Handreiking Huisregels - Kennisplein gehandicaptensector

advertisement
Handreiking Huisregels
Publicatienummer 705.146
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
Utrecht, september 2005
1
Colofon
Uitgave | Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), instellingen voor dienstverlening aan
mensen met een handicap | Oudlaan 4, 3515 GA Utrecht | telefoon (030) 273 93 00 | www.vgn.org
Publicatienummer: 705.146
Bestellingen | Deze uitgave kan schriftelijk en telefonisch worden besteld bij de Vereniging
Gehandicaptenzorg Nederland | Postbus 413, 3500 AK Utrecht | telefoon (030) 273 93 00 | fax (030)
273 93 87 | Bestellen kan ook via [email protected]. Bij de bestelling graag de titel, het
publicatienummer 705.146 en het gewenste aantal vermelden.
Drukwerk | SpectraFacility, Utrecht
Deze brochure is met grote zorgvuldigheid en met gebruikmaking van de meest actuele gegevens tot
stand gekomen. Het is evenwel niet geheel uitgesloten dat de informatie uit deze brochure
onjuistheden of onvolkomenheden bevat. De VGN aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of
indirecte schade ontstaan door eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden.
2
Inhoudsopgave
Inleiding
5
Gehanteerde begrippen
6
Algemene toelichting
7
Handreiking Huisregels
11
Onderwerpen die in de huisregels kunnen worden opgenomen
12
Toelichting per huisregel
13
Onderwerpen die niet in de huisregels mogen worden opgenomen
16
Toelichting per onderwerp dat niet in de huisregels mag worden opgenomen
17
3
4
Inleiding
Alle instellingen die vallen onder de werking van de Wet Bijzondere opnemingen psychiatrische
ziekenhuizen (Bopz) zijn verplicht huisregels op te stellen. Ook is het van belang dat instellingen
huisregels opstellen vanuit het oogpunt van kwaliteit van zorg.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg presenteerde in het rapport ‘De uitvoering van de Wet Bopz
vraagt meer aandacht’ (januari 2004) de resultaten van een onderzoek naar huisregels in een groot
aantal Bopz-aangemerkte instellingen. Daaruit bleek dat de huisregels vaak niet aan de wet voldoen
- veel huisregels zouden te bevoogdend zijn en te ver gaan in het opleggen van
vrijheidsbeperkingen - of geheel ontbreken. In een overleg met de Inspectie voor de
Gezondheidszorg heeft de VGN toegezegd voor haar leden een Handreiking Huisregels op te stellen.
Deze handreiking kan worden gebruikt door alle instellingen in de gehandicaptenzorg (dus niet
alleen door Bopz-aangemerkte instellingen).
5
Gehanteerde begrippen
Hieronder treft u een toelichting op enkele begrippen die in dit document zijn gehanteerd.
Huisregels
In de praktijk wordt momenteel gewerkt met begrippen als algemene huisregels, groepsregels,
afdelingsregels, instellingsregels etc. De Wet Bopz hanteert de term huisregels. In dit model is deze
term overgenomen. Het is wenselijk vanuit het oogpunt van eenheid, duidelijkheid en
overzichtelijkheid dat instellingen, locaties, afdelingen etc. gebruik maken van één en dezelfde
term, namelijk huisregels. Vanzelfsprekend zal voor iedere locatie of afdeling de lijst van huisregels
verschillen, die zijn ten slotte ook mede afhankelijk van de situatie. Dit doet niets af aan het
karakter van de regels, namelijk dat zij een ordelijke gang van zaken bewerkstelligen.
Ondersteuningsplan
In de praktijk wordt ook gewerkt met verschillende benamingen voor het plan van de cliënt:
zorgplan, behandelingsplan, behandelplan, ondersteuningsplan etc. In deze handreiking wordt
gebruik gemaakt van het begrip ondersteuningsplan. Overigens voor alle duidelijkheid: het
ondersteuningsplan is niet hetzelfde als het zorgdossier van de cliënt. Het dossier dient wel het
ondersteuningsplan te bevatten.
‘Geen bereidheid geen bezwaar’
Cliënten die via de indicatieprocedure (artikel 60 Wet Bopz) worden opgenomen, worden cliënten
genoemd die geen bereidheid en geen bezwaar tegen opname hebben geuit.
Hoewel de wettelijke term ‘geen bereidheid geen verzet’ is, wordt in deze handreiking gebruik
gemaakt van de in de praktijk gehanteerde term ‘geen bereidheid geen bezwaar’.
Cliënt
In deze handreiking wordt gesproken over ‘overleg met’ en ‘toestemming van’ een cliënt. Het hangt
uiteraard af van de mate van wilsbekwaamheid van de cliënt of hierbij de (wettelijke)
vertegenwoordiger betrokken dient te worden.
