www.royalcanin.be www.royalcanintv.be Lysine... van belang voor het beheren van herpesvirose? Door Dr. Bénédicte Flament, Hoofd Wetenschappelijke Communicatie Royal Canin Belux Heel veel katten worden besmet met het feliene herpesvirus (FHV-1), dat verantwoordelijk is voor een van de meest ernstige aandoeningen aan de luchtwegen bij de kat: feliene infectieuze rhinotracheïtis, beter bekend onder de naam “coryza of niesziekte”. Besmetting met FHV-1 komt dan wel veel voor, het hoeft voor u als fokker niet noodzakelijk rampzalige gevolgen te hebben! Wetenschappers buigen zich al jaren over deze pathologie en zijn smetstof en proberen er alles over te weten te komen om zo een geschikte preventiemethode te kunnen ontwikkelen. Zo staat vandaag vast dat de voeding hierin een belangrijke rol speelt! Herpesvirus: wat is het precies? Het herpesvirus of FHV-1 is een zeer belangrijke smetstof binnen de aandoeningen aan de luchtwegen bij katten die met name voorkomt in asielen en kattenfokkerijen, waar de basispreventie van ziekten moeilijker is. FHV-1 werd voor het eerst geïsoleerd in 1957. De overdracht van het virus tussen katten gebeurt via respiratoire secreties die gedurende één tot drie weken na de besmetting virulent blijven. Het virus dringt binnen langs de neus, de mond of het oogbindvlies. Kittens worden enkel postnataal door de moeder besmet, het virus wordt dus niet via de placenta doorgegeven. Door de extreme besmettelijkheid en de gevoeligheid van kittens voor de infectie kan het virus ook via een andere kat overgedragen worden. Indirecte besmetting door het verzorgend personeel en gebruikte materiaal is ook mogelijk, maar komt slechts weinig voor doordat het virus buiten het lichaam zeer kwetsbaar is. Bovendien is het niet bestand tegen de meeste ontmettingsmiddelen (bleekwater, quaternair ammonium, ether,…). Een kwaadaardig virus… Het bijzonderste kenmerk van een besmetting met FHV-1 is zonder twijfel het latentievermogen binnen het besmette organisme. Men gaat er namelijk van uit dat momenteel 80% van de katten die besmet zijn met infectieuze rhinotracheïtis er ook chronische dragers van blijven. Deze besmette dieren ontwikkelen de kenmerkende symptomen van infectie door het virus niet, maar ze dragen het viruspartikel wel met zich mee en dat kan op elk ogenblik actief worden (door stress, dracht of een andere oorzaak). Het virus wordt van nature opnieuw uitgescheiden als gevolg van stress, zoals een verblijf in een pension, een ziekenhuisopname, transport, werpen of zogen, de speenperiode bij kittens van vijf tot zeven weken, ziekte, chirurgische ingrepen, corticoïdebehandelingen, enz. Deze bijzondere eigenschap is de belangrijkste oorzaak van de verspreiding van het virus. In het veel voorkomende geval waarbij gerapporteerd wordt dat katten de symptomen ontwikkelen na een tentoonstelling, gaat het meestal niet om een besmetting door de kat www.royalcanin.be www.royalcanintv.be in een aanpalende kooi, maar om katten die latente dragers zijn (zoals de meeste katten) en bij wie de stress van de tentoonstelling het virus gereactiveerd heeft. De gevolgen van de virale infectie De gevolgen variëren volgens de leeftijd van het dier en worden pas duidelijk na een incubatieperiode van 2 tot 10 dagen. - Bij kittens zijn de symptomen tijdens de 1e levensmaand doorgaans zeer uitgesproken (koorts, lusteloosheid, weigering om te eten, uitdroging,…) en de sterftegraad ligt vaak erg hoog. - Bij kittens van 1 tot 6 maanden zijn de algemene symptomen en ademhalingsstoornissen vaak minder opvallend. De meeste besmette katten genezen, maar het is wel bewezen dat 80 % van de kittens die besmet worden gezonde dragers van het virus blijven. Dit is het befaamde fenomeen van de latentie dat we eerder al vermeldden! Kittens zijn zo kwetsbaar omdat de antilichamen die ze via het colostrum van hun moeder meekrijgen na een tijdje afbreken… - Bij volwassen katten treden amper ademhalingssymptomen op. Op de ogen kan keratoconjunctivitis ontstaan, ze krijgen dan een grijsachtige kleur. De letsels die ontstaan worden veroorzaakt door de vermenigvuldiging van het virus in het hoornvlies. Preventie is mogelijk… De belangrijkste preventieve maatregelen betreffen hoofdzakelijk de hygiëne en medische ondersteuning in de fokkerij of de groep. Met een goede ontsmetting van de lokalen en afzondering van de dieren met respiratoire symptomen kunnen de risico’s voor de overige dieren al tot een minimum beperkt worden. Vaccinatie zorgt voor een specifieke immuniteit. Het is ten stelligste aan te bevelen, ook al biedt het geen volledige bescherming: het voorkomt geen besmetting of herbesmetting, maar vermindert wel de klinische symptomen. Vandaag is echter geweten dat ook de voeding een belangrijke rol kan spelen om de herexcretie van het virus te minimaliseren! Lysine: een belangrijke stof voor het minimaliseren van de herexcretie… De reactivatie van het virus bij latente dragers is vaak het gevolg van stress. Arginine is een aminozuur dat onmisbaar is voor de groei en de reproductie van het herpesvirus. L-lysine gaat bij aanwezigheid van het herpesvirus in concurrentie met de arginine en remt zo de groei en reproductie van het virus. Onderzoek wijst dus uit dat verrijking met L-lysine een verschil maakt… We kunnen dus besluiten dat de voeding een bijzondere rol speelt in het beheer van deze infectie, niet alleen omdat ze de algemene weerstand vergroot, maar bovenal doordat ze de reproductie van het virus en bijgevolg de uitscheiding van het viruspartikel remt! Aarzel dus niet langer…