Les 1 de Nijl Woestijn Egypte bestond voor het grootste deel uit een zandwoestijn. Planten en dieren hadden het daar moeilijk. Veel leefde er dan ook niet in de woestijn. Maar dwars door de woestijn van Egypte stroomde een grote rivier. Dat was de Nijl daar zag het leven er heel anders uit. Rivier De Nijl begon als een klein stroompje.in het zuiden van Afrika. Van daaruit stroomde het water over een lengte van bijna zevenduizend kilometer richting de zee bij Egypte. Nu nog steeds! Als het in Afrika regende, kwam veel regenwater in de ijl terecht.de Nijl werd dan breder en breder. Zo breed dat vroeger de oevers in Egypte bijna elk jaar overstroomden. De seizoenen in Egypte De Nijl overstroomt In juni en juli overstroomde de Nijl. De oevers van de Nijl bleven dan tot september of oktober onder water staan. Dit was het natte seizoen. De Egyptenaren konden in het natte seizoen niet op het land werken. Aan het einde van het natte seizoen stroomde het water langzaam weer weg. Zaaien en oogsten Vanaf oktober, na de overstroming, waren de oevers van de Nijl nat en vruchtbaar. De boeren in Egypte zaaiden dan tarwe, gerst en linzen. Ook planten ze knoflook. En ze zaaiden sla en verschillende soorten fruit. Voor de boeren was dit zaaiseinzoen. Na een paar maanden begon het oogstseinzoen. De boeren werken oogsten dan wat ze eerder gezaaid hadden. De boeren werkten niet alleen op het land. Ze hielden ook schapen, gieten, kippen en runderen. Een moeilijke tijd Er was ook wel eens een jaar dat de Nijl niet overstroomde. De oevers droogden uit. De boeren konden dan bijna niets zaaien en oogsten. Dat betekende honger voor de mensen. In sommige jaren was er juist te veel water. Boerderijen stonden onder water. De huizen en stallen gingen kapot. De mensen en het vee verdronken. Ook dan was er honger in de dorpen. Het water de baas Dijken kanalen en, vijvers Sommige boeren bouwden een dijk rond hun boerderij. Ze maakten een wal van aarde die het water tegenhield. Dat maakte het leven langs de Nijl een stuk veiliger. Anderen boeren groeven kanalen van de Nijl naar hun akkers. Via kanalen kon het water nu het hele jaar door bij de akkers komen. Ook waren er boeren die grote vijvers maakten. Bij overstromingen kwamen de akkers dan niet onder water te staan, maar liepen de vijvers vol. De boeren goten dan zelf zakken vol water over de akkers. Niet te veel en niet te weinig, precies zoals zij het wilden. De boeren konden het water leiden naar plaatsen waar het niet vanzelf kwam. De boeren leerden steeds beter hoe ze met al dat water moesten omgaan. Ze vonden handige hulpmiddelen uit, zoals een hefboom. Een slimme Egyptenaar had ontdekt dat je met een lange stok, en een gewicht en een waterzak gemakkelijk water uit de vijver kon scheppen. Voorspoed De Egyptenaren waren slim. Ze hadden hulpmiddelen en werkten samen. Dat maakte het leven makkelijker. De boeren waren niet meer bang voor het water van de Nijl. Elk jaar wachten ze ongeduldig tot de overstroming de vijvers deed vollopen. Nieuwe beroepen Er was zoveel eten dat niet iedereen meer op het land hoefde te werken. Er ontstonden nieuwe beroepen. Zo kwamen er veel nieuwe beroepen in Egypte sommige waren best zwaar. De boeren werden handelaren juweliers, beeldhouwers, architecten, soldaten en geleerden. Iedereen moest ook veel werken. Les 2 overal goden De overstroming van de Nijl is belangrijk. Door de overstroming werd de grond vruchtbaar. Maar waarom stroomde de Nijl de hele tijd over, en waarom ging de Nijl een jaar niet overstromen. De