Mondgewoonten bij kinderen vanaf 1 jaar

advertisement
Mondgewoonten bij kinderen vanaf 1 jaar (inclusief
mondspelletjes)
In deze brochure staan de belangrijkste mondgewoonten beschreven. Tevens staan er
tips en oefeningen in waarmee u goede mondgewoonten kunt stimuleren en/of aanleren.
Duimzuigen en de fopspeen
Wanneer uw kind ouder wordt en blijft speen- of duimzuigen, kan dat een verkeerde
tonghouding en een verkeerde ademhaling tot gevolg hebben. Op momenten dat het
kind niet duimt, ligt de tong uit gewoonte onder in de mond. Zo blijft de mond
gemakkelijk openstaan en ademt uw kind door zijn mond in plaats van door zijn neus.
Dit heeft tot gevolg dat uw kind verkeerd slikt omdat uw kind met zijn tong tussen zijn
tanden slikt. Uw kind kan gaan slissen. De tong zit bij het praten tussen de tanden.
Het jarenlang speen- of duimzuigen heeft ook nadelen voor het gebit. De bovenkaak en
de stand van de tanden kunnen zo veranderen dat uw kind een zogenaamde ‘overbeet’ of
‘open’ beet krijgt. De groei van de onderkaak wordt belemmerd. Daardoor kan uw kind
zijn lippen niet goed sluiten en gaat uw kind door zijn mond ademen.
Mondademen
De normale manier van ademhalen is door de neus. De lucht die door de neus gaat wordt
vochtig gemaakt waardoor de keel minder geïrriteerd raakt dan bij mondademen. De
lucht wordt gezuiverd door kleine haartjes.
Door neusademen wordt de kans op infecties minder. Een ander voordeel van
neusademen is dat de neusdoorgang kleiner is waardoor uw kind harder moet werken om
lucht binnen te krijgen. De inademingspieren worden daardoor sterker. Dit geeft een
actievere lichaamshouding.
Een verstopte neus maakt het ademen door de neus moeilijk waardoor een
mondademhaling noodzakelijk wordt.
Na een verkoudheid is het van belang dat uw kind weer door zijn neus gaat ademhalen.
Echter uw kind kan gewend zijn geraakt aan het mondademen. Het mondje ‘hangt’ open
en het kost zo minder energie om door de mond te ademen.
Bij langdurig mondademen krijgt uw kind vuile, koude en droge lucht binnen, waardoor
hij keelpijn, ontstoken amandelen, kriebelhoest, oorontstekingen en een verstopte neus
kan krijgen.
Bij een oorontsteking treedt er vaak (tijdelijk) gehoorverlies op. Dat kan weer een
negatief effect hebben op de uitspraak, de taalontwikkeling en het communiceren.
Een kind dat door de mond ademt eet vaak slordig, praat onduidelijk, kwijlt en kan niet
ruiken. De tong ligt breed en slap in de mond, soms tegen de onderlip aan. De uitspraak
van p, b of m is moeilijker.
Uw kind praat met zijn tong tussen zijn voortanden, heeft slappe neusvleugels en een
vernauwde neusdoorgang door een blijvende verkoudheid. Uw kind slaapt met zijn mond
open en kan snurken.
Slikken
Een goede manier van slikken is met gesloten lippen, de tong achter de tanden en de
tong tegen het verhemelte aangedrukt.
Bij mondademen zijn de lippen slap en open. Daardoor kan uw kind geen goede
slikbeweging maken.
GGD regio Utrecht
033-4600046
www.ggdru.nl
De kaak en het gebit groeien niet op de juiste manier waardoor kauwproblemen kunnen
ontstaan.
Bij onvoldoende slikbewegingen wordt het middenoor te weinig geventileerd. Hierdoor
verandert de druk in het middenoor. Dit veroorzaakt pijnklachten en oorontstekingen.
Verkeerd slikken kunt u herkennen aan:
Slikken met licht getuite lippen die op elkaar geperst worden. De tong wordt tussen de
tanden geperst. De (te slappe) tong komt tussen de tanden bij de zogenaamde
tongpuntklanken (letters l-t-d-n-s-z).
Mondspelletjes
Er zijn verschillende spelletjes om de mondmotoriek te verbeteren. Samen oefenen is
leuk! Voor alle oefeningen geldt: begin rustig. Kijk welke oefeningen bij uw kind passen.
Houd de oefeningen kort en doe ze eerst voor. Een spiegel kan helpen en maakt het leuk.
Begin met de tongoefeningen en doe daarna de slikoefeningen. Dan volgen de
oefeningen om de lipspieren sterker te maken. Doe als laatste de neusademhalingsoefeningen.
Spelletjes voor de tong















