Trombose en kanker Verpleegkundig Specialisten Oncologie Voorjaars Symposium Arne de Kreuk, internist-hematoloog OLVG Amsterdam 24 maart 2016 Doorn Disclosure belangen spreker Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Bedrijfsnaam Honorarium LEO Pharma BV Sponsoring Bayer Healthcare Inhoud presentatie 1. Theorie van stolling en trombose 2. Praktijk van trombose bij de oncologische patiënt: • Tromboseprofylaxe • Behandeling van trombose bij kanker • Bijzondere situaties: • Bloedingsneiging bij trombose • Recidief trombose onder antistolling Theorie stolling en trombose Theorie stolling en trombose Theorie stolling en trombose Theorie stolling en trombose Arteriële versus veneuze trombose • Arteriële trombose: – CVA*, hartinfarct, etalagebenen – Overwegend trombocyten (‘wit’) – Roken, cholesterol, diabetes • Veneuze trombose: – DVT, longembolie – Overwegend fibrine (‘rood’) – Immobilisatie, orthopedische ingrepen, zwangerschap * Niet op basis van atriumfibrilleren Theorie stolling en trombose een versimpelde weergave (1) Theorie stolling en trombose een versimpelde weergave (2) Theorie stolling en trombose een versimpelde weergave (3) Antistolling maakt het cement zwak Trombocyten aggregatieremmers maken de bakstenen glibberig Theorie stolling en trombose een versimpelde weergave (4) Theorie stolling en trombose Een nauwkeurige balans • Stolling staat niet 'aan' of 'uit' • Continue proces waarbij stolselvorming en stolselafbraak met elkaar in evenwicht zijn. • Trombogene of anti-coagulante factoren kunnen balans doen doorslaan. Stolling Ontstolling Thrombose Bloedingen Theorie stolling en trombose Risicofactoren voor veneuze trombose Trias van Virchow (1846) Theorie stolling en trombose Risicofactoren voor trombose dagelijks leven Relatieve risico's: Theorie stolling en trombose De balans kan doorslaan naar trombose • Naarmate de leeftijd vordert neemt de kans op trombose toe • Aangeboren factoren of verworven aandoeningen kunnen het risico vergroten. • Bepaalde triggers kunnen een daadwerkelijke trombose uitlokken Theorie stolling en trombose Kanker en trombose Een aantal feiten: • Kanker geeft een verhoogd risico op ontwikkeling van VTE. • Gemiddeld 7x zo veel gevallen van trombose bij patiënten met kanker. • 18% van alle patiënten met VTE is een oncologische patiënt. • VTE is doodsoorzaak nummer 2 bij oncologische patiënten. • Meer dan 10% van de patiënten met een idiopathische trombose wordt binnen 1 jaar gediagnosticeerd met kanker • 80% van de gevallen van VTE bij kanker treden buiten het ziekenhuis op AA Khorana, Cancer-associated thrombosis: updates and controversies; Hematology 2012 Theorie stolling en trombose Kanker en trombose Trombose: sterke invloed op quality of life bij kanker patiënten • Langdurig antistolling noodzakelijk • 12% kans per jaar op bloedingscomplicaties • 21% kans per jaar op nieuwe trombo-embolie, zelfs bij gebruik antistolling. • Uitstel of staken chemotherapie / behandeling • Hogere morbiditeit en kortere overleving AA Khorana, Cancer-associated thrombosis: updates and controversies; Hematology 2012 Tromboseprofylaxe: Wie wel en wie niet? Uw mening: Tromboseprofylaxe bij kanker? Zou u tromboseprofylaxe overwegen bij? • Alle klinische patiënten met een maligniteit • Alle patiënten met een maligniteit • Alle patiënten met een