Afweer tegen ziektekiemen in Cytopolis INTRODUCTIE Je lichaam wordt elke minuut aan duizenden ziektekiemen blootgesteld. Schimmels, gisten, virussen, bacteriën en parasieten proberen langs de barrières te komen die je lichaam tegen deze invasie opwerpt. Thema Je lichaam is een prettige leefomgeving voor allerlei soorten organismen. Sommige daarvan veroveren een plekje zonder dat we last van ze hebben, zoals parasitaire wormen die in je haarzakjes leven. Soms hebben we zelfs voordeel van een organisme dat bij ons leeft. Denk bijvoorbeeld aan de bacteriën die in ons darmstelsel leven en – in ruil voor voedingsstoffen – vitamine K voor ons produceren. De meeste organismen profiteren echter vooral van alle mogelijkheden die ons lichaam hen biedt: voedingsstoffen en bescherming. Probleemstelling Je lichaam kent verschillende manieren om de “vijand” buiten de deur te houden. Wat dat betreft kun je het lichaam vergelijken met een ouderwetse, middeleeuwse stad: de verdedigingswerken en wachters van de stad worden gevormd door organen en cellen in je lichaam. In deze opdracht leer je meer over de verschillende verdedigingswerken van je lichaam en de wijze waarop zij onderling contact hebben. Ook zie je hoe het bepaalde organismen soms toch lukt om door de verdedigingslinies heen te breken. ORIËNTATIE Hoofdvraag-deelvragen Aan het einde van deze module moet je het antwoord weten op de volgende vragen: Welke organen en celtypen zijn betrokken bij de afweer? Welke soorten afweer bestaan er? Welke soorten cellen behoren tot de verschillende afweerstrategieën? Hoe werken de cellen samen? Hoe kan het immuunsysteem zichzelf aanpassen aan nieuwe dreigingen? Hoe kan het immuunsysteem geholpen of afgeremd worden? Persoonlijke leervragen Wat wil je zelf te weten komen tijdens de behandeling van dit thema? Wat zijn jouw persoonlijke leerdoelen? Je kunt daarbij denken aan vragen als: Heb jijzelf een ziekte gehad waar je meer van zou willen weten, bijvoorbeeld hoe het lichaam reageert op deze aandoening? Voorkennis Voordat je met deze opdracht start, moet je weten welke kenmerken een cel heeft. Informatie hierover vind je in de Kennisbank StudioBiologie bij het onderdeel 2.1.2 Celorganellen en kern. Eindtermen Biologie HAVO Subdomein A 1.7: Maatschappij, studie en beroep 7. De kandidaat kan toepassingen en effecten van natuurwetenschappen en techniek in verschillende maatschappelijke situaties herkennen en benoemen. Tevens kan hij een verband leggen tussen de praktijk van verschillende beroepen en de eigen kennis, vaardigheden en attitude. Subdomein E5: Huid en immuniteit 24. De kandidaat kan uitleggen hoe de huid en het immuunsysteem bijdragen aan het handhaven van het dynamisch evenwicht in het inwendig milieu. VWO Subdomein A7: Maatschappij, studie en beroep 7. De kandidaat kan toepassingen en effecten van natuurwetenschappen en techniek in verschillende maatschappelijke situaties herkennen en benoemen. Tevens kan hij een verband leggen tussen de praktijk van verschillende beroepen en de eigen kennis, vaardigheden en attitude. Subdomein B2: Structuren van cellen 10. De kandidaat kan cellen en delen van cellen herkennen en de functies benoemen, en daarbij de relatie leggen met hogere en lagere organisatieniveaus. Subdomein D4: Celprocessen 17. De kandidaat kan verschillende celprocessen, onder andere assimilatie- en dissimilatieprocessen, onderscheiden en in verband brengen met verschillende organisatieniveaus, en aangeven welke factoren daarop van invloed zijn. Subdomein D5: Eiwitsynthese en biotechnologie 18. De kandidaat kan uitleggen hoe onder andere DNA en RNA betrokken zijn bij de