Instelling
Huisregels kunnen worden opgesteld op instellings-, afdelings- of locatieniveau. Voor de
leesbaarheid zal in deze handreiking steeds gesproken worden over de instelling, hiervoor kan
echter ook locatie of afdeling gelezen worden.
6
Algemene toelichting
Handreiking
GGZ-Nederland heeft een aantal jaren geleden een modelreglement huisregels ontwikkeld dat mede aan
de basis ligt van deze handreiking. De VGN heeft er voor gekozen níet een modelreglement te maken,
maar een handreiking waarmee instellingen hun eigen set huisregels kunnen maken. Iedere instelling,
afdeling of locatie zal afhankelijk van de eigen situatie verschillende zaken willen regelen en ook nog
eens op een verschillende manier. Dat kan met deze handreiking. Deze handreiking is niet bindend, maar
bedoeld als hulpmiddel bij het uitvoeren van de wettelijke verplichting van Bopz-aangemerkte
instellingen om huisregels op schrift te stellen.
Juridisch kader
De Wet Bopz verplicht het bestuur van de instelling een schriftelijk overzicht van de in de instelling
geldende huisregels te overhandigen aan de cliënt, de echtgenoot, de wettelijke vertegenwoordiger en de
naaste familie. Ook dient de voor de behandeling verantwoordelijke persoon er zorg voor te dragen dat de
cliënt of de wettelijke vertegenwoordiger een mondelinge toelichting krijgt op de huisregels. Deze
Handreiking Huisregels voldoet aan de eisen die de Wet Bopz en het Besluit rechtspositieregelen Bopz
aan huisregels stellen. Bij de opstelling van deze handreiking is gebruik gemaakt van de uitleg die de
Inspectie voor de Gezondheidszorg in het rapport ‘De uitvoering van de Wet Bopz vraagt meer aandacht’
heeft gegeven over wat wel en niet in huisregels mag worden opgenomen. De huisregels gelden voor
zowel vrijwillig als onvrijwillig opgenomen cliënten.
Doel huisregels
Huisregels zijn bedoeld om een ordelijk verloop van de dagelijkse gang van zaken in huis te regelen.
Van de cliënt kan in de huisregels worden geëist dat hij zich gedraagt naar wat in het
maatschappelijk verkeer betamelijk is. De beperkingen die voor de cliënt in huisregels besloten
liggen, kunnen worden beschouwd als het onvermijdelijke gevolg van het verblijf in een instelling
waar ook andere cliënten verblijven.
Wie maakt de huisregels?
Het bestuur van een instelling is op grond van de wet Bopz verplicht ervoor te zorgen dat er in zijn
instelling huisregels worden opgesteld. Huisregels kunnen, afhankelijk van de situatie, op
instellings-, afdelings- of locatieniveau worden gemaakt. Dit zal afhankelijk zijn van de individuele
situatie. Huisregels dienen niet te worden gezien als beheersinstrument, maar (idealiter) als een
gezamenlijke, schriftelijke vastlegging van waarden en normen voor alle gebruikers. Cliënten
(vertegenwoordigers als cliënten daartoe niet in staat zijn) en medewerkers stellen samen de
huisregels op en evalueren ze regelmatig. Hierdoor kunnen cliënten zelf aangeven op welke wijze zij
met elkaar willen leven en werken met het oog op de ordelijke gang van zaken in de instelling. Ten
slotte dient de cliëntenraad in de gelegenheid te worden gesteld om advies uit te brengen.
Vormgeving
De VGN adviseert de huisregels zó vorm te geven, dat deze aansluit op het begripsvermogen en de
communicatiemogelijkheden van de gebruiker (bijvoorbeeld pictogrammen, brailleschrift etc.).
Zaken die niet in de huisregels mogen worden geregeld:
•
Individuele aangelegenheden:
Individuele aangelegenheden van een cliënt horen buiten de huisregels te blijven.
Huisregels mogen niet worden gebruikt voor het aanbrengen van beperkingen die
7
samenhangen met de stoornis/handicap van de cliënt. Zo mogen de huisregels niet
voorschrijven dat in geval van hinderlijk gedrag beperking van de bewegingsvrijheid zal
volgen. Ook mogen geen voorschriften met betrekking tot de behandeling worden
opgenomen. Huisregels laten echter onverlet dat in het ondersteuningsplan aan de cliënt
andere beperkingen worden opgelegd dan die welke in de huisregels zijn opgenomen. Deze
beperkingen moeten hun legitimatie vinden in de stoornis of handicap van betrokkene en in
de beoogde verbetering of stabilisatie daarvan. Anderzijds is het ook mogelijk dat het
ondersteuningsplan met hetzelfde oogmerk een cliënt ontheft van beperkingen die in
huisregels zijn opgenomen. Met andere woorden; bepaalde huisregels worden in individuele
gevallen niet van toepassing verklaard, verruimd of aangescherpt in het ondersteuningsplan.