gemetastaseerde maligniteit • Alle patiënten met een maligniteit en een verhoogd risico op trombose Voorkómen van trombose bij kanker To prophylax or not to prophylax Overwegingen m.b.t. tromboseprofylaxe: • Effectief? • Kosten? • Welke middelen? • Klinische patiënten of ook poliklinische patiënten? – Focus van oudsher op klinische en chirurgische patiënten – Echter, tot 80% van de kanker gerelateerde trombose vindt in de poliklinische populatie plaats. Wat zeggen de richtlijnen? Tromboseprofylaxe: Situatie Aanbeveling Bijzonderheden • ESMO Guidelines. Ann Oncol. 2011;22(Suppl 6):vi85-92 Postoperatief bij ingreep voor maligniteit LMWH profylaxe standaard • ASCO guidelines: J Clin Oncol. 2013;31(17):2189-2204 Postoperatief bij hoog-risico situatie LMWH profylaxe, standaard of dubbele dosis Tot 4-6 weken na ontslag; Alle opgenomen patiënten met maligniteit ongeacht reden LMWH profylaxe overweeg Ambulante patiënten met chemotherapie Geen profylaxe Thalidomide of lenalidomide combinaties Asa of LMWH profylaxe Centraal veneuze katheter Geen profylaxe Voorkómen van trombose bij kanker Studies naar tromboseprofylaxe In poliklinische patiënten • PROTECHT trial: – 779 patiënten LMWH; 387 patiënten placebo gedurende 4 maanden – 2,0 % patiënten met trombose; 3,9 % patiënten met trombose • SAVE-ONCO trial: – 1608 patiënten LMWH; 1604 patiënten placebo gemiddeld 3.5 maanden – 1,2 % patiënten met trombose; 3,4 % patiënten met trombose • Dus: om 1 geval van trombose te voorkomen, moeten ongeveer 45 patiënten langdurig behandeld worden met tromboseprofylaxe! G Agnelli Lancet Oncol. 2009 Oct;10(10):943-9 G Agnelli. N Engl J Med. 2012 Feb 16;366(7):601-9 Voorkómen van trombose bij kanker Identificatie van risicofactoren • • • • Patiënt gerelateerde factoren Therapie gerelateerde factoren Tumoreigenschappen Biomarkers Voorkómen van trombose bij kanker Identificatie van risicofactoren Patiënt gerelateerde factoren: • • • • • • • BMI > 35 kg/m2 Geslacht (vrouwen > mannen) Leeftijd Ras (Aziatisch: relatief lager; negroïde hoger) Co morbiditeit (nierziekten; infecties) Voorgeschiedenis van VTE Lage WHO performance status Voorkómen van trombose bij kanker Identificatie van risicofactoren Therapie gerelateerde factoren: • • • • • • • • (grote) chirurgie Chemotherapie (cisplatin!) Hormonale therapie Angiogeneseremmers (bevacizumab, sunitinib) Immuunmodulatoire middelen (thalidomide, lenalidomide) Erytropoietine Bloedtransfusie Centraal veneuze catheters Two-year cumulative incidence (%) of venous thrombosis per type and stage of cancer. Jasmijn F. Timp et al. Blood 2013;122:1712-1723 ©2013 by American Society of Hematology Voorkómen van trombose bij kanker Biomarkers: welke mechanismen spelen een rol? Tumor eigenschappen Voorkómen van trombose bij kanker Biomarkers voor risico identificatie: Gebruik van biomarkers Voorbeeld experiment met d-dimeer: Bij colorectaal carcinoom patiënten pre-operatief d-dimeer bepaald. • Indien > 0,3 mg/L: – 20% (12-31%) DVT binnen 1 jaar • Indien < 0,3 mg/L: – 5% (2-12%) DVT binnen 1 jaar Voorkómen van trombose bij kanker Biomarkers voor risico identificatie: Gebruik van biomarkers (2) Overige geïdentificeerde biomarkers: • Trombocyten > 350 x 10e9/l pre-chemotherapie • Leukocyten > 11 x 10e9/l pre-chemotherapie • Hemoglobine < 6,2 mmol/l pre-chemotherapie • D-dimeer • Tissue