Nutriëntenconsumptie in Nederland

advertisement
Nutriëntenconsumptie in Nederland
Voedingstrendverslag behorende bij het vooronderzoek
V&D 1F2 tutorgroep 4: Aware
Arzu Pinar
Fariël Nahar
Kaoutar Ben Moussa
Kelsey Picauly
Kajo Mo
Den Haag, 11 oktober 2012
Inhoud
1.
Inleiding ................................................................................................................. 3
2.
Methode ................................................................................................................. 4
3.
Voedingsstoffen ....................................................................................................... 5
3.1
Eiwit ................................................................................................................ 5
3.2
Magnesium ....................................................................................................... 6
3.3
Vitamine C ........................................................................................................ 8
3.4
Vocht ............................................................................................................... 9
3.5
IJzer .............................................................................................................. 11
4.
Conclusie/discussie ................................................................................................ 13
5.
Literatuurlijst ......................................................................................................... 14
2
1.
Inleiding
Leerkrachten van basisscholen zijn een voorbeeldfunctie voor hun leerlingen. Daarom is het
van belang dat leerkrachten een gezond eetpatroon hebben. Hierdoor zullen de kinderen zich
optimaal kunnen ontwikkelen en worden ze gezond groot.
Voor blok 1.1 ‘Weet wat je eet’ wordt er aan de pabo-studenten een passend voedingsadvies
uitgebracht. Door een advies op te stellen voor deze studenten zal er getracht worden hun
eetpatroon en daarmee hun gezondheid te verbeteren. Om de pabo-studenten een optimaal
advies te kunnen geven, is het van belang om te weten wat voor effect bepaalde
voedingsstoffen hebben op het lichaam, hoe de consumptie daarvan is en wat de ADH is.
Voor dit onderzoeksverslag zijn de volgende voedingsstoffen onderzocht: eiwit, magnesium,
vitamine C, vocht en ijzer. Het onderzoek is opgesteld aan de hand van een onderzoeksvraag.
De onderzoeksvraag luidt:
In welke mate worden de voedingstoffen geconsumeerd binnen de Nederlandse bevolking,
en welke gevolgen heeft dat op de gezondheid?
Om de
-
onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, zijn er de volgende deelvragen opgesteld:
Wat zijn het voor voedingsstoffen?
Wat voor functie hebben de voedingsstoffen in het lichaam?
Welke voedingsmiddelen bevatten de voedingsstoffen?
In welke mate worden de voedingsstoffen geconsumeerd door de Nederlandse
bevolking, en specifiek door pabo-studenten?
Wat is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid inname van de voedingsstoffen?
Welke gevolgen heeft een tekort of overschot aan de voedingsstoffen?
Het doel van dit verslag is enerzijds kennisverbreding met betrekking tot de voedingsstoffen
eiwit, magnesium, vitamine C, vocht en ijzer. Anderzijds is het doel het ontdekken van
consumptietrends van de voedingsstoffen met behulp van de gevonden informatie.
3
2.
Methode
Er zijn voor dit onderzoek enkele manieren gebruikt om de benodigde informatie te
verkrijgen en de onderzoeksvraag te beantwoorden. Daarbij zijn er meerdere bronnen
gebruikt. Een lijst met alle gebruikte bronnen is aan het einde van dit verslag te vinden.
Om een algemene indruk te krijgen van elke voedingsstof, werd er op de website van het
Voedingscentrum gezocht op de namen van elk van de voedingsstoffen. Dit bleek een
waardevolle en uitgebreide bron van de benodigde informatie, en is daarom ook gebruikt
voor een groot deel van dit verslag.
Voor aanvullende informatie en verdieping in bepaalde deelonderwerpen, zijn ook de boeken
Nederlandse voedingsmiddelentabel, Alles over gezond eten met de schijf van vijf, Eettabel
en Understanding Nutrition veel gebruikt. Daarnaast zijn er online bronnen gebruikt die meer
specifieke informatie leverden, zoals consumptiecijfers, onderzoeksresultaten en
gezondheidsrichtlijnen. Enkele van deze bronnen zijn het RIVM, FitForMe, FWS, Ikazia
ziekenhuis, studenten.net en de Vegetariërsbond. Deze zijn gevonden door zoekopdrachten
in Google.