•
Fundamentele rechten:
Het beperken van fundamentele rechten mag niet in de huisregels worden opgenomen.
Tot de fundamentele rechten van de cliënt horen: het ontvangen en verzenden van post,
het voeren van telefoongesprekken, het ontvangen van bezoek en bewegingsvrijheid in en
rond de instelling (artikel 40 Wet Bopz). Huisregels mogen de uitoefening van deze rechten
wel in juiste banen leiden, maar niet verder beperken dan nodig is voor een ordelijke gang
van zaken in de instelling. Uit bovengenoemd onderzoek van de Inspectie voor de
Gezondheidszorg is gebleken dat in de praktijk vaak beperkingen van fundamentele rechten
in huisregels worden opgenomen. Wat in de praktijk bijvoorbeeld nogal eens voorkomt is dat
in de huisregels de bepaling is opgenomen dat de voordeur altijd op slot zit. Dit mag dus
niet. Genoemde rechten kunnen alleen worden beperkt als voldaan is aan de in artikel 40
beschreven voorwaarden.
Voor vrijwillig opgenomen cliënten geldt dat zij niet in hun fundamentele rechten beperkt
kunnen worden, tenzij zij daarvoor toestemming hebben gegeven. Voor cliënten die via de
indicatieprocedure (op grond van artikel 60 Wet Bopz) zijn opgenomen (de zogenaamde
categorie cliënten ‘geen bereidheid geen bezwaar’) geldt hetzelfde. Uitzondering hierop is
dat zij wél beperkt kunnen worden in hun recht op bewegingsvrijheid in en rond de
instelling (op grond van artikel 40 Wet Bopz).
•
Sancties op het overtreden van huisregels
Van cliënten mag worden geëist dat ze zich aan de regels houden. Aan verstoringen van de
orde kunnen consequenties worden verbonden. Deze consequenties moeten erop gericht zijn
aan de verstoring een einde te maken en mogen niet het karakter van een straf dragen.
Sancties mogen niet worden opgenomen in de huisregels. Als van een cliënt storend gedrag
kan worden verwacht, zal daarop in het ondersteuningsplan moeten worden ingespeeld.
Algemene informatie
De wijze en mate van informatieverstrekking aan cliënten verschilt per instelling en per cliënt.
In deze handreiking wordt aangenomen dat er ook een algemene informatiebrochure aan de cliënt
wordt overhandigd. Zo zal informatie over bijvoorbeeld de was, huisdieren, de kapper, andere
brochures etc. die voor alle cliënten van de instelling gelden, bij voorkeur in een informatiebrochure
worden vermeld.
8
Opzet van de handreiking
In de hierna volgende handreiking wordt een overzicht gegeven van mogelijke onderwerpen die wel en
niet in de huisregels mogen worden opgenomen. Uitgangspunt is dat er niet meer regels moeten
worden opgesteld dan noodzakelijk is voor een ordelijke gang van zaken in de instelling, afdeling of
op de locatie. Dit betekent dat slechts die onderwerpen worden opgenomen die op de situatie van
toepassing zijn. Eerst volgt een lijst met onderwerpen die, indien van toepassing, in de huisregels
kunnen worden opgenomen. Deze lijst wordt vervolgens per onderwerp toegelicht. Daarna volgt de lijst
met onderwerpen die níet in de huisregels mogen worden opgenomen. Ook deze lijst wordt per
onderwerp toegelicht. Beide lijsten zijn niet uitputtend: richtsnoer blijft de vraag: is deze regel nodig
om de ordelijke gang van zaken in de instelling te regelen?
9
10
Handreiking Huisregels
11
Onderwerpen die in de huisregels kunnen worden opgenomen
Uitgangspunt
Uitdrukkelijk uitgangspunt van deze handreiking is dat er niet meer regels moeten worden opgesteld
dan strikt noodzakelijk is voor een ordelijke gang van zaken in de instelling.
Dit betekent dat u slechts die onderwerpen opneemt in uw eigen huisregels, die op uw situatie van
toepassing zijn. Dit kunnen bijvoorbeeld maar vijf onderwerpen uit onderstaande lijst zijn.
