LOONHEFFINGEN Artiestenregeling nader bekeken Aandachtspunten bij inhuren artiest Een onderneming heeft een 50-jarig jubileum te vieren en organiseert een groot feest voor de medewerkers. De onderneming heeft een diskjockey aangetrokken voor de feestavond en er treedt een live band op. Er zijn overeenkomsten opgesteld waarin onder meer de vergoeding van de diskjockey en de band zijn geregeld. Het zou maar zo kunnen dat de diskjockey en de band als artiesten moeten worden aangemerkt en de betaalde vergoedingen als gage in de salarisadministratie moeten worden opgenomen waarover het bedrijf loonheffingen moet afdragen. De salarisadministrateur krijgt dan te maken met zaken als belastbare gage, een kostenvergoedingsbeschikking, de kleine vergoedingsregeling en de inhoudingsplichtigenverklaring. Henk Amorison, Hillbrook Expatriate Tax Solutions Heidi Bröker Deloitte Belastingadviseurs B.V. Global Employer Services De Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet op de loonbelasting) bepaalt dat loonbelasting onder meer wordt geheven van werknemers of hun inhoudingsplichtigen, van artiesten, van beroepssporters en van buitenlandse gezelschappen. Deze terminologie kan tot een spraakverwarring leiden, aangezien iemand die een optreden verzorgt in het algemene spraakgebruik veelal een artiest wordt genoemd. In fiscale zin kan deze artiest echter werknemer of artiest zijn. In dit artikel duiden wij daarom degene die een optreden verzorgt in algemene zin aan als performer. Waar wij spreken van artiest in deze bijdrage bedoelen wij de artiest in de zin van de Wet op de loonbelasting. Wat voor soort overeenkomst? Eerst zal bepaald moeten worden of de performers werknemer of artiest zijn of geen van beide. Performers zullen voor hun optreden doorgaans een overeenkomst aangaan, waarin de plaats, de datum en het tijdstip van het optreden zijn vastgelegd evenals de te betalen gage. Hoe wordt zo’n overeenkomst dan gekwalificeerd? In privaatrechtelijke zin zijn er twee mogelijkheden: de overeenkomst is een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht. Om van een arbeidsovereenkomst te kunnen spreken, moeten drie elementen aanwezig zijn: ã de verplichting om persoonlijk arbeid te verrichten, ã de verplichting om een vergoeding te betalen en ã een gezagsverhouding. Zo kan een presentator in dienst zijn van een (radio-) omroep, een musicus in dienst van het Concertgebouw- 8 orkest en een balletdanser in dienst van het Nationaal Ballet. De presentator, de musicus en de balletdanser zijn dan werknemer, waarvoor de ‘gewone’ regels van de loonbelasting gelden. Bij performers die eenmalig voor een opdrachtgever werken, ontbreekt echter vaak de gezagsverhouding. Zij gaan veelal een overeenkomst van opdracht aan. Kenmerk van de overeenkomst van opdracht is dat de opdrachtnemer zich verbindt jegens de opdrachtgever tot een bepaald resultaat. De opdrachtgever kan wel aanwijzingen geven voor de uitvoering van de opdracht, maar dat is nog geen gezagsverhouding zoals bij de arbeidsovereenkomst. Als een performer een overeenkomst van opdracht aangaat, dan zijn er voor de loonbelasting twee mogelijkheden: de overeenkomst is aangegaan voor korte duur, dat wil zeggen: voor maximaal drie maanden, of voor een langere periode. Is de overeenkomst aangegaan voor korte duur, dan wordt de performer aangemerkt als artiest. Zo niet, dan wordt de performer niet aangemerkt als artiest. Opting-in Performers die worden aangemerkt als artiest, kunnen er toch voor kiezen (samen met de inhoudingsplichtige) om als ‘gewone’ werknemer behandeld te worden. Dat heeft onder meer tot gevolg dat: ã de (witte) loonbelastingtabellen worden toegepast; ã onder andere gerichte vrijstellingen onder de toepassing van de werkkostenregeling dan wel vrije vergoedingen en verstrekkingen mogelijk zijn; en dat ã de inhoudingsplichtige de bijdrage voor de Zorgverzekeringswet vergoedt. LOONHEFFINGEN Aan de andere kant kan de artiest geen beroepskosten meer aftrekken en zal bij eenmalige optredens de dagtabel worden toegepast, wat ongunstiger