eiwitsynthese, heeft inzicht in de werking van enzymen en factoren die enzymwerking beïnvloeden en kan een relatie leggen tussen deze processen en erfelijkheid. Subdomein E5: Bescherming van het interne milieu 23. De kandidaat kan uitleggen hoe de huid en het immuunsysteem bijdragen aan het handhaven van het dynamisch evenwicht in het inwendig milieu. Kernbegrippen Allergie Aspecifieke afweer B-lymphocyt Chemotaxis Cytokinen Cytotoxische T-lymphocyt Geheugencel Granulocyt Huid Immunisatie Lederhuid Lymfe(knoop) Lysis Macrofaag Mechanische afweer Mestcel MHC-complex Monocyt Natural Killer cel Plasmacel Slijmbekercel Slijmvlies Specifieke afweer T-helpercel Thymus T-lymphocyt Vaccinatie Eindproduct Je eindproduct is het hoofdstuk dat volgt op het verhaal uit bron 1. Je schrijft dit hoofdstuk individueel. In het hoofdstuk komen de verschillende celtypen, organen en structuren voor die bij je gekozen onderwerp horen. WERKWIJZER Vooraf Je werkt deze opdracht individueel door. Benodigdheden pc met internetverbinding BiNaS tabellenboekje (5e druk, 2008) Tijd Voor de opdracht heb je ongeveer 6-7 uur nodig. Het goed doorlezen van bron 1 kost je ongeveer een half uur. Het bekijken van de onderdelen van de kennisbank kost je ongeveer één uur. Het opzoeken van de antwoorden op de vragen kost je ongeveer één uur. Het schrijven van het verhaal kost je ongeveer 4 uur. Stappenplan Stap 1 1. Lees bron 1. 2. Bekijk de onderdelen uit de kennisbank die relevant zijn voor deze opdracht. Je vindt ze onder het kopje Kennisbank. De verschillende karakters in het verhaal staan voor de typen cellen en organismen die betrokken zijn bij een immuunreactie tegen een virale infectie. Ook komen de organen terug in het verhaal. Gebruik voor de volgende opdrachten ook BiNaS: de tabellen 84i tot en met 84n helpen je verder op weg. 3. Noem o o o o o de namen van de celtypen die horen bij de volgende karakters: “Het slachtoffer” o Het T-team Brigadier Faag o Het B-team Rechercheur Monocyt o De Plasma-sectie Het granuloteam o De Cytotox-agenten De NK-dienst 4. Schrijf ook voor jezelf op waar in het lichaam deze celtypen verblijven. 5. Noem de namen van de structuren die terugkomen in het verhaal als: o De enveloppe “bewijsstukken” o Antimiddel 6. Noem o o o o de organen die in het verhaal voorkomen als: De stadsmuur Het merg-hoofdkantoor De afdeling “Archivering” Het Thymaalgebouw ofwel het T-opleidingscentrum 7. Waarvoor staat Cytopolis model? 8. De leeftijd van de stad is deels af te leiden uit het verhaal. In welke leeftijdscategorie valt Cytopolis? 9. Waaruit kun je opmaken dat het in dit verhaal draait om een virale infectie, ook als dat niet genoemd zou worden? 10. Waar zullen mestcellen terug te vinden zijn in je lichaam? Stap 2 Kies één van de onderstaande situaties en onderzoek het effect van deze situatie op je afweersysteem. Veel informatie vind je al in de volgende onderdelen van Studiobiologie: - 16.4.1 Antigenen en antistoffen - 16.4.2 Het immuunsysteem helpen - 16.4.3 Afweermechanismen - 16.4.4 Ontwikkeling van specifieke immuniteit - 16.4.5 Lichaamsvreemd weefsel. Het ontstaan (en al dan niet onschadelijk maken van) kankercellen Het toepassen van passieve immunisatie Het toepassen van actieve immunisatie/vaccinatie Een behandeling met antibiotica Een succesvolle orgaantransplantatie Een bloedtransfusie met bloed van een verkeerde donor Een allergische reactie op pollenkorrels: hooikoorts Een infectie met het HIV-virus Stap 3 Schrijf het vervolg op het verhaal uit bron 1. Gebruik waar mogelijk dezelfde karakters, plaatsen en structuren; voor nieuwe karakters verzin je zelf een bijpassende persoonlijkheid. Je