Vaar je rijk! Scheepvaart in de Gouden Eeuw

advertisement
Vaar je rijk!
Scheepvaart in de Gouden Eeuw





Klassikale les
Lesduur: 25-30 minuten
18 dia’s totaal
Belangrijke dia’s zijn onderstreept (dianummers 11, 12, 13, 14 en 16)
10 genummerde groepjes maken
Deze les is bedoeld als voorbereiding op het Vaar je rijk!-programma van Museum
Boerhaave. De schuingedrukte tekst is ter verduidelijking van het doel van de dia
of de dia zelf. Het is aan de docent om te beoordelen wat er wel of niet
behandeld wordt in de voorbereidende les. Het is wel aan te raden ongeveer25
tot 30 minuten te besteden aan deze voorbereidende les. Zo weten de leerlingen
vooraf een idee hebben over het museum en het programma wat ze daarin
doorlopen. Dit zorgt ervoor dat de leerlingen beter onthouden waar ze mee bezig
geweest zijn.
Bovenin de dia (rechtsbovenaan, in het blauwe vlak) staat het dianummer. De
introductiedia’s (2, 3, 4 en 5) zijn belangrijk, zodat leerlingen iets weten over het
museum en de structuur van het bezoek en zich daarop kunnen instellen.
Hierdoor kunnen ze zich tijdens het bezoek beter richten op de leertaak en is de
kans veel groter dat ze de kennis ook opnemen. Inhoudelijk be langrijk voor het
programma zijn de dia’s die gaan over de navigatie (dia’s, 11, 12, 13 en 14) en de
dia over bladherkenning (16). Deze dia’s hebben een onderstreepte titel.
Hieronder een overzicht van de dia’s en begeleidende tekst.
De leerlingen moeten worden ingedeeld in 10 genummerde groepjes van 2 tot 3
leerlingen. Voor het programma zijn 3 begeleiders vanuit school ideaal.
Dia 1. Vaar je rijk! Scheepvaart in de Gouden Eeuw
Vaar je rijk!
Introductiedia.
1
Dia 2. Museum Boerhaave
Het gebouw waar Museum Boerhaave in zit, is uit 1414.
Het heeft onder andere dienst gedaan als gekkenhuis,
academisch ziekenhuis van de Universiteit Leiden en
heeft nog vele andere rollen vervuld. Foto’s: boven de
ingang van Museum Boerhaave, onder Museum
Boerhaave in vogelvlucht.
Dia 3. Geen schilderijen, maar…
In Museum Boerhaave hangen geen schilderijen, maar is
400 jaar natuurwetenschap te zien. Er zijn voorwerpen uit
de natuurkunde, wiskunde, sterrenkunde, biologie en
scheikunde. De collectie bevat voorwerpen uit de periode
van ongeveer 1550 tot 1950.
Links: prent van het anatomisch theater uit 1610. Dit was
een zaal waarin lijken werden opengesneden om te leren
hoe de mens in elkaar zat, toegankelijk voor zowel studenten als betaald publiek. Midden: zonnewijzer
met kompas uit 1660 om de tijd mee te kunnen bepalen. Rechts: een pyrometer, een meetapparaat
om de uitzetting (het groter worden van materiaal door warmte) te bepalen.
Dia 4. Vaar je rijk!
Tijdens het programma Vaar je rijk! kunnen jullie geld
verdienen door in teamverband proeven uit te voeren die te
maken hebben met Scheepvaart in de Gouden Eeuw. Een
aantal van de proeven worden gedaan met replica’s van
museumvoorwerpen. Na afloop van de proeven krijgen de
jullie de kans om de echte, oude voorwerpen te zien en hun
opgedane kennis gebruiken om nog meer geld te verdienen.
De winnende groep van dit spel wint uiteindelijk een leuke
prijs!
Vaar je rijk!
Het museum bevat veel oude voorwerpen, die soms achter glas staan. Het is niet de bedoeling dat
leerlingen daaraan komen, wilt u daar de leerlingen op wijzen?
2
Dia 5. Gouden (Eeuw) tip van Herman
Herman Boerhaave is de naamgever van het museum. Hij
was hoogleraar van de universiteit Leiden in de Gouden
Eeuw en een wereldberoemde onderzoeker in die tijd.
Dia 6. 17e eeuw, de Gouden Eeuw
Quiz: laat de leerlingen raden wat ze zien. Als het antwoord
Nederland is, klopt dat niet helemaal. Nederland bestond
nog niet in de gouden eeuw (1600-1700). Laat ze eventueel
de gekleurde gebieden tellen (7 provinciën, Holland is 1
grote provincie).
