Hypofyse Stichting maakt zich zorgen om omzetting groeihormoon December 2014 - Steeds meer ziekenhuizen zetten patiënten die groeihormoon (biological) gebruiken om van het ene biological naar een ander (goedkopere) biological, of naar een biosimilar. De Nederlandse Hypofyse Stichting vindt omzetting naar een andere biological of biosimilar, zonder dat daar een medische reden voor is, niet aanvaardbaar en we concluderen dat onze patiënten de dupe zijn van de strijd over de kosten tussen zorgverzekeraars, ziekenhuizen en farmaceuten. Momenteel is er sprake van onvoldoende zicht op de lange termijn gevolgen van een dergelijke wisseling van deze geneesmiddelen. Daardoor lopen patiënten volgens de Hypofyse Stichting een onaanvaardbaar risico. In deze notitie licht de Nederlandse Hypofyse Stichting haar standpunt toe. Wat is de situatie? Groeihormoon is een biological. Biologicals zijn geneesmiddelen waarbij de werkzame stof wordt gemaakt of voortkomt uit een biologische bron (levend organisme). In Nederland gebruiken zo’n 3500 patiënten groeihormoon en krijgen dit middel (biological) via de apotheek van het ziekenhuis geleverd. De Nederlandse Hypofyse Stichting constateert dat veel leden die groeihormoon gebruiken momenteel door hun ziekenhuis worden omgezet op een goedkopere biological of biosimilar. Er zijn nog geen lange termijn gegevens beschikbaar over het gebruik van biologicals en de gevolgen van tussentijdse omzetting van een biological op een andere biological of biosimilar. Om die reden kent tussentijdse omzetten dan ook internationaal geen draagvlak. Een groot aantal landen binnen de EU hanteert een strenger beleid dan Nederland. Ook de Europese toezichthouder op geneesmiddelen (EMA, de European Medicine Agency) gaat niet zondermeer uit van een omzetting en beperkt het inzetten van nieuw op de markt gekomen biologicals of biosimilars tot nieuwe patiënten. Wat is een biosimilar? Een biosimilar is ook een geneesmiddel dat wordt geproduceerd met behulp van levende organismen. Het verschil met een biological is dat een biosimilar is geproduceerd aan de hand van een biological dat al op de markt is (het ‘referentieproduct’) en dat al is geregistreerd. Het biosimilar kan op onderdelen afwijken van de referentie biological. Bovendien is de toelating van deze middelen op de Nederlandse markt anders dan die van de biologicals. Omdat een biological dat als referentieproduct dient zich al in de markt heeft bewezen kan een daarop gebaseerde biosimilars na een kortere toelatingsprocedure worden toegelaten. Van alle groeihormoonpreparaten die momenteel voorgeschreven worden is alleen Omnitrope een biosimilar. Wat is de reden van de omzetting? De reden waarom patiënten worden omgezet naar een ander groeihormoon dat zij gebruiken, is dat groeihormoon een duur geneesmiddel is en sinds de overheveling in 2013 ten laste komen van het 1 ziekenhuisbudget. Binnen het ziekenhuis worden financiële afwegingen gemaakt over de inzet van dure geneesmiddelen. Wij merken dat patiënten in een toenemend aantal gevallen in plaats van het biological die hij/zij gewend waren, een (vrijwel altijd goedkoper) biological, of een biosimilar krijgen geleverd. Welk nadelen zijn er als gevolg van de omzetting? De lange termijn gevolgen van omzetting zijn op dit moment volledig onduidelijk. Wij maken ons daarom zorgen over het feit dat patiënten worden omgezet zonder dat serieus onderzoek is geweest naar de gevolgen. Een gebruikersnadeel dat onze leden noemen bij de omzetting is dat niet alle groeihormonen buiten de koelkast houdbaar zijn. Ook is het biosimilar niet in een naaldloze variant beschikbaar. Daarnaast stoeien veel mensen met de afwijkende toedieningsmiddelen en afwijkende doseringsaanwijzingen. Bovendien ervaren ook veel mensen omissies in de uitleg van de ziekenhuisapotheek over het nieuwe groeihormoon. Van een aantal patiënten hebben wij vernomen dat zij gezondheidsklachten ervaren na gebruik van een ander biological/biosimilar dan zij daarvoor gebruikten. Hoewel wij hier geen goede controle op kunnen uitoefenen, zijn dit voor ons wel verontrustende berichten. Wat zijn de grootste kritiekpunten van de Nederlandse Hypofyse Stichting? De belangrijkste reden waarom de Nederlandse Hypofyse Stichting kritiek heeft op omzetting is de volledig ontbrekende duidelijkheid over de lange termijn gevolgen. In de Position Paper van de Stichting Eerlijke Geneesmiddelenvoorziening staat hierover het volgende (pag.10): Ten aanzien van biosimilars en biologicals is het hoofdargument om niet automatisch te substitueren, het