Nuttige trefwoorden die zijn gebruikt voor de oriëntatie op de voedingsstoffen, zijn
magnesium, eiwit, ijzer, vocht, water en vitamine C. Voor aanvullende informatie en
verdieping in deelonderwerpen is er in de boeken onder andere gezocht met de termen
vitamine C, voedingsmiddelen, groente, fruit, aardappelen, eiwit, protein, aminozuren, amino
acids, health effects, nutrition, malnutrition, recommended amounts, muscle building,
athletes en excess. Verder is er online met Google en op de in de bronnenlijst aangegeven
bronnen onder andere gezocht naar magnesium tekort bij de bevolking RIVM, consumptie
vitamine C, ADH van vitamine C, Nederlandse bevolking en vitamine C, vitamines, tekorten
en overschotten vitamine C, richtlijnen goede voeding, consumptie vocht, dehydratatie en
gemiddelde leeftijd studenten.
Er is kritisch gekeken naar de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de informatie in de
bronnen. Alle nuttige informatie werd geherstructureerd om te voldoen aan de structuur van
dit verslag. Ook is de informatie waar nodig anders verwoord om een logische samenhang in
de tekst te behouden.
4
3.
Voedingsstoffen
3.1
Eiwit
Eiwit (of proteïne) is een belangrijke voedingsstof dat in veel levensmiddelen voorkomt.[1,2]
Het levert energie en aminozuren. Eiwitten zijn opgebouwd uit ketens van deze
aminozuren.[1,3] Er zijn hiervan 22 verschillende soorten.[1] In paragraaf 3.1 zal er dieper
worden ingegaan op aminozuren en het belang van eiwitten voor het lichaam.
Functies in het lichaam
Eiwit is onmisbaar voor het opbouwen en onderhouden van spieren, botten en bloed.[3,4] Een
gemiddelde volwassene bestaat voor 12 kilo uit eiwit.[1] Elke dag moeten lichaamscellen
worden vervangen, en in elke cel komt eiwit voor.[1-3] Daarom heeft het lichaam dagelijks
eiwitten nodig.[2]
Het lichaam maakt nieuwe eiwitten door allereerst de eiwitten in het voedsel af te breken tot
afzonderlijke aminozuren. Deze aminozuren worden vervolgens getransporteerd naar de
lever en andere weefsels, waar ze worden gebruikt voor de aanmaak van nieuwe eiwitten.
Van de 22 aminozuren zijn er 13 die het lichaam zelf kan aanmaken. De rest moet het
lichaam via het voedsel binnenkrijgen. Dat zijn de essentiële aminozuren.[1]
Naast de opbouw en het onderhoud van lichaamscellen, spelen eiwitten ook een rol bij veel
regelprocessen in het lichaam en bij het transport van stoffen in het bloed en in de cel. Zo
zijn bijvoorbeeld hemoglobine en alle enzymen eiwitten.[1,3]
Tekort aan eiwit
Te weinig eiwit kan veel invloed hebben op de gezondheid.[3] Het kan in eerste instantie
leiden tot afbraak van spierweefsel. Wanneer het tekort aanhoudt, ontstaat er een gebrek
aan spierkracht[1] en een verminderde weerstand.[1,3] Verder zorgt een eiwittekort voor het
onderbreken van veel lichaamsactiviteiten. De consequenties daarvan zijn onder andere
vertraagde groei, verslechtering van het functioneren van de hersenen en de nieren, en
verminderd absorptievermogen van voedingsstoffen.[3]
Overschot aan eiwit
Het is niet duidelijk of een teveel aan eiwit slecht is voor de gezondheid.[1,3] Uit voorzorg is er
echter wel een bovengrens van 25 energieprocent. Dat betekent dat niet meer dan 25% van
de calorieën uit eiwit mag komen. Dit geldt voor volwassenen. Voor jongere leeftijdsgroepen
geldt een lagere marge.[1] Bij mensen met nierproblemen kan een eiwitoverschot echter wel
klachten geven, zoals moeheid, misselijkheid, smaakverandering, jeuk en hoofdpijn.[2]
De aanbevolen hoeveelheid inname van eiwit
Voor gezonde mensen is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid eiwit 0,8 gram per kilogram
lichaamsgewicht.[1-3] Bij volwassenen moet ten minste 10% van de calorieën uit eiwit
komen.[1,3] De exacte behoefte verschilt echter per persoon, en is afhankelijk van vele
factoren. Vegetariërs en veganisten hebben bijvoorbeeld tot 25% meer eiwit nodig. Ook
kracht- en duursporters hebben meer nodig dan gemiddeld.[1]
Ter indicatie is er in de volgende tabel aangegeven hoeveel elke leeftijdsgroep per dag nodig
heeft.
