HUISWERK DRAMA WEEK/LES 3 Method-acting Alles voor het personage Affiche Raging Bull Hoe goed een acteur of actrice overkomt, heeft te maken met de overtuiging waarmee hij of zij een bepaalde rol speelt. Een acteur is overtuigend als zijn personage geloofwaardig overkomt. Acteurs in een film bepalen in grote mate hoe goed het verhaal overkomt. Een slecht acteur kan een goed verhaal verknallen, terwijl een goed acteur het kijken naar een slecht verhaal kan veraangenamen. Het overtuigend neerzetten van een geloofwaardig personage is op verschillende manieren te bereiken. In de huid van De Amerikaanse traditie van method-acting gaat ervan uit, dat je een rol pas goed speelt, als de acteur in de huid kruipt van zijn personage. Alle kenmerken, trekjes en gewoonten van het personage moet de acteur eigen maken; hij wordt zo het personage. Waanbeelden In de film Apocalypse Now (Francis Ford Coppola, VS 1979) leidde dit 'method-acting' tot grote problemen. Acteur Martin Sheen ging zo op in zijn rol als langzaam gek wordende legerofficier, dat hij daadwerkelijk last kreeg van waanbeelden. Gewicht Een ander voorbeeld is acteur Robert de Niro. In de film Raging Bull speelt De Niro de zeer gewelddadige bokser Jake La Motta. Om dit personage goed neer te kunnen zetten, moest hij enorm aankomen.1 Brecht in het kort 2 Bertolt Brecht Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 — Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits dichter, (toneel)schrijver en toneelregisseur. Zijn werk was sterk politiek geëngageerd. Brecht wordt gezien als de grondlegger van het episch theater. Hij werkte veel samen met de componisten Hanns Eisler en Kurt Weill. In 1933 vluchtte Brecht uit Duitsland en kwam na omzwervingen in de Verenigde staten terecht. Hier zou hij later vervolgd worden wegens anti-Amerikaanse activiteiten, waarna hij vertrok naar Oost-Berlijn. Episch theater Brecht geeft zijn eigen invulling aan het episch theater. Hij wil zijn publiek vooral aan het denken zetten. In zijn werk staat niet de emotie centraal, maar de ratio. Brecht wil niet dat zijn publiek zich gepassioneerd laat meeslepen door een verhaal, hij wil hen vooral laten nadenken over en bewust maken van menselijke en maatschappelijke verhoudingen. In de gedachte van Brecht zijn mensen vooral een product van de menselijke verhoudingen, de maatschappij. Omdat mensen de maatschappij zelf maken, kunnen ze die ook veranderen, vindt Brecht. De gedachte dat mens en maatschappij elkaars wederzijds beïnvloeden vinden we jaren later – in de jaren '80 – terug in het werk van de socioloog Anthony Giddens, een van de denkers achter Tony Blair. Verfremdungseffekt Omdat Brecht niet wil dat zijn publiek te zeer emotioneel opgaat in zijn theater, creëert hij de theorie van de vervreemding (Verfremdungseffekt). Hij bereikt die vervreemding door allerlei technieken toe te passen. Zo ontdoet hij de opeenvolging van scènes van elke logica (de opeenvolging van scènes doet er niet toe) en laat hij decors veranderen voor de ogen van het publiek. Daarmee is het voortdurend duidelijk dat ze naar toneel kijken. Ook moeten de spelers bewust afstand houden van hun rol, ze mogen zich niet te zeer inleven. In tegenstelling tot method acting (bekend uit de VS en ontwikkeld door Lee Strasberg) stellen Brechts spelers zich afstandelijk op en analyseren hun rol of de situatie zo nu en dan, waarbij ze het publiek direct aanspreken. Ook maakt hij regelmatig gebruik van een verteller die tussen scènes door de situatie op het toneel beschouwt, verduidelijkt en vragen opwerpt. Al deze technieken zijn op zich niet nieuw: de verteller is een moderne toepassing van het koor in de Griekse tragedies en Brecht haalde voor andere Verfremdungstechnieken zijn inspiratie uit de commedia dell'arte en het Oosterse theater. Zijn grote verdienste is dat hij deze technieken met een revolutionair doel toepaste. 