Myelodysplasie Patienten forum BHS 24 Januari 2013 D.Selleslag Haematologie AZ Sint-Jan Brugge eosinofiel bloedplaatje neutrofiel staaf neutrofiel segment lymfocyt basofiell monocyt Normale bloedwaarden • Hemoglobine: • Rode bloedcellen Vrouw Man Vrouw Man 12 - 16 g/dl 14 - 18 g/dl 3.8 – 5.8 4.5 – 6.5 x 10 12/l 0.35 - 0.47 0.38 – 0.52 • Hematocriet Vrouw Man • Witte bloedcellen: 4000-11000/ l • Bloedplaatjes: 150.000 - 400 .000/ l Formule van de WBC • Neutrofielen 47- 74 % • • • • 16 - 45 % 4 – 10 % 0–2% 0–7% Lymfocyten Monocyten Basofielen Eosinofielen • Absoluut aantal neutrofielen = aantal WBC x % Neutrofielen vb: 5000 WBC / l x 10 % neutrofielen = 500 neutrofielen / l Nuttige tips • Infectierisico – – – – Neemt toe bij neutrofielen < 500 / l Is hoog bij neutrofielen vanaf < 100/ l Duur van neutropenie bepaalt infectierisico Isolatie enkel zo langdurige neutropenie • Bloedingsrisico – Vooral vanaf bloedplaatjes < 10 .000/ l – Koorts of infectie doet risico toenemen Haematopoiese = Bloedvorming Natural killer (NK) cells Gezond beenmerg Lymphoid progenitor cell T lymphocytes Neutrophils Basophils B lymphocytes Eosinophils Hematopoietic stem cell Multipotential Myeloid stem cell progenitor cell Monocytes/ macrophages Platelets Red blood cells Alle bloedcellen starten als Hematopoietische Stamcellen Bij MDS verloopt bloedaanmaak inefficient MDS Beenmerg Natural killer (NK) cells Lymphoid progenitor cell T lymphocytes Neutrophils Basophils B lymphocytes Eosinophils Hematopoietic stem cell Multipotential Myeloid stem cell progenitor cell Monocytes/ macrophages Platelets Slecht uitrijpende stamcellen bij MDS Red blood cells Onrijpe voorlopercellen = blasten Cytopenie met celrijk beenmerg Inefficiente bloedaanmaak bij MDS veroorzaakt cytopenie Opstapeling van blasten Cel aangetast bij MDS Uitrijpingsstop Granular leukocytes Non-granular leukocytes White blood cells Anaemie Thrombocytopenie Neutropenie Wat is Myelodysplasie ? • Ziekte van haematopoietische stamcel • Onvolledige uitrijping = dysplasie – Afwijkende vorm en grootte van beenmergcellen • Niet-efficiente bloedaanmaak – Tekort aan rijpe cellen in bloed = cytopenie – Symptomen van anemie, leucopenie, trombopenie – Neemt meestal toe naarmate ziekte evolueert • Stop in uitrijping – Ophoping van onrijpe cellen (blasten) – Evolutie naar acute leukemie (> 20 % blasten) • Vaak chromosoomafwijkingen in de zieke cellen Type I (Agranular), and II (Granular) Blasts Type II Type I Karyotype Normal karyotype (G banding) Trisomy 8 (FISH) MDS neemt toe met de leeftijd Age-Adjusted Incidence Rates (per 100,000) 40 < 40 0.14 40–49 0.62 50–59 2 60–69 7 25 70–79 20 20 80+ 35 35 Percentage 30 15 10 5 0 < 40 40–49 Rollison et al. ASH 2008. Abstract 247. 