Algemene informatie in de door de afdeling/locatie te maken huisregels:
• Naam van de instelling:
• Naam van de afdeling/locatie:
• Bopz-aanmerking ja/nee:
• Datum:
• Overeenstemming met cliëntenraad d.d.:
Onderwerpen die in de huisregels kunnen worden geregeld:
1. Inleiding
2. Slaap- en rusttijden
3. Etenstijden
4. Post
5. Bezoektijden
6. Telefoneren
7. Privé-bezittingen
8. Roken
9. Alcohol
10. Drugs en andere verdovende middelen
11. Fotograferen, video en film
12. Handelen
12
Toelichting per huisregel
1. Inleiding
Ter inleiding op de huisregels kunt u onder meer omschrijven dat de huisregels zijn opgesteld om
een ordelijke gang van zaken binnen de instelling goed te regelen en het verblijf in de instelling zo
prettig mogelijk te maken. Ook kunt u hier omschrijven wat onder algemene omgangsvormen wordt
verstaan. Het is belangrijk te vermelden dat individuele afspraken in het ondersteuningsplan
voorrang hebben op de huisregels.
2. Slaap- en rusttijden
Voor de goede orde op een afdeling kan het belangrijk zijn om aan te geven wat de gebruikelijke
slaaptijden zijn in verband met bijvoorbeeld geluidsoverlast. Beperkingen zoals ‘je mag niet naar
bed voor half 10’ gaan te ver voor huisregels omdat het beperkingen van de bewegingsvrijheid zijn.
Als het nodig is voor een cliënt dit te regelen, kan dat in het ondersteuningsplan. Beperkingen zoals
‘om 11 uur moet het licht uit zijn’ kunnen nodig zijn wanneer meerdere mensen op een kamer
slapen. In dat geval zou u een bepaald tijdstip als richtlijn kunnen vermelden met de reden waarom.
Ook kunt u aangeven dat in overleg met cliënten/kamergenoten hiervan afgeweken kan worden. In
het kader van overlast kan hier eveneens het tijdstip worden vermeld waarop cliënten verwacht
worden ’s avonds terug te zijn wanneer ze zijn weggeweest.
3. Etenstijden
Het vermelden van etenstijden kan om organisatorische redenen van belang zijn. Wanneer het
belangrijk is dat cliënten op een nauwkeurig bepaalde tijd aanwezig moeten zijn omdat het anders
praktisch niet haalbaar is om iedereen van warm eten te voorzien, dan kunt u ook de reden voor deze
gewenste stiptheid vermelden.
Het verplicht stellen van deelname aan de maaltijden is geen geschikte bepaling voor het
huisreglement omdat het nuttigen van maaltijden in principe een eigen verantwoordelijkheid van de
cliënt is. Slaat een cliënt herhaaldelijk maaltijden over en is dit een probleem, dan moet de
behandelaar/begeleider dit met de cliënt bespreken.
Regels als 'je verschijnt netjes verzorgd aan tafel' of 'je neemt tafelmanieren in acht', kunnen buiten de
huisregels blijven omdat die als gewone omgangsvormen beschouwd kunnen worden.
4. Post
De gang van zaken van het verzenden en ontvangen van post kan hier vermeld worden.
5. Bezoektijden
Hier kunnen de tijden voor bezoek aangegeven worden. Als er speciale ruimtes zijn om bezoek te
ontvangen, kunt u dat in de huisregels opnemen. Een verbod voor de cliënt om zich met bezoek terug
te trekken op de kamer past niet in de huisregels, omdat het een beperking van de bewegingsvrijheid
en privacy is. Indien de reden van het verbod is dat mensen met elkaar een kamer delen, dan moet dit
in onderling overleg tussen de kamergenoten eventueel met hulp van het personeel, geregeld kunnen
worden.
Indien de instelling gegronde redenen heeft om te vrezen dat via bezoekers drugs of wapens op de
afdeling komen, dan kan het bezoek gevraagd worden tassen e.d. af te geven. Als het bezoek dit
weigert, kan de instelling vragen of zij de inhoud van de tassen mag controleren. Staat het bezoek dit
niet toe dan kunt u het bezoek van gedwongen, dus met Inbewaringstelling (IBS) of Rechterlijke
13
Machtiging (RM), opgenomen cliënten alleen weigeren als is voldaan aan de beperkinggronden van
artikel 40 Wet Bopz. (zie ook pag. 17.)
6. Telefoneren
In de huisregels kunt u de regel opnemen dat cliënten op of tussen bepaalde tijden (bijv. ’s nachts)
niet bellen in verband met overlast voor andere cliënten.
7. Privé-bezittingen
Regels met betrekking tot sleutels van de kamer en/of kast afgeven en/of de mogelijkheid bepaalde
(waardevolle) zaken in bewaring te geven, kunt u in de huisregels opnemen. Informatie over privébezittingen zoals waardevolle spullen die cliënten bij voorkeur thuis zouden moeten laten (en de
aansprakelijkheid hiervoor indien cliënten waardevolle spullen wel meenemen) kunnen wellicht het
beste worden opgenomen in een algemene informatiebrochure of in een brochure over opname en
verblijf.