Egyptenaren geloofde in goden trouwens heel veel goden Hapi De Egyptenaren geloofde in de god Hapi. De god van de Nijl. Ze maakte tempels voor Hapi. De mensen vroegen aan Hapi; Laat de Nijl overstromen! De Egyptenaren brachten ook offers. Ze zorgden ervoor om Hapi niet boos te maken. Anders ging Hapi niet de Nijl overstromen. Dan wordt de grond niet vruchtbaar. Veel goden De Egyptenaren geloofden dat er heel veel goden waren zoals Hapi. Ze geloofde in dat god was van de zee en de god van bergen de god van de hemel en de god van de zon en van de maan. Ze bedachten een god van de bliksem en de god die het liet regenen. De Egyptenaren zeggen dat de goden je ziek of beter maakten. Ze brachten geluk of pech. Als je een god boos maakt dan gaat er iets ergs met je gebeuren. Tempels en priesters De mensen wilden de goden niet boos maken. Voor ieder god werd er een tempel gebouwd. In de tempels waren de priesters de baas. De priesters vertelde de mensen wat de god of godin wouden. De priesters werden even belangrijk als god of godin Kennis De priesters bestudeerden de wereld. Zo keken de priesters elke dag bij Hapi bij de Nijl. Wat de priesters leren en wisten, schreven ze op. Na een tijdje konden ze voorspellen wanneer de overstroming kwam. Zo deden ook andere priesters. Door de plek te bestuderen, leerden ze veel over de wereld. Offers De priesters vertelden de mensen dat de goden offers wilden. Ze zeiden dat de goden eten wouden. De Egyptenaren brachten dat naar de tempels. De priesters gaven de offers niet aan de goden, Ze aten het zelf op! Daar leefden priesters van. En daar konden ze de tempels onderhouden. De mensen brachten geld en eten naar tempels. Ze baden veel en probeerde zich aan de regels te houden en toch was het vaak droog in Egypte. Of er was brand. Of er gebeurden ander ongelukken. Vaak kregen de priesters de schuld. De mensen geloofden de priesters niet. De mensen geloofden dat de priesters niet goed hebben geluisterd naar de goden. Na de dood Als de Egyptenaar stierf, was dat niet het einde maar een nieuw begin. De mensen in Egypte dachten dat de geest van een dode op zoek ging naar het dodenrijk. Daar was de eeuwige leven te vinden. Geschenken De Egyptenaren geloofden dat het leven na de dood niet zo anders was dan voor de dood. Een dode had nog steeds een lichaam nodig. Ze werden heel goed verzorgd. Ze werden in mooie graven gelegd. Ze kregen eten, drinken, geld, boeken, wapens, gereedschap, sieraden, opmaakspullen en hun lievelingskleren. Alles wat de Egyptenaren dachten voor de reis naar het dodenrijk. Speciale behandeling De Egyptenaren ontdekten ook hoe je een lichaam goed kon houden na de dood. Ze bedachten een speciale behandeling. Alleen de rijke mensen konden de behandeling betalen. Zij werden na hun dood eerst goed gewassen en schoongemaakt. De Egyptenaren smeerden het lichaam van top tot teen in met speciale olie. Daarna wikkelden ze het lichaam. Door deze behandeling kwam er geen lucht meer bij de dode en bleef het lichaam goed. Soms zelfs eeuwenlang. Zo’n lichaam noem je een mummie. Op reis De Egyptenaren dachten dat een dode door poorten en doolhoven moest. En dat een dode spreuken en wachtwoorden moesten opzeggen. Maar het werd pas echt spannend als een dode bij Osiris kwam. Dat was een god van de dodenrijk. Ze geloofde dat Anubis, de hond van Osiris, je hart woog. Het moest zo licht als een veertje zijn. Als het te zwaar was, at Anibus je hart op. Dan had de dode nooit rust. Was je hart licht dan had je een goed leven geleid. De