50–59 60–69 70–79 Age in 10-Year Blocks 80+ MDS: natuurlijke evolutie % blasten MDS kloon tijd Hoe wordt MDS ingedeeld ? • Celtype en celvorm (Morfologie) • French American British Classification System (FAB) • World Health Organization (WHO) • Ziekte eigenschappen die samen prognose bepalen • International Prognostic Scoring System (IPSS) • Aantal blasten • Ernst van cytopenie, • Specifieke chromosoomafwijkingen Internationale Prognostische Score (IPSS) overleving 1. % blasten 2. ernst cytopenie 3. chromosomen evolutie naar AML Overleving en risico op AML volgens IPSS Mediane Overleving * IPSS Subgroep Mediane duur tot AML transformatie * (jaren) Low 9.4 5.7 0.5-1.0 Intermediate-1 3.3 3.5 1.5-2.0 Intermediate-2 1.1 1.2 High 0.2 0.4 Prognose Score 0 >2.5 Greenberg P, et al. Blood.1997:89(6):2079-88. * Voor tijd van efficiente therapie (jaren) Evolutie naar AML vertragen Verbetering QOL en cytopenie Verbetering overleving AlloSCT Intensieve chemotherapie Laag risico MDS vidaza Thalidomide Lenalidomide Hoog risico MDS ATG, CsA GCSF/EPO Supportieve zorgen Orale ijzerchelatie Intensiteit behandeling Hoog risico MDS Therapie Intensieve chemotherapie • • • • • Schema zoals bij acute leukemie Daunorubicine 3 d + Cytarabine 7 dagen Celdodende therapie 4 weken isolatie Enkel voor – fitte patienten < 65 jaar – > 10 % blasten in beenmerg – Normaal chromosomenpatroon • Kans op langdurige remissie = 20 % Epigenetische therapie Vidaza Gestoord DNA methylatiepatroon bij MDS Normaal M M Demethylatie herstelt functie van de genen Vidaza = 5 Azacytidine M M MMM M M M Kanker MDS M DNA methyl transferase M Overmethylatie verhindert dat genen hun functie uitoefenen Vidaza herstelt celuitrijping Vidaza: toedieninschema • 75 mg/m2 onderhuids gedurende 7 dagen om de 4 weken • In totaal minstens 6 cycli om effect te beoordelen • Verder zetten zolang het werkt • Bij stop meestal snel herval • Schema’s van 5 dagen mogelijk niet even efficient • Orale vorm van Vidaza wordt nog bestudeerd Vidaza verlengt overleving bij hoog risco MDS in vergelijking met klassieke therapie Log rank P < 0.0001 100 Percentage surviving 90 80 Difference in median OS was 9.5 months 70 50.8% 24.5 months 60 50 40 15 months 26.2% AZA 30 CCR 20 10 0 0 5 10 15 20 25 30 35 40 Time from randomization (months) CI, confidence interval; HR, hazard ratio; ITT, intent-to-treat. Fenaux P, et al. Lancet Oncol. 2009;10:223-32. Vidaza: terugbetaling • In Belgie sinds 2009 als Weesgeneesmiddel • Indicatie: • bij pt > 18 jaar • die geen kandidaat zijn voor stamceltransplant • enkel als eerste lijnstherapie – Int-2 or hoog risico MDS volgens IPSS – CMML met 10-29 % blasten – AML met 20–30% blasten 25 Vidaza moeilijkheden in praktijk • Instabiel na oplossing – Kamert°: < 45 min – 2-8 ° C: < 8 uur • Nevenwerkingen – Beenmergonderdrukking en Infecties • Vooral in eerste twee cyclussen – Maaglast, diarrhee, constipatie – Locale huidreacties Locale huidreacties op vidaza Te vermijden door - Twee injectieplaatsen indien volume > 4 ml - Naald niet purgeren - Trage injectie - 45 injectie om IM te vermijden - Teunisbloemolie ? 