5
Gemiddeld aanbevolen hoeveelheid eiwit per
[5]
dag (gram) per leeftijdsgroep
Meisjes/vrouwen
Jongens/mannen
1-3 jaar
13-63
14-55
4-8 jaar
21-88
22-94
9-13 jaar
37-131
36-138
14-18 jaar
49-138
56-181
19-30 jaar
52-131
61-169
31-50 jaar
50-125
59-156
51-70 jaar
52- 119
60-144
Ouder dan 70 jaar
51-100
60-119
Voedingsmiddelen die eiwit bevatten
Eiwit zit zowel in plantaardige als in dierlijke producten.
Plantaardige bronnen zijn noten, sojaproducten, vleesvervangers, peulvruchten, kapucijners,
linzen, brood, granen en paddenstoelen. Dierlijke bronnen zijn vlees, vis, wild, gevogelte,
vleeswaren, melk en melkproducten, kaas en eieren.[1-5]
In dierlijk eiwit zit voldoende van alle essentiële aminozuren. Dit is niet het geval voor
plantaardig eiwit. Daarvan bevat alleen soja voldoende van alle essentiële aminozuren.
Verder verschilt het per product.[1]
Consumptie
In Nederland eten mannen tussen 19 en 30 jaar ongeveer 95 gram eiwit per dag (14 en%)
en vrouwen in die leeftijd ongeveer 68 gram (14,6 en%).[1] Studenten zijn gemiddeld 22,4
jaar oud.[6] Zij behoren dus tot deze leeftijdscategorie.
Tekorten/overschotten bij de Nederlandse bevolking en specifieke doelgroepen
Er bestaan bij de Nederlandse bevolking in het algemeen geen eiwittekorten.[1] Deze komen
eigenlijk alleen voor in bepaalde ontwikkelingslanden. Dat gaat echter vaak gepaard met een
tekort aan voedsel.[1,3]
Wel eten de meeste mensen meer eiwit dan nodig.[1] Dit heeft echter geen duidelijk nadelige
gevolgen voor de gezondheid.[1,3] Een groep die opvalt, zijn krachtsporters en andere atleten.
Zij nemen vaak extra eiwitten in, in de vorm van eiwitsupplementen, in de hoop hun spieren
te stimuleren. Echter, meer dan voldoende eiwitten innemen zorgt hier niet voor. De
natuurlijke eiwitbronnen zijn namelijk voldoende om de aminozuren te leveren die de
eiwitsupplementen ook leveren.[3]
3.2
Magnesium
Magnesium is een mineraal dat betrokken is bij meer dan 300 biochemische reacties. Het
lichaam bevat gemiddeld 20 tot 30 gram magnesium, waarvan 60% in de botten zit en 40%
in de rest van het lichaam.[7]
Functies in het lichaam
Magnesium is nodig bij verschillende processen in het lichaam, zoals de botopbouw, de
opbouw van lichaamseiwit en de overdracht van prikkels in spieren en zenuwbanen. Ook is
het van belang voor het goed functioneren van spieren. Magnesium is ook belangrijk op
celniveau. Het is nodig om de enzymreacties te bevorderen in de cel.
6
Tekort aan magnesium
Veel voedingsmiddelen bevatten magnesium, dus komt een tekort weinig voor. Een tekort
aan magnesium is aan een aantal symptomen herkenbaar:
 Algehele lusteloosheid of vermoeidheid
 Spierkrampen
 Hartritmestoornissen in extreme gevallen
N.B.: Er is geen wetenschappelijk bewijs dat magnesiumtekort de oorzaak is.[8]
Stress zorgt voor een hogere magnesiumbehoefte. Ook chronische stress zorgt voor een
lager magnesiumniveau in het lichaam. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat hard geluid
gedurende enkele uren een verhoogde uitscheiding van magnesium in de urine kan
veroorzaken gedurende twee dagen.[9]
Overschot aan magnesium
Alleen bij gebruik van tabletten, magnesiumzouten of mineraalwater waarin veel magnesium
zit, kan er een magnesiumoverschot ontstaan. Bij een inname van meer dan 250 milligram
magnesium per dag kunnen darmklachten zoals diarree ontstaan.[8]
De aanbevolen hoeveelheid inname van magnesium
In de tabel hieronder staan de gemiddelden en de standaarddeviatie van de waargenomen
