MON05 PAG 04

advertisement
SPIERZIEKTEN
BIOCHEMIE
Tekst: Gert-Jan van den Bemd
Beeld: Levien Willemse
Pompe als leerschool
Kinderen met de
ziekte van Pompe
gaan niet langer vóór
hun eerste levensjaar
dood dankzij een
therapie die Erasmus
MC ontwikkelde. De
opgedane kennis
blijkt ook bruikbaar
voor andere stofwisselingsziekten.
inderarts stofwisselingsziekten dr. Ans van der Ploeg
is een expert op het gebied
van de ziekte van Pompe.
Halverwege de jaren tachtig
begon ze aan haar promotieonderzoek
op het laboratorium van biochemicus
dr. Arnold Reuser. Daar toonde ze aan
dat gekweekte huidcellen en spiercellen in staat zijn om het enzym op te
nemen dat bij patiënten met de ziekte
van Pompe ontbreekt. Bovendien
bleek het opgenomen enzym in staat
om het glycogeen, dat bij patiënten
met de ziekte van Pompe in de cellen
opstapelt, af te breken.
Die ontdekking was een doorbraak,
want daarmee kwam een behandeling
in één klap een stuk dichterbij. Er was
echter een probleem: hoe kwam je aan
voldoende enzym? Het was een hels
karwei om het uit organen te isoleren.
Dr. Reuser herinnert zich: “In die tijd
isoleerden we het enzym uit placenta’s.
Na vier weken stug doorwerken hadden we dan uit dertig kilogram placenta 0,02 gram enzym verkregen.”
Centrum voor
stofwisselingsziekten
Kinderarts stofwisselingsziekten
dr. Ans van der Ploeg: “We hebben in
Erasmus MC ontzettend veel geleerd
van het hele traject dat we met de
ziekte van Pompe hebben doorlopen van laboratoriumonderzoek met cellen
en proefdieren naar de ontwikkeling
van een therapie voor patiënten. Die
verzamelde kennis is niet alleen toepasbaar op de ziekte van Pompe, maar
ook op andere lysosomale stapelingsziekten, zoals de ziekte van Hurler, de
ziekte van Hunter en de ziekte van
Maroteaux-Lamy.
Om de kennis maximaal te benutten is
hier een nieuw centrum voor kinderen
en volwassenen met lysosomale
stapelingsziekten opgezet. Inmiddels
hebben we zo’n 120 patiënten in
behandeling. Wij hebben geen eigen
gebouw, het centrum is virtueel. Het
bestaat uit een samenwerkingsverband tussen de apotheek, de afdelingen Kindergeneeskunde, Klinische
Genetica, Inwendige Geneeskunde en
(Kinder)Neurologie, maar ook Fysiotherapie, de thuisbeademing, (Kinder)
Cardiologie en Orthopedie leveren een
belangrijke bijdrage.”
Zie ook: www.pompecenter.nl
K
ZIEKTE VAN POMPE
• De ziekte van Pompe is een lysosomale stapelingsziekte
• Patiënten die aan deze ziekte leiden,
•
•
24
hebben een tekort aan een bepaald
enzym
Daardoor slaan ze de brandstof voor
spieren, glycogeen, op in kleine blaasjes (de lysosomen) van hun spiercellen
Deze opslag veroorzaakt problemen
met hun hart, ademhaling, spieren
juni/juli 2008
MONITOR
Patiëntje krijgt medicijn via infuus
Konijnenmelk - Uiteindelijk lukte het
de Rotterdamse onderzoekers om,
samen met het bedrijf Pharming,
enzym te produceren in konijnenmelk.
In 1999 werd de konijnenmelk voor
het eerst gebruikt om patiëntjes met de
ziekte van Pompe te behandelen. Later
werd de productie van het enzym overgenomen door genetisch aangepaste
hamstercellen, die het enzym afgeven
aan de vloeistof waarin ze worden
gekweekt. Nu wordt gewerkt aan een
therapie die het toedienen van enzym
overbodig moet maken. In de toekomst
zal het eenmalig inbrengen van een gen
voldoende moeten zijn om een patiënt
zelf het enzym te laten maken.
Schoolvoorbeeld - Voor dr. van der
Ploeg is het traject dat met de ziekte
van Pompe werd doorlopen, het
schoolvoorbeeld van hoe laboratoriumonderzoek uiteindelijk kan
leiden tot een therapie: “We zijn
begonnen aan het onderzoek toen de
ziekte van Pompe een onbehandelbare aandoening was. Via basaal
laboratoriumonderzoek zijn we uiteindelijk gekomen tot een therapie
die bij patiënten wordt toegepast.
Daarmee is de ontwikkeling niet
gestopt. Er komen voortdurend
nieuwe vragen naar voren: waarom
werkt de therapie niet voor elke patiënt even goed? Wanneer moet je
ermee beginnen? Met die vragen
gaan we in het lab weer aan de slag.
De wisselwerking tussen laboratorium en kliniek blijft bestaan.”
Dubbel profijt - Het nieuwe centrum
voor lysosomale stapelingsziekten en
stofwisselingsstoornissen in oprichting
(zie kader) biedt de patiënt een maximale bundeling van kennis. Het mes
snijdt aan twee kanten. Dr. Van der
Ploeg: “Door het onderzoek en behandeling van kinderen en volwassenen te
centraliseren, groeit ons inzicht in de
diverse lysosomale stapelingsziekten
en andere stofwisselingsziekten. We
zien zoveel mogelijk verschillende
patiënten, in verschillende fases van de
ziekte. Dat helpt ons weer om de beste
therapie te ontwikkelen.” ■
Download