8. Roken
In de Tabakswet is bepaald dat in instellingen voor de gezondheidszorg een rookverbod geldt, met
uitzondering van de plaatsen waar roken wel is toegestaan. In de huisregels kan dit nader worden
geregeld. Wanneer er plaatsen zijn waar roken absoluut niet is toegestaan, maakt u duidelijk dat het
een ordemaatregel betreft en geen behandelmaatregel als u de reden vermeldt, bijvoorbeeld
brandpreventie. Zo kan de directie van de instelling bepalen dat in privé-slaapkamers niet mag worden
gerookt, terwijl dit volgens de Tabakswet wel is toegestaan.
9. Alcohol
In de huisregels kunt u een bepaling opnemen dat dronkenschap in de instelling niet is toegestaan.
Een bepaling over alcohol zou ook in een algemene informatiebrochure
in plaats van in de huisregels kunnen staan.
Het is niet toegestaan in de huisregels aanvullingen als therapeutische overwegingen of sanctionerende bepalingen op te nemen. Ook is de zinsnede 'gebruik van alcohol is in strijd met het
ondersteuningsplan' te individueel gericht om in de huisregels op te nemen.
10. Drugs en andere verdovende middelen
Een verbod op het bezitten van, handelen in en gebruiken van harddrugs en andere verdovende
middelen kunt u in de huisregels opnemen, maar ook in een algemene informatiebrochure. Over het
bezit en gebruik van softdrugs kan worden vermeld dat dit slechts is toegestaan binnen de wettelijke
grenzen.
11. Fotograferen, video en film
Als de instelling dit nodig vindt, kan er een bepaling over fotograferen opgesteld worden. Het gaat te
ver om cliënten te verbieden elkaar te fotograferen. Wel kunt u er in deze bepaling nadrukkelijk op
wijzen dat cliënten om redenen van privacy op een zorgvuldige wijze met de foto’s om dienen te gaan
en in ieder geval altijd toestemming van de gefotografeerde moeten vragen. Het is ook mogelijk om
deze bepaling in de inleiding op de huisregels op te nemen, bij de beschrijving van normale
omgangsvormen. Het voordeel hiervan is dat het dan niet zozeer als een regel overkomt maar meer als
een gewone gedragsnorm waar extra aandacht aan wordt besteed.
14
12. Handelen, ruilen, lenen
Om de minder mondige cliënt te beschermen en misverstanden en eventuele machtsposities tussen
cliënten te voorkomen kunt u hier een bepaling opnemen over handelen, ruilen en geld lenen. De
instelling kan er ook voor kiezen om dit onderwerp aan te snijden in de inleiding (zie ook hierboven
bij fotograferen). Een verbod op handel in verdovende middelen kan hier apart bij geplaatst worden.
15
Onderwerpen die NIET in de huisregels mogen worden opgenomen
Inleiding
De hierna beschreven onderwerpen horen niet thuis in de huisregels om verschillende redenen.
Huisregels zijn niet gebaseerd op individuele voorvallen of uitzonderingen maar geven de algemene
lijn aan. Huisregels kunnen niet gebruikt worden voor het aanbrengen van beperkingen die
samenhangen met de behandeling/ondersteuning van de cliënt. Dergelijke beperkingen horen in een
individueel ondersteuningsplan thuis.
Beperkingen in fundamentele rechten van cliënten met een Bopz-titel op postverkeer, telefoonverkeer,
ontvangen van bezoek en bewegingsvrijheid in en rond de instelling zijn alleen toegestaan op grond
van artikel 40 Wet Bopz en mogen niet in de huisregels worden opgenomen.
1. Regels over gedrag
2. Sancties in het algemeen en sancties op het niet naleven van de huisregels
3. Beperkingen in bewegingsvrijheid, telefoonverkeer, ontvangen van bezoek/post
4. Persoonlijke verzorging
5. Gevaarlijke voorwerpen
6. Verlof en ontslag
7. Inhoud van en deelname aan behandeling en activiteiten e.d.
8. Medicijngebruik
9. Middelen of maatregelen
10. Dwangbehandeling
11. Urinetesten
12. Seksualiteit
13. Financiën, aansprakelijkheid en verzekeringen
16
Toelichting per onderwerp dat NIET in de huisregels mag worden opgenomen
1. Regels over gedrag
De huisregels zijn niet geschikt voor gedetailleerde gedragsregels. Wel is de achterliggende gedachte
van de huisregels dat iedereen zich op een zodanige manier gedraagt dat een prettige samenleving
mogelijk is. Dit houdt dus in dat van de cliënten verlangd mag worden dat zij zich niet agressief,
gewelddadig of seksueel intimiderend gedragen en zich onthouden van het plegen van strafbare feiten.