Factor (TF) expressie, activiteit of micropartikels • Soluble P-selectin > 53.1 ng/ml • Factor VIII • Protrombine fragment > 358 pmol/L AA Khorana, Cancer-associated thrombosis: updates and controversies; Hematology 2012 Voorkómen van trombose bij kanker Voorspellend effect klinische score Kaplan-Meier curves van het cumulatieve tromboserisico afhankelijk van klinische risicoscore: Cihan Ay et al. Blood 2010;116:5377-5382 Voorkómen van trombose bij kanker Voorspellend effect biomarkers Cumulatief risico op VTE bij gebruik d-dimeer en p-selectine Cihan Ay et al. Blood 2010;116:5377-5382 Behandeling van trombose bij kanker: Middelen van keuze Behandeling van trombose bij kanker Algemeen: antistollingsmiddelen Middel Voordeel Nadeel Coumarines (acenocoumarol, fenprocoumon) Tablet Effect meetbaar (INR) Eenvoudig couperen Wisselende instelling Frequente bloedcontroles Laag-moleculair heparine Stabiele instelling Vaste dosering Injecties Minder eenvoudig couperen Tablet Vaste dosering Interacties Niet eenvoudig couperen Goede nierfunctie nodig (tinzaparine, nadroparine etc.) NOACs (rivaroxaban, dabigatran) Behandeling van trombose bij kanker Antistolling: specifieke uitdagingen bij kanker Er moet met de volgende risico's rekening worden gehouden: • • • • • • • Hoger bloedingsrisico door bijvoorbeeld tumor ingroei. Hoger bloedingsrisico door bijvoorbeeld trombopenie. Sterke fluctuaties INR door bijvoorbeeld braken, diarree. Verandering INR door bijvoorbeeld antibiotica gebruik. Interacties met chemotherapie en andere middelen. Kwetsbaardere huid; nadeel bij frequente injecties. Hoger recidiefrisico VTE ten opzichte van normale populatie. Wat zeggen de richtlijnen? Behandeling trombose: Situatie Aanbeveling Bijzonderheden Behandeling initiële VTE bij maligniteit LMWH Na 6 maanden evt over op VKA VTE tijdens adjuvante / curatieve chemotherapie LMWH Staken na 6 maanden VTE bij aanwezige actieve maligniteit LMWH Onbepaald; op lange termijn evt 75% dosis Acute VTE en diepe niet-herstellende trombopenie of ernstige bloedingsneiging Vena cava filter Recidief VTE ondanks adequate antistolling Switch, escaleer of vena cava filter • ESMO Guidelines. Ann Oncol. 2011;22(Suppl 6):vi85-92 • ASCO guidelines: J Clin Oncol. 2013;31(17):2189-2204 Behandeling van trombose bij kanker Welke anticoagulantia hebben de voorkeur? Klinische trials: • Randomisatie tussen coumarine en LMWH: – – – – CLOT trial (2003) LITE trial (2006) CANTHANOX trial (2002) CATCH trial (2015) 6 mnd dalteparine of coumarine 3 mnd tinzaparine of coumarine 3 mnd enoxaparine of coumarine 6 mnd tinzaparine of coumarine • Randomisatie tussen coumarine en NOAC: – Niet gedaan! – Wel subgroep analyses gedaan op patiënten met kanker in grote NOAC studies voor behandeling DVT. Behandeling van trombose bij kanker Vergelijking coumarines met LMWH Agnes Y. Y. Lee, and Erica A. Peterson Blood 2013;122:2310-2317 Behandeling van trombose bij kanker Vergelijking coumarines met LMWH CATCH trial • Patiënten ingesteld op coumarine: – Tijd in therapeutische range: 47% – Tijd onder therapeutische range: 26% – Tijd boven therapeutische range: 27% normaal 65-88% • Patiënten ingesteld op tinzaparine: – 86% van de patiënten kreeg op tenminste 75% van de dagen injectie Behandeling van trombose bij kanker Vergelijking coumarines met LMWH CATCH trial