Bijlage voor de toelating voor het middel : Fusilade 12013 N A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. In de teelt vaan pootaardappelen, consumptieaardappelen, fabrieksaardappelen; In de teelt van suikerbieten, voederbieten en stekbieten; In de teelt van landbouwerwten, landbouwstambonen en droog te oogsten veldbonen; In de graszaadteelt van roodzwenk en hardzwenk; In de teelt van blauwmaanzaad, karwij, winterkoolzaad en zomerkoolzaad; In de teelt van cichorei en witlof (pennenteelt) ; In de fruitteelt onder appels, peren, kersen en pruimen; In de fruitteelt onder rode bessen, witte bessen, zwarte bessen, kruisbessen, bramen en frambozen, uitsluitend voor de bloei en na de oogst; In de fruitteelt van aardbeien uitsluitend vóór de bloei en na de oogst; In de teelt van stamslabonen, doperwten en tuinbonen, mits toegepast vóór de bloei; In de teelt van zaaiuien, picklers, zilveruien, eerste –en tweedejaars plantuien, sjalotten, prei, kroten, knolselderij, koolraap, winterwortelen, bospeen, waspeen en schorseneer; In de teelt van asperge, mits toegepast na de oogstperiode; In de teelt van bloembollen, met uitzondering van tulpen; In de teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten; In plantsoenbeplantingen; En alsmede op akkerranden. Toepassing is slechts toegestaan in de periode van 1 april tot en met 30 september. Toepassing van dit middel mag uitsluitend plaatsvinden met gebruikmaking van nieuwe PVCwerkhandschoenen. Veiligheidstermijnen De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 10 weken voor pootaardappelen, consumptieaardappelen en fabrieksaardappelen en 8 weken voor de hierboven onder c , j en k genoemde gewassen. B. GEBRUIKSAANWIJZING Algemeen Fusilade bestrijdt zowel éénjarige grassen, inclusief graanopslag, als overblijvende grassen (kweekgras), in tweezaadlobbigen gewassen en een aantal éénzaadlobbige gewassen. De werking op straatgras is onvoldoende. Werking Fusilade is een bladherbicide; Het middel wordt snel door het blad opgenomen en naar de groeipunten getransporteerd. Het middel verplaatst zich ook naar de wortels, waardoor hergroei van bijvoorbeeld kweekgras voor een belangrijk deel wordt tegengegaan. pag. 1 van 4 De groei van het onkruidgras stopt reeds binnen 1 á 2 dagen na de bespuiting. De eerste afstervingssymptomen zijn na ongeveer 1 week zichtbaar, het eerst bij de groeipunten. Na 3 – 5 weken is de afsterving in het algemeen compleet. Toepassing Fusilade is een systemisch herbicide dat door het blad wordt opgenomen. De te bestrijden grassen moeten derhalve boven de grond staan. Met inachtneming van de veiligheidstermijnen is het raadzaam te wachten met toepassen tot zoveel mogelijk onkruid aanwezig is, echter niet zo lang dat het gewas ze gaat afschermen. Toepassen op een droog gewas en onkruid en met enige uren droog weer in het vooruitzicht. Toepassing op onkruid dat goed aan de groei is geeft doorgaans een beter resultaat. Bij toepassing voldoende water gebruiken (400 – 500 l/ha; code 4M) omdat goede bevochtiging van het onkruid van belang is voor een goed resultaat. Na toepassing minstens een week wachten met een eventuele grondbewerking en het middel voldoende laten inwerken. Het is raadzaam om tussen een bespuiting met Fusilade en een bespuiting ter bestrijding van tweezaadlobbige onkruiden zeven dagen ( in het algemeen) tot tien dagen ( bij gebruik metoxuron) tussenruimte aan te houden. Fusilade