Zelfstandig werken en zelfstandig werken Mirjam Stefels Een steeds terugkerend gesprek met montessori-pabo studenten en montessori nascholings cursisten is het verschil tussen ‘zelfstandig worden’ als begrip in de montessori pedagogiek en ’zelfstandig werken’ als term die veel montessorischolen hanteren. Twee begrippen die in eerste instantie veel op elkaar lijken, maar toch, naar mijn idee, een wezenlijk verschil in zich dragen. Vanuit de montessori pedagogiek werken we gedurende de schoolloopbaan van kinderen aan het vergroten van hun zelfstandigheid. Het vergroten van de zelfstandigheid draagt bij aan de identiteitsontwikkeling en het onafhankelijk kunnen opereren en is wenselijk voor de verdere groei naar volwassenheid. Die invalshoek voor onderwijs kwam honderd jaar geleden op bij onderwijsvernieuwers en is tegenwoordig pure noodzaak om je als deel van de complexe samenleving staande te kunnen houden. De groei naar zelfstandigheid bevorderen we in het montessori-onderwijs op verschillende manieren. Het leren kiezen van een activiteit die je als kind vervolgens samen of alleen kunt uitvoeren is er een voorbeeld van. De mogelijkheid om de keuze te kunnen uitvoeren in de vrije werkperiode hangt daar nauw mee samen. Geen ruimte krijgen om je werkkeuze ten uitvoer te brengen is een beperking van de groei naar autonomie. Die ruimte krijgen kan alleen als de vrije werkperiode ook werkelijk de gelegenheid geeft aan kinderen om gedurende een tijd echt bezig te kunnen zijn met een activiteit. De begeleiding die nodig is om zelf een activiteit gaande te houden kan alleen als de leraar met een zekere regelmaat langskomt om te signaleren waar assistentie wenselijk dan wel noodzakelijk is - met andere woorden: de ontwikkeling van het kind te volgen. Het uitstellen van (direct noodzakelijke) aandacht en het leren formuleren van gerichte hulpvragen door een kind zijn leerpunten die bij het proces horen. De groei naar zelfstandigheid beperkt zich niet tot het schoolse werk op een montessorischool. Het zelfstandig aan- en uitkleden is eveneens een onderdeel van het zelfstandig worden. Dit ligt naar mijn idee in dezelfde lijn als een ouder kind de mogelijkheid te geven om een verkeersbureau of een andere school te bellen voor informatie. Binnen het montessori-onderwijs willen we dit ook samen laten gaan met de ervaring van het samen werken met jongere en oudere kinderen in de school. Zo worden de kinderen gestimuleerd om een tentoonstelling, een klassenfeestje of een schoolreisje te organiseren, waarbij zij verantwoording leren dragen. Zonder gevoel voor verantwoordelijkheid zal de groei naar zelfstandigheid een weinig consistent geheel vormen. Zo is het belang van een mening leren vormen voor een ouder kind minstens zo essentieel voor het zelfstandig worden als het zelf onderhouden van een plantje voor het jongere kind. Zelfstandig werken in twee betekenissen Om kinderen verantwoordelijkheid te geven laten we ze op montessorischolen veel zelf werken. Daarvoor gebruiken we vaak de term ‘zelfstandig werken’. Die term gebruiken we echter voor verschillende soorten werk. We spreken van oudsher in montessorischolen over ‘we gaan werken’. Op basisscholen komen kinderen ’s ochtends binnen, pakken een werkje en gaan aan het werk. Op scholen voor voortgezet montessori-onderwijs zijn er aparte uren ingeroosterd (keuzewerktijd) en is er vaak binnen de lesuren tijd om zelf te werken. Daarbij weten leerlingen welk werk ze moeten doen. Naarmate ze ouder worden hanteren ze daarvoor ook planningsinstrumenten waarmee ze zelf hun werk kunnen indelen. Op scholen voor voortgezet montessori-onderwijs gaat dat soms wel tot periodes van negen weken. Deze manier van zelfstandig werken geeft binnen een kader ruimte aan kinderen. Zij kunnen daarbinnen kiezen voor alleen werken of samen. Er is een tweede betekenis voor zelfstandig werken, die verbonden is aan een andere werkwijze dan we traditioneel kennen in montessorischolen. Het zelfstandig werken hangt dan aan directe instructie. Die kenmerkt zich door een instructie aan een grote groep, waarna vervolgens de kinderen de gelegenheid krijgen om bijvoorbeeld een rekenopgave te oefenen. Deze werkwijze wordt ook wel ‘geleid zelfstandig werken’ genoemd en is een middel om de kinderen iets van autonomie te laten ervaren terwijl de leraar toch de regie voert over de les. Opvallend genoeg noemden leerlingen van een montessorischool voor voortgezet onderwijs dit ook niet zelfstandig werken; voor hen hoort deze werkwijze tot de klassikale les. De twee betekenissen van zelfstandig werken laten vooral zien waar individuele leraren en scholen keuzes maken in hun aanpak. Ik wil benadrukken dat het er om gaat dat studenten en leraren zich bewust zijn van hun eigen houding. Voor een montessorischool is de begeleiding van kinderen naar zelfstandig worden het uitgangspunt. Voor de weg daarheen maken leraren en scholen verschillende keuzes. Als de organisatievorm binnen de montessorischool meer neigt naar het veelvuldig geven van directe instructies en de daarmee samenhangende momenten van (geleid) zelfstandig werken, dan is het ook goed je bewust te zijn van deze gemaakte keuze en je af te vragen hoe dit past binnen de begeleiding naar zelfstandigheid. Tenslotte wil je als leraar toch steeds weer je eigen gedrag kunnen verantwoorden en kunnen leggen naast het gedrag dat de school als organisatie van je verwacht.