TT_2bk-kgt_Lekker doorfietsen!_tekst+opdrachten_def

advertisement
Actuele opdracht leesvaardigheid – Lekker doorfietsen!
mei 2017
2-bk/kgt
Vind jij het ook zo vervelend als je steeds voor een rood stoplicht moet wachten als je
fietst? Voor auto’s is het vaak beter geregeld: door een ‘groene golf’ in het verkeer
kunnen ze op een weg met veel verkeerslichten lekker doorrijden, want elk stoplicht
staat dan op groen. In Utrecht wordt gekeken of je ook een groene golf voor fietsers
zou kunnen maken. Aan het eind van de les bedenk je zelf een groene golf voor in
jouw school, maak je een verkeersbord voor een groene-golffietspad, of je houdt een
woordenwedstrijd.
Opdracht 1
Bekijk het filmpje.
a. Waarom wordt de test juist in Utrecht gehouden, denk je?
b. Wat wil de wethouder vooral bereiken met de groene golf voor fietsers?
A Minder drukte op het fietspad.
B Minder fietsers die door rood licht rijden.
C Minder lange wachtrijen voor het verkeerslicht.
c. Wat vindt de mevrouw van de Fietsersbond van het groene-golfplan?
A Een goed idee, maar bij drukke kruispunten werkt het misschien niet goed.
B Een goed idee, want fietsers schieten dan tenminste op.
C Geen goed idee, want fietsers moeten dan op te veel dingen letten.
D Geen goed idee, want het is niet duidelijk hoe het werkt.
Tekst
Test: groene golf op fietspad in Utrecht
I
Niets is voor fietsers zo frustrerend als eindeloos wachten voor weer een rood
verkeerslicht, zeker als het kruisend autoverkeer dan net van ‘een groene golf'
geniet. Maar in Utrecht hadden ook fietsers dat genoegen gisteren toen ze zich
lieten leiden door groene led-lampjes.
II
5 Groen!
Een zestig meter lange felblauwe lichtslang strekt zich uit langs de drukke
Kardinaal de Jongweg. Als er een paar fietsers naderen, verandert een paar meter
blauw in groen. Het groene deel schuift gestaag op naar het volgende kruispunt.
Het groene kleurtje moet fietsers aanmoedigen tot een beetje bijtrappen of juist
10 langzamer rijden. Wie langs het groene licht blijft rijden, wordt beloond met een
groen verkeerslicht bij het volgende kruispunt.
III
Mobiliteit
Gisteren draaide een testopstelling van het bureau Springlab langs een van de
drukste wegen van Utrecht. Als die slaagt, ziet directeur Jan-Paul de Beer de stad
15 al vol liggen met zijn 'groene golf voor fietsers'. Daar is volgens hem grote behoefte
aan, want stoplichten behoren tot de grootste fiets-frustraties. ‘Wij willen fietsen
vooral weer leuk maken. Dat is goed voor de mobiliteit. Door ons systeem kunnen
fietsers meer in groepen oversteken door ze harder en langzamer te laten rijden.
Dan kan de periode dat hun verkeerslicht op groen staat juist korter worden en dat
20 geeft andere verkeersdeelnemers extra ruimte. De gemeente Utrecht hoopt ook het
Talent – Actuele opdracht leesvaardigheid – Lekker doorfietsen! – 2-bk-kgt
door rood fietsen ermee te verminderen.’
IV
V
Hufterbestendig
De testopstelling langs het fietspad leent zich nog lang niet voor een permanente
opstelling. Daarvoor moeten weerbestendige en hufterbestendige lichtsystemen
25 ontwikkeld worden. Maar de achterliggende techniek werkt, zo bewijzen De Beer
en zijn ontwikkelteam.
Het is volgens hem nog wel de vraag of de verkleurende lampjes langs het wegdek
niet te veel afleiden van het verkeer. In Kopenhagen bestaat een soortgelijk
systeem waarbij lampjes op paaltjes zijn bevestigd, zodat de blik niet naar beneden
30 gericht hoeft te blijven.
VI
Kosten
Over de kosten van het groene-golfsysteem kan De Beer nog niet veel zeggen.