De kaart toont de voorloper van Nederland, de Republiek
der 7 Verenigde Nederlanden of kortweg de Republiek.
Dia 7. De Republiek, opgeteld de beste!
Het diagram toont allerlei factoren die samen zorgden voor
een tijd van ongekende rijkdom en macht voor de Republiek,
waardoor de Republiek het machtigste land van de wereld
werd. Het was in de Gouden Eeuw een supermacht zoals de
Romeinen in hun tijd waren.
Foto boven: een schip dat naar oost-indië (Indonesië) vaart.
Foto onder: de Nachtwacht van Rembrandt uit de 17e eeuw.
Het motto Eendracht maakt macht (Latijn: Concordia res
parvae crescunt) staat ook op het wapenschild van De
Republiek (rechtsboven). Het verbinden van de provinciën
samen (eendracht) maakte dat de Republiek grote delen
van de wereld overheerste. De oranje gebieden in de kaart
zijn allemaal gebieden die geregeerd werden door de
Republiek (macht).
Vaar je rijk!
Dia 8. Eendracht maakt macht
3
Dia 9. Van dik hout…
In 1594 werd de houtzaagmolen uitgevonden. Deze molens
maalden geen brood, maar zaagden lange planken, nodig
voor de bouw van schepen. Dit ging heel snel en goedkoop,
waardoor er heel veel schepen gebouwd konden worden.
Dit is een typisch voorbeeld van een technologische
ontwikkeling die mede de Gouden Eeuw in de Republiek der
7 provinciën deed ontstaan.
Dia 10. Van plank tot schip
In 1600, net na de uitvinding van de houtzaagmolen, waren
er al ongeveer 10.000 schepen. Maar de republiek had maar
2 miljoen inwoners, dus bijna een schip op 200 mensen. Dat
is opmerkelijk, aangezien er op grote schepen honderden
mensen meevoeren én 1 op de 3 mensen een reis niet
overleefden. Vrouwen mochten niet mee en er voeren dus
veel mannen uit Duitsland en Scandinavië mee op de
schepen.
De Republiek maakte toen zoveel schepen, dat ze de marines van andere landen van schepen
voorzagen. Dit leidde in 1602 tot de oprichting van de Vereenigde Oostindische Compagnie of VOC. Dit
was het eerste grote bedrijf, ze gaven bijvoorbeeld aandelen uit, maar mochten ook namens de
Republiek oorlog voeren. Ze voeren naar Zuid-Afrika tot aan Japan om te handelen in allerlei
producten en verdienden zo enorm veel geld.
Dia 11. Na 12.000 zeemijl, bestemming bereikt
Navigatie is weten waar je bent en waar je heen wil varen.
Om te weten waar je bent met je schip op aarde zijn er twee
begrippen nodig: een lengtegraad en een breedtegraad.
Navigatiesystemen nu gebruiken die ook nog steeds. Dit zijn
denkbeeldige ‘lijnen’ op de wereld die samen een kruis
vormen waar je je precies bevindt.
Vaar je rijk!
De wereldbol toont parallellen en meridianen. De dia is
geanimeerd en toont eerst de parallellen en vervolgens de meridiaan.. De blauwe lijn is de route van
een oost-indiëvaarder. Deze dia dient om duidelijk te maken hoe je met een lengte- en breedtegraad
een kruis kunt maken die je locatie op aarde weergeeft.
4
Dia 12. Breedtegraad
De dia is geanimeerd om het verschil te laten zien in de hoek
tussen horizon en ster als het schip zich op de Noordpool of
ergens anders bevind, zodat de leerling het verschil in hoek
kan inzien tussen de twee plaatsen. De kijklijnen zijn niet
optimaal, aangezien de ster eigenlijk oneindig ver staat,
waardoor de hoek van een schip op de evenaar 0 graden is.
De breedtegraad van je positie bepaalde men toen met de
sterren. Men keek naar ofwel de Poolster op het noordelijk halfrond of het Zuiderkruis op het zuidelijk
halfrond. Voor het noordelijk halfrond werkt dat zo: je kunt een hoek meten tussen de kijklijn naar de
Poolster en de kijklijn naar de horizon. Die hoek wordt steeds groter naar mate je dichter bij de
noordpool komt, waarbij 90 graden betekent dat je op de Noordpool bent en dus recht omhoog moet
kijken om de Poolster te zien.
De persoon rechts gebruikt een Jacobsstaf, dat is een instrument om de hoek tussen de kijklijn naar de
ster en de kijklijn naar horizon te bepalen. De vlag onder de wereldbol is de vlag van Australië, met
daarin het Zuiderkruis. Dat is het sterrenbeeld aan de rechterkant en laat zien hoe belangrijk dit
sterrenbeeld was om te navigeren.