AY Lee, JAMA 2015; 314: 677-686 Behandeling van trombose bij kanker Vergelijking coumarines met LMWH CATCH trial: geen verschil? • Grootste studie tot nu toe. Maar toch nog te klein? • Wel significant minder 'kleine bloedingen' • Minder recidief trombose in beide groepen (7 versus 10%) ten opzichte van historische gegevens (21%). • Wellicht 'gezondere' studiepopulatie (minder actieve chemotherapie, minder gemetastaseerde ziekte). AY Lee, JAMA 2015; 314: 677-686 Behandeling van trombose bij kanker Vergelijking coumarines met NOACs Data afkomstig uit trombose / longembolie trails Trial Coumarine versus: % maligniteit Einstein DVT (n = 4.832) Rivaroxaban 4,7 Einstein PE (n = 3.449) Rivaroxaban 4,5 RE-COVER (n = 2.539) Dabigatran 6,8 Hokusai-VTE (n = 8.240) Edoxaban 5,2 TB Larssen, PLoS One. 2014;9(12):e114445 Behandeling van trombose bij kanker Interacties met NOACs TB Larssen, PLoS One. 2014;9(12):e114445 Agnes Y. Y. Lee, and Erica A. Peterson Blood 2013;122:2310-2317 Behandeling van trombose bij kanker Vergelijking coumarines met NOACs Onvoldoende veiligheidsdata • Geen significante verschillen. • Groepen te klein • Subgroep analyse; studies niet opgezet naar gebruik bij kanker • Niet alle NOACs zijn hetzelfde Hokusai VTE-cancer studie: Edoxaban versus LMWH Behandeling van trombose bij kanker: Specifieke uitdagingen Behandeling van trombose bij kanker Bijzondere situaties: bloedingsneiging Het bloedingsrisico is verhoogd bij de oncologische patiënt • Aard en lokalisatie tumor • Noodzaak tot invasieve diagnostiek of procedures • Trombopenie tgv chemotherapie of ziekteprogressie • Nierfunctiestoornissen • Leverfunctiestoornissen • Vaker sepsis / DIS Behandeling van trombose bij kanker Bijzondere situaties: bloedingsneiging Individuele schatting risico bij elke oncologische patiënt! • Afweging risico ernstige bloeding t.o.v. afweging ernst trombo-embolie. – Geringe bloedingen accepteren – Bij absolute contra-indicatie antistolling, DVT vervolgen of eventueel vena cava filter plaatsen – Transfusie / suppletie Behandeling van trombose bij kanker Bijzondere situaties: trombopenie Trombopenie bij acute DVT / PE Agnes Y. Y. Lee, and Erica A. Peterson Blood 2013;122:2310-2317 Behandeling van trombose bij kanker Bijzondere situaties: trombopenie Trombopenie bij bestaande DVT / PE Agnes Y. Y. Lee, and Erica A. Peterson Blood 2013;122:2310-2317 Behandeling van trombose bij kanker Bijzondere situaties: Recidief VTE onder antistolling Ongeveer 20% kans op recidief onder antistolling! Enkele vuistregels: 1. Sluit non-compliantie en HITT uit 2. Subtherapeutische antistolling? 1. VKA -> overbrug en herzie doel INR 2. LMWH -> switch naar full dose 3. Therapeutische antistolling? 1. VKA -> switch naar LMWH 2. LMWH -> verhoog dosis met 20-25% • Stuur evt op geleide anti-Xa spiegels • Vena cava filter Behandeling van trombose bij kanker Bijzondere situaties: nog veel meer… - Bij toeval gevonden longembolie - Katheter geassocieerde trombose - Vena portae trombose ….. Samenvatting De oncologische patiënt en trombose • Stolling staat nooit ‘aan’ of ‘uit’ • Richtlijnen geven richting MAAR • Individuele inschatting van trombose en bloedingsrisico van groot belang • Voorkomen is beter dan genezen – Identificatie patiënten met hoog risico • LMWH blijft vooralsnog middel van voorkeur Zijn er nog vragen?