Handleiding begeleiders

advertisement
De honingbij
imkerles -buiten
Bijen op De Ulebelt – groep 5 t/m 8
Handleiding buitenles
De Honingbij – imkerles (2010)
Teksten: Anne Remmerswaal en Maike Nelissen
Tekeningen: Noortje Remmerswaal, Anne Remmerswaal
Stichting De Ulebelt
Maatmansweg 3
7425 NC Deventer
0570 65 34 37
www.ulebelt.nl
Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................................ 1
IN HET KORT ..................................................................................................................................................... 2
MAATREGELEN BIJ EEN BIJENSTEEK ................................................................................................................. 4
A BEZOEK AAN DE BIJENSTAL ........................................................................................................................... 5
B OP ZOEK NAAR BIJEN EN BLOEMEN............................................................................................................... 6
C KAARSEN MAKEN ......................................................................................................................................... 8
1
IN HET KORT
In deze buitenles maken de leerlingen kennis met de imker en zijn werkzaamheden. De les vindt
plaats op De Ulebelt en wordt verzorgd door een imker van Imkervereniging Deventer.
In dit hoofdstuk wordt een korte omschrijving van de les gegeven en de voorbereiding die nodig is
voorafgaande aan de les. Op de volgende pagina vindt u een beschrijving van de maatregelen die
getroffen worden in het geval van een bijensteek. Vervolgens wordt een korte beschrijving van de
drie opdrachten gegeven. De beschrijving van de opdrachten zal ook op De Ulebelt aanwezig zijn.
Opzet
De les bestaat uit drie onderdelen.
1
2
3
Ontvangst en inleiding door de imker
 Bezoek aan de bijenstal
 Op zoek naar bijen en bloemen
 Kaarsen maken
Honing slingeren en afsluiting
gemeenschappelijk
in drie groepen
10 min
3 x 15 min
gemeenschappelijk
20 min
Voorbereiding




Deel de klas van tevoren in 3 groepen in.
Zorg voor 2 extra begeleiders (in totaal dus minimaal 3 begeleiders).
Vraag de leerlingen en begeleiders om lange mouwen, kousen en een broek met lange pijpen aan
te trekken tijdens de les op De Ulebelt.
Maak kopieën van werkblad B, 1 voor elke leerling. De instructie op Werkblad C, kaarsen maken,
is aanwezig bij De Ulebelt. Zorg dat kinderen een potlood meenemen.
Lesbeschrijving
Ontvangst en inleiding door de imker
De imker stelt zichzelf voor en geeft een korte inleiding. Vervolgens legt hij uit wat er gaat gebeuren.
De klas is verdeeld in 3 groepen. Er zijn 3 onderdelen:
A. Een bezoek aan de bijenstal onder begeleiding van de imker
B. Op zoek naar bijen en bloemen
C. Kaarsen rollen van bijenwas
Werken in 3 groepen
Er wordt gewerkt in 3 rondes. Met elke groep gaat één van de begeleiders mee. Om de 15 minuten
wisselen de groepen. De leerkracht houdt de tijd in de gaten.
2



Eén groep begint met onderdeel A en gaat met de imker mee de bijenstal in.
Eén groep begint met onderdeel B en gaat met zijn begeleider op zoek naar bijen en bloemen.
Eén groep begint met onderdeel C en gaat met zijn begeleider kaarsen maken. Deze opdracht is
meestal het snelste klaar!
Bij het wisselen schuiven de groepen door: A gaat naar B, B gaat naar C, C gaat naar A, etc.
Als alle leerlingen de 3 opdrachten hebben gedaan, sluit de imker af met een kort praatje en
demonstratie van de honingslinger.
Huisregels




zorg voor geschikte kleding bij een bezoek aan de imker: lange mouwen en pijpen.
W gedragen ons rustig op het terrein van De Ulebelt, zeker als we in de buurt van de bijenstal
komen.
We lopen niet dwars door de tuinen, maar we blijven op het hoofdpad en de kleine paadjes.
We laten alle bloemen staan, eraan ruiken mag wel!
Na afloop van het bezoek aan de imker kan de klas nog gaan spelen op de Bouwspeelplaats van De
Ulebelt.
Veel plezier met deze imkerles!
3
MAATREGELEN bij een BIJENSTEEK
Net als in de vrije natuur worden er op De Ulebelt wel eens bezoekers door een bij gestoken. Dat is
bijna niet te voorkomen en vaak ook pijnlijk. Vrijwel altijd kan het ongemak (door een BHV-er) met
eenvoudige middelen verzacht worden.
plaatselijke reacties, die vrijwel altijd optreden
stadium symptomen
0
op de plek van de steek
 jeuk
 pijn
 bult
 rood
maatregelen

wip met een mesje de angel uit de huid
o druk niet op het gifblaasje
smeer prikweg op de bult
gebruik een azijn- of waterverband ter
verkoeling


