Fascinerende gegevens over het menselijk lichaam HET SKELETSTELSEL • Het grootste bot in het menselijk lichaam is het pelvis, of het bekken. Het bestaat in feite uit zes onderling sterk vergroeide botten. • Het langste bot is het 'femur', in de dij. Het neemt bijna een kwart in van de totale lichaamshoogte. • Het kleinste botje is de 'stapes', de stijgbeugel, diep in het oor. Het is nauwelijks groter dan een rijstkorrel. • De oren en het einde van de neus hebben geen inwendige botten. Ze worden inwendig ondersteund door kraakbeen, dat lichter en flexibeler is dan bot. Daarom kunnen de neus en de oren gebogen worden. • Na de dood breekt kraakbeen sneller af dan bot. Daarom hebben de schedels van skeletten geen neus of oren. HET SPIERSTELSEL • Het gezicht telt ongeveer zestig spieren. Lachen is gemakkelijker dan fronsen. Om te lachen hebben we immers twintig spieren nodig, om te fronsen meer dan veertig. • De langste spier in het menselijk lichaam is de 'musculus sartorius', de kleermakersspier, die loopt van de voorzijde van het bovenbeen van het bekken tot de binnenkant van de knie. Deze laat het dijbeen naar buiten draaien en de knie buigen. • De kleinste spier is de 'musculus stapedius', de stijgbeugelspier, diep in het oor. Ze is slechts vijf millimeter lang en dunner dan katoendraad. Hij draagt bij tot onze hoorzin. • De grootste spier is de 'musculus gluteus maximus', grote bilspier, in de bil. Deze spier trekt het been krachtig achterwaarts om te wandelen, lopen en trappen op te lopen. HET BLOEDVATENSTELSTEL • Tijdens een gemiddeld mensenleven klopt het hart ongeveer drie miljard keer. • Elke seconde sterven ongeveer twee miljoen bloedcellen in het menselijk lichaam, en elke seconde ontstaan er ook twee miljoen nieuwe. • Eén minuscuul bloeddruppeltje bevat ongeveer vijf miljoen rode bloedcellen, 300.000 bloedplaatjes en 10.000 witte bloedcellen. • Een rode bloedcel heeft ongeveer een minuut nodig om door heel het lichaam te circuleren. • Rode bloedcellen maken ongeveer 250.000 volledige rondjes door het lichaam voordat zij terugkeren naar hun geboorteplek, het beenmerg, om er te sterven. • Rode bloedcellen hebben een levensduur van ongeveer 4 maanden, waarbij zij door het hele lichaam circuleren en de zestig biljoen andere bloedcellen voeden. HET ZENUWSTELSEL • De hersenen lijken op een gigantische, gerimpelde walnoot. • In tegenstelling tot andere lichaamscellen kunnen de hersencellen niet hergenereren. Beschadigde hersencellen worden niet vervangen. • De hersenen en het ruggenmerg worden omgeven en beschermd door een cerebrospinaal vocht. HET IMMUUNSYSTEEM • Onze huid scheidt antibacteriële stoffen af. Dankzij die stoffen word je 's ochtends niet wakker met een laag schimmel op je huid. De meeste bacteriën en sporen die op de huid belanden, gaan snel dood. • Tranen en slijm bevatten een enzym (lysosoaam enzym) dat de celwand van talrijke bacteriën afbreekt. • Lymfknopen bevatten filterweefsel en een groot aantal lymfcellen. Als ze bepaalde bacteriële infecties bestrijden, zwellen de lymfknopen zodanig op met bacteriën en cellen die de bacteriën bestrijden dat je ze zelfs kunt voelen. Daarom kunnen gezwollen lymfknopen een goede indicatie zijn dat je aan een infectie lijdt. HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL • Volwassenen eten jaarlijks ongeveer 500 kg voedsel. • Dagelijks maken we 1,5 liter speeksel aan. • De slokdarm is ongeveer 25 cm lang. • Spieren trekken in golfbewegingen samen om het voedsel naar de slokdarm te voeren. Daardoor komt het voedsel altijd in de maag terecht, zelfs als je op je hoofd zou staan. • Een volwassen maag kan ongeveer 1,5 liter inhoud bevatten. • Dagelijks stromen 11,5 liter verteerd voedsel, vloeistoffen en digestieve sappen doorheen het spijsverteringskanaal, maar slechts honderd milliliter vocht gaat naar de ontlasting. • In de mond wordt voedsel gekoeld of verwarmd tot een geschiktere temperatuur. • We krijgen twee gebitten. Onze twintig 'melktandjes' worden rond ons zesde of zevende levensjaar vervangen door onze 32 'volwassen tanden'. HET ADEMHALINGSSTELSEL • In ruststand ademt een volwassen lichaam elke minuut ongeveer zes liter lucht in en uit. • De rechterlong is iets groter dan de linkerlong. • Neusharen helpen de ingeademde lucht te reinigen en ze op te warmen. • De hoogste opgetekende 'niessnelheid' is 165 km per uur. • De oppervlakte van de longen is ruwweg dezelfde als die van een tennisbaan. • De haarvaatjes in de longen zouden 1.600 kilometer lang zijn als ze tegen elkaar zouden worden gelegd. • Wij verliezen dagelijks een halve liter water bij het ademen. Dat is de waterdamp die wij zien als wij tegen glas uitademen. • Een persoon in ruststand ademt gewoonlijk tussen de 12 en 15 keer per minuut. • Kinderen en vrouwen ademen meer dan mannen.