Het zich onthouden van ongewenst gedrag kan in deze context omschreven worden als een, ook buiten
de instelling, gebruikelijke norm waar, binnen de instelling nadrukkelijk de aandacht op wordt
gevestigd. Als van een cliënt storend, agressief of passief gedrag kan worden verwacht, zal daarop in
het ondersteuningsplan moeten worden ingespeeld.
2. Sancties in het algemeen en sancties op het niet naleven van de huisregels.
Sancties en straffen horen niet in de huisregels. Wanneer iemand de huisregels niet naleeft, dient hij
hier persoonlijk op te worden aangesproken. Uiteraard mag worden geëist dat cliënten zich aan de
regels houden. Aan verstoringen van de orde kunnen consequenties worden verbonden. Deze
consequenties moeten erop gericht zijn aan de verstoring een einde te maken en mogen niet het
karakter van een straf dragen. Als van een cliënt storend gedrag kan worden verwacht, dienen
sancties op overtreding van de huisregels in
het ondersteuningsplan te worden opgenomen.
3. Beperkingen in bewegingsvrijheid, telefoonverkeer, postverkeer, ontvangen van bezoek
Op basis van artikel 40 Wet Bopz heeft de gedwongen - via Inbewaringstelling (IBS) of Rechterlijke
Machtiging (RM) - of onvrijwillig (via de indicatie-procedure artikel 60 Wet Bopz) opgenomen cliënt
het recht op het ongecontroleerd ontvangen en versturen van poststukken, op het ontvangen van
bezoek, op vrij telefoonverkeer en op bewegingsvrijheid in en rond de instelling. Dit zijn fundamentele
rechten. Beperkingen hierin kunnen alleen op grond van artikel 40 Wet Bopz worden gemaakt.
Dergelijke beperkingen horen niet thuis in huisregels.
Beperkingen in het postverkeer
De mogelijkheid van de instelling om de poststukken te controleren op meegezonden voorwerpen is
alleen van toepassing op gedwongen, dat wil zeggen met een IBS of een RM, opgenomen cliënten
(artikel 40 lid 1 Wet Bopz). Voor wat betreft de categorie cliënten die zijn opgenomen via de
indicatieprocedure (de categorie ‘geen bereidheid geen bezwaar’) en de categorie vrijwillig opgenomen
cliënten, geldt dat zij niet kunnen worden beperkt in hun recht op vrij postverkeer. Dit geldt ook voor
andere vormen van communicatie zoals e-mail.
Het beperken van het recht op vrij postverkeer mag niet in de huisregels worden vermeld, omdat het
een beperking is van de vrijheden van de Bopz-cliënt. De eventuele inperking van dit recht dient met
de cliënt persoonlijk besproken te worden en met de redenen ervoor te worden vastgelegd in het
dossier.
Beperken van bezoek
Het recht op het ontvangen van bezoek kan alleen worden ingeperkt indien:
• naar het oordeel van de voor de behandeling verantwoordelijke persoon van het bezoek ernstige,
nadelige gevolgen moeten worden gevreesd voor de gezondheidstoestand van de cliënt;
17
•
dit ter voorkoming is van verstoring van de orde in die instelling zoals die in de huisregels
beschreven, of ter voorkoming van strafbare feiten noodzakelijk is.
Deze beperking geldt alleen voor gedwongen, dus met een IBS of een RM opgenomen cliënten (artikel
40 lid 2 Wet Bopz). Deze beperking geldt niet voor vrijwillig opgenomen cliënten en cliënten die zijn
opgenomen via een indicatieprocedure (de categorie ‘geen bereidheid geen bezwaar’), tenzij zij
daarvoor toestemming hebben gegeven.
Het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek mag niet in de huisregels worden vermeld,
omdat het een beperking is van de vrijheden van de (Bopz) cliënt. De eventuele inperking van dit
recht dient met de cliënt persoonlijk besproken te worden en met de redenen ervoor te worden
vastgelegd in het dossier. De Bopz-arts moet hiervan in kennis worden gesteld.
Het ontvangen van de volgende personen mag de cliënt niet geweigerd worden (artikel 40 lid 2 Wet
Bopz): de advocaat of procureur die als raadsman van de cliënt optreedt, dan wel een justitiële
autoriteit, de hoofdinspecteur of de inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Beperkingen in bewegingsvrijheid
Beperkingen in het recht op bewegingsvrijheid in en rond de instelling kunnen alleen worden
opgelegd op grond van artikel 40 lid 3 wet Bopz:
• indien naar het oordeel van de voor de behandeling verantwoordelijke persoon van de
uitoefening van het recht op de bewegingsvrijheid ernstige nadelige gevolgen moeten worden
gevreesd voor de gezondheidstoestand van de cliënt;
• indien dit ter voorkoming van verstoring van de orde in de instelling of ter voorkoming van
strafbare feiten noodzakelijk is.
