Dit document geeft advies over handelen bij extreme kou waardoor

advertisement
2010
.
Dit document geeft advies over handelen
bij extreme kou waardoor de
Marathonschaatssport verantwoord
beoefend kan worden.
Een samenwerking tussen:
Schaatsen bij Extreme kou 2010 Woord van dank Ik wil de heren Geert Groen en Rob Sluijter van het KNMI, Prof. Hein Daanen van TNO en Teun Breedijk van de KNSB bedanken voor de hulp bij het maken van dit advies. Inleiding Afgelopen twee seizoenen (2008/2009 en 2009/2010) was het extreem koud weer in Zweden en Finland tijdens de Grand Prix wedstrijden. Temperaturen onder -­‐20 graden vragen een goede voorbereiding van organisatie, KNSB en rijders. Door deze extreme kou en de onverwachtheid hiervan waren er enkele rijders bevangen door de kou en enkele met bevroren plekken in het gelaat of op het lichaam. Daarnaast was er veel onduidelijkheid over wel of niet starten en welke afstand. Om de veiligheid ‘in een redelijke maat’ te kunnen garanderen is er besloten om bepaalde maximale vries temperaturen vast te leggen wat duidelijkheid schept. Hierdoor wordt bepaald, wanneer er wel, niet of aangepaste afstand wordt verreden. Onder leiding van Douwe de Vries, voorzitter van Rijdersraad marathonschaatsen, zijn er experts van KNMI en TNO geraadpleegd om deze waarden een goede onderbouwing te geven. Pagina 2 Schaatsen bij Extreme kou 2010 Advies Inhoud
1 WINDCHILL FACTOR 2 HOE BEREID IK ME VOOR 3 HELPT VASELINE 4 BESCHERMING TEGEN DE KOU 6 WAAR MOET IK NOG MEER OP LETTEN 5 WAT MOET IK ETEN EN DRINKEN
1 WINDCHILL FACTOR
In samenwerking met KNMI, TNO, KNSB en de marathonschaatsers is een temperatuurtabel gemaakt waarmee verantwoord gepresteerd kan worden. Dit kan alleen wanneer de sporter goede voorzorgsmaatregelen treft en zich voldoende kleedt. De koudebelasting wordt vooral bepaald door de combinatie van temperatuur en windsnelheid. Deze combinatie wordt wel de windchill genoemd. Want bij -­‐10 en windkracht 6 verlies je veel meer warmte dan -­‐10 en geen wind. Het KNMI heeft deze windchill speciaal voor het schaatsen aangepast door de gemiddelde snelheid van de schaatser mee te nemen in de berekening. METING: Temperatuur en windsnelheid dienen gemeten te worden 1 meter boven de wedstrijd ijsvloer. Mochten de vooruitzichten in het gele gebied (tabel 1) terecht komen, dan worden ploegleiders op de hoogte gesteld van mogelijke consequenties voor de wedstrijd. De KNSB zal deze tabel als maatstaaf nemen voor mogelijke aanpassingen van de wedstrijd. De limiet van Windchill -­‐35 is door ervaring uit het verleden zo bepaald. Tabel 1: Windchill berekening voor schaatsers Wit = Geen aanpassing Geel = Verkorten van afstand in overleg Rood = Geen wedstrijd Pagina 3 Schaatsen bij Extreme kou 2010 Tabel 2: Windchill per graad weergegeven. 2 HOE BEREID IK ME VOOR
Een mens kan zich goed aanpassen aan warmte maar helaas beperkt tegen kou omdat we tropische ‘dieren’ zijn. Uit onderzoek blijkt dat er slechts enkele dingen zijn waardoor je je extra kunt voorbereiden op de kou. Het kan helpen om regelmatig een koude douche te nemen, waardoor het lichaam minder heftig reageert als je onverhoopt in een wak komt. Als je veel in de kou oefent, krijg je iets meer vet in de huid, kun je iets meer warmte produceren en kun je lagere lichaamstemperaturen tolereren. 3 HELPT VASELINE
Nee, vaseline vergroot de kans dat er een bevriezing optreedt. We raden aan het niet te gebruiken. Vaseline of andere vettige zalf op de huid zorgt dat de huid niet uitdroogt. Een droge huid heeft minder kans op bevriezing. Het voelt beschermend omdat de koude wind niet direct op de huid komt, maar het zweet wat onder de vaseline blijft zitten kan bevriezen en daar schade aan de huid toebrengen. 4 BESCHERMING TEGEN DE KOU
-­‐ Bij extreme kou en wind is het verstandig om de blote huid te bedekken, ook het gelaat met een masker. Zorg wel dat de uitademinglucht er goed uit kan, anders bevriest de damp uit je adem en kun je niet meer door je masker ademen. -­‐ Trek thermisch ondergoed aan en zorg voor een windstopper op armen, lijf, kruis en bovenbenen. Zorg ervoor dat het zweet dat je produceert kan verdampen door het gebruik van semi-­‐permeabele membranen (bijv. Gore-­‐tex of Sympatex). Wikkel je dus niet in plastic, dat stopt wel de wind maar het plastic zorgt dat je nat blijft en sneller afkoelt. Zeem ademt ook slecht waardoor het zweet niet verdamt en op de huid kan bevriezen. Pagina 4 Schaatsen bij Extreme kou 2010 -­‐