dode kreeg het eeuwige leven. De kist van Seth De Egyptenaren hebben heel veel verhalen bedacht over hun goden. Die verhalen schreven ze op. De verhalen zijn bewaard door de Egyptenaren Dit verhaal is een van de belangrijkste verhalen. Osiris en Isis De god Osiris was ooit een koning van Egypte. Hij was een goede koning en het volk was blij met hem. Osiris trouwde met Isis, de godin van de liefde en van de kinderen. Isis en Osiris hielden van elkaar. Maar er kwam al snel een einde aan hun geluk. Seth was de was de broer van Osiris. Hij was de god van de duisternis en het kwaad. Seth was erg jaloers op Osiris. Hij wilde de koning zijn, hij wilde trouwen met Isis. En dus bedacht Seth een list. Hij maakte een prachtige kist waar Osiris precies inpaste. Seth zij tegen iedereen die hij zag: Als je in die kist past mag je hem houden! Veel mensen probeerde het maar niemand paste er in, tot Osiris probeerde. Toen Osiris in de kist lag maakte Seth de kist op slot en gooide de kist in de Nijl en Osiris verdronk. Isis merkte al snel dat Osiris was verdwenen. Bedroefd ging ze zoeken naar Osiris. En ze vond de kist, maar Osiris was al dood. Toch was Seth niet tevreden. Hij stal het lichaam en sneed het lichaam in stukken. De stukken van Osiris verspreide Seth over heel Egypte. Isis was ontroostbaar. Jarenlang zocht ze naar Osiris. Paar jaren later had ze alle stukken gevonden. Osiris kon nu eindelijk rusten in het dodenrijk. Daar werd hij god van de doden. Wat ging er met Seth gebeuren? Hij werd geen koning. Hij werd gestraft door alle goden. Zijn straf was dat hij de zon langs de hemel moest trekken. Elke dag moest hij dat doen. Volgen de Egyptenaren komt daardoor de zon op en gaat hij ’s avonds weer onder. Les 3 farao’s en hun graven In Egypte waren machtige koningen de baas. Ze bouwden indrukwekkende tempels en de mooiste graven. Op de muren schreven ze wat ze allemaal hadden gedaan. Door wat deze koningen allemaal hebben geschreven, weten we nog zoveel over het oude Egypte. Koningen van Egypte In Egypte waren koningen de baas. Zij hadden heel veel macht. In Egypte werd de koning Farao genoemd. Het leger en van het geloof. De farao droeg een dubbele kroon: een rode van Noord-Egypte en een witte van Zuid-Egypte. Aan zijn kin plakte hij een vals baardje. Op zijn voorhoofd droeg hij een slangenkop. Zo zag iedereen dat de farao machtig en rijk was. Veroveraars De farao reed dan op zijn strijdwagen tussen soldaten, boogschutters en speerwerpers. God op aarde De Egyptenaren geloofden dat de farao’s goden waren. Daarom was een farao ook de baas van alle mensen die veel wisten van goden. De goden vereerden en gehoorzaamden. Alle priesters luisterden naar de farao. Osiris en Seth Opvolgers Een farao wilde altijd dat iemand van zijn eigen familie hem zou opvolgen. Hij benoemde daarom zijn lievelingszoon of zijn boer tot zijn opvolger. Zo bleef de macht in dezelfde familie. Hatsjepsoet De farao’s waren eeuwenlang de baas in Egypte. Meestal was de farao een man. Maar soms werd een vrouw farao. Hatsjepsoet bijvoorbeeld. Zij was eerst getrouwd met een farao. De man van Hatsjepsoet was ziek. Toen hij doodging, zei Hatsjepsoet dat zij de nieuwe farao was. De farao’s waren altijd mannen. Toch lukte het Hatsjepsoet om farao te worden. Ze was meer dan twintig jaar de farao van Egypte. Succes Hatsjepsoet deed net of ze een man was. Ze ging mannenkleren dragen. In tekeningen en beelden liet ze zichzelf afbeelden als man, zelfs met een vals baardje! Om te laten zien dat ze een goede farao