In zeer zeldzame gevallen kunnen de klachten toenemen. Dan is bezoek aan een arts noodzakelijk.
Hieronder een overzicht van een mogelijk verloop van de stadia.
algemene allergische reacties (na ca 5 minuten)
stadium symptomen
1
over het hele lichaam
 jeuk
 rood
 zwelling

2
3
4

maagdarmverschijnselen
o diaree
o overgeven
onwillekeurig urineverlies




lichaam wordt bleek
hartkloppingen
veel zweten
evt. bewustzijnsverlies
maatregelen

stuur de patient naar de huisarts (of het
ziekenhuis)
o evt. wordt een antihistaminicum
(zoals bv Tavegil) voorgeschreven

bel het ziekenhuis om de patiënt aan te
kondigen
ga met de patiënt naar de spoedpost van
het ziekenhuis
o er is wellicht sprake van een
anafylactische shock

Deventer Ziekenhuis
Nico Bolkesteinlaan 75
tel 535353
A
BEZOEK AAN DE BIJENSTAL
onder begeleiding van de imker
De imker:

vertelt wat het werk van een imker is;

laat een bijenvolk zien;

laat zien hoe een bijenkast eruit ziet (broed, eventueel eitjes, honing, etc.)

legt uit dat je niet bang hoeft te zijn voor bijen in het veld, je moet wel voorzichtig zijn als
je in de bijenkast komt.
5
B
OP ZOEK NAAR BIJEN EN BLOEMEN
Bijen halen sap van bloemen (het nectar) uit de bloemen. Ook halen ze stuifmeel uit
bloemen. Daarom vind je altijd bijen op en rond bloemen. Behalve bijen zie je ook andere
insecten die op bloemen vliegen. Een insect dat erg op de bij lijkt, is de hommel. Jullie gaan
nu kijken naar insecten die op bloemen vliegen.
Ga naar een plek waar veel verschillende bloemen bloeien. Daar zijn altijd wel insecten te
vinden.
Zet iedere keer een streepje wanneer je één van onderstaande beestjes ziet.
Aantal:
Turf wie welke kleuren bezoekt.
geel
rood
blauw
wit
6
Aantal:
Aantal:
Volg één hommel of één bij. Doe dit ongeveer 5 minuten.
Bijen hoor je duidelijk zoemen. Dat doen ze als ze :
Hoe zit een bij of hommel op een bloem?
O
ze zitten stil
O
ze scharrelen druk rond
zitten /
vliegen
Hoeveel bloemen bezoekt jouw hommel of bij? Zet streepjes bij de kleur.
geel
rood
blauw
wit
Zijn er ook bloemen waar helemaal geen bijen op zitten?
Ruik eens aan verschillende bloemen. Wat valt je op?
…....................................................................................................................
Bekijk een bij op een bloem heel goed. Vooral de achterpoten. Zie je gele klompjes? Dat is
stuifmeel. Kleur de plek waar je de stuifmeel ziet.
Kijk in de bloem die net bezocht is.
De kleur van het stuifmeel van de bloem is:
..................................................................
7
C
KAARSEN MAKEN
Bijen maken bijenwas met ‘zweetklieren’ in hun achterlijf. Met deze was bouwen ze raten
om eitjes in te leggen of honing op te slaan. Om de bijen te helpen, hangt de imker het begin
van de raten in de bijenkast. Deze ‘kunstraten’ zijn gemaakt van zuiver bijenwas. De bijen
bouwen op de kunstraten verder. Van kunstraten kun je ook mooie en milieuvriendelijke
kaarsen maken. De leerlingen gaan zelf een kaars maken.
Benodigdheden:
 1 velletje kunstraat van bijenwas
 1 lont
Hoe maak je de kaars:
1. Leg een vel kunstraat met de korte kant naar je toe.
2. Leg de long langs de rand.
Laat hem aan één kant ongeveer 2,5 cm uitsteken.
3. Rol de was strak om de long heen. Net zoals je een pannenkoek oprolt.
4. Ga door met rollen tot de hele raat is opgerold.
Hoe strakker je rolt, hoe beter de kaars brandt.
Pas wel op dat je niet zo strak rolt dat het vel kunstraat breek!
5. Klaar is je kaars! Je mag de kaars mee naar huis nemen.
Vraag een volwassen persoon of hij / zij wil helpen met aansteken.
8
Download