kan zijn dan toepassing van het tarief voor de artiestenregeling. Dus: Arbeidsovereenkomst performer is werknemer en de ‘gewone’ regels van de loonbelasting zijn van toepassing. Overeenkomst van opdracht voor korte duur performer is artiest en de artiestenregeling is van toepassing. Overeenkomst van opdracht voor langere duur performer is werknemer noch artiest, tenzij op grond van de feiten en omstandigheden sprake is van een echte of fictieve dienstbetrekking. Acteur als artiest Het begrip artiest is zelfs ruimer dan wellicht wordt gedacht. Zo heeft de staatssecretaris uitdrukkelijk bepaald dat een acteur die wordt ingehuurd om mee te spelen in een rollenspel in het kader van een training of opleiding, eveneens als artiest wordt aangemerkt. Dat het publiek uitsluitend bestaat uit de aanwezige cursisten, doet daaraan niet af. Ook als voor een interne training een acteur wordt ingehuurd om een rol te spelen in een praktijksimulatie, wordt de acteur als artiest aangemerkt. Performers die geen artiest zijn Bij een overeenkomst van opdracht die langer duurt dan drie maanden is dus geen sprake van een artiest. Op de volgende performers is de artiestenregeling eveneens niet van toepassing. ã Een performer die inwoner is van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de BES-eilanden of een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten, wordt niet als artiest aangemerkt. ã De performer die een Verklaring Arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-wuo) of een VAR voor rekening en risico van een vennootschap waarin de directeur-grootaandeelhouder (dga) een aanmerkelijk belang heeft overlegd (VAR-dga), wordt evenmin als artiest aangemerkt als de VAR is afgegeven voor de werkzaamheden die de artiest voor de opdrachtgever verricht, de werkzaamheden worden verricht binnen de geldigheidsduur van de VAR én de opdrachtgever een kopie van een geldig identiteitsbewijs (geen rijbewijs) van de artiest in zijn administratie bewaart. ã Indien het optreden rechtstreeks met een natuurlijk persoon is overeengekomen voor diens persoonlijke aangelegenheden, bijvoorbeeld het inhuren van een band voor de eigen bruiloft, is ook geen sprake van een artiest. ã Amateurgezelschappen die een inhoudingsplichtigenverklaring (zie hierna) hebben, hoeven geen aangifte loonheffingen te doen als de leden van het gezelschap als vrijwilliger kunnen worden aangemerkt Een presentator in dienst van omroep is werknemer en de leden van het gezelschap per jaar geen hoger bedrag ontvangen dan 150 euro per maand en 1.500 euro per jaar. Buitenlandse gezelschappen De artiestenregeling is ook van toepassing op leden van een buitenlands gezelschap. Dit zijn gezelschappen die Voorbeeld 1. Overeenkomst van opdracht De band en de diskjockey die op het 50-jarig jubileum hebben opgetreden, zullen niet snel in dienstbetrekking staan. Het ligt voor de hand dat zij een overeenkomst van opdracht zijn aangegaan met de onderneming. De overeenkomst is bovendien van korte duur, namelijk voor één avond. De leden van de band en de diskjockey worden dan volgens de hoofdregel aangemerkt als artiest. 9 LOONHEFFINGEN voor meer dan 70 procent bestaan uit personen die niet in Nederland wonen. Hierop bestaat wel een uitzondering, namelijk als het gezelschap voor meer dan 70 procent bestaat uit inwoners van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de BES-eilanden of een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten. Loonheffingen over gehele gage bij toepassing van de artiestenregeling Inhoudingsplicht De opdrachtgever is inhoudingsplichtig over de vergoeding (gage) die aan de artiest wordt betaald. Er zijn echter twee situaties waarin de opdrachtgever niet inhoudingsplichtig is. Ontvangt de artiest zijn gage niet van de opdrachtgever maar van een derde, dan is deze derde inhoudingsplichtig. Dit is bijvoorbeeld het geval als de artiest via een boekingsbureau wordt ingehuurd. De opdrachtgever is ook niet inhoudingsplichtig als een ander is aangewezen als inhoudingsplichtige door middel van een ‘inhoudingsplichtigenverklaring’, een verklaring die door de Belastingdienst wordt afgegeven aan een tussenpersoon die als onderneming uitoefent het verrichten van administratieve werkzaamheden voor derden. Ook de leider van een gezelschap van artiesten kan een inhoudingsplichtigenverklaring aanvragen. De houder van een inhoudingsplichtigenverklaring bewaart de verklaring bij zijn eigen loonadministratie en verstrekt een kopie daarvan aan de opdrachtgever. De opdrachtgever Voorbeeld 2. (Niet) inhoudingsplichtig Een onderneming heeft voor een bedrijfsfeest een plaatselijke popband aangetrokken om de avond muzikaal te omlijsten. Hoogtepunt van de avond is het optreden van een landelijk bekende discjockey. Als uitsmijter treedt een Braziliaanse sambaband op, bestaande uit inwoners van Brazilië. De discjockey is via een boekingsbureau gecontracteerd. Het boekingsbureau stuurt met het contract een kopie van de inhoudingsplichtigenverklaring mee. De onderneming bewaart een kopie daarvan bij zijn loonadministratie. De gage voor de discjockey wordt betaald aan het boekingsbureau en de gage van de popband en de sambaband wordt betaald aan de leiders van de band. De onderneming is inhoudingsplichtig voor de gage van de popband, maar niet voor de gage van de discjockey. De leden van de sambaband vormen geen buitenlands gezelschap aangezien zij inwoner zijn van een verdragsland, dus zij vallen niet onder de artiestenregeling. Aannemend dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst, is de onderneming niet inhoudingsplichtig voor de gage van de sambaband. 10 moet de kopie bij zijn loonadministratie bewaren. De inhoudingsplichtigenverklaring is vijf jaar geldig. Maatstaf van heffing Over welk bedrag moet nu loonbelasting worden berekend? Ofwel: wat is de maatstaf van heffing? Anders dan bij de reguliere regels van de loonbelasting, kent de artiestenregeling geen algemeen forfait, gerichte vrijstellingen, nihilwaarderingen en slechts een beperkt aantal vrije vergoedingen en verstrekkingen. Bij toepassing van de artiestenregeling worden loonheffingen geheven over de gehele gage. De gage is al hetgeen de artiest ontvangt, inclusief kostenvergoedingen en aanspraken op uitkeringen of verstrekkingen. Er zijn ook vergoedingen die niet tot de gage horen, zoals: ã vergoeding en verstrekking van consumpties tijdens de werktijd die geen deel uitmaken van de maaltijd, behoren tot een bedrag van 0,55 euro per gewerkte dag niet tot de gage; ã vergoeding en verstrekking van maaltijden met een meer dan bijkomstig karakter; ã vergoeding van reis- en verblijfkosten (andere kosten dan kosten van eigen vervoer) ter behoorlijke vervulling van het optreden horen niet tot de gage mits de artiest bewijsstukken overhandigt aan de inhoudingsplichtige en die de bewijsstukken beschikbaar houdt voor controle; ã kosten die op grond van een kostenvergoedingsbeschikking niet tot de gage horen. Gageverklaring Artiesten die onder de artiestenregeling vallen, moeten een gageverklaring invullen. De gageverklaring wordt uitgereikt door de inhoudingsplichtige zodra hij ten aanzien van die artiest inhoudingsplichtig wordt, op verzoek van de artiest of als zich wijzigingen hebben voorgedaan in de gegevens die op de vorige gageverklaring stonden. Behalve naam, adres, woonplaats, geboortedatum en BSN staat op de gageverklaring ook de vraag of de inhoudingsplichtige rekening moet houden met een kostenvergoedingsbeschikking of de kleinevergoedingsregeling. Als een gezelschap als artiest optreedt, zoals een band, dan vult de leider van het gezelschap de gageverklaring in en vermeldt hij hoe de gage wordt verdeeld over de leden van het gezelschap. De Belastingdienst heeft een model gageverklaring opgesteld, maar de inhoudingsplichtige mag ook een zelf opgestelde verklaring gebruiken, als die maar de noodzakelijke gegevens bevat. Kostenvergoedingsbeschikking Voor artiesten zijn de mogelijkheden voor een onbelaste vergoeding voor gemaakte kosten beperkt. Om daaraan tegemoet te komen, kan de artiest een kostenvergoedingsbeschikking aanvragen. In