Nijverheid in de andere deelgemeenten droeg bij tot de

advertisement
Nijverheid in de andere deelgemeenten droeg
bij tot de economische groei
In tegenstelling tot de vroegere gemeente Zaventem bleven Nossegem,
Sterrebeek en Sint-Stevens-Woluwe lange tijd hoofdzakelijk op de landbouw
afgestemd.
Voor Nossegem had de aanleg in 1706 van de verbindingsweg Brussel-Leuven
een bijzondere betekenis. Hij bracht welvaart en een toename van de bevolking,
die zich voornamelijk toelegde op de graanteelt, met zich. De grote pachthoven
hadden ook een "brouwerij voor eigen gerief". Langs de steenweg verrezen
een reeks afspanningen naarmate het verkeer zich ontwikkelde. De gemeente
Nossegem werd aldus een ontmoetingscentrum voor Leuvense stedelingen en
groentekwekers, waar in de 19de eeuw elke eerst woensdag na Pasen een
befaamde jaarmarkt plaatsvond. Behalve enkele zelfstandige beroepen telde
Nossegem in 1846 een brouwerij en een jeneverstokerij, terwijl een houtzagerij
na 1875 overschakelde op stoommachines Met de invoer van goedkoper
graan uit de Verenigde Staten vanaf 1880 verdwenen de grote boerderijen en
werd overgeschakeld op veeteelt. In de periode vóór de Eeerste Wereldoorlog
ontstonden enkele melkerijen. De jeneverstokerij bleef bestaan tot 1910. De
zagerij "Goffeau" werkte ook daarna door. Kareelbakkerijen werden ook
opgezet, meestal echter enkel voor één seizoen. In tegenstelling tot het
naburige Zaventem waren er in Nossegem geen grote nijverheden. In de
periode na 1945 telde Nossegem een houtzagerij, een textielweverij, een
papier- en kartonfabriek, een cichoreibranderij. Langzamerhand werd deze
agrarische industrie vervangen door het grote industrieterrein "ZaventemZuid", gelegen langsheen de Leuvensesteenweg. De nabijheid van de
luchthaven en een autowegenknooppunt droegen ertoe bij dat heel wat
bedrijven uit de distributie, handel, research en administratie zich op deze zone
kwamen vestigen.
Ook te Sint-Stevens-Woluwe was de oudste economische bedrijvigheid de
landbouw. Omstreeks het begin van de 18de eeuw deed de aardappelteelt zijn
intrede in onze gewesten. Aanvankelijk voor eigen gebruik bestemd zou de
teelt zich na 1720 uitbreiden voor de markt in het naburige Brussel en voor de
dierenvoeding. Dit bracht echter minder werk voor molenaars en bakkers met
zich mee, aangezien de eetgewoonten zich wijzigden. Na 1850 ontwikkelde zich
te Sint-Stevens-Woluwe de witloofteelt. Gelegen aan de Woluwe was het
logisch dat ook in deze gemeente enkele watermolens werden opgericht. De
drie molens
waren hoofdzakelijk bestemd voor het malen van graan, soms
zelfs ook voor bewoners van verder afgelegen gemeenten zoals Erps-Kwerps.
Door de sanering van de Woluwe in 1932 werden de laatste sporen ervan
uitgewist. Verder telde Sint-Stevens-Woluwe enkele brouwerijen en stokerijen,
evenals een aantal afspanningen opgericht na de aanleg van de
Leuvensesteenweg. Met de bouw van de eerste stenen huizen begon de
uitbating van steengroeven en kalkovens. Dit vormde het begin van de echte
industrie. Voorheen was de activiteit louter toegespitst op het voorzien in de
elementaire behoeften van de plattelandsbevolking. Als echt moderne
nijverheid ontstond in het begin van de 20ste eeuw de papierproductie die zich,
zoals in Zaventem, ontwikkelde via de bouw van papiermolens langsheen de
Woluwe. Na de Eerste Wereldoorlog zou deze papiernijverheid echter in verval
geraken door het niet aanwenden van de nieuwste technieken. Grote fabrieken
zijn in Sint-Stevens-Woluwe nooit talrijk geweest (farmaceutisch bedrijfje,
weverij, kledingbedrijf, metaalverwerking). Vanaf de tweede helft van de 20ste
eeuw zou zich dan langsheen de Leuvensesteenweg een semi-industriële zone
ontwikkelen, die haar grootste expansie kende in de periode 1970 tot heden.
