SOORTENKENNIS 21 maart 2014 – Pim Ververs Brasem – Voornachtige - Karper BRASEM (ABRAMIS BRAMA) Kenmerken Typische ruitvorm, hoge rug,afgeplatte vorm. Lange anaalvin,driehoekige rugvin. De vinnen zijn grijzig of zwart, buik is bijna wit. De kop is klein in verhouding tot zijn lichaam. BRASEM (ABRAMIS BRAMA) Leefgewoonten Graaft in de modder voor eetbare bodemdiertjes. Eet soms ook watervlooien of andere diertjes. Zit in diepere gedeelte van het water. `s avonds en`s nachts azen ze in ondiep water Ze paaien in mei en in juni. BRASEM (ABRAMIS BRAMA) Leefomgeving & Verspreiding In de benedenloop van grote rivieren en meren. Komt in heel Nederland voor in alle watertypen. Stelt weinig eisen aan de leefomgeving, en is niet erg gevoelig voor waterverontreiniging. RUISVOORN (SCARDINIUS ERYTHROPHTHALMUS) Kenmerken Felrode buikvinnen, aarsvin en staartvin. Bovenstandige bek, oog is bleekgeel. Kleur : groenzilverachtig tot goudkleurig. Afgeplat, volwassen vissen zijn hoger en steviger. RUISVOORN (SCARDINIUS ERYTHROPHTHALMUS) Leefgewoonten Eet watervlooien slakjes kreeftachtigen en waterplanten. Tweede/derde jaar geslachtsrijp Paait in april tot juli. RUISVOORN (SCARDINIUS ERYTHROPHTHALMUS) Leefomgeving & Verspreiding Zit in voedselrijk helder water met waterplanten. In ondiepe oeverzone van vijvers en plassen, meren kanalen en rivieren leeft in scholen dicht onder de oppervlakte. Komt in heel Nederland voor maar ook in andere delen van Europa. KARPER (CYPRINUS CARPIO) Kenmerken Langgerekt lichaam, kan 120 cm lang worden. Heeft 4 baarddraden aan de mond, 2 kort 2 lang. Kleur: rugzijde olijfgroen, buikzijde geelachtig. Hij kan 30 tot 40 jaar worden. Lange rugvin. KARPER (CYPRINUS CARPIO) Leefgewoonten Hij woelt de bodem om naar voedsel (azen). Hij eet planten en waterinsecten. Hij eet kleine vissen, wormen, slakken, bloedzuigers. Ze kunnen goed ruiken en proeven. KARPER (CYPRINUS CARPIO) Leefomgeving & Verspreiding Hij is een bodembewoner, komt zonnen aan de oppervlakte. Zit in langzaamstromende rivieren en stilstaand water. Zit in ondiepe plassen en meren met waterplanten. Ze houden van warm water. Ze komen in heel Europa voor.