inneming van magnesium onder deelnemers van de Voedselconsumptiepeiling 2003 en de
ADH/AI per leeftijdsgroep.[10]
Leeftijd
Geslacht\
Mg/dag
1-4
jaar
4-7
jaar
Man
ADH
Vrouw
Inname
ADH
6070
192
6070
177
90100
210
90100
202
Inname
710
jaar
120140
247
120140
220
1013
jaar
150175
276
155185
243
1316
jaar
220255
301
210250
251
1619
jaar
275325
336
225275
261
1922
jaar
300350
365
250300
264
2250
jaar
300350
381
250300
302
5065
jaar
300350
379
250300
306
>65
jaar
300350
332
250300
284
Voedingsmiddelen die magnesium bevatten en de consumptie daarvan
Magnesium komt voor in:

Brood en graanproducten[8]: Gemiddeld consumeert de Nederlander 150 gram brood
per dag. Dit zijn ongeveer 4 sneetjes brood. De ADH van brood ten behoeve van
voldoende vezels is 6 tot 7 sneetjes per dag, bij voorkeur volkorenbrood of
roggebrood.[11]

Groente[8]: De Nederlander kiest voor gemakkelijk bereidbare groente. Dit zijn
groenten die bij aankoop fijn zijn gesneden, al schoongemaakt, geschrapt en/of
gekookt zijn. Ook roerbakgroente, trostomaten en paprika’s zijn erg in trek. De meest
verkochte groenten in Nederland zijn ui, tomaat, wortel, komkommer, bloemkool, sla,
witlof, sperzieboon, prei en paprika. De ADH van groente is 200 gram per dag.[12]

Melkproducten[8]: De gemiddelde inname van melkproducten is 450 tot 650 ml per
persoon per dag.[13]

Vlees[8]: In 2010 was er per jaar voor de gemiddelde Nederlander 86,6 kilo vlees te
koop.[14]
7
3.3
Vitamine C
Vitamines zijn organische stoffen en essentieel voor een goede functionering van het lichaam.
Ze beschermen tegen bepaalde ziekten en aandoeningen.[4] Er zijn dertien verschillende
vitamines, onderverdeeld in vier vet oplosbare vitamines en negen water oplosbare vitamines,
waaronder vitamine C.[15] Vitamine C bevindt zich in de bijnieren, slijmachtige klieren, lever,
milt, hart, nieren, longen, alvleesklier, spieren en in witte en rode bloedcellen.
Functies in het lichaam
Vitamine C, ook wel ascorbinezuur, heeft een functie als antioxidant. Samen met vitamine E
beschermen ze de lichaamscellen tegen vrije radicalen. Dit zijn reactieve schadelijke stoffen
die bestaan uit moleculen met één of meer ongepaarde elektronen. Vrije radicalen spelen
een belangrijke rol bij verouderingsprocessen.[3] Vitamine C stimuleert het vormen van de
structurele eiwitten van het bindweefsel, genaamd collageen, en zorgt ervoor dat het
mineraal ijzer beter wordt opgenomen uit het voedsel. Ook stimuleert vitamine C de vorming
van witte bloedcellen. Deze bloedcellen zijn belangrijk bij het in stand houden van de
weerstand.[15,16] Verder is vitamine C van belang bij het maken van hormonen, reguleren van
de stofwisseling en het reduceren van het slechte cholesterol LDL in het bloed. Ook draagt
het bij aan de energievoorziening en zorgt het voor een goede functionering van het
zenuwstelsel.
Tekort en overschot aan vitamine C
Bij een tekort aan vitamine C kan verminderde weerstand, vertraagde wondgenezing,
depressie en uiteindelijk scheurbuik ontstaan.[17] De verschijnselen zijn:
- snel bloedend tandvlees;
- loszitten van tanden;
- onderhuidse bloeduitstortinkjes;
- ruw, bruin, schilferig en droog worden van de huid;
- slechte heling van wonden;
- poreus worden van botten;
- grote inwendige bloedingen.
Een teveel aan vitamine C kan ook schadelijk zijn. Het kan leiden tot darmklachten, diarree,
hoofdpijn of misselijkheid en er is een verhoogde uitscheiding van oxaalzuur via de
urine.[15,17] Bij mensen die daar gevoelig voor zijn, leidt een tekort aan vitamine C tot
nierstenen.