27 Studies bij MDS in Brugge • Laag risico MDS met transfusienood /anemie – Lenalidomide vs placebo – Aranesp vs placebo – Oraal vidaza (voor MDS met anemie en lage bloedplaatjes) • Hoog risico MDS – Met lage bloedplaatjes: eltrombopag – Vidaza +/- Panobinostat 28 Allogene stamceltransplantatie Klassieke stamceltransplantatie BeenmergVernietigende therapie D D D D Stamcel transplantatie R R R R T T Preventie van afstoting D D D D D D 30 150 x 109/l stamceltransplantatie Bloedplaatjes 10 x 109/l WBC -14 -7 Hoge dosis therapie 0 7 14 21 28 dagen na transplantatie Supportieve therapie Preventie van afstoting Effecten van AlloSCT Donor/Graft Stamcellen Ontvanger/Host Herstel bloedaanmaak Graft-versus-host ziekte T-lymfocyten - huid - maag-darmstelsel - lever Graft-versus-tumor effect leukemie, tumor 33 34 Minitransplantatie Voorbereidende therapie die beenmerg niet vernietigt D D D D D D D Donor lymfocyten infusie Stamcel transplantatie R R R D R T T R D R D T Afstotings preventie D D D D D D Minitransplantatie: voor- en nadelen • Voordeel: – Minder orgaanbeschadiging en mortaliteit • oudere patienten (tot 70 jr) • patienten met andere ziekten • Nadelen: – Meer chronische afstoting – Meer risico op herval 36 Hoe een donor vinden ? • Bloedonderzoek bij patient om weefseltype te bepalen • Zoeken naar donor in familie – broers of zusters • Indien geen donor in familie: – Donorzoektocht via stamcelregister HLA = Human Leucocyte Antigen Chrom 6 Aantal weefseltypes ? 600.000 Chrom 6 A1 B7 C4 DR 3 DQ 1 DP 1 A2 B8 C6 DR 6 DQ 2 DP 2 ideaal 12/12 match T-lymfocyt Lichaamscellen HLA HLA ONTVANGER DONOR Vader Kind 1 Kind 2 Moeder Kind 3 Kind 4 Wat indien geen donor in familie ? 15 % 25% HLA identieke broer/zus HLA identieke niet-verwante donor Navelstreng of halfidentieke donor 60 % Stamcelregisters Vrijwillige stamceldonoren in Belgie en wereldwijd • België (MDP-B) aantal stamcel donoren aantal navelstrengbloed units • Wereldwijd aantal stamceldonoren aantal navelstrengbloed units 57.000 8.300 18. 000.000 500.000 Belgische activiteit met niet-verwante stamceldonoren • kans op vinden van HLA = donor • duur zoektocht • aantal MUD-SCT in België in 2011 -slechts 12 met Belgische donors -meestal Duitse donoren • Aantal MUD-SCT in buitenland met Belgische donors in 2011 80 % 3 maand 187 14 Allogene stamceltransplantatie is enige genezende therapie voor MDS • Wie ? Alleen voor patienten in goede conditie < 70 jr • Hoe ? – Donor: Familie of niet-verwant – Voorbereiding: • Klassieke transplantatie: tot 45-50 jaar • Minitransplantatie : tot 70 jaar • Wanneer ? – Meeste voordeel bij intermediar / hoog risico MDS – Bij voorkeur op ogenblik van remissie • Genezingskans: – Laag risico: 70 %, Hoog risico: 50 % – Transplant sterfte risico : tot 25 % 44 4-year overall survival 1.0 0.8 URD BM (n=103) 42% [32 – 53%] HLA id sib BM (n=193) 43% [36 – 51%] HLA id sib PB (n=147) 46% [38 – 56%] 0.6 0.4 0.2 P=0.50 0.0 0 10 20 30 40 Months Wat is beste tijdstip voor allogene stamceltransplantatie ? overleving Laag risico MDS (IPSS) Vroeg getransplanteerdeMDS Hoog risico MDS (IPSS) tijd Besluit • MDS is een hele brede waaier van verschillende ziektebeelden • De prognose en de behandeling is sterk afhankelijk van het type MDS • We maken trage vooruitgang in de behandeling , stapje per stapje • Tot nu toe is alleen stamceltransplantatie genezend The best is yet to come !!! (Novastar)