vragenenantwoorden17maart (Word - 33 kB)

advertisement
11IT003486
Technische vragen CDA-fractie opiniërend AB 16 maart 2011
3.a. Geactualiseerd inkoop- en aanbestedingsbeleid
Vraag:
Zijn de toepassingen inkoopbeleid (zie par. 6.2.) alleen voor intern gebruik, of ook voor derden om
in te zien? Het is voor derden namelijk niet mogelijk de richtlijnen te raadplegen op Waterweb .
Antwoord:
De toepassingen op het inkoopbeleid zijn passief openbaar en middels een WOB-verzoek
opvraagbaar. Uitzonderingsgronden hierop zijn in de meeste gevallen niet van toepassing. Het
inkoop- en aanbestedingsbeleid zelf is via de AB-stukken op de internetsite van het waterschap
beschikbaar voor derden.
Vraag:
In par. 6.4. staat dat wij niet gauw gebruik maken van DBFM en DBFMO contracten. Maar hoort
hier ook niet DBM bij?
Antwoord:
Nee, het gaat bij de genoemde type contracten om verregaande uitbesteding waarbij met name de
"F" van finance en de "O" van operating in de markt worden gezet. Financiering door derden komt
nagenoeg niet voor en operating ook niet. Reden hiervoor is dat operating (bediening en beheer)
bij het waterschap zelf is ondergebracht. DBM komt daarentegen wel regelmatig voor.
Vraag:
Onder par. 6.5., onder omgang met leveranciers, staat vermeld dat een lijst van minimaal 1 van
preferred supplier (max 5) wordt opgesteld. Eén leverancier op zo’n lijst is wel heel beperkt. Is
hier niet bedoeld meer dan 1?
Antwoord:
Hier is bedoeld dat minimaal 1 leverancier preferred supplier is met daarbij maximaal 4 andere
leveranciers in geval de preferred supplier om wat voor reden dan ook niet kan voldoen aan onze
vraag. Het werken met preferred suppliers beperkt zich echter tot de kleinere inkooppakketten.
Bijvoorbeeld bloemisten e.d.
3.b. Aanvraag VBK cluster renovatie diverse RWZI
Vraag:
Is een nadere toelichting mogelijk op de € 700.000 aan maatregelenpakket? Bijvoorbeeld voor
welke soort maatregelen, en welke bedragen?
Antwoord:
Ten aanzien van het genoemde bedrag;
De € 700.000 (gemiddeld € 87.500 per zuiveringslocatie) voorbereidingskrediet is gereserveerd om
te het definitief vast te stellen maatregelenpakket geschikt te maken voor uitvraag op de markt.
Dit omvat het opstellen van contractstukken in de vorm van bestekken en werkomschrijvingen,
opstellen overzicht en detailtekeningen, procesflowdiagrammen (PFD), proces en
instrumentatiediagrammen (P&ID), opstellen veiligheids- en gezondheidsplannen voor
uitvoeringsfase, dossiervorming CE-markering, specificaties, opstellen besteksbegroting,
voorbereiden aanbestedingstraject. Gunning vindt pas plaats nadat latere bestuurlijke
besluitvorming over het uitvoeringskrediet heeft plaatsgevonden. Op deze wijze, conform
handreiking projectmatig werken, kunnen beide trajecten parallel lopen en wordt geen tijd
verloren.
Ten aanzien van het maatregelenpakket;
Er is op basis van eerdere inventarisaties en knelpuntanalyse is een voorlopig maatregelenpakket
opgesteld (initiatieffase) aan de hand waarvan de instandhoudinginvesteringen zijn opgenomen in
het investeringsplan 2011-2015. Dit pakket omvat 115 maatregelen, variërend in omvang,
verspreid over de 8 genoemde locaties en heeft een geraamde investeringsomvang van € 25,4
miljoen inclusief het te voteren voorbereidingkrediet.
3.c. Aanvullend UVK project slibindikking Rijen
Vraag:
Er wordt gesproken over een besparing middels deze manier van aanbesteden van € 45.000 op de
exploitatiekosten. Waarom is dat bedrag niet in de toetsingslijst opgenomen bij de
lastenberekening per jaar?
Antwoord:
Bij de voorkeursoplossing zijn de exploitatiekosten € 45.000,- minder dan bij de goedkoopste
oplossing van de inschrijvingen die zijn ingediend.
In het format van de toetsingslijst kan dit niet weergegeven worden. De toetsingslijst geeft de
toename van de lasten weer ten opzichte van de huidige situatie en vervolgens de extra toename
ten opzichte van de 1e aanvraag uitvoeringskrediet. Omdat het referentiekader daarmee anders is
zou het een “appels met peren” vergelijking worden door de relatieve besparing tussen de
oplossingen in de toetsingslijst te verwerken.
Om die reden is dit separaat toegelicht in de paragraaf financiële gevolgen.