De aanbevolen hoeveelheid inname van vitamine C
Hieronder staat de aanbevolen inname van vitamine C per dag per leeftijdscategorie in
milligrammen.[17]
Geslacht/
mg per
dag
0-1
jaar
14
jaar
4-9
jaar
9-14
jaar
14-19
jaar
19-31
jaar
31-50
jaar
51-70
jaar
> 70
jaar
Bij
Bij
zwangerschap
borstvoeding
jongens/
mannen
Inname
35
40
45
55
70
70
70
70
70
-
-
Meisjes/
vrouwen
Inname
35
40
45
55
65
70
70
70
70
90
110
leeftijd
8
Voedingsmiddelen die vitamine C bevatten
Vitamine C kan niet door het lichaam worden gemaakt en moet dus via het voedsel
opgenomen worden. Vitamine C zit in fruit, groente en aardappelen, en vooral in aardbeien,
bessen, citrusfruit, kiwi’s en koolsoorten. In rauwe groente zit vaak meer vitamine C dan in
groente dat is bereid. Bij fruit geldt: hoe verser, hoe meer vitamine C.[15,16] Hieronder staat in
grammen hoeveel er ongeveer per dag aan groenten, fruit en aardappelen zou moeten
worden geconsumeerd om voldoende vitamine C binnen te krijgen.[4,5] Per leeftijdsgroep is er
een andere aanbevolen hoeveelheid. De aanbevolen hoeveelheid voor vitamine C is
gebaseerd op de hoeveelheid die nodig is ter handhaving van een wenselijk niveau in het
bloed.[17] Vitamine C heeft ook een chemische naam, L-ascorbinezuur. Deze naam wordt
gebruikt voor de natuurlijke vorm van vitamine C in eten en drinken. Vitamine C wordt op
etiketten van eten en drinken aangegeven als E-300 of E-301. Dit is wanneer het als
antioxidant is toegevoegd voor conservering.[15]
Productiegroep/ 1-3 jaar 4-8 jaar
9-13 jaar
14-18
jaar
19-50
jaar
51-70
jaar
71 jaar
en ouder
Leeftijd
ADH Groente
50-100
100-150
150-200
200
200
200
150
ADH Fruit
150
150
200
200
200
200
200
ADH
Aardappelen
50-100
100-150
150-200
200-250
200-250
150-200
100-200
Consumptie
De ADH van groente, fruit en aardappelen is 200 gram per dag.[4,5] Het overgrote deel van
de Nederlandse bevolking voldoet hier niet aan, in het bijzonder kinderen tussen 2 en 3 jaar.
Zij eten ongeveer 80% minder dan de ADH van groente. Bij kinderen met de leeftijd tussen
4 en 6 jaar voldoet bijna niemand aan de ADH van groente. Van de jonge volwassenen,
waaronder de pabo-studenten, eet slechts 2% 150 gram of meer groente per dag. Niemand
van deze leeftijdsgroep eet de dagelijkse benodigde 200 gram. De consumptie van fruit is
ook te weinig; 7 tot 8% van de jonge volwassenen en 21 tot 30% van de kinderen voldoen
aan de ADH van fruit.[18,19]
3.4
Vocht
Vocht is belangrijk bij de opname van voedingstoffen. Wanneer er over vocht gesproken
wordt, denkt men vaak aan water. Echter komt vocht ook voor in eten en drinken. Het
meeste vocht wordt door drinken binnengekregen. Hoeveel vocht men nodig heeft hangt af
van verschillende factoren, zoals leeftijd, temperatuur, voedingsinname en de gezondheid.
Als er lang geen vocht binnengekregen wordt, kunnen er uitdrogingsverschijnselen
optreden.[20]
Functies in het lichaam
Vocht bestaat voor een groot deel uit water en is van belang voor het oplossen van
voedingsstoffen. Hier worden de voedingsstoffen opgenomen door de darmwand. Echter is
vocht ook nodig voor de regeling van de lichaamstemperatuur, het transport van voedingsen afvalstoffen in het bloed. De nieren kunnen ±0,7 tot 1 liter water per uur verwerken.[4,20]
9
De inname van vocht wordt geregeld door het dorstgevoel. Wanneer er circa 2% van het
lichaamsgewicht aan water in de weefsels onttrokken is, krijgt men dorst. Dit is ±1,5 liter.
Daarnaast hebben de omgevingstemperatuur, samenstelling van de voeding,
luchtvochtigheid en de mate van lichamelijke activiteit een grote invloed op behoefte aan
water. Deze factoren kunnen zoveel verschillen dat slechts een indicatie gegeven kan
worden van de hoeveelheid water die men gemiddeld nodig zal hebben.
