Beschrijving - Volkstuinen voor minima

advertisement
Volkstuinen voor minima
Eigen regie en verantwoordelijkheid voor de eigen tuin, ontspanning en gezondheid door beweging,
gezond en goedkoop eten, sociale contacten, oogst kunnen delen en ruilen. In gesprekken voor
een project rondom voedselbanken kwamen deze aspecten naar voren.
Zo ontstond bij stichting CliP het idee om minima te stimuleren een volkstuin te nemen. En om
volkstuinverenigingen aan te spreken en te stimuleren om de sociale doelstelling vorm te geven:
grond ter beschikking stellen en begeleiding geven aan mensen met een laag inkomen.
Samen met een paar ervaren volkstuinders die of zelf een uitkering hebben of ervaring met
minimagroepen is het plan ontwikkeld.
Uitkeringsgerechtigden en mensen met een laag inkomen leren tuinieren in een volkstuin. Een
ervaren tuinder coacht de deelnemers en deelnemers krijgen voor een geringe bijdrage
tuingereedschap, zaad en pootgoed.
Het project is heel kleinschalig van opzet;

per volkstuinvereniging 2 tot 5 deelnemers (afhankelijk van grond en begeleiding)

mensen met een WWB uitkering

mensen die in aanmerking komen voor gemeentelijke voorzieningen voor lage inkomens.

niets moet, mensen moeten alleen zin hebben in leren tuinieren.

en niet elke uitkeringsgerechtigde is een volkstuinder in de dop en daarom draait het om
vrijwillige deelname!
Minima vooruit
Door dit project wordt een aantal mogelijkheden van mensen als vanzelfsprekend aangesproken:
o
Mensen ondernemen een activiteit, die een paar uur werk per week vraagt, maar
die goed te spreiden en in te delen is naar de eigen dagindeling.
o
Mensen tonen eigen inzet en verantwoordelijkheid voor hun ‘eigen’ tuin of hun
gezamenlijke tuin en hebben (financieel) profijt van de opbrengst er van.
o
Een tijdsbesteding die natuurbeleving oproept en gezondheidsbevorderend is,
zowel in de activiteit tuinieren als in de opbrengst van (onbespoten) groenten/
fruit.
o
Op een volkstuincomplex hebben mensen veel sociale contacten en worden vaak
als vanzelf zaden/ plantjes uitgewisseld.
o
De tuin biedt gelegenheid om met anderen samen te werken.
Mooi meegenomen: hergebruik en ruilhandel
Met een spade, hark, schoffel en schepjes kan er snel begonnen worden. Er zijn goede
mogelijkheden om hergebruik van tweedehandsspullen te stimuleren. Via ruilhandel, een oproep in
de krant of via internet zijn veel materialen goedkoop te regelen.
Daarnaast zijn er mogelijkheden om via een inzamelingsactie van tuingereedschap bij particulieren
en bedrijven aan gratis materiaal te komen. Ook kunnen re-integratieprojecten, sociale
werkplaatsen of (v)mbo-scholen gevraagd worden om gereedschapkisten en kweekkassen te
maken.
Een ander aspect van ruilhandel is het uitwisselen van zaden en planten, alsmede het kunnen
ruilen van de oogst. Minima hebben niet vaak wat weg te geven, maar met een
overvloedige oogst is dat wel mogelijk.
Wat kost het?
Het deelnemen kost minima geen geld, wel wordt inzet en bereidheid gevraagd om in het seizoen
wekelijks een aantal uren te besteden aan tuinieren en het serieus op te willen pakken.
Als mensen eigen tuingereedschap hebben, gebruiken ze hun eigen materiaal.
De volkstuinvereniging helpt mensen aan tuinmateriaal dat ze in bruikleen krijgen.
Als mensen na een jaar doorgaan met tuinieren worden ze ‘gewoon’ lid van de volkstuinvereniging
en mogen ze het materiaal blijven gebruiken.
De kosten van de volkstuinvereniging worden vergoed door de gemeente.
De kosten van Stichting CliP voor ontwikkeling, uitvoering en publiciteits- en promotiemateriaal van
het pilotproject worden vergoed door het Oranje Fonds en Skanfonds.
Wie doet wat?
Bij de uitvoering van het project zijn in principe drie organisaties betrokken: de
volkstuinvereniging, de gemeente en stichting CliP.
De Volkstuinverenigingen benaderen in samenwerking met CliP de gemeente om een aantal
randvoorwaarden (werving en promotie, een financiële projectbijdrage en in sommige gevallen het
leveren van grond) voor het project op lokaal niveau te regelen. De gemeente kan een
stimulerende rol vervullen voor potentiële deelnemers.
De Volkstuinvereniging:

Besluitvorming over deelname aan het project.

Hoofduitvoerder van het project en het leveren van faciliteiten en de begeleiding door
ervaren tuinders om mensen te leren tuinieren. Dit kan op individuele basis en/of
groepsgewijs.

Verzamelen van tuin-materialen via de eigen vereniging, scholen, werkplaatsen, bedrijven
etc.

Werken volgens de eigen structuur in de (praktische) regelgeving en lidmaatschapseisen,
zodat deelnemers ‘naadloos’ in kunnen stromen na afloop van het project.

Contact houden met de gemeente en stichting CliP over het verloop van het project.
De gemeente:

Promotie en medewerking aan het project door middel van een bescheiden financiële
bijdrage in het eerste jaar en eventuele tegemoetkomingen voor minima in vervolgjaren.

Werving van deelnemers en contact met de volkstuinvereniging over het verloop van het
project.

Indien nodig: meedenken over- en leveren van extra grond als de volkstuin beperkte
ruimte heeft.
Stichting CliP:

Het promoten van het projectidee en de Volkstuinverenigingen te ondersteunen bij hun
aanvraag bij de gemeente

De uitvoering van het project in de pilotgemeenten te volgen en te zorgen voor geregelde
terugkoppeling tussen de deelnemende Volkstuinverenigingen waarin ervaringen
uitgewisseld worden en van elkaar geleerd kan worden

Beschrijving van het project en een aansprekende eindpresentatie.

Landelijke promotie van het project na afloop van de pilot. Hiervoor wordt een
promotie/invoeringsplan gemaakt.
Welke gemeenten doen mee?
Pilotgemeenten: Dronten en Zwolle. Initiatieven in Hoogeveen, Meppel en Breda.
Perspectief
Stichting CliP heeft als initiatiefnemer een stimulerende functie.
CliP wil graag een formule ontwikkelen en uitproberen, die voor het hele land kan gaan gelden.
Voor de lange termijn ziet CliP kansen voor het promoten van de volkstuinen. Naast de
gezondheidsbevorderende en participatie bevorderende aspecten van het tuinieren op individueel
niveau, past het ook in trends als duurzaamheid en ecologie (meer eigen voedselproductie i.p.v.
overzeese aanvoer).
Meer informatie of volledige projectbeschrijving:
[email protected]
Jetske de Jong : 06 – 225 24 763
Wilma Kuiper: 0321 - 33 90 63
Meer info Oranje Fonds zie www.oranjefonds.nl
Meer info Skanfonds zie www.skanfonds.nl
Download