De toonladder Iedereen weet wat hoge en lage tonen zijn, maar wat is eigenlijk het verschil? Geluid is een trilling van de lucht. Als je geluid hoort, dan trilt een heel klein trommeltje in je oor mee met het geluid: het trommelvlies. Het trommelvlies kan sneller of langzamer heen en weer bewegen. Als het snel heen en weer gaat is de toon die je hoort hoog, als het wat langzamer gaat is de toon lager. Het aantal keer dat je trommelvlies per seconde heen en weer gaat, heet met een moeilijk woord frequentie. Maar je mag ook gewoon toonhoogte zeggen, dat is hetzelfde. Frequentie of toonhoogte meten we in hertz. Als je trommelvlies bijvoorbeeld 440 keer per seconde heen en weer beweegt, dan hoor je een toon van 440 hertz. Die toon wordt in de muziek de ‘a’ genoemd. Kun jij uitrekenen hoe vaak je trommelvlies per minuut heen en weer gaat, als je weet dat het per seconde 440 keer heen en weer gaat? Mensen kunnen heel veel verschillende toonhoogtes horen. De laagste toon die je kunt horen is ongeveer 20 hertz, de hoogste toon is ongeveer 20 duizend hertz. In de muziek worden de tonen lang niet allemaal gebruikt, omdat de meeste tonen tegelijk door elkaar niet mooi klinken. Maar als je bijvoorbeeld een toon tegelijk laat klinken met een toon die precies twee keer zo hoog is, dan klinken ze wel mooi samen. Een toon van 440 hertz klinkt bijvoorbeeld mooi samen met een toon van 880 hertz. Die verdubbeling van toonhoogtes maakt het mogelijk de tonen in een handig systeem onder te brengen. Dit is het systeem van de toonladder: Eigenlijk mag je ook zeggen toonladders, want dezelfde toonladder herhaalt zich steeds naar boven en naar beneden. Het enige verschil tussen de tonen van twee opeenvolgende toonladders is, dat alle tonen van de ene toonladder precies twee keer zo hoog klinken als de tonen van de andere. Zoals je net al kon lezen is de laagste hoorbare toon ongeveer 20 hertz en de hoogste ongeveer 20 duizend hertz. De hoogste toon is dus grofweg duizend keer zo hoog als de laagste. Dan kun je nagaan dat er tussen de laagste en de hoogste toon ongeveer tien verdubbelingen zitten. Daarom zijn er ook van laag tot hoog tien toonladders. De laagste tonen van de laagste toonladder zijn niet meer hoorbaar, net zomin als de hoogste tonen van de hoogste. De meest bekende toonladder telt acht tonen. Zing maar eens do, re, mi, … en tel ze! Om die reden wordt een hele toonladder ook wel octaaf genoemd, afgeleid van het Latijnse octo, dat ‘acht’ betekent. De hoogste toon van een octaaf valt steeds samen met de laagste toon van het volgende octaaf, omdat de hoogste toon telkens precies twee maal zo hoog klinkt als de laagste. De toonladder met acht tonen is niet helemaal compleet. Als je alle halve tonen ook netjes meetelt, dan krijg je een toonladder met twaalf stappen van een halve toon, ofwel zes stappen van een hele. Daarom kun je ook zeggen dat een compleet octaaf bestaat uit twaalf stapjes omhoog. Ieder stapje omhoog geeft een andere verhouding van de toonhoogte ten opzichte van de laagste toon. Zo is de achtste toon (de ‘reine kwint’) van een compleet octaaf, bijvoorbeeld, altijd anderhalf keer zo hoog als de laagste toon in dat octaaf. Als je probeert telkens steeds dezelfde verhouding te nemen tussen twee tonen die een halve stap schelen, dan moet je daarvoor een lelijk getal nemen. Dan blijkt dat een stapje van een halve toon overeenkomt met een ongeveer 6% hogere toon. Als een bepaalde toon bijvoorbeeld 264 hertz is, dan kun je uitrekenen dat een halve toon hoger dus ongeveer 280 hertz is. Als alle stapjes van een halve toon precies evenveel schelen, dan maakt het niet uit op welke toonhoogte (ze zeggen ook wel toonsoort) je een muziekstuk speelt. Dat is een voordeel van het stemmen met gelijke verhouding, de 1 gelijkzwevende stemming. Vaak worden instrumenten zoals piano’s dan ook met zo’n vaste verhouding gestemd. Maar als je een instrument gelijkzwevend stemt met zo’n lelijk getal als verhouding, dan krijg je niet een geweldig mooi klinkende toonladder. Het is namelijk al duizenden jaren bekend dat tonen het mooist samen klinken als hun toonhoogtes zich verhouden als mooie ronde getallen. Daarom werkt men ook vaak met een benadering met breuken van gehele getallen. In die benadering zijn die breuken dan wel zo gekozen dat de stapjes zo dicht mogelijk bij de gelijke halve stap van +6% komen. Dat heet reine stemming, zie Tabel 1. Toon afkorting verhouding tot grondtoon 1 prime (grondtoon) kleine secunde c des grote secunde d 9 8 kleine terts es 6 5 grote terts e 5 4 reine kwart f 4 3 overmatige kwart fis 7 5 reine kwint g 3 2 kleine sext as 8 5 grote sext a 5 3 kleine septime bes 16 9 grote septime b 15 8 octaaf c 2 16 15 Tabel 1: Octaaf in reine stemming In deze tabel betekent de breuk 43 bij de reine kwart, bijvoorbeeld, dat de toonhoogte zich tot die van de laagste toon verhoudt als 4:3. Als de laagste toon van het octaaf dan bijvoorbeeld een toonhoogte heeft van 528 hertz, dan kun je uitrekenen dat de reine kwart van dat octaaf een toon van 704 hertz is. De vet gedrukte tonen in deze tabel zijn de acht tonen van de bekende toonladder van het wijsje do, re, mi, … Zoals je kunt zien zit er overal een hele toon tussen, behalve tussen de grote terts (e) en de reine kwart (f), en tussen de grote septime (b) en de octaaf (c). Die schelen maar een halve toon. Met het vastleggen van deze verhoudingen liggen de toonhoogtes zelf nog niet vast. Daarvoor heeft men nog een afspraak gemaakt. Die afspraak luidt dat de grote sext (a) van het vijfde octaaf een toonhoogte heeft van 440 hertz. Er zijn speciale stemvorken die heel precies op die toonhoogte zijn gemaakt. Met zulke stemvorken kan bijvoorbeeld een orkest de instrumenten stemmen. Als je weet dat de grote sext (a) van het vijfde octaaf een hoogte van 440 hertz heeft, dan kun je zelf nagaan dat de grote sext (a) van het zesde octaaf dus een hoogte van 880 hertz heeft. En diezelfde toon in het zevende octaaf klinkt weer twee keer hoger. Hoe zit het dan met die toon in het, zeg, tiende octaaf? 2