De vochtbalans voor een volwassene bij geringe inspanning, een normale temperatuur en
gezondheid, ziet er ongeveer als volgt uit:
Gemiddelde inname van vocht per dag:



±1250 ml via drinkvocht
±900 ml via eten
±350 ml via oxidatiewater
Gemiddelde uitscheiding van vocht per dag:




±1400 ml via de urine
±100 ml via de ontlasting
±500 ml via de uitademing
±500 ml via zweten[17]
Tekort aan vocht
Als er meer vocht wordt verloren dan er wordt ingenomen of er te lang niet gedronken
wordt, kunnen er uitdrogingsverschijnselen optreden. Dit wordt ook wel dehydratatie
genoemd. Het lichaam verliest niet alleen vocht, maar ook zouten en andere belangrijke
voedingsstoffen. Dit kan nare gevolgen hebben, zoals hevige diarree, braken, zweten of
koorts. Afhankelijk van de omstandigheden overleeft een mens het maar enkele dagen
zonder vocht.[21]
Overschot aan vocht
Echter kan een overschot aan vocht ook risico’s opleveren, zoals vochtophoping in de
hersenen. Dit komt zelden voor, maar als er alleen maar water gedronken wordt en verder
niet wordt gegeten, kan er een zouttekort optreden. Hierdoor kan vochtophoping in de
hersenen ontstaan en kunnen spiercellen verloren gaan.[20] Het wordt ook niet aangeraden
om te veel alcohol te drinken, omdat dit schadelijk is voor de gezondheid.[4]
De aanbevolen hoeveelheid inname van vocht
De aanbevolen hoeveelheid inname van vocht hangt af van de hoeveelheid vocht dat
verloren gaat. Bij intensieve beweging of sporten en een hoge lichaamstemperatuur heeft
het lichaam meer vocht nodig, omdat er veel vocht verloren gaat. Het lichaam heeft dus
minder vocht nodig bij geringe inspanning. Wat de gezondheidsraad de Nederlandse
bevolking aanraadt, is om 70% van alle vocht dat per dag binnengekregen wordt uit dranken
te halen. Er wordt daarom aanbevolen om dagelijks ±1,5 liter water binnen te krijgen. Dit
zijn ongeveer 10 glazen vocht per dag.[20] Echter wordt het aangeraden om niet veel alcohol
per dag te drinken. Voor vrouwen geldt 1 glas per dag en voor mannen 2 glazen.[4] In de
tabel hieronder is te zien wat de richtlijn is voor vochtinname per leeftijdscategorie.
Richtlijn vochtinname in liters per leeftijdscategorie: [20]
Leeftijd 1-4
Man
1,1
Vrouw
1,1
4-7
7-10 10-13 13-16 16-19 19-22 22-50 50-65 >65
1,2
1,3
1,6
1,8
2
2,2
2,5
2,5
2,5
1,2
1,2
1,4
1,5
1,7
1,9
2,3
2,4
2,4
10
Voedingsmiddelen die vocht bevatten
In alle levensmiddelen komt vocht voor, zowel in drank als in voedsel. Eten levert gemiddeld
maar liefst een liter vocht per dag. Groente en fruit bestaan zelfs voor 80% uit vocht.[20] Ook
alcohol bevat vocht. Zoals hierboven aangegeven wordt, is het niet aangeraden om veel
alcohol te drinken, omdat dit nare gevolgen kan hebben.[4] De vochtbalans wordt het beste
op peil gehouden door de richtlijnen van de ADH aan te houden. Wanneer het lichaam
eiwitten, vetten en koolhydraten uit eten omzet in energie, komt er vocht vrij. Dit wordt ook
wel oxidatiewater genoemd.[17,20]
Consumptie
Volgens het onderzoek ‘Wat drinkt Nederland’ (2009) drinken Nederlanders gemiddeld 1,7
liter per dag. Ongeveer 63% van de volwassenen ouder dan 20 jaar voldoet aan de ADH.
Zonder alcohol ligt het gemiddelde op ongeveer 1,5 liter en haalt 48% de ADH. De
leeftijdsgroep jongvolwassenen krijgen per dag ±1,8 liter vocht binnen. Maar liefst 27%
bestaat uit water, 21% uit warme dranken, 23% uit frisdranken, 10% uit alcoholische
dranken, 10% uit zuiveldranken, 4% uit vruchtensappen, 4% uit siroop en 1% uit
vruchtendranken.[22,23]
3.5
IJzer
IJzer is nodig voor de regulatie van processen in het lichaam. Het lichaam haalt ijzer uit
voeding door middel van het benutten van volwaardige voeding.[24]
Functies in het lichaam
Ons lichaam bevat ongeveer vier tot vijf gram ijzer, waarvan 1 gram als voorraad. IJzer
speelt een belangrijke rol tijdens de stofwisseling. Het is een belangrijk onderdeel van de
rode bloedkleurstof (hemoglobine), dat in de rode bloedcellen verantwoordelijk is voor de
zuurstofuitwisseling. Bovendien is ijzer een bestanddeel van enkele enzymen die nodig zijn
voor de ademhaling en de zuurstofoverdracht in de cel. IJzer wordt in de ferrovorm uit het
voedsel opgenomen.[25] Non-heemijzer en heemijzer zijn twee vormen waarin ijzer voorkomt.
