Ontwerp verslag 9/11/07

Besluiten MORA-Commissie Goederenvervoer 23 maart 2010
MORA(Com2)/N-10/03
Bijeenkomst MORA-commissie
Goederenvervoer
Ontwerpbesluiten van 23 maart 2010
Aanwezig:
voorzitter:
h.
L. Verkinderen
leden:
de hh.
mevr.
E. Grietens, N. Muys, G. Popelier, J. Roskams, K. Van Coillie,
M. Vertriest, B. Wuyts
K. Mariën
secretariaat:
hh.
F. Van Thillo (secretaris MORA), N. Milo
mevr.
A. Wuyts
Verontschuldigd:
de hh.
mevr.
F. Larridon, F. Moreels, B. Neyens, M. Vanhee
I. De Maegt, P. De Somere, E. Van Hertbruggen, A. Verhetsel
1 . Verwelko ming
De voorzitter verwelkomt de aanwezigen op de extra vergadering van de Commissie
Goederenvervoer met als enige agendapunt de bespreking van de ontwerpaanbeveling over
het beleidsproces van infrastructuurprojecten.
De formele goedkeuring van het verslag van de vergadering van 2 maart zal gebeuren op de
vergadering van 27 april.
2 . Beleidsp roces in frastructuu rp ro jecten
De MORA heeft tijdens de vergadering van 26 februari de opdracht gegeven aan de
Commissie Goederenvervoer om een ontwerpaanbeveling uit te werken over het
beleidsproces van infrastructuurwerken naar aanleiding van de publicatie van het eindrapport
van de Commissie Berx en de resolutie van het Vlaams Parlement over de versnelling van
infrastructuurprojecten.
1
Besluiten MORA-Commissie Goederenvervoer 23 maart 2010
Na een eerste bespreking tijdens de vorige Commissie Goederenvervoer schreef het
secretariaat een ontwerpaanbeveling, waarop de MORA-leden opmerkingen konden
formuleren. Op basis van deze opmerkingen maakte het secretariaat een nieuwe versie op.
Deze nieuwe tekstversie wordt uitgedeeld aan de aanwezigen en toegelicht (zie document in
bijlage).
Debat over de opportuniteit en het vervolgtraject van de aanbeveling
 De Commissieleden vinden het zinvol om een aanbeveling te formuleren over het
beleidsproces van infrastructuurprojecten.
 De voorliggende ontwerpaanbeveling is voor de aanwezige leden nog te algemeen en
biedt te weinig meerwaarde tegenover de reeds gegeven MORA-aanbevelingen uit
het Mobiliteitsrapport.
 Voorgesteld wordt om een aantal aspecten uit de aanbevelingen van de Commissie
Berx en Commissie Vlaams Parlement te lichten en deze concreet, inhoudelijk uit te
werken. Focus bij deze uitwerking moet liggen op het uitdiepen van de procedure van
het voortraject. De rol van de MORA mag één van de elementen zijn, maar mag niet
de hoofdzaak van de ontwerpaanbeveling uitmaken.
 De Commissie stelt voor om aan de MORA-raad extra tijd te vragen om de
aanbeveling te finaliseren. De finale ontwerpaanbeveling kan dan geagendeerd
worden op de MORA van eind april of eind mei. Indien de MORA dit te laat vindt, kan
gewerkt worden in twee stappen: een eerste algemene aanbeveling op hoofdlijnen en
een tweede aanbeveling die de hoofdlijnen verder concretiseert.
Debat over de inhoudelijke aspecten van de aanbeveling
 Afbakening tussen strategisch en niet-strategisch project
- Mogelijke parameters om onderscheid te bepalen: geografisch schaalniveau,
verwachte kostprijs, grootte mobiliteitsimpact, grootte impact op omgeving,
noodzaak voor maatschappelijk draagvlak,…
- De definitie uit het rapport van de Commissie Berx biedt een goede basis om op
verder te werken.
- De Commissie vraagt het secretariaat om de mogelijke criteria die het strategisch
karakter van een project bepalen, te toetsen aan een aantal concrete projecten
(geplande en gerealiseerde) en nagaan of het theoretisch concept ook praktisch
haalbaar is.
- De consequentie van het catalogeren van een project als strategisch of nietstrategisch moet duidelijk aangegeven worden.
- Het is niet de bedoeling dat de MORA zich uitspreekt over uitvoering van
concrete projecten.
 Aanbeveling 2 over het Procesplan
2
Besluiten MORA-Commissie Goederenvervoer 23 maart 2010
-



Het discussiepunt over de betrokkenheid van de MORA bij procesplannen, zal in
een latere fase van het opmaken van de aanbeveling behandeld worden.
- Het secretariaat krijgt de opdracht om verder uit te werken hoe een projectplan er
voor de MORA moet uitzien en welke vragen er in beantwoord moeten worden.
Aanbeveling 3 i.v.m. rapportering over het beleidsproces
- Geen opmerkingen van de Commissieleden.
Aanbeveling 4 over convergentie van het beleidsproces
- De aanbeveling is een goede basis om op verder te werken.
- Een voorste is om bij het uitwerken van een project altijd opnieuw de keuze voor
dit project af te wegen tegenover de oorspronkelijke projectdoelstellingen en twee
goed gekozen alternatieven.
Andere voorstellen
- De Commissie Sauwens en Berx vragen van de administratie een integraal
advies over de beleidsdomeinen heen. Een voorstel zou kunnen zijn om een
integraal advies van het middenveld, over alle SAR’s heen, te geven.
De Commissieleden zien een theoretische meerwaarde in dit integraal advies,
maar hebben praktische bezwaren.
De Commissie beslist om dit niet op te nemen in de ontwerpaanbeveling.
- De rol van de alternatieven in het voortraject moet uitgewerkt worden in de
ontwerpaanbeveling. Hierbij moet ook aandacht besteed worden aan de
degelijkheid, naar mobiliteitsnormen, van de alternatieven.
Afspraken
 Tijdens de MORA van 31 maart zal de voorzitter het resultaat van de Commissie
voorleggen aan de Raad.
 Indien de MORA het voorstel van de Commissie Goederenvervoer volgt:
- Kunnen de leden opmerkingen formuleren en input leveren voor de nieuwe
ontwerpaanbeveling tot 10 april.
- Zal het secretariaat een nieuwe ontwerpaanbeveling opmaken tegen 20 april.
Deze versie zal tijdens de volgende Commissie Goederenvervoer worden
besproken.
3 . Vergaderkalender

Volgende vergadering: dinsdag 27 april 2010 – 14h
Andere geplande vergaderingen:
 dinsdag 8 juni 2010 – 14h
 dinsdag 28 september 2010 – 14h
3
Besluiten MORA-Commissie Goederenvervoer 23 maart 2010


dinsdag 09 november 2010 – 14h
dinsdag 14 december 2010 – 14h
4