Cryoablatieballontechniek voor het eerst toegepast bij

advertisement
PERSBERICHT
Campus Jette, 22 november 2012
Wereldprimeur in UZ Brussel:
Cryoablatieballontechniek voor het eerst
toegepast bij een tiener met
voorkamerfibrillatie.
Voor het eerst werd een jonge patiënte (15 jaar) behandeld met de cryoablatieballontechniek
om haar voorkamerfibrillatie te verhelpen. Cryoablatie wordt sinds een vijftal jaren bij
volwassenen gebruikt, maar was tot nu toe nooit toegepast bij een zo jonge patiënte. De
jonge patiënte werd vorige week behandeld en is al ontslagen uit het ziekenhuis. Vanaf de
leeftijd van 40 jaar loopt 1 op de 4 mensen de kans ooit voorkamerfibrillatie of
boezemfibrilleren te krijgen.
Voorkamerfibrillatie is een vaak voorkomende hartritmestoornis die vooral bij oudere mensen
voorkomt. 5% tot 15% van de tachtigplussers lijdt aan deze aandoening, maar de aandoening
wordt soms ook bij jongeren vastgesteld. Vanaf de leeftijd van 40 jaar loopt 1 op de 4 mensen de
kans deze aandoening ooit te krijgen. Het aantal patiënten in België wordt geschat op 150.000 en
men verwacht dat dit aantal verdubbeld zal zijn rond 2050. De meest voorkomende (en gevreesde)
complicaties van boezemfibrilleren zijn trombose, beroerte en blijvend hartfalen. Bij kinderen
komt de aandoening veel minder vaak voor. In de meeste gevallen gaat het bij jongeren om
erfelijke of aangeboren hartritmestoornissen. Voorkamer fibrillatie wordt in eerste instantie
meestal eerst met medicijnen behandeld, maar de nieuwe technieken bidden de mogelijkheid om
deze ritmestoornis volledig te genezen.
Voorkamerfibrillatie of boezemfibrilleren kan ontstaan bij abnormale elektrische activiteit in de
wand van de longaders. Omdat die aderen in verbinding staan met het hart, komt die elektrische
activiteit terecht in het hart, waardoor de spiervezels van het hart zich zeer snel en
ongecoördineerd samentrekken. Voorkamerfibrillatie gaat gepaard met een verhoogd risico op
beroertes en kan in sommige gevallen tot hartfalen leiden. Om dit te verhinderen worden bij
patiënten met boezemfibrilleren de abnormale elektrische prikkels in de longader geblokkeerd
zodat deze de hartboezem niet meer kunnen bereiken. Dit gebeurt meestal met behulp van een
katheter die via de liesader in het hart ingebracht wordt en waarbij op het binnenoppervlak van de
linkervoorkamer rond de uitmonding van de longaders, kleine weefselbeschadigingen (een
litteken) aangebracht worden. Hierdoor worden de abnormale elektrische prikkels niet meer naar
het hart doorgeleid. Bij deze behandeling wordt gebruik gemaakt van hitte (verbranding) of koude
(bevriezing). Deze laatste bevriezingstechniek heet cryoablatie.
Cryoablatie is vrijwel pijnloos. Bovendien is het een stabiele en trefzekere techniek. De
cryokatheter vriest als het ware vast aan het doelweefselgebied, waardoor omliggend weefsel
minder snel wordt beschadigd. De arts beslist van geval tot geval welke vorm van ablatie het
meest geschikt is. De cryoballonkatheter is specifiek ontwikkeld voor cryoablatie bij
boezemfibrilleren en voor het elektrisch isoleren van de longaders.
Boven aan de katheter zit een ballon, die, nadat de katheter in het hart is opgevoerd, wordt gevuld
met een gasvormig koelmiddel. De ballon moet de longader zo volledig mogelijk afsluiten. Het
koelmiddel verdampt en onttrekt warmte aan het hartweefsel. Het hartweefsel dat in aanraking is
met de ballon, wordt door bevriezing beschadigd en geleidt geen elektrische prikkels meer. Er zijn
doorgaans twee ablatiesessies van vier minuten per longader nodig. Het doel hierbij is de volledige
elektrische isolatie van alle longaders. Na een geslaagde behandeling bestaat er geen elektrische
geleiding meer tussen de longaders en de linkerboezem. Hiermee wordt een hernieuwd optreden
van boezemfibrilleren tegengegaan.
Prof. dr. Pedro Brugada: “Tot nu toe werd de cryoablatieballontechniek enkel gebruikt bij
volwassenen. Wij zijn verheugd dat we deze techniek succesvol bij zo’n jong persoon hebben
kunnen toepassen. De tiener werd naar ons gestuurd vanuit een ander universitair ziekenhuis
nadat ze multipele shocks van haar defibrillator had gekregen. Ze werd een paar jaar geleden
gereanimeerd en ze blijkt het Brugada-syndroom te hebben. Na de implantatie van de defibrillator
begon het meisje shocks te krijgen omwille van voorkamerfibrillatie. Tijdens de ablatie die wij
hebben uitgevoerd, stopte de atriale fibrillatie direct. Dit is zeer hoopvol voor haar toekomst.”
Het Universitair Ziekenhuis Brussel is een universitair ziekenhuis met ongeveer 3.200
medewerkers. Het is verbonden aan de faculteit Geneeskunde en Farmacie van de Vrije universiteit
Brussel op de campus Jette. Met 721 ziekenhuisbedden is het UZ Brussel jaarlijks goed voor meer
dan 28.000 opnames en 400.000 ambulante patiënten uit binnen- en uit buitenland. De filosofie
van het Universitair Ziekenhuis is gestoeld op drie principes: Nederlandstalig, pluralistisch en
sociaal. Als universitair ziekenhuis heeft het UZ Brussel ook een opleidingsopdracht en voert het
wetenschappelijk onderzoek uit. Meer info op www.uzbrussel.be.
Meer PERSinformatie
Dienst Communicatie UZ Brussel
 Edgard Eeckman 02 477 80 81 / 0475 96 00 67
Download