zijn aanvraag geeft de artiest per optreden aan dat hij tot een bepaald bedrag LOONHEFFINGEN aan kosten verwacht te maken. De Belastingdienst stelt op basis van de begroting die de artiest heeft opgesteld bij beschikking vast welk bedrag als kostenvergoeding mag worden aangemerkt. Als de inhoudingsplichtige een kopie van de kostenvergoedingsbeschikking in zijn administratie bewaart, mag deze het bedrag dat op de kostenvergoedingsbeschikking is vermeld, van de brutogage aftrekken en hoeft daarover dus geen loonheffingen te berekenen. Kleinevergoedingsregeling Als een artiest niet beschikt over een kostenvergoedingsbeschikking, dan mag per optreden een bedrag van 163 euro als kostenvergoeding worden aangemerkt. De artiest kan op de gageverklaring verzoeken om de belastbare gage met het bedrag van 163 euro te verlagen of om helemaal geen rekening te houden met de kleinevergoedingsregeling. Dit wil overigens niet zeggen dat de artiest in zijn aangifte inkomstenbelasting per optreden een vast bedrag van 163 euro als kosten mag aftrekken. De ontvangen kostenvergoedingen moeten als inkomsten worden opgegeven, waarna de werkelijk gemaakte kosten mogen worden afgetrokken. Als de werkelijke kosten lager zijn dan de onbelast ontvangen vergoedingen op grond van de kleinevergoedingsregeling, betaalt de artiest alsnog belasting over het verschil. De inhoudingsplichtige mag de kleinevergoedingsregeling niet op eigen initiatief toepassen. dat de artiestenregeling van toepassing kan zijn. Wordt een VAR-wuo, een VAR-dga of een inhoudingsplichtigenverklaring overgelegd dan is de werkgever niet inhoudingsplichtig, maar in andere gevallen wel! Zij dienen Weinig mogelijkheden om kosten onbelast te vergoeden dan te zorgen voor een ingevulde gageverklaring en identificatie van de artiesten en moeten de artiesten opnemen in de salarisadministratie. Afgezien van de kostenvergoedingsbeschikking is er maar een beperkte mogelijkheid om kosten onbelast te vergoeden. Dit wordt nog wel eens over het hoofd gezien en kan achteraf leiden tot nare verrassingen. Tarief Het tarief voor artiesten die in Nederland wonen, is gelijk aan het gecombineerde heffingspercentage van de eerste twee schijven. Voor 2011 is dat 33,0 procent. Voor artiesten die buiten Nederland wonen en voor buitenlandse gezelschappen geldt een vast tarief van 20 procent. Verstrekt een artiest zijn naam, adres en woonplaats niet of voldoet hij niet aan zijn verplichting om zich te identificeren, dan is sprake van een anonieme artiest en is het anoniementarief van 52 procent van toepassing. Werknemersverzekeringen Artiesten worden voor de verschillende sociale verzekeringswetten expliciet als werknemer aangemerkt. Zij zijn verzekerd voor de WW, ZW en Wet WIA. Artiesten die verzekerd zijn voor de volksverzekeringen, waaronder de AWBZ, zijn ook verzekerd voor de Zorgverzekeringswet. De inhoudingsplichtige hoeft echter de inkomensafhankelijke bijdrage niet te vergoeden. Artiesten betalen de inkomensafhankelijke bijdrage op aanslag, waarvoor het lage percentage van 5,65 procent geldt. Conclusie Wanneer werkgevers iemand inhuren die eenmalig een artistieke prestatie levert, moeten zij erop bedacht zijn Voorbeeld 3. Vergoedingen Voor een verkooptraining huurt de werkgever drie acteurs in, die in diverse rollenspelen de verkopers de gelegenheid bieden om zich te bekwamen in het omgaan met verschillende soorten klanten. De werkgever betaalt elk van de acteurs 300 euro, bestaande uit een vergoeding voor het meewerken aan de training van 250 euro en 50 euro reiskosten. Twee acteurs komen met eigen vervoer, de derde reist per openbaar vervoer. Zijn reiskosten bedragen exact 50 euro. Geen van de acteurs overlegt een kostenvergoedingsbeschikking. De werkgever is inhoudingsplichtig voor de vergoedingen die aan de acteurs worden betaald. Voor de twee acteurs die met eigen vervoer hebben gereisd, moet de werkgever 300 euro als gage in de salarisadministratie verwerken. Voor de derde acteur hoeft het bedrag aan reiskosten van 50 euro niet als gage te worden aangemerkt. 11