‘Het begint natuurlijk hoog in de kosten, maar die dalen als het meer wordt
toegepast. Of de fietsers, die in Utrecht de reputatie hebben god noch gebod te
35 vrezen, zich laten leiden door verkleurende led-lampjes, weet De Beer niet zeker,
maar hij heeft er wel vertrouwen in. ‘We hebben mensen ondervraagd en merken
dat ze ervoor openstaan, ook verstokte door-roodrijders. Een fietser reageerde dat
zijn vrouw blij zou zijn als zo’n fietspad er komt te liggen, omdat hij dan vast
minder door rood rijdt.’
VII
40 Behalve het groene-golfsysteem worden er meer experimenten gedaan om de
mobiliteit van fietsers in de stad te bevorderen. Het vele wachten voor een rood
stoplicht voor fietsers hoeft dus in de toekomst misschien niet meer.
Bron: www.ad.nl
Opdracht 2
Lees de tekst.
a. a Vul de nummers van de alinea’s in.
Inleiding: …
Kern: …
Slot: …
b. In de tekst staan signaalwoorden. Welk verband geven de volgende
signaalwoorden aan?
1 maar (r.3)
3 omdat (r.38)
2 want (r.16)
4 dus (r.42)
c. Waarnaar verwijzen de volgende woorden?
1 dat (r.3)
3 dat (r.19)
2 die (r.14)
4 hem (r.27)
d. In alinea VI staan nog meer verwijswoorden. Kies er drie. Schrijf op waarnaar ze
verwijzen. Doe het zo:
hij (r.38) verwijst naar een fietser (r.37)
Opdracht 3
Gebruik de Moeilijke-woordenwijzer.
a. Wat betekenen de volgende woorden?
1 frustrerend (r.1)
3 mobiliteit (r.17)
2 gestaag (r.8)
4 permanente (r.23)
b. Maak met elk woord van a. een nieuwe zin. Schrijf die zin op.
Talent – Actuele opdracht leesvaardigheid – Lekker doorfietsen! – 2-bk-kgt
c. Zoek in de tekst zelf twee woorden waarvan je de betekenis niet kent. Vraag het
een klasgenoot. Komen jullie er niet uit? Zoek het dan op. Schrijf de woorden en
hun betekenis op.
d. De fietsers hebben de reputatie god noch gebod te vrezen (r.34-35). De
uitdrukking ‘god noch gebod vrezen’ betekent:
A een misdadig leven leiden
B ongelovig zijn
C zich nergens iets van aantrekken
Opdracht 4
a. Waarom is de testopstelling nog lang niet geschikt voor een permanente
opstelling (alinea IV)? Geef twee redenen.
b. In Kopenhagen zijn bij een soortgelijk systeem de lampjes aan palen bevestigd
(alinea IV). Waarom is dat beter voor de veiligheid?
c. Directeur De Beer denkt dat zijn systeem zal slagen. Welke redenen geeft hij
hiervoor? Schrijf drie redenen op. Je vindt ze in alinea IV en VI.
Opdracht 5
Kies een opdracht. Opdracht A mag je met een klasgenoot doen. Opdracht B maak
je alleen. Opdracht C doe je in duo’s of in een groepje.
A. Een groene golf op jouw school – waar of wanneer zou dat handig zijn? Gebruik
je fantasie: werk je plan uit in een tekening. Geef met tekst en pijltjes aan hoe
zoiets er op jouw school uit kan zien.
B. Stel, je nadert een groene-golffietspad. Hoe weet je dat? Bedenk hiervoor een
verkeersbord. Zorg dat je meteen ziet dat je op een groene-golffietspad komt.
C. Woordenwedstrijd:
a. Wie bedenkt het langste woord met het woord ‘fiets’ erin?
b. Noem om de beurt een woord waarin het woord ‘fiets’ voorkomt. Wie is het
eerst af?
c. Wie weet twee uitdrukkingen met het woord ‘fiets’ of ‘fietsen’?
d. Het woord fiets heeft vijf letters. Wie weet de meeste woorden met vijf letters
die ook met een ‘f’ beginnen?
Talent – Actuele opdracht leesvaardigheid – Lekker doorfietsen! – 2-bk-kgt
Download