Wel dient duidelijk te zijn dat deze beperking alleen kan worden opgelegd aan gedwongen
opgenomen cliënten en de cliënten die zijn opgenomen via de indicatieprocedure (de categorie
“geen bereidheid geen bezwaar”). En dus niet op vrijwillig opgenomen cliënten, tenzij zij daarvoor
toestemming hebben gegeven. Als bijvoorbeeld een afdeling of een locatie de deur op slot wil
houden zodat cliënten niet zonder toestemming of begeleiding de deur uit kunnen, zal per cliënt
hierover een beslissing moeten worden genomen.
Het beperken van het recht op bewegingsvrijheid in en rond de instelling mag niet in de huisregels
worden vermeld, omdat het een beperking is van de vrijheden van de (Bopz) cliënt. De eventuele
inperking van dit recht dient met de cliënt persoonlijk besproken te worden en met de redenen ervoor
te worden vastgelegd in het dossier. De Bopz-arts moet hiervan in kennis worden gesteld.
Beperken telefoonverkeer
Het recht op vrij telefoonverkeer kan worden beperkt als:
• naar het oordeel van de voor de behandeling verantwoordelijke persoon van de uitoefening van
het recht op vrij telefoonverkeer ernstige nadelige gevolgen moeten worden gevreesd voor de
gezondheidstoestand van de cliënt, dan wel,
• indien dit ter voorkoming van verstoring van de orde in de instelling, zoals die in de huisregels is
beschreven, of ter voorkoming van strafbare feiten noodzakelijk is.
Deze beperking geldt alleen voor de gedwongen, dus met een IBS of een RM opgenomen cliënt (artikel
40 lid 4 Wet Bopz) en dus niet voor vrijwillig opgenomen cliënten en cliënten die zijn opgenomen via
18
een indicatieprocedure (de zogenaamde categorie “geen bereidheid geen bezwaar”), tenzij zij daarvoor
toestemming hebben gegeven.
Het beperken van het recht op vrij telefoonverkeer wordt niet in de huisregels vermeld omdat het een
beperking is van de vrijheden van de (Bopz) cliënt. De eventuele inperking van dit recht dient met de
cliënt persoonlijk besproken te worden en met de redenen ervoor in het dossier te worden vastgelegd.
De Bopz-arts moet hiervan in kennis worden gesteld.
Het telefoneren met de volgende personen mag de cliënt niet geweigerd worden (artikel 40 Wet Bopz):
de advocaat of procureur die als raadsman van de cliënt optreedt, dan wel een justitiële autoriteit, de
hoofdinspecteur of de inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
4. Persoonlijke verzorging
Dat iemand zijn persoonlijke verzorging in acht neemt, is iets wat van de meeste mensen verwacht
mag worden. Omdat het een gebruikelijke norm is, hoeft het niet met nadruk in de huisregels vermeld
te worden. Is de verzorging in bepaalde gevallen niet zo vanzelfsprekend dan moet dit persoonlijk
geregeld worden in het ondersteuningsplan.
Een verbod om make-up en/of sieraden te dragen dient buiten de huisregels te blijven. Als de
instelling de cliënt wil informeren over het feit dat een ieder eigen toiletartikelen, kleding e.d. van
huis mee moet nemen, is de folder ‘algemene informatie’ of de folder ‘opname en verblijf’ het meest
geschikt.
5. Gevaarlijke voorwerpen
Uitsluitend bij cliënten die met IBS of RM zijn opgenomen kunnen bij opname of op een later tijdstip,
slechts die voorwerpen worden ontnomen die een gevaar kunnen opleveren voor hun veiligheid of de
goede gang van zaken in de instelling. Deze cliënten kunnen daartoe worden onderzocht aan de
kleding of aan het lichaam, als er een redelijk vermoeden bestaat dat cliënten zulke voorwerpen in hun
bezit hebben. Als de instelling de cliënten deze voorwerpen ontneemt, geeft zij een bewijs van
ontvangst af, waarin de voorwerpen staan omschreven. De voorwerpen worden voor de cliënt bewaard
voor zover dit niet in strijd is met enig wettelijk voorschrift (artikel 36 Wet Bopz). Dit recht van
onvrijwillig opgenomen cliënten dient te worden opgenomen in het overzicht van de op grond van de
wet Bopz aan de cliënt toekomende rechten. Dit dient zo spoedig mogelijk na opname te worden
overhandigd aan de cliënt (de echtgenoot, de wettelijke vertegenwoordiger etc.). Tevens kan het in
een brochure algemene rechten worden opgenomen.