gebruikt tussen de 800 en 1200 woorden. KENNISBANK StudioBiologie - 16.2.1 Huid en slijmvliezen StudioBiologie - 16.2.2 Beenmerg StudioBiologie - 16.2.3 Leukocyten StudioBiologie StudioBiologie StudioBiologie StudioBiologie StudioBiologie - 16.4.1 16.4.2 16.4.3 16.4.4 16.4.5 Antigenen en antistoffen Het immuunsysteem helpen Afweermechanismen Ontwikkeling van specifieke immuniteit Lichaamsvreemd weefsel BRONNEN Bron 1: Startverhaal Moord in Cytopolis Het slachtoffer lag op de grond en was totaal gelyseerd. “Wat moeten we hier mee?” Brigadier Faag keek Rechercheur Monocyt twijfelend aan. Ze waren zojuist aangekomen op de plek van de misdaad en hadden de dader net gemist. “We hebben hem nota bene de hoek om zien rennen, maar ik herkende hem niet. Jij wel?” “Of we hem nu herkend zouden hebben of niet, dat maakt toch geen verschil. Onze taak is allereerst om ons over het slachtoffer te ontfermen. Al heeft dat dit keer weinig zin, maar goed. We moesten hier we stoppen, dat ‘ie dood was hadden we niet kunnen zien tijdens het rennen. Trouwens, de dader heeft wel wat achtergelaten. Misschien dat dat ons wat op weg kan helpen.” Monocyt boog zich voorover en pakte een stukje vreemd materiaal op. Vreemde, kronkelende vormen staarden hem aan. Zoals ik al vermoedde, dacht Monocyt, weer één. Dat is de zoveelste de afgelopen uren. Het was te verwachten. Misdadigers passen zich snel aan en het is natuurlijk al een tijdje geleden dat we de laatste sluipmoordenaar in Cytopolis hebben mogen ontvangen. Ach ja, we vinden wel een oplossing. Hebben we tot nu toe altijd voor elkaar gekregen. Hij stopte het bewijsstuk in een enveloppe waarop “MHC-II” was geschreven en draaide zich naar Faag. “Macro, roep jij even een granuloteam op om de boel op te ruimen? Tegen de tijd dat ze er zijn, zijn wij al klaar met bewijs verzamelen. Trouwens, we moeten snel zijn als we willen voorkomen dat de NK-dienst deze idioot eerder te pakken heeft dan wij. Ze vergeten altijd al hun papierwerk in te vullen, waardoor we weer helemaal opnieuw kunnen beginnen als we eenzelfde malloot aan het werk zien gaan.” De Natural Killer dienst, kortweg NK, was niet direct Monocyts favoriete groep collega’s. Hij besefte dat ze broodnodig waren voor het systeem, dat wel. Cellen met verkeerde ideeën moesten snel een kopje kleiner gemaakt worden. Toch was het nou niet direct een groep cellen om gezellig mee te gaan borrelen ’s avonds. Daar waren ze iets te ondoordacht voor. Noem het beestje maar bij de naam. Je bedoelt dom, dacht Monocyt. Ze maalden niet om het oplossen van de oorzaak. Het enige wat ze doen is zoeken naar losgeslagen cellen, maar echt nauwkeurig bekijken waar de problemen vandaan kwamen… “Ik vertel je, we moeten echt eens iets aan onze stadsmuren gaan doen. De muur is op verschillende plaatsen gebroken en er blijven maar misdadigers binnen komen. Het is niet onze taak dat te repareren, maar we zitten ondertussen wél met de zooi”. Monocyt stond briesend bij de balie van het Merg-hoofdkantoor. De Helpercel daarachter keek hem wat hulpeloos aan. Jaja, niet jouw taak. Begrijp ik. Ik bind al in. “Okee, genoeg gezeurd. Mijn probleem – ik begrijp ook wel dat jij er niets aan kan doen.” zei Monocyt, “Ik wil wèl graag dat je het volgende bewijsstuk aan het T-team en het B-team geeft. Ik wacht wel”. Hij haalde de enveloppe uit zijn zak en overhandigde deze aan de Helpercel. Achter zich hoorde hij een gesprek tussen twee binnenkomende B-teamleden. “Maar goed dat we vorige week datzelfde virus al gezien hebben, we konden direct de plasmasectie aan het werk zetten. Weer een probleem voorkomen!”