Jenaplankernkwaliteiten Naam regio: Limburg- Noord Naam school: De Krullevaar- Sevenum De Omnibus- Baarlo De Toermalijn- Tegelen Het Maasveld- Tegelen De Triolier- Reuver De Klink- Grathem Naam invuller: Angelique Kluitmans Datum: 19 april 2011 1.1. Wijze van aanpak. Planning. 0 Bijeenkomsten rondom één jenaplankernkwaliteit. Elke keer wordt er 1 jenaplankernkwaliteit centraal gesteld binnen de scholen. Dit wordt uitgesmeerd over 4 jaar. De Jenacontactgroep heeft hiervan de volgorde vastgesteld. Het schoolteam wordt geïnformeerd over de betreffende jenaplankernkwaliteit op dat moment: Tijdens groepsbezoeken wordt er gericht naar deze kwaliteiten gekeken, in diverse overlegmomenten komt de betreffende kwaliteit ter sprake en ook kunnen stamgroepleiders zelf hun eigen ontwikkeling zichtbaar maken. Er wordt ook verband gelegd met hetgeen is ingevuld door de teamleden in het zelfevaluatie- instrument jenaplankernkwaliteiten. 1e jaar (ingaande vanaf heden) jenaplankernkwaliteiten 1.1, 2.1, 3.1 1.1.Kinderen leren kwaliteiten/uitdagingen te benoemen en in te zetten, zodanig dat zij zich competent kunnen voelen. 2.1.Kinderen ontwikkelen zich in een leeftijdsheterogene stamgroep. 3.1.Kinderen leren dat wat ze doen er toe doet en leren in levensechte situaties. 2e jaar jenaplankernkwaliteiten 1.2, 2.2, 3.2 1.2.Kinderen leren zelf verantwoordelijkheid te dragen voor wat zij willen en moeten leren, wanneer zij uitleg nodig hebben en hoe zij een plan moeten maken. 2.2.Kinderen leren samen te werken, hulp geven en ontvangen met andere kinderen en daarover te reflecteren. 3.2.Kinderen leren zorg te dragen voor de omgeving. 3e jaar jenaplankernkwaliteiten 1.3, 2.3, 3.3 1.3.Kinderen worden beoordeeld op de eigen vooruitgang in ontwikkeling. 2.3.Kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen en mee te beslissen over het Harmonieus samenleven in de stamgroep en school, opdat iedereen tot zijn recht komt en welbevinden kan ervaren. 3.3.Kinderen passen binnen wereldoriëntatie de inhoud van het schoolaanbod toe om de wereld te leren kennen. 4e jaar jenaplankernkwaliteiten 1.4, 3.4, 3.5 1.4.Kinderen leren te reflecteren op hun ontwikkeling en daarover met anderen in gesprek te gaan. 3.4.Kinderen leren spelend, werkend, sprekend en vierend volgens een ritmisch dagplan. 3.5.Kinderen leren initiatieven te nemen vanuit hun eigen interesses en vragen. 19- 04- 2011 1 Opmerkingen. Of 1.2. 0 Bijeenkomsten rondom een cluster jenaplankernkwaliteiten. Een cluster is b.v. alle jenaplankernkwaliteiten rondom “kind in relatie met zichzelf” Wijze van aanpak. Planning. Opmerkingen. Of 1.3. 0 Andere werkwijze. Wijze van aanpak. Planning. Opmerkingen. 2.1. Wijze van aanpak. 0 Werken met NJPV digitaal zelfevaluatieinstrument. Planning. Het zelfevalutie- instrument wordt na verloop van tijd nogmaals ingevuld om te kijken wat de hele ontwikkeling heeft opgeleverd. Het zelfevaluatie- instrument is door alle teamleden reeds ingevuld. De relatie wordt steeds gelegd wanneer er 1 kernkwaliteit centraal wordt gesteld (zie 1.1). Opmerkingen. Of 2.2. 0 Werken met andere instrumenten (b.v. van het JAS of CED) Wijze van aanpak. Planning. Opmerkingen. Of 2.3. 0 Werken met een mix aan instrumenten/ of anderszins Wijze van aanpak. 19- 04- 2011 2 Planning. Opmerkingen. 3. Wijze van aanpak. Planning. Organisatie van de consultatie. Binnen de jenacontactgroep is een volgorde vastgesteld van de jenaplankernkwaliteiten. Tijdens elke JCG wordt er 1 kernkwaliteit centraal gesteld en gaan we daarover met elkaar in gesprek. De kernkwaliteiten die centraal staan worden meegenomen in o.a. schoolplanontwikkelingen, nieuwsbrieven, teamvergaderingen en consultaties. 1e jaar (ingaande vanaf heden) jenaplankernkwaliteiten 1.1, 2.1, 3.1 1.1.Kinderen leren kwaliteiten/uitdagingen te benoemen en in te zetten, zodanig dat zij zich competent kunnen voelen. 2.1.Kinderen ontwikkelen zich in een leeftijdsheterogene stamgroep. 3.1.Kinderen leren dat wat ze doen er toe doet en leren in levensechte situaties. 2e jaar jenaplankernkwaliteiten 1.2, 2.2, 3.2 1.2.Kinderen leren zelf verantwoordelijkheid te dragen voor wat zij willen en moeten leren, wanneer zij uitleg nodig hebben en hoe zij een plan moeten maken. 2.2.Kinderen leren samen te werken, hulp geven en ontvangen met andere kinderen en daarover te reflecteren. 3.2.Kinderen leren zorg te dragen voor de omgeving. 3e jaar jenaplankernkwaliteiten 1.3, 2.3, 3.3 1.3.Kinderen worden beoordeeld op de eigen vooruitgang in ontwikkeling. 2.3.Kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen en mee te beslissen over het Harmonieus samenleven in de stamgroep en school, opdat iedereen tot zijn recht komt en welbevinden kan ervaren. 3.3.Kinderen passen binnen wereldoriëntatie de inhoud van het schoolaanbod toe om de wereld te leren kennen. 4e jaar jenaplankernkwaliteiten 1.4, 3.4, 3.5 1.4.Kinderen leren te reflecteren op hun ontwikkeling en daarover met anderen in gesprek te gaan. 3.4.Kinderen leren spelend, werkend, sprekend en vierend volgens een ritmisch dagplan. 3.5.Kinderen leren initiatieven te nemen vanuit hun eigen interesses en vragen. Opmerkingen. 19- 04- 2011 Er is voor gekozen om elk jaar van alle clusters een onderdeel aan bod te laten komen (relatie kind- zichzelf, relatie kind- ander/ andere, relatie kind- wereld). 3