Dia 13. Lengtegraad
De lengtegraad werd bepaald door het tijdsverschil tussen
de thuishaven en de tijd op het schip. Hiervoor was een
tijdwaarneming belangrijk. De aarde draait in 24 uur om
zijn as, dat is wiskundig gezien 360 graden. 24 uur delen
door 360 graden betekend dat elke lengtegraad 4 minuten
uit elkaar ligt. Dus als je de tijd op je eigen plaats precies
weet en daar de tijd van je thuishaven vanaf trekt en dat
door die 4 minuten deelt, weet je de lengtegraad.
Vaar je rijk!
Nu hebben we een methode gezien voor de lengte- en breedtegraad, dus kunnen we die op de kaart
zetten (rechtsboven) en zo een positie bepalen. In die tijd waren kaarten nog niet zo goed en ook de
tijd van de thuishaven mee nemen op zee was erg moeilijk, dus navigatie was een groot probleem.
Kaartenmakers uit de Republiek waren wereldberoemd vanwege de kwaliteit van de kaarten.
5
Dia 14. Navigatieoefening!
De lengtegraad werd dus bepaald door het verschil in tijd.
De plaatselijke tijd op zee wordt aangegeven met een
zonnewijzer. Die geeft hier ongeveer 4 uur (’s middags) als
tijd aan (zie de schaduw op het plaatje van de zonnewijzer).
Tegelijkertijd geeft de klok rechts, die meegenomen is uit de
thuishaven, vier over zes aan. Dus is het op de plaats waar
je vaart 2 uur en 4 minuten vroeger dan in de thuishaven
(18:04 – 16:00 = 2:04). Vroeger betekent dat je naar het
westen gevaren bent.
2 uur en 4 minuten zijn samen 124 minuten. Delen door 4 minuten per lengtegraad geeft een
breedtegraad van 31 graden ten westen van de thuishaven (ook wel 31 graden westerlengte
genoemd).
Dia 15. Handel
De koopvaardij bracht een hoop verschillende
handelswaren naar Europa, zoals specerijen, planten,
porselein en zijde. Maar een enkele keer kwamen er ook
dieren mee. Eigenlijk alles waar vraag naar was, kwam naar
Europa. De opiumhandel was ook erg belangrijk. Opium
was een drug die door de rijken werd gebruikt.
Rechtsboven een bladzijde uit een herbarium (boek met
gedroogde planten); rechtsonder een papaverbol, waar de latex-achtige vloeistof met de opium erin
werd opgevangen. De papaverbol is de bol van een klaproos, en werd ook wel als sierplant gebruikt.
Dia 16. Welk blad is dat?
Deze dia dient als oefening voor de leerlingen. Het is de
bedoeling dat de leerlingen kijken hoe het blad gebouwd is.
Dit komt terug in een proef tijdens Vaar je rijk! Deze dia is te
vervangen door een uitstapje naar bos waarbij de leerlingen
naar bladeren kijken of de docent zelf bladeren meebrengt.
De foto’s zijn v.l.n.r.: eikenboomblad, beukenboomblad en de grote brandnetel. Ook vandaag de dag is
het dus belangrijk om een brandnetel te herkennen! Kleur is géén verschil bij bladherkenning, omdat
gedroogde bladeren niet dezelfde kleur houden.
Vaar je rijk!
Quiz: hoe verschillen de bladeren van planten? Er zijn 5
verschillen aan te wijzen. Een belangrijke vaardigheid was
ook bladherkenning. Als je thee gaat inslaan, moet je wel zeker weten dat je thee koopt. Daarom
brachten ze tekeningen of gedroogde bladeren mee en vergeleken deze met de koopwaar.
6
Dia 17. Oorlogen
De Republiek was dus een belangrijke handelsmacht. Maar
ook militair was het een belangrijk land en met name op
zee was het heel sterk. Tijdens de Gouden Eeuw vocht de
Republiek tegen de Spanjaarden die de Republiek daarvoor
overheersten. Maar ook nam de Republiek veel
handelsposten van Portugal af. Verder was de Republiek
meerdere malen in oorlog met Engeland, maar ook Zweden
en Frankrijk. Oorlog was vooral vanwege de handel.
De schilderijen op de dia zijn van zeeslagen tussen de Republiek en Engeland. Engeland heeft als vlag
een wit doek met een rood kruis; het bekende rood-wit-blauw is natuurlijk van de Republiek.
Dia 18.
Afsluiting van de les, met de mogelijkheid voor leerlingen
om vragen te stellen.
Vaar je rijk!
Op het schilderij staat Herman Boerhaave.
7
Download