. Jaja, murmelde Monocyt er in gedachten achter aan, problemen oplossen is een eitje als iemand anders het probleem al eerder voor je opgelost heeft. Hij nam nog een kop sterke glucose en zakte achterover in de bank in de wachtkamer. Ondertussen was het door de Helpercel. Er “bewijsstuk A” (zoals bezig om een manier B-team, enkele verdiepingen hoger in het hoofdgebouw, al bezocht was vastgesteld dat er nog nooit iets gezien was wat leek op het inmiddels genoemd werd) en verschillende leden waren druk te bedenken een dader te koppelen aan bewijsstuk A. “Ik heb wat!” “Wat?” “Gewoon, ik heb wat passends gevonden!” De B-cel in kwestie deelde zich van vreugde direct in tweeën. Een van de twee werd benoemd tot second-response specialist en werd overgeplaatst naar de archiveringsafdeling elders in de stad. De ander bleef maar delen: De resulterende plasmacellen zouden met een enorm oppervlak aan E.R. aan de gang gaan om antimiddelen te vormen. Deze kleine, maar effectieve plakgranaten zouden de straten van Cytopolis opgestuurd worden, om daarmee de dader en zijn familie een hak te zetten. Op die manier bleven ze, al dan niet in leven, gedwongen op hun plaats en konden vervolgens opgepikt konden worden door onder andere Monocyt en zijn agenten. Een speciaal soort antimiddel, het IgE, vond zijn weg al naar een mestcel-collega van de buitendienst. Deze informant zou de noodklok luiden als hij de dader zag. Hij had het telefoonnummer van het T-hoofdkantoor onder een keuzetoets van zijn mobiel staan onder de naam “histamine/mediatoren”. Hij hoopte altijd dat het zo ver zou komen; hij hield wel van de zwelling die veroorzaakt zou worden door het “bezoek” van de enorme aantallen afweercellen wanneer de straten schoongeveegd moesten worden. Monocyt liep terug de straten van Cytopolis in, nadat de Helpercel hem had verteld dat beide afdelingen het bewijs hadden bekeken. Hij wierp een blik door een van de ramen van het Thymaalgebouw. Hier was het T-opleidingscentrum gevestigd, waar een groep Cytotox-agenten – vers van de vooropleiding in het beenmerg – druk bezig met de voltooiing van hun opleiding. Daarna zouden zij direct de straat op gaan om cellen die door de dader besmet waren met vreemde ideeën op te pakken. Ondertussen sloop een zojuist overgeplaatste en hevig teleurgestelde T-cel naar de afdeling Archivering. Hij zou de actie missen, maar troostte zichzelf met de gedachte dat hij wel nuttig was. Ten slotte zou hij de eerste zijn die het zou horen wanneer de dader zich weer had aangepast en opnieuw zijn slag sloeg in de straten van Cytopolis… Enkele uren later stond Monocyt opnieuw voorovergebogen over een gelyseerd lijk. Dit keer echter geen normale inwoner, een lichaamscel, maar kleiner. Het was een virus. En het was niet het enige lijk. De straten in deze wijk lagen er bezaaid mee. Een groot deel was bedekt met antistoffen. Helaas lagen er ook wat andere tussen: de verkreukelde resten van cellen die besloten hadden om te luisteren naar het virus en zijn maten, maar ontdekt waren door het T-team. En dat waren niet de enige slachtoffers; ook behoorlijk wat granuloteamleden waren gesneuveld tijdens hun dappere strijd. “Macro, we hebben een nieuw Granuloteam nodig. Bel jij even?” Hij draaide zich weg van Faag, maar halverwege zijn draai keek hij nog even om. “Maak er maar 8 teams van. Deze wijk zal behoorlijk wat overlast hebben van pus de komende tijd…” Hyperlinks Bruikbaar bij stap 1. Wikipedia: Mestcel Bioplek: Overzicht afweer Literatuur BiNaS boekje (5e druk, 2008) LEERVERSTERKERS Examenopgaven Wil je bekijken of je deze stof op eindexamenniveau beheerst? Ga dan naar deze eindexamenopgaven op Twente Academy.