bevat geen uitvloeier. Voor het bereiken van een goed effect is een uitvloeier echter wel noodzakelijk. Voeg daarom altijd 2l Agral LN per ha aan de spuitoplossing toe. Toepassingsgebied Akkerbouwgewassen - aardappel (fabrieks, consumptie en poot). Om te kunnen voldoen aan de veiligheidstermijn is de toepassing in vroege aardappelen uitgesloten. - biet (suiker, voeder en stek). - roodzwenk en hardzwenk in de graszaadteelt - koolzaad, blauwmaanzaad, karwij - cichorei en witlof-pennenteelt - landbouwerwten, landbouwstambonen en droog te oogsten veldbonen (inclusief tuinbonen voor de zaadteelt). Groentegewassen - ui (picklers, zaai, plant en zilverui) sjalot en prei - kroot, knolselderij, koolraap, winterwortel, wortel (bos –en waspeen), schorseneer - asperge (wit en groen), productievelden: toepassen na de oogst c.q. na de laatste maal steken; in eerste –en tweedejaars gewassen waarvan niet wordt geoogst kan het middel het gehele groeiseizoen worden toegepast. - peulgroenten (stamslaboon, tuinboon en doperwt inclusief kapucijner en blauwschoker). Bloembolgewassen Narcis, gladiool, hyacint, iris (met uitzondering van remirissen), krokus, lelie alsmede overige bijgoedgewassen. Nog niet op alle bijgoedgewassen is ervaring opgedaan. Gewassen verwant aan narcis, iris, gladiool en hyacint zijn met succes beproefd. Raadpleeg verder onze speciale folder. Niet mengen met metoxuron in verband met kans op ernstige schade. pag. 2 van 4 N.B.: De toepassing in tulpen is niet toegestaan in verband met kans op bloemverkleuring. Klein fruit Aardbeien, bramen, frambozen, bessen; uitsluitend vóór de bloeien na de oogst. Groot fruit Appels, peren,kersen en pruimen. Opmerking: Het middel wordt in groot fruit en in klein fruit uitgezonderd aardbeien toegepast op de onkruidvrij te houden strook onder de beplanting. De aanbevolen dosering geldt voor deze te behandelen oppervlakte. Boomkwekerijgewassen en vaste planten Het middel kan worden toegepast in de teelt van een groot aantal boomkwekerijgewassen en vaste planten. Nog niet alle gewassen zijn beproefd. In onze technische informatie staat vermeld in welke gewassen toepassing mogelijk is. In de volgende gewassen heeft Fusilade + Agral LN in proeven gewasreactie veroorzaakt: Abies normanniana, Amelanchier lamrckil, Acer pseudoplatanus, (eenjarige zaaiing), Deutzia sp., Euonymus fortunei ‘Vegetus’, Ginko, Juniperus horizontalis ‘Bar Harbor’, Juniperus media ‘Pfitzeriana’ en Sequoiadendron gigantegum. Akkerranden Op akkerlanden kan ingroei van grassen zoals kweekgras worden bestreden. Toepassingstijdstip Eenjarige grassen, wilde haver, opslag van granen stuifdek-gerst / rogge. Vanaf het 3-jarige bladstadium tot begin doorschieten. Opslag van raaigras - In het 2-4 bladstadium. Kweekgras - vanaf 20 cm lengte; op een kweekmat in onbewerkte grond (bijv. in plantsoenbeplanting) kan herbehandeling noodzakelijk zijn. Dosering per hectare - hanepoot 1l - Duist en windhalm (de hoogste dosering op uitgestoelde planten) 1,25 – 1,5l - Wilde haver, graanopslag, als stuifdek ingezaaide gerst of rogge, opslag ruw- en veldbeemdgras en groene naaldaar 1,5l - Opslag van raaigras 2l - Kweekgras ( de hoogste dosering toepassen in openblijvende gewassen en als er sprake ven een reeds lang gevestigde en/of zware begroeiing van deze grassoort) pag. 3 van 4 2,5 – 3l Toe te voegen uitvloeier: Agral LN 2 liter per ha Wageningen, 20 november 1992 pag. 4 van 4