uit Nederland
verdwenen. Van de 20 inheemse soorten staan er 19 (!) op de Rode Lijst van bedreigde
soorten. Van die 19 soorten zijn er 9 in de loop van de 20ste eeuw zelfs helemaal uit
Nederland verdwenen, dus zijn in ons land uitgestorven!. Er is slechts één soort in Nederland
die thans niet bedreigd is (de Gewone steenvlieg). En die moet ik dan gezien hebben. Deze
soort kan ook in stilstaand water leven en is dus niet zo gebonden aan helder stromend
water, zoals de andere soorten. Dat de Steenvliegsoorten op de Rode Lijst staan, betekent
niet automatisch dat de soort ook beschermd is. Daarvoor is opname van de soort in de
Flora- en faunawet nodig en dat is met deze soorten niet het geval. Rode Lijsten hebben
alleen een belangrijke signaalfunctie.Het mag duidelijk zijn: Steenvliegen hebben het zwaar
in ons land, want hun leefomgeving is ernstig aangetast. Op korte termijn is voor deze
insectengroep geen verandering te verwachten en zijn ze op dit moment dan ook
waarschijnlijk één van de meest bedreigde diersoorten in Nederland.
Vermeldingswaardig is dan wel dat onlangs op twee plaatsen in Nederland een soort is
gezien, die tientallen jaren uit Nederland was verdwenen, namelijk een Naaldsteenvlieg.
Zal dit een signaal kunnen zijn dat de Nederlandse beken schoner zijn geworden?
Als dat zo is, zullen meerdere soorten Steenvliegen en andere organismen volgen.
Dat zal mooi zijn!
Download