Meestal gaat het om bedrijven actief en de distributie, autohandel, opslag,
tentoonstellingsruimten, research. In de voortdurende economische
ontwikkeling van Groot-Zaventem bekleedt Sint-Stevens-Woluwe een
belangrijke plaats. Steeds meer bedrijven kwamen er zich vestigen. Deze
opgang is echter gepaard gegaan met een aanzienlijke achteruitgang van het
landbouwareaal dat tot de Tweede Wereldoorlog vrij groot was gebleven, maar
na 1945 drastisch terugliep (van 90% van de totale oppervlakte van de
gemeente in 1929 tot 32% in 1976).
Net zoals in de andere deelgemeenten van Zaventem was de landbouw in
Sterrebeek de oorspronkelijke economische hoofdbedrijvigheid, met als
voornaamste teelten tarwe, haver, hop, koolzaad, gerst en boekweit. Er waren
opvallend weinig weiden ondanks een veestapel. Deze wer te grazen geleid
langs wegen en grachten. De aardappelteelt groeide sterk aan na 1846. De
landbouw beleefde zijn hoogtepunt in de periode 1795-1880 met het ontstaan
van grote pachthoven, in handen van beperkte groepen edellieden.
Zelfstandige boeren waren er haast niet. Men verbouwde groenten en vooral
graan. De aanleg van de spoorwegen droeg ertoe bij dat de verkoop van
landbouwproducten vlotter verliep en winstgevender werd. De landbouwers
konden hun koopwaar gemakkelijker te Brussel en Leuven aanbieden. Aan die
gunstige situatie kwam een einde met de graancrisis van 1880. het zette de
landbouwers aan over te schakelen op veeteelt en andere economische
activiteiten. Omstreeks 1900 deed ook de witloofteelt zijn intrede in Sterrebeek.
In de 19de eeuw had Sterrebeek enkele vormen van plattelandsindustrie: een
watermolen, een windmolen en twee stokerijen van jenever waarvan er een
later omgevormd werd tot een textielfabriekje (dekenweverij) met
stoommachine (1868). Het bleef het enige industriële initiatief dat de gemeente
ooit kende. In 1892 werkten er 40 arbeiders. De fabriek werd in 1914 door de
Duitse bezetter volledig geplunderd. Na de Eerste Wereldoorlog behield
Sterrebeek enkele kleinere bedrijven zoals een maalderij (met elektromotor) en
de al vernoemde weverij. Vanaf de jaren 1960 kan men niet meer spreken van
een noemenswaardige industrie te Sterrebeek. Wel is er een bloeiende
middenstand, familiale ondernemingen (bouw, hout) die inspelen op de noden
van de nieuwe bevolkingsgroepen die zich in toenemende mate zijn komen
vestigen. Bovendien is er de niet te verwaarlozen nabijheid van de
industriezone "Zaventem-Zuid" en het recente golfproject op de site van de
vroegere renbaan.
Contact
Archief en Informatie
Kleine Kerkstraat 11
1932 Sint-Stevens-Woluwe
02/720.18.56
02/720.18.56
[email protected]
http://www.zaventem.be
Openingsuren
Ma
Di
Wo
Do
Vr
08u-12u
08u-12u
08u-12u
08u-12u
08u-12u
en
en
en
en
en
13u-16u
13u-16u
13u-16u
13u-16u
13u-16u
Download