3 Absurdistisch theater Na de tweede wereldoorlog gaat het hard met de technologische vooruitgang, we gaan steeds meer richting Amerika. Door vele mensen wordt dit met open handen onthaald, maar niet door iedereen. Zoals de existentialisten, zij vinden dat wij in een tijd belanden van zinloosheid, machteloosheid en twijfel. Dit thema word veel gebruikt door de makers van absurd toneel. In het absurd toneel wordt vaak uitgegaan van realistische karakters, situaties en theatrale conventies. Tijd, plaats en identiteit zijn vaak vaag en dubbelzinnig. Veelal wordt er een droomachtige of beangstigende sfeer geschapen en vinden er herhaaldelijke of onzinnige dialogen plaats. De vier belangrijkste absurdische toneelschrijvers zijn Eugène Ionesco, Samuel Beckett, Jean Genet en Arthur Adamov. Andere schrijvers die vaak met het absurd theater worden geassocieerd zijn Friedrich Dürrenmatt, Fernando Arrabal, Harold Pinter, Edward Albee, Hans Teeuwen en Jean Tardieu. Fysiek theater Acteur en lichaam: Grotowski Jerzy Grotowski (1933-1999) was een Poolse regisseur die belangrijke vernieuwingen binnen het theater heeft gebracht. Grotowski noemde zijn theater een laboratorium, een centrum van onderzoek. Grotowski zag het lichaam als het belangrijkste instrument van dat onderzoek. Hij wilde daar dan ook de nadruk op leggen en tegelijkertijd de relatie tussen acteur en publiek herdefiniëren. Daarom verzon hij de term “poor theatre” (1959), meestal vertaald als sober theater. Dat hield in dat alle voor hem niet essentiële elementen zoals kostuums, geluidseffecten, make-up, decor en belichting achterwege werden gelaten in zijn voorstellingen. Dat is dus heel anders dan wij gewend zijn, bij ons wordt meestal heel veel aandacht aan de vormgeving besteed. Voor de methode van Grotowski was het ook belangrijk dat hij met een kleine vaste groep acteurs kon werken. De acteermethode en de bijbehorende oefeningen hebben veel invloed gehad op latere theatermakers. Acteur en lichaam: mime Mime is theater zonder tekst. In de tijd van de oude Grieken (270 v. Chr.) ontstonden de eerste vormen van mime. Toen was het nog slechts een manier om teksten te verduidelijken. Langzaam veranderde dat in bewegingen zonder tekst. Bewegingen die voor zichzelf spraken. Door Jacques Copeau werd aan het begin van de twintigste eeuw een serie lessen ontwikkeld om de bewegingstaal van de mime te verduidelijken. Een van de leerlingen van Copeau, Etienne Decroux, heeft zijn onderzoek naar manieren van bewegen voortgezet. Hij ontwikkelde de ‘mime corporel’. De ‘mime corporel’ is een verzameling termen en technieken, waarbij het uitgangspunt steeds is dat het lichaam in evenwicht blijft. Tot aan de dag van vandaag is de ‘mime corporel’ de basis van de mime in Nederland. Bekijk de volgende 2 filmpjes over Method acting en over Fysiek theater http://www.youtube.com/watch?v=z9ofwr4y7H4 http://www.youtube.com/watch?v=BUWzL2hw5Uk&feature=related HUISWERK DRAMA WEEK/LES 2 1 Bekijk ‘meepraten’ van Micha Wertheim http://www.youtube.com/watch?v=0Q2hi_l6wgY a b c Noem 2 momenten van statuswissel. Wat is bij zijn hoge status opvallend in taal? Wat is bij hoge status opvallend in zijn lichaamstaal? Micha Wertheim past steeds hetzelfde trucje toe om zijn status t.o.v. zijn vrienden te verhogen. Welke truc is dat? 2 Doe de zelftest over de roos van Leary. http://www.testjegedrag.nl/tjg/zelftest/zelftest.htm a b c Is de uitslag verrassend of niet? Herken je jezelf in de uitslag? Ben je daar tevreden mee? Elk gedrag roept ander gedrag op. Welk gedrag roep jij op? HUISWERK DRAMA WEEK/LES 1 1 Lees de informatie over handelingsdelen, toetsen en de introductie op het vak. 2 Maak het eerste deel maken van de opdracht: Lichaamstaal en.....