-­‐
-­‐
-­‐
-­‐
Zorg dat je verschillende laagjes kleding draagt, deze houden een luchtlaagje vast, en dit zorgt voor de beste isolatie. De buitenste laag moet gemakkelijk te verwijderen zijn. Dan verminder je de isolatie als de temperatuur gaat stijgen. Tape direct op de huid is niet zo handig als isolatie: er zit geen luchtlaagje onder. Zorg voor een bril die de ogen tegen bevriezing beschermt. Gebruik een skibril of een strakke goggle variant. Bij een gewone sportbril kan de wind nog steeds langs het oog gaan, waardoor schade kan ontstaan. De schaatsen bevatten carbon en dit geleidt de warmte van het lichaam weg. Overweeg om dunne sokjes aan te doen en (ademende) hoezen over de schaatsen. De sokken zorgen ervoor dat het zweet niet tussen de tenen bevriest maar opgenomen wordt in de sok. Op randen van kleding, bril en masker kan zweet zich ophopen en zorgen voor lokaal vriesletsel. Als er een plotseling een scherpe pijn voelbaar is, wijst dit op bevriezing en moet de huid weer warm worden gemaakt om verdere schade te voorkomen. Ook als je witte puntjes krijgt op je huid is er sprake van huidbevriezing. Hou elkaar in de gaten als dat mogelijk is en attendeer elkaar hierop. Als er een wit plekje is, bijvoorbeeld op de wangen, hou dan een warme hand er tegen aan tot het ontdooid is. Plekjes om in de gaten te houden zijn de wangen, de neusvleugels of de oren. De handen kunnen veel warmte verliezen omdat ze veel oppervlakte ten opzichte van inhoud hebben. Bij extreme kou kunnen wanten over de handschoenen worden gedaan. 5 WAT MOET IK ETEN EN DRINKEN
Als je de kans krijgt, zijn warme sportdranken erg goed om de lichaamstemperatuur te verhogen. Als je een warm lichaam hebt, krijgen de vingers en tenen ook meer bloed en is er minder kans op problemen daar. Zorg dat je tenminste twee uur voor de wedstrijd niet zwaar tafelt, want dan gaat het bloed naar het maag-­‐darmstelsel in plaats van naar de spieren. 6 WAAR MOET IK NOG MEER OP LETTEN
Als je je intens koud voelt en merkt dat je niet meer logisch kunt denken, begin je onderkoeld te raken. Het geheugen wordt minder en ook rekensommen kun je niet goed meer maken. Het bewegen wordt steeds houteriger. Je hebt dan zoveel warmte verloren dat niet alleen de armen en benen koud zijn geworden, maar ook de temperatuur in het centrum van je lichaam (hersenen, hart) is gaan zakken. Normaal is deze rond de 37°C. Als de temperatuur minder is dan 35°C spreken we van onderkoeling en moet worden gestopt met de inspanning. Bevriezingen zijn niet altijd even goed merkbaar. Als de temperatuur van de huid minder is dan 8°C voel je eigenlijk als niets meer. Alleen bevriezing merk je soms nog als scherpe pijn. Als je dus merkt dat je tenen of vingers gevoelloos zijn, moet je extra opletten voor bevriezing. Als je klaar bent met schaatsen en je merkt dan dat je erg koud bent, zijn warme dranken welkom. Let er op dat de drank niet te heet is. Laat het door anderen controleren: je eigen temperatuurgevoel is gestoord. Met rillen in warme dekens warm je weer geleidelijk op. Als je direct na inspanning uit de kou in een warme ruimte komt, daalt de bloeddruk vaak. Zorg dat je kunt gaan zitten, neem warme dranken (geen alcohol) en hou je benen hoog als je het gevoel hebt flauw te gaan vallen. Als je na afloop ziet dat er lichaamsdelen zijn bevroren, is het zaak deze weer snel op te warmen. Hiervoor is warm water erg geschikt. Let er wel op dat iemand controleert dat de temperatuur niet te Pagina 5 Schaatsen bij Extreme kou 2010 hoog is. Verbrandingen worden regelmatig gerapporteerd omdat iemand de temperatuur niet goed kan voelen. Raadpleeg een arts bij ernstig koudeletsel. Zorg dat je weer volledig bent hersteld als je weer opnieuw aan een schaatstocht deelneemt. Plaatsen waar eerder koudeletsel is geweest, hebben een hogere kans op hernieuwde schade. Pagina 6 
Download