6. Verlof en ontslag
Algemene richtlijnen op het gebied van verlof, ontslag en overplaatsing kunt u in de brochure
‘algemene rechten’ of in de algemene informatiefolder vermelden. De procedure voor het vragen van
verlof, ontslag of overplaatsing kan beschreven worden in een protocol dat op de afdeling is in te zien.
Inhoudelijke eisen of voorwaarden aan een verlof of voorwaardelijk ontslag dient met de cliënt te
worden besproken. Dit dient te worden vastgelegd in het ondersteuningsplan en aangetekend in het
dossier.
7. Inhoud van en deelname aan behandeling en activiteiten
Behandeling en activiteiten kunnen in de huisregels genoemd worden om een overzicht te geven van
de gebruikelijke dagindeling. Uitgebreide inhoudelijke informatie en organisatie over de behandeling
en activiteiten horen niet in de huisregels, ook niet als het van toepassing is op de hele afdeling. Wel
kan in de algemene informatiebrochure een korte uitleg gegeven worden van de verschillende
behandelonderdelen en activiteiten.
19
8. Medicijngebruik
Medicijngebruik dient persoonlijk met de cliënt besproken te worden en in het ondersteuningsplan te
worden vastgelegd. Als er vaste tijden zijn waarop de medicijnen verstrekt worden kunnen die wel in
de huisregels of in een informatiebrochure worden vermeld.
9. Middelen of Maatregelen
Het toepassen van Middelen of Maatregelen is een ingrijpende gebeurtenis waarover de instelling de
cliënt goed dient te informeren. Dit hoort niet thuis in de huisregels. U kunt de cliënt hierover
informeren in een aparte brochure over de rechten van de cliënt die met een Bopz-titel is opgenomen.
10. Dwangbehandeling
Als met toestemming van de cliënt in diens ondersteuningsplan is opgenomen dat in bepaalde
situaties over wordt gegaan tot afzonderen, fixeren, separeren of toedienen van medicatie, vocht of
voeding, is er juridisch gezien geen sprake van middelen en maatregelen, maar van een vrijwillig
overeengekomen behandeling. Bij verzet tegen deze vrijwillig overeengekomen behandeling, vindt
geen behandeling plaats tenzij dit volstrekt noodzakelijk is voor het afwenden van gevaar voor de
cliënt of anderen, dat voortvloeit uit de geestesstoornis. In dat geval wordt de behandeling onder
dwang toch toegepast en spreken we van dwangbehandeling. Ook is er sprake van dwangbehandeling
wanneer er (nog) geen overeenstemming over een ondersteuningsplan is bereikt, maar
(dwang)behandeling volstrekt noodzakelijk is om gevaar af te wenden voor de cliënt of anderen, dat
voortvloeit uit de geestesstoornis.
Voor dwangbehandeling geldt hetzelfde als voor middelen en maatregelen, namelijk dat het geen
onderwerp is voor in de huisregels en niet als sanctie of dreiging gebruikt mag worden.
11. Urinetesten
Ook al is het misschien op bepaalde afdelingen gebruikelijk dat iedereen na het geven van
toestemming op gezette tijden aan een urinecontrole wordt onderworpen, kunt u dit toch niet in de
huisregels plaatsen. Het afnemen van urine valt onder behandelen en niet onder wonen, en mag niet
als een ordemaatregel fungeren. Indien het herhaaldelijk (of incidenteel) afnemen van urine van
belang is, dient dit in het ondersteuningsplan opgenomen te worden. In het ondersteuningsplan kan
verwezen worden naar een instellingsprotocol, dat de procedure voor urinetesten beschrijft.
12. Seksualiteit
In de huisregels kan het recht op intimiteit en seksualiteit niet in het algemeen ontnomen of beperkt
worden. Indien de instelling dit nodig vindt, kunnen er in de huisregels bepaalde regels opgesteld
worden uit het oogpunt van overlast voor medebewoners. Eventuele verdere beperkingen staan alleen
in het ondersteuningsplan. Een goede uitwerking van het onderwerp is een protocol over hoe er
binnen de instelling met seksualiteit en intimiteit wordt omgegaan. Men kan hierin aandacht besteden
aan gewenste en ongewenste intimiteiten. In de huisregels kunnen geen bepalingen over
anticonceptie worden opgenomen. Dit kan alleen in het individuele ondersteuningsplan.
13. Financiën, aansprakelijkheid en verzekeringen
Dit zijn onderwerpen die u bij voorkeur in een algemene informatiebrochure kunt opnemen.
20
Download