was, liet Hatsjepsoet veel mooie gebouwen en beelden maken. De tempel van Hatsjepsoet is nu nog steeds een van de mooiste tempels van Egypte. Hatsjepsoet maakte Egypte ook rijker. Ze stuurde handelsboten naar andere landen. Hierdoor werd Hatsjepsoet erg beroemd. Snel vergeten Na haar dood werd Hatsjepsoet snel vergeten. Haar zoon was de nieuwe farao. Hij liet op veel plaatsen haar naam weghalen. Waarom hij dat deed, weten we niet. In tempels en op beelden werd haar naam overgeschilderd of weggebeiteld. Niemand mocht zich nog herinneren dat er ooit een farao was, die Hatsjepsoet heette. Gelukkig heeft hij niet overal de naam van zijn moeder weg laten halen. Daarom weten we nu toch nog veel over zijn moeder Hatsjepsoet. Graven voor de farao’s Bij de hoofdstad van Egypte vind je midden in de droge woestijn iets heel bijzonders. Het zijn de graven van de farao’s. De eerste werd bijna 5.000 jaar geleden gebouwd. Wereldwonder Toen de jonge Cheops de nieuwe farao van Egypte werd, deed hij wat alle nieuwe farao’s deden. Hij liet meteen een graf maken voor zichzelf. Het werd een heel bijzonder gebouw. Het werd een piramide. Zoiets groots, moois en meer farao’s bouwden daarna piramide. Maar nooit meer zo groot als die van Cheops. Rekenkunst Een piramide heeft een bijzondere vorm. Ook de driehoeken zijn precies even groot. Om zoiets te bouwen, moet je heel goed kunnen rekenen. Hoe de Egyptenaren de piramides konden maken? Dat snappen we eigenlijk nog steeds niet goed. Glimmend wit Ooit was de buitenkant van een piramide bedekt met een dikke laag witte kalk. Een piramide had gladde, glimmende muren. Nergens zag je een deur of raam, want de ingang werd dichtgemetseld na de begrafenis. Er lagen tempels en tuinen rondom de piramides. De mensen vonden het de mooiste plek op aarde. Kamers en gangen Ook van binnen waren de piramides erg bijzonder. Er was een grafkamer voor de farao. Deze lag onder de grond. En er waren schatkamers voor alle spullen van de farao. Ook waren er geheime gangen en valkuilen om rovers buiten te houden. Schrijven De Egyptenaren schreven echt alles op. Ze schreven plechtige dingen om de goden te eren. Ze schreven verhalen over helden. Ze schreven wetten en regels op. Ze schreven op hoe alles werkt: hoe maak je brood en bier, hoe maak je een boot? De farao was de koning of koningin van Egypte. De mensen geloofden dat een farao gelijk was aan een god. Farao’s lieten speciale graven voor zichzelf bouwen. Cheops bouwde de eerste piramide. De Egyptenaren schreven met hiërogliefen. Ze gebruikten geen letters maar tekens. Beeldschrift De Egyptenaren gebruiken geen letters, ze gebruiken tekens. Elk teken is een woord. Heel veel tekens maken een zin, net als bij een rebus. Deze tekens van de Egyptenaren heten hiërogliefen. De Egyptenaren schreven de wanden van piramides, paleizen en tempels vol. Papier De Egyptenaren schreven ook op papier, als eersten ter wereld! Van papyrusriet maakten ze lange rollen om op te schrijven. Langzaam werden nu ook de tekens steeds eenvoudiger. Ze gingen steeds meer op gewone letters lijken. De ouderwetse hiërogliefen gebruikten de Egyptenaren nog wel. Maar alleen als versiering in tempels en paleizen. Vertaling Eeuwenlang hebben mensen gezocht naar de betekenis van al die Egyptische tekens. Niemand wist het. Tot 200 jaar geleden een steen werd gevonden met een tekst in drie verschillende talen. Een van die talen was Egyptisch. Die hiërogliefentekst is goed vergeleken met de andere teksten. Toen lukte het om de hiërogliefen te lezen.