Non-heemijzer is uit plantaardige producten te halen en heemijzer zit alleen in dierlijke
producten, wat beter beschikbaar is voor het lichaam.[26]
Tekort en overschot aan ijzer
IJzergebreksanemie is een ander woord voor tekort aan ijzer. Anemie is een medische term
voor bloedarmoede. Bloedarmoede wordt gekenmerkt door een tekort aan bloedkleurstof
(hemoglobine). In de longen wordt zuurstof uit de lucht opgenomen in het bloed, waar het
wordt gebonden aan hemoglobine. In de weefsels wordt de zuurstof weer afgestaan. Bij een
tekort aan hemoglobine komt er dus te weinig zuurstof in de weefsels; de patiënt is slap,
moe en lusteloos.[25]
De kans dat iemand een ijzertekort heeft, is niet zo groot. Als er een tekort dreigt te zijn aan
ijzer, zorgt het lichaam ervoor dat het uit eten wordt gehaald. De voorraad in de milt en de
lever slinkt als er een lange tijd minder ijzer actief is geweest in het lichaam.[26-29]
Een overschot aan ijzer kan gevolgen hebben voor de leverfunctie. De kans op leverkanker,
hart- en vaatziekten en diabetes neemt dan mogelijk toe. Hemochromatosepatiënten kunnen
al snel te veel ijzer binnenkrijgen. Deze aandoening komt voor bij 0,5% van de bevolking.
Deze patiënten hebben een aangepast dieet nodig en mogen zeker geen ijzertabletten
11
innemen. De mogelijke bijwerkingen van een ijzerpreparaat bij meer dan 45 mg kunnen zijn:
acute maagdarmproblemen, zoals misselijkheid, overgeven en diarree.[29]
De aanbevolen hoeveelheid inname van ijzer
Een volwassen man (vanaf 22 jaar) heeft per dag 9 mg ijzer nodig. Voor een volwassen
vrouw (vanaf 22 jaar) is dat 15 mg. De ijzerbehoefte van vrouwen is hoger door het
ijzerverlies bij de menstruatie. Zwangere vrouwen hebben 11 tot 19 mg nodig en tijdens het
geven van borstvoeding ligt de behoefte op 20 mg ijzer per dag. Vrouwen na de overgang
verliezen minder ijzer. De dagelijkse behoefte is dan 8 mg ijzer.
Voedingsmiddelen die ijzer bevatten
Vlees, vis, ei, brood, aardappelen en groente zijn producten die belangrijk zijn voor de
dagelijkse benodigde hoeveelheid aan ijzer.[28]
De meest ijzersterke voedingsmiddelen zijn hieronder weergegeven.[17,25-28]
Voedingsmiddel
Bruin brood
Volkoren brood
Roggebrood donker
Volkoren macaroni
Muesli
Evergreen
Volkoren
Vlees
Vis
Kip
Leverworst
Ei
Aardappel
Peulvruchten
Zilvervliesrijst
Groente gemiddeld
Fruit gemiddeld
Portie
sneetje (35 gram)
sneetje (35 gram)
sneetje (50 gram)
grote lepel (50 gram, gaar)
3 eetlepels (25 gram)
1 biscuit (10 gram)
biscuittje (10 gram)
75 gram gaar
75 gram gaar
75 gram gaar
1 snee (15 gram)
per stuk (50 gram)
1 stuks (50 gram)
grote lepel (50 gram, gaar)
grote lepel (50 gram, gaar)
grote lepel (50 gram, gaar)
1 portie (100 gram)
Hoeveelheid ijzer in mg
0,6
0,9
1,5
0,6
0,8
1,6
0,4
2,5
1,0
0,6
0,5
1,0
0,3
1,0
0,3
0,6
0,8
Tekorten/overschotten bij de Nederlandse bevolking
In Nederland komt een tekort aan ijzer regelmatig voor bij kinderen. Bepaalde groepen
(kleine kinderen, jonge meisjes en zwangeren) nemen minder ijzer op dan aanbevolen
wordt.[30] Uit onderzoek is gebleken dat tekorten aan ijzer met bloedarmoede als gevolg
bijna niet voorkomen in westerse landen.[25]
Als oorzaak van primaire hemochromatose(overschot) is bij 90% van de patiënten een
erfelijke (genetische) afwijking bekend. Deze afwijking komt voor bij ongeveer 1 op de 200
inwoners. Dat wil zeggen dat in Nederland ongeveer 80.000 mensen deze aandoening
hebben.[27]
12
4.