risico op een verminderde traceerbaarheid bij bijwerkingen en het ontstaan van immunogeniteit. Met een risico op verminderde traceerbaarheid wordt bedoeld dat als een patiënt meerdere verschillende biologicals/biosimilars heeft gebruikt en er over bijvoorbeeld 10 jaar na het gebruik van een biological/biosimilar bijwerkingen ontstaan, niet meer kan worden nagegaan welke biological of biosimilar de bijwerkingen heeft veroorzaakt. Met het ontstaan van immunogeniteit wordt bedoeld dat een patiënt ongevoelig zou kunnen worden voor de werkzame stoffen van een biological/biosimilar als er te veel afwijkingen zijn in de samenstelling van het toegediende geneesmiddel. De Nederlandse Hypofyse Stichting vindt omzetting naar een ander groeihormoon daarom onaanvaardbaar als daar geen medische reden voor is. De omzettingen die leden bij ons hebben gemeld, lijken uitsluitend te zijn ingegeven door financiële redenen. Wij vinden het zorgelijk dat hier de potentiele medische gevaren zo makkelijk aan de kant worden geschoven. De Nederlandse Hypofyse Stichting baseert haar kritiekpunten ook op het feit dat tussentijdse omzettingen internationaal geen draagvlak kennen en een groot aantal landen binnen de EU hierover een strenger beleid voeren dan Nederland. Ook de Europese toezichthouder op geneesmiddelen (EMA, de European Medicine Agency) gaat niet zondermeer uit van een omzetting en beperkt het inzetten van het similar product tot nieuwe patiënten. 2 Samenvattend: het standpunt Nederlandse Hypofyse Stichting De Nederlandse Hypofyse Stichting neemt (mede gelet op de position paper van de Stichting Eerlijke Geneesmiddelenvoorziening) het volgende standpunt in: 1) De Nederlandse Hypofyse Stichting vindt de omzetting van een biological op een andere biological of biosimilar onaanvaardbaar, zolang onvoldoende zicht is op de lange termijn gevolgen van tussentijdse omzettingen. 2) Uitsluitend als er goede medische redenen zijn, zoals een verminderde effectiviteit of werkzaamheid van het biological dat door de patiënt gebruikt wordt, of als er sprake is van bijwerkingen, is een omzetting naar een andere biological of biosimilar aanvaardbaar. 3) Financiële redenen kunnen nooit dominant zijn bij het omzetten van een patiënt op een andere biological of biosimilar als en zolang geen zekerheid kan worden gegeven over de vraag of de omzetting geen nadelige (lange termijn) bijwerkingen zal hebben en/of niet bewezen kan worden dat het nieuw voorgeschreven groeihormoon minimaal dezelfde werkzaamheid heeft voor de patiënt als het groeihormoon dat al werd gebruikt. 4) Zelfs als de arts aangeeft dat de werkzame stof hetzelfde is, is dat geen reden om de patiënt zonder meer over te zetten. Zolang punt 1 (lange termijn gevolgen) onduidelijk is, dienen geen substituten te worden ingezet indien het huidige middel naar behoren werkt. Zomaar experimenteren met patiënten vanwege financiële besparingen vinden wij onaanvaardbaar. 5) Dit betekent dat een voorkeursbeleid (waarbij uitsluitend de goedkoopste variant wordt ingezet) in het geval van groeihormoon niet van toepassing mag zijn. 6) Zorgverzekeraars hebben de plicht ervoor te zorgen dat patiënten toegang hebben tot alle in de professionele standaard omschreven behandelopties. Afspraken tussen zorgverzekeraars, apotheken en ziekenhuizen mogen er nooit toe leiden dat de patiënt om niet-medische redenen wordt omgezet naar een andere biological/biosimilar. Wat kan u als patiënt doen? Wanneer uw behandelend arts u een andere medicatie voorschrijft dan gebruikelijk, moet uw arts u hierover goed informeren. Vraag altijd naar de reden van de overstap. Is de reden van de overstap een andere dan bij punt 2 genoemde reden, dan vragen wij u dat bij ons te melden. Heeft u klachten naar aanleiding van de omzetting? Meld het ons ook op [email protected]. En meld uw klachten ook op www.lareb.nl. Heeft u als patiënt recht om te weigeren dat u in plaats van uw huidige groeihormoon een goedkopere biological of een biosimilar krijgt? Als patiënt heeft u altijd de mogelijkheid om niet akkoord te gaan met een omzetting naar een andere medicatie of een verandering in uw behandeling. Indien u hier in overleg met uw arts niet uitkomt, kunt u zich tot uw zorgverzekeraar wenden of tot de Helpdesk van de Stichting EGV (www.stichtingegv.nl). Wat gaat de Nederlandse Hypofyse Stichting doen? De Nederlandse Hypofyse Stichting voert overleg met de andere groeihormoonverengingen, artsen en Stichting Eerlijke Geneesmiddelenvoorziening en overweegt acties om tussentijdse omzettingen te voorkomen. 3