Aan een ijsje likken: de tong langs het ijsje bewegen en niet het ijsje langs de
tong.
Lik kruimeltjes één voor één van het bord met de punt van de tong.
Poesje nadoen dat melk likt.
Een grote klok doet: Tik-tak, Tik–Tak, Tik-Tak.
Kleine klokjes doen: tikketakketikketakketik.
Slinger met de tong van links naar rechts, zoals de slinger van de klok doet.
De bel nadoen: tingeling.
Bezettoon van de telefoon: toettoettoettoet.
Probeer te sissen als een slang.
Een kakelende kip nadoen: tok toktok tok toktok.
Steek je tong uit en trek weer naar binnen, dit zonder je mond dicht te doen, doe
dit een paar keer achter elkaar, als een slang die steeds zijn tong uitsteekt.
Steek je tong uit, maak haar smal en puntig.
Doe je mond goed open en lik met je tongpunt je lippen af. Maak cirkels in beide
richtingen.
Steek je tong uit en beweeg haar eerst naar de kin en dan naar je neus en zo op
en neer.
Klak met je tong, snel en langzaam, net als het geluid van de hoeven van het
paard.
Slikoefeningen



Slikoefeningen zijn moeilijk voor peuters. De goede manier van slikken is: tong op
de bobbel, achter je boventanden, zuig je tong vast tegen je verhemelte en slik
nu door.
Probeer eens met een rietje te drinken en te slikken met het rietje tussen de
lippen.
Neem een hap brood, kauw goed, leg de brok achter op de tong en slik op de
juiste manier door. Probeer elke maaltijd vijf happen op de juiste manier door te
slikken.
Lipoefeningen


Maak afwisselend je lippen rond en breed, met open en gesloten mond.
Trek je lippen over je tanden heen naar binnen en laat weer los.
GGD regio Utrecht
033-4600046
www.ggdru.nl



Blaas losjes door de gesloten lippen waardoor je lippen trillen.
Probeer een potlood vast te houden tussen bovenlip en neus.
Zeg de volgende klanken terwijl je heel overdreven je lippen beweegt:
- Poe-pie-poe-pie
- Puu-pee-puu-pee
- Paa-poe-paa-poe
Neusademhalingsoefeningen





Druk een neusgat licht dicht, door het andere gat zachtjes je neus ophalen.
Zet een koud spiegeltje onder je neus, blaas lucht door de neus tegen het
spiegeltje. Het spiegeltje beslaat nu.
Houd de lippen los op elkaar, ruik aan een bloem (of iets anders), adem uit door
de neus.
Zoem samen een liedje mmmmmmm.
Lees boekjes samen. U stopt met voorlezen als de mond van uw kind open gaat
staan. Lees door als uw kind zijn lippen sluit.
Heesheid bij kinderen
Heesheid wil zeggen dat de stem niet helder is. Iedereen heeft wel eens tijdelijk last van
een hese of schorre stem, bijvoorbeeld bij een verkoudheid, na een schoolreisje of een
feest. Ook een allergie of astma kan heesheid veroorzaken.
Een langere periode van heesheid kan betekenen dat de stembanden geïrriteerd raken.
Je kunt dan minder goed verstaanbaar zijn.
De mate van kinderheesheid kan verschillen:
 lichte heesheid: het kind heeft weinig last van de keel.
 matige heesheid: het kind is vaak hees en heeft in die periode ook tamelijk veel
last van de keel.
 ernstige heesheid: het kind is steeds hees en heeft ‘s avonds en soms overdag
keelpijn. Regelmatig valt de stem korte of langere tijd helemaal weg.
Is heesheid te voorkomen?
Er zijn een paar punten waar u extra op kunt letten om problemen met de stem te
voorkomen:




De lichaamshouding van uw kind. Een in elkaar gezakte of een krampachtige
houding kan meespelen bij het ontstaan van stemproblemen. Zorg voor een
rechte hoofdhouding, rechte rug en schouders laag. Ook een goede lichamelijke
conditie van uw kind is van belang.
Het ademen door neus of mond. Door de mond ademen is niet zo gezond. Bij
ademen door de neus wordt de ingeademde lucht verwarmd en gezuiverd en dat
beschermt de luchtwegen.
Een goede ventilatie en luchtvochtigheid in huis is belangrijk.
Het lawaai in de omgeving. Als er veel lawaai in de omgeving is, zal uw kind
geneigd zijn harder te gaan praten. Probeert u daarom de omgeving rustig te
houden; bijvoorbeeld door de TV en Cd-speler niet te hard aan te laten staan.
Voor vragen of informatie kunt u contact opnemen met de jeugdarts of -verpleegkundige
van de GGD regio Utrecht. Telefoon 033-4600046.
GGD regio Utrecht
033-4600046
www.ggdru.nl
Download