Conclusie/discussie
De voedingsstoffen eiwit, magnesium, vitamine C, vocht en ijzer zijn de hoofdonderwerpen
geweest tijdens dit onderzoek. Er is met name uitgediept op de deelvragen en de
onderzoeksvraag. De informatie die gevonden werd, is kritisch bekeken en er zijn
betrouwbare bronnen gebruikt (zie literatuurlijst).
De onderzoeksvraag was: In welke mate worden de voedingstoffen geconsumeerd binnen de
Nederlandse bevolking, en welke gevolgen heeft dat op de gezondheid?
Per voedingsstof kan er het volgende worden geconcludeerd en daarbij antwoord worden
gegeven op de onderzoeksvraag:
In Nederland krijgt iedereen voldoende eiwit binnen. Mannen consumeren ongeveer 95 gram
eiwit per dag. De gemiddelde ADH is voor hen 61-169 gram. Vrouwen consumeren ongeveer
68 gram per dag, waarbij de ADH 52-131 gram is. Zowel mannen als vrouwen voldoen dus
aan de ADH van eiwit. De meeste mensen, en voornamelijk atleten, eten zelfs meer eiwit
dan nodig is. Dat heeft echter geen duidelijke gevolgen voor de gezondheid.
De Gezondheidsraad heeft de ADH van magnesium voor volwassen mannen (19-50 jaar)
vastgesteld op 300-350 mg. De ADH voor volwassen vrouwen is 250-350 mg. De ADH is
dusdanig vastgesteld dat er bij deze dagelijkse inname geen (ziekte)verschijnselen optreden
als gevolg van een magnesiumtekort.
Uit de tabel kan er geconcludeerd worden dat er geen sprake is van een tekort bij de
Nederlandse bevolking in het algemeen. Er is vaker sprake van een overschot. Dit is
voornamelijk bij de mannen in bijna alle leeftijdscategorieën.
Bij mannen is de inname hoger dan de ADH, terwijl de inname van vrouwen binnen de range
valt van de ADH (leeftijdscategorie 16-22 jaar).
Een tekort of overschot aan vocht kan levensgevaarlijk zijn. Een overschot komt zelden voor.
Dit komt naar voren in de cijfers die weergegeven zijn. Een tekort kan echter vaker
voorkomen. Dit wordt dehydratatie genoemd. Ongeveer 50% van de Nederlandse bevolking
consumeert vocht volgens de ADH. Echter is het zeer belangrijk om voldoende water te
drinken. Dit is van belang om mogelijke gezondheidsproblemen te vermijden.
Het overgrote deel van de Nederlandse bevolking eten minder dan de ADH van groente en
fruit. Vooral kinderen en jong volwassenen voldoen vaak niet aan de ADH van groente en
fruit. Dit is een opvallend probleem, want groente, fruit en aardappelen bevatten veel
vitamine C. Vitamine C vervult vele functies in het lichaam, waaronder de functie als
antioxidant. Wanneer er een tekort of overschot aan Vitamine C is, kan er schade ontstaan
en zal het lichaam niet meer optimaal functioneren. De aanbevolen inname voor vitamine C
is gemiddeld 70 mg. Dit betekent dat er ongeveer 200 gram groente, 200 gram fruit en 200
gram aardappelen moet worden gegeten om aan deze inname te voldoen.
De behoefte aan ijzer ligt bij vrouwen hoger dan mannen. Vrouwen verliezen maandelijks
bloed tijdens de menstruatie, dus ook ijzer. Een tekort aan ijzer is te herkennen aan de
symptomen: moeheid, lusteloosheid en slapheid. Bloedarmoede (tekort aan ijzer) wordt
behandeld met tabletten en aangevuld met ijzer bevattende voeding. Een overschot aan ijzer
is schadelijk voor de lever en verhoogt de kans op de volgende ziekten: leverkanker, hart- en
vaatziekten en diabetes. Een overschot aan ijzer in Nederland komt