3.d. Vaststelling Sociaal plan Belastingsamenwerking West Brabant
Vraag:
Is het correct om ervan uit te gaan dat alle 34,43 fte in de uitloopschaal terecht kunnen komen?
Antwoord:
Ja, met de aantekening dat niet in de toekomst kan worden gekeken in zoverre dat medewerkers
ook vóór 2019 kunnen vertrekken. Het gaat hier bij de 34,42 fte dus om de "maximum"
benadering.
Vraag:
Is aan te geven tot welk jaar deze garanties kunnen duren?
Antwoord:
Weer met de aantekening dat medewerkers ook voortijdig uit dienst kunnen treden (FPU, andere
functie/werkgever etc.), zal de laatste betreffende medewerker - rekening houdend met de stijging
van de pensioenleeftijd in 2020 en 2025 - in 2046 op 67-jarige leeftijd de BWB verlaten. Vanaf
2013 tot en met 2019 zullen de kosten dus toenemen tot maximaal ca. € 200.000,-- en vanaf 2019
tot aan 2046 weer afnemen. In het laatste jaar (2046) bedragen deze kosten incl. sociale lasten €
4.667,- .
3.e. Aanvraag UVK knelpunten wateroverlast fase 2 Halderberge IP229.
Vraag:
Diverse studies en rapportages worden genoemd. Zo ook de modelstudie. Wanneer is die
modelstudie uitgevoerd?
Antwoord:
In het kader van het project Knelpunten wateroverlast (IP0190) is een nadere modelstudie
(watersysteemanalyse) uitgevoerd in het gebied van de Hoevense Beemden (Halderberge). De
studie is in het jaar 2008 uitgevoerd en afgerond in 2009. Hieruit blijkt dat een aantal korte termijn
maatregelen noodzakelijk zijn om tijdens heftige neerslagsituaties de wateroverlast te beperken.
Op basis hiervan is het project IP 229 geïnitieerd.
Gezien het feit dat er vele projecten lopen die van invloed kunnen zijn op de totale
waterbergingsopgave in dit gebied is het de bedoeling om een 'finale modelstudie' uit te voeren.
Hieruit blijkt vervolgens het restant van de waterbergingsopgave. Deze studie is momenteel in
voorbereiding en wordt afgerond in 2012.
Vraag:
Wat is het belang van de duiker op het Hoeveneind bij Teteringen, voor de knelpunten in
Halderberge?
Antwoord:
De duiker in Teteringen is toegevoegd in dit project bij het samenstellen van de kadernota 2010.
Zowel het onderzoek naar dit deelproject als naar de situatie in Halderberge waren onderdeel van
het project Knelpunten wateroverlast ( IP190). Het project bracht knelpunten in het gehele
beheergebied in kaart. Uit dit onderzoek is gebleken dat de duiker in Teteringen op korte termijn
verruimd moet worden. Omdat zowel de maatregelen in Halderberge als het verruimen van de
duiker op korte termijn zou moeten plaatsvinden, is er om praktische redenen en omwille van
efficiëntie voor gekozen de betreffende maatregelen onder één gezamenlijk uitvoeringskrediet aan
te vragen. Aanpassing van de duiker in Teteringen heeft uiteraard geen effect op de knelpunten in
Halderberge.
3.f. Aanvraag UVK aanpassingen sluiscomplexen
Vraag:
Waarom is er in de toetsingslijst een bedrag voor tarief vaarwegen opgenomen? Die taak wordt
toch voor 100% door provincie vergoed of geldt dat hier niet?
Antwoord:
De taak vaarwegen wordt inderdaad voor 100% vergoed door de provincie.
Met het tarief vaarwegen wordt de vergoeding van de provincie Noord-Brabant bedoeld.
Volledigheidshalve wordt ook de gevolgen van de investering voor de taak vaarwegen in beeld
gebracht op de toetsingslijst.
3.g. Ruiling voor EVZ Hellegat
Vraag:
Wij nemen aan dat de kosten voor waterberging volledig ten laste komen van het waterschap en
niet van de gemeente. Is dat juist?
Antwoord:
De waterberging wordt ingepast in de ecologische verbindingszone. Eventuele specifieke
inrichtingsmaatregelen komen geheel voor rekening van het waterschap.
Vraag:
De lasten vanwege de aankoop EVZ zijn € 189.307. Hoe groot is het bedrag voor waterberging?
Antwoord:
De aankooplasten zijn geheel voor de ecologische verbindingszone. De kosten voor waterberging
bestaan alleen uit inrichtingskosten
Vraag:
Het voorschot dat Brabants Landschap heeft toegezegd in 2007, is, naar we mogen aannemen de
subsidie van de provincie Noord-Brabant. Klopt dat?
Antwoord:
Ja, het voorschot van Brabants Landschap betreft de subsidie van de provincie Noord-Brabant.
Download