Straling Onderdeel van het college Kernenergie Tjeerd Ketel, 4 mei 2010 In 1946 ontworpen door Cyrill Orly van Berkeley (Radiation Lab) Nevelkamer met radioactiviteit, in dit geval geladen deeltjes vanuit het centrum Rechts onder: Nieuw stralingssymbool van IAEA en ISO Doordringend vermogen • Afremmen met energieverlies bepaalt een dracht R: lucht Ralf a (E) lucht Rbeta (E) • ≈ 1 cm ≈ 100 cm Kans P op interactie via Compton- of foto-effect bepaalt een absorptielengte L: lucht Pgamma (E) 4 =1−e −d/L L ≈ 1000 cm Dracht en energie 5 Absorptieconstante −1 µ=L en energie 6 Radioactiviteit • Kinetische energie E van het deeltje dat wordt uitgezonden in het verval wordt bepaalt door massaverschil begin- en eindkern en massa van het deeltje m. • Tijdstip t van het verval wordt gegeven door het kansproces van tunnelen door een barriere met een hoogte (energie) en een breedte (afstand). 7 Vervalsconstante A(t) = λN (t) • Activiteit A(t) is aantal vervallende kernen per tijdseenheid. • N(t) is aantal kernen dat kan vervallen. • λ is de vervalskans van de kern per tijdseenheid en is tijdsonafhankelijk. 8 Eenheden activiteit • becquerel (Bq) • aantal vervallen per seconde • curie (Ci) • 1 Ci = 3,7 x 10 Bq • Equivalent van 1 g zuiver Ra met 10 226 τ = 1/λ = 1580 jaar 9 Halveringstijd • Na de halveringstijd T 1/2 is de activiteit gehalveerd. • Eigen werk. Laat zien: −λt • 1 N (t) = N (0) e • 2 T1/2 = ln 2/λ = 0, 693/λ • 3 1 Ci = 3,7 x 10 Bq 10 10 Beta-verval en elektronvangst 11 Z↑ β M (Z, N ) > M (Z + 1, N − 1) →N A(Z, N ) → A(Z + 1, N − 1) + β + ν̄e 12 − + β M (Z, N ) > M (Z − 1, N + 1) + 2me A(Z, N ) → A(Z − 1, N + 1) + β + νe + 13 EC M (Z, N ) > M (Z − 1, N + 1) A(Z, N ) + ebaan → A(Z − 1, N + 1) + νe + egat 14 α M (Z, N ) > M (Z − 2, N − 2) + mα A(Z, N ) → A(Z − 2, N − 2) + α 15 Rekenvoorbeeld Fusie in de zon begint met 1 H + 1 H → 2 H +β + + νe De Q-waarde volgt uit m(1 H) = 1, 007825 u en m(2 H) = 2, 014102 u, 2 1 1 2 2 Q1 = ∆m c = (m( H) + m( H) − m( H) − me − mβ )c = 2 × 1, 007825 − 2, 014102 − 2 × 0, 000549 = 0, 000450 u c2 = 0, 42 MeV De energie die vrijkomt is U2H = Q1 + Qann = 0, 42 + 1, 022 = 1, 442 MeV 16 Eenheden dosis • gray (Gy) −1 • geabsorbeerde energie per gewicht in J kg • rad (rad) −1 • energie per gewicht in 100 erg g −2 −2 4 −2 −2 • 1 Gy = 1 m s = 10 cm s = 100 rad • exposie in röntgen (R) gamma's voor ionisatielading van 1 esu • aantal cm−3 (=2,58 104 C kg−1) in lucht • 1 R = 0,878 rad 17 Effectieve dosis equivalente (RBE) waarde, • Radiobiologisch weegfactor w, of kwaliteitsfactor QF RBE = 1 RBE = 5 RBE = 20 gamma proton > 2 MeV alfa elektron, muon neutron <0,01 MeV neutron (0,1 - 2 MeV) • sievert (Sv) • als dosis D = 1 Gy, dan eff. dosis H = RBE Sv • rad equivalent voor een mens (rem) • als dosis D = 1 rad, dan eff. dosis H = RBE rem 18 Rekenvoorbeeld • Een A = 106 Bq bron met 100 keV gammastraling staat op 1 m afstand van een persoon (70 kg). Ongeveer 10% van de straling treft het lichaam en wordt volledig geabsorbeerd. Bereken de dosis gedurende een uur. • Energie per uur = 0,10 3600 A 105 [eV]1,6 10−19 [ J/eV]= 2,25 10−6 J verdeeld over het totale lichaamsgewicht. • De dosis in een uur is: 2,25/70 10−6 J/kg = 0,032 μSv (met RBE=1) 19 Gemiddelde stralingsdoses Bron Omgeving * Medisch Voedsel Kosmische straling Beroep Fall-out Overig klein Jaarlijkse dosis (μSv) 1650 370 300 260 8 5 0,4 * Radon, kalium en thorium bijdragen kunnen lokaal veel groter zijn 20 21 22 Effecten lichaamsdelen 23 Effecten gehele lichaam 24 Bestuderen • Andrews en Jelley • 8.4.7 "Radiation shielding" • Giancoli • 43-5 to 43-9 Straling en toepassingen • Deze presentatie (op website nikhef/ ~tjeerd) • Vaardigheid: Berekenen van stralingsdoses 25 Werken met bronnen • Eet niet en rook niet in een radiologisch laboratorium • Was je handen nadat je met radioactieve bronnen in contact geweest bent. • Draag je dosimeter of filmbadge. • Wees voorzichtig met bronnen en bewaar ze in een daarvoor bestemde ruimte. 26 Afscherming • γ : Lood (Pb), materiaal met hoge Z. • e : Plastic of aluminium (lage Z), tegen - remstraling van e-, en extra laag Pb tegen de γ’s. • e+: Lood (Pb) tegen 511 keV annihilatie γ’s. • andere geladen deeltjes: materiaal met hoge dichtheid. • neutronen: moderator met hoge (n, γ) doorsnede. Daar omheen hoge Z tegen γ’s. 27 Samenvatting eenheden • Activiteit van radioactieve bronnen • • 1 becquerel (Bq) = 1 s-1 • • 1 gray (Gy) = 1 J kg-1 1 curie (Ci) = 3,70 1010 s-1 (1 g radium) • Dosis geabsorbeerd in materiaal 1 rad (rad) = 100 erg g-1 = 100 g cm2s-2 g-1 • 1 röntgen (R) = 0,878 rad = 0,878 10-2 Gy • • 1 sievert = RBE Gy 1 rem = RBE rad • Effectieve dosis voor biologisch materiaal 28 (RBE = 1 - 20) Excursie naar reactor in Delft Vrijdag 7 mei: Station A'dam-Zuid 9:12 uur Station Delft 10.08 29 Röntgenafbeelding 30 Röntgenarts rond 1900 31 “Laboratorium” van Marie Curie 32