Inhoudsopgave

advertisement
Inhoudsopgave
Voorwoord ................................................................................................ 9
Nieuwsbrief ............................................................................................ 10
Introductie Visual Steps™ ................................................................ 10
Wat heeft u nodig? .............................................................................. 11
Hoe werkt u met dit boek? ............................................................... 12
Uw voorkennis ....................................................................................... 13
Website ..................................................................................................... 13
Voor docenten ........................................................................................ 13
De schermafbeeldingen....................................................................... 14
1. Flight Simulator X installeren
15
1.1 Systeemvereisten voor Flight Simulator X ...........................16
1.2 Installeren ............................................................................17
1.3 Het programma openen en een proefvlucht maken .............23
1.4 Afsluiten van Flight Simulator X ...........................................28
1.5 Achtergrondinformatie ................................................................29
1.6 Tips ............................................................................................31
2. Vliegles in de Ultralight
33
2.1 Theorie vooraf ......................................................................34
2.2 Het vliegtuig kiezen .............................................................36
2.3 Het vliegveld instellen ..........................................................38
2.4 Het weer, de datum en tijd instellen .....................................39
2.5 De vlucht starten en de cockpit bekijken ..............................40
2.6 Tussentijds opslaan van de situatie .....................................49
2.7 Gas geven en opstijgen .......................................................50
2.8 Stabiliseren als de vlieghoogte is bereikt .............................54
2.9 Bochten maken ....................................................................56
2.10 Landkaarten .......................................................................59
2.11 Landing op baan 5L van vliegveld Lelystad .......................69
2.12 Achtergrondinformatie ..............................................................75
2.13 Tips ..........................................................................................77
3. De lucht in met de Cessna Skyhawk
81
3.1 Vliegtuig, plaats en tijd selecteren ........................................82
3.2 De vlucht starten en de cockpit instellen ..............................84
3.3 Hoofdinstrumenten ...............................................................85
3.4 De preflight check ................................................................88
3.5 ADF-, COMM- en NAV-radio’s .............................................90
3.6 Instellen van de radionavigatiefrequenties ...........................91
3.7 Contact met de luchtverkeersleiding ....................................93
3.8 Taxiën ..................................................................................95
3.9 Aanloop, opstijgen en wegvliegen ......................................105
3.10 Afvlakken en trimmen.......................................................108
3.11 Positie bepalen met het GPS ...........................................110
3.12 Radionavigatie met het ongerichte baken LLS 326 kHz
(Lelystad) .........................................................................112
3.13 Radionavigatie naar het VOR-baken SPL 108.4 MHz
(Schiphol) ........................................................................113
3.14 Achtergrondinformatie ............................................................117
3.15 Tips ........................................................................................119
4. Vliegen boven Amsterdam
121
4.1 Uw instrumenten scannen ..................................................122
4.2 Positie vaststellen ..............................................................123
4.3 Automatische piloot: overzicht ...........................................124
4.4 Automatische piloot: instellen van de vlieghoogte ..............126
4.5 Automatische piloot: instellen van de koers .......................127
4.6 Automatische piloot: koers instellen met de functie HDG...129
4.7 Automatische piloot: koers instellen met de functie NAV ...133
4.8 Over het IJmeer naar het centrum van Amsterdam ...........137
4.9 Sightseeing boven Amsterdam ..........................................142
4.10 Filmpje maken ..................................................................144
4.11 Naar het baken Pampus ..................................................147
4.12 Achtergrondinformatie ............................................................153
4.13 Tips ........................................................................................155
5. Nadering van en landing op baan 27 van Schiphol
157
5.1 De weersomstandigheden veranderen ..............................158
5.2 Contact met de naderingsluchtverkeersleiding Schiphol ....162
5.3 Voorbereiding nadering op baan 27, Schiphol ...................166
5.4 ILS-eindnadering op baan 27, Schiphol .............................175
5.5 Landing ..............................................................................179
5.6 Afhandeling door grondverkeersleiding ..............................183
5.7 Afsluiten van het vliegtuig ..................................................185
5.8 Het logboek bekijken ..........................................................187
5.9 Achtergrondinformatie ..............................................................190
5.10 Tips ........................................................................................192
Bijlagen
A. Hoe doe ik dat ook alweer? ......................................... 197
B. Sneltoetsen .................................................................. 199
C. Vliegvelden in Nederland ............................................ 203
D. Radionavigatiekaart NL .............................................. 204
E. Index ........................................................................... 205
12
Hoe werkt u met dit boek?
Dit boek is geschreven volgens de Visual Steps™-methode. De werkwijze is
eenvoudig: u legt het boek naast uw computer en voert alle opdrachten stap voor
stap direct op uw computer uit. Door de duidelijke instructies en de vele
schermafbeeldingen weet u precies wat u moet doen. Door de opdrachten direct uit
te voeren, leert u het snelste werken met de computer.
In dit Visual Steps™-boek ziet u verschillende tekens. Die betekenen het volgende:
Handelingen
Dit zijn de tekens die een handeling aangeven:
De muis geeft aan dat u iets met de muis moet doen.
Het toetsenbord betekent dat u iets moet typen op het toetsenbord.
De hand geeft aan dat u hier iets anders moet doen, bijvoorbeeld een
cd-rom in de computer stoppen. Ook wordt de hand gebruikt bij een
handeling die u al eerder heeft geleerd.
Naast deze handelingen wordt op sommige momenten extra hulp gegeven om met
succes dit boek door te werken.
Hulp
Extra hulp vindt u bij deze tekens:
De pijl waarschuwt u voor iets.
Bij de pleister vindt u hulp mocht er iets fout zijn gegaan.
1
Weet u niet meer hoe u een handeling uitvoert? Dan kunt u dit met behulp
van de cijfers achter deze voetstapjes opzoeken achter in het boek in de
bijlage Hoe doe ik dat ook alweer?
In aparte kaders vindt u algemene informatie en tips over computers en Windows.
Extra informatie
De kaders zijn aangeduid met de volgende tekens:
Bij het boek vindt u extra achtergrondinformatie die u op uw gemak kunt
doorlezen. Deze extra informatie is echter niet noodzakelijk om het boek
door te kunnen werken.
Bij een lamp vindt u een extra tip voor het gebruik van Windows.
33
2. Vliegles in de Ultralight
Iedere piloot in spé leert de beginselen van het vliegen in een eenvoudig kistje. En
altijd in het gezelschap van een instructeur. U gaat van meet af aan met dit
programma alleen de lucht in. Om brokken en teleurstelling te voorkomen, doet u dit
in het eenvoudigste vliegmachientje waarover Flight Simulator beschikt: de Buggy
Ultralight. Dit vliegapparaat, want meer is het eigenlijk niet, bestaat uit een fiberglas
buizenframe opgehangen onder een grote linnen deltavleugel. Het geheel wordt
aangedreven door een 53 PK motortje dat gekoppeld is aan een duwschroef. De
bediening geschiedt door met de vleugel te wiebelen.
Door zijn bijzondere constructie is de Buggy Ultralight een vliegtuigje met bijzonder
prettige vliegeigenschappen, waaronder de onmogelijkheid om te overtrekken.
Hierdoor is het ook een veilig toestel voor beginners, ook al lijkt het allemaal wat
fragiel. De Buggy Ultralight is zeer compleet uitgerust met onder andere een GPSsysteem zodat u nooit kunt verdwalen. Kortom een ideaal vliegtuigje om de
beginselen van het besturen en vliegen met
een vliegtuig onder de knie te krijgen. Zet uw
helm op en stap in.
U start op vliegveld Hilversum (EHHV) en
vliegt naar vliegveld Lelystad (EHLE). Tijdens
uw vlucht leert u omgaan met de instrumenten
en worden de beginselen van het vliegen
behandeld: starten, vlakke vlucht, bochten
maken, navigeren, aanvliegen en landen.
In dit hoofdstuk leert u:
y
y
y
y
y
y
y
y
y
de beginselen van het gemotoriseerd vliegen;
een vliegtuig en het vliegveld van vertrek selecteren;
over de instrumenten van de Buggy Ultralight;
een Ultralight-vliegtuig besturen met het toetsenbord;
werken met de ‘platte’ cockpit en de 3D-cockpit;
openen, sluiten en verplaatsen van (hulp)vensters;
het aflezen van de hoofdinstrumenten;
wegwijs worden met het GPS-instrument;
opstijgen, vliegen en veilig landen met het Ultralight-vliegtuig.
34
Vliegen boven Nederland met Flight Simulator X voor senioren
2.1 Theorie vooraf
In dit hoofdstuk gaat u de lucht in. Daarvoor is het van belang te weten welke
krachten er op een vliegtuig inwerken en waarom een vliegtuig in de lucht blijft.
Hierover leert u in deze paragraaf meer.
Op elk vliegend voorwerp werken in principe vier krachten:
1. Voorwaartse kracht.
2. Luchtwrijving.
Opwaartse kracht
3. Opwaartse kracht
(aangeduid met ‘lift’).
4. Zwaartekracht.
Voorwaartse
kracht
Luchtwrijving
Zwaartekracht
Voorwaartse kracht werkt in tegengestelde richting als luchtwrijving, en opwaartse
kracht werkt in tegengestelde richting als zwaartekracht. Als deze vier krachten
precies met elkaar in evenwicht zijn, hangt het vliegtuig stil in de lucht. Een helikopter
is in staat om deze toestand te bereiken.
Meestal heeft één van de vier krachten de overhand. Het vliegtuig beweegt dan in de
richting waarin die kracht wordt uitgeoefend en met een snelheid evenredig met de
sterkte van die kracht.
Een piloot moet de vier krachten in bedwang houden. Hij moet dus zorgen dat er
voorwaartse kracht is om de luchtwrijving te overwinnen, en hij moet voor opwaartse
kracht zorgen om niet door de zwaartekracht naar de grond te worden getrokken.
Voorwaartse kracht ontleent hij aan de motor, opwaartse kracht wordt verzorgd door
de vleugels. Bij een helikopter zorgt de ronddraaiende rotor tegelijk voor voortstuwing
én opwaartse kracht. Helikopters worden in luchtvaartjargon rotary wing aircraft
genoemd (vliegtuigen met ronddraaiende vleugels), want dat zijn het in feite.
Een piloot kan bij het beheersen van de vier krachten niet blindelings vertrouwen op
zijn ogen, oren en evenwichtsorgaan. Hij heeft instrumenten nodig. In elk vliegtuig
vindt u daarom hoofdinstrumenten en hulpinstrumenten.
Met de hoofdinstrumenten stelt de piloot vast welke bewegingen zijn vliegtuig in het
luchtruim maakt. Er zijn zes hoofdinstrumenten. De drie allerbelangrijkste zijn de
luchtsnelheidsmeter, de hoogtemeter en het gyrokompas. De overige drie hoofdinstrumenten zijn de kunstmatige horizon, bochtencoördinator en de stijg-daalmeter.
35
Hoofdstuk 2 Vliegles in de Ultralight
Een vleugel kan alleen opwaartse kracht opwekken indien lucht over de vleugel
stroomt. De hoeveelheid opwaartse kracht is evenredig met de derde macht van de
luchtsnelheid over de vleugel. Een luchtsnelheid over de vleugel van de Buggy van
45 mijl per uur levert voldoende opwaartse kracht om los van de grond te komen.
Daarna gaat het rap omhoog. Maar het omgekeerde kan ook, namelijk dat met een
klein beetje minder luchtsnelheid er snel te weinig opwaartse kracht is. In dat geval
daalt het vliegtuig heel erg snel, wat niet altijd de bedoeling is. Daarom is de
luchtsnelheid uiterst belangrijk.
Lucht moet heel regelmatig over de vleugel stromen. Indien de luchtstroom instabiel
wordt, kan de opwaartse kracht ineens wegvallen. Deze situatie heet ‘overtrekken’ (in
het Engels: stall). Een vliegtuig dat overtrekt, heeft grote kans om neer te storten.
Overtrekken ligt op de loer bij lage snelheden, bijvoorbeeld bij de landing. Een piloot
is hierom verplicht om onder alle omstandigheden de luchtsnelheidsmeter scherp in
de gaten te houden. Net als in het echt klinkt in elk vliegtuig van Flight Simulator
(behalve in de Ultralight) een waarschuwingssignaal als het vliegtuig in een
overtreksituatie terecht dreigt te komen.
De Buggy Ultralight van de fabrikant Air Creation behoort tot de allereenvoudigste,
gemotoriseerde vliegtoestellen die de mensheid ooit heeft ontworpen. Het
instrumentenpaneel is minimaal en omvat de belangrijkste hoofdinstrumenten: de
luchtsnelheidsmeter, hoogtemeter en het gyrokompas. Aanvullende instrumenten zijn
een toerenteller voor de propeller en een magnetisch kompas. De piloot beschikt ook
over een mobiel GPS-apparaat voor de navigatie. Dit is de uitrusting waarmee u in dit
hoofdstuk de lucht in gaat. Neem diep adem en stap in de Buggy Ultralight!
Daarvoor opent u eerst het programma:
Open Flight Simulator X
1
36
Vliegen boven Nederland met Flight Simulator X voor senioren
2.2 Het vliegtuig kiezen
U gaat in deze paragraaf een aantal instellingen maken. U kiest het vliegtuig, de
plaats, tijd en weersomstandigheden. Al deze zaken regelt u via het venster Free
flight:
U selecteert het vliegtuig:
Klik bij
op
(wijzigen)
Het venster Select aircraft wordt geopend. U kunt het gewenste vliegtuig selecteren
op
(fabrikant),
(uitgever) en
(type vliegtuig):
U selecteert de fabrikant van
het vliegtuig:
Klik bij
op
Klik op
Hoofdstuk 2 Vliegles in de Ultralight
Alle beschikbare modellen
van het vliegtuig worden
getoond:
U kunt van de getoonde
modellen ook de andere
variaties zichtbaar maken:
Klik op het vakje
bij
In dit voorbeeld wordt
gekozen voor het gele
vliegtuig:
Klik op
Klik op
U ziet weer het venster Free flight. Het vliegtuig is gekozen en deze ziet u onder in
het venster.
37
38
Vliegen boven Nederland met Flight Simulator X voor senioren
2.3 Het vliegveld instellen
De volgende stap is het selecteren van de huidige locatie. In dit voorbeeld het
vliegveld van Hilversum, waar vandaan u gaat starten.
U ziet dat u zich nog in Friday
Harbor bevindt. Dit gaat u
wijzigen:
Klik bij
op
U kiest eerst het land:
Selecteer bij
(land/regio) de optie
U ziet een overzicht met
daarin alle vliegvelden in
Nederland:
Sleep het schuifblok
omlaag
Klik op
U heeft nu eerst het land gekozen en daarna direct het vliegveld. Nederland heeft
niet zoveel vliegvelden. In andere landen, zoals de Verenigde Staten, is dat anders.
Daarom kunt u ook nog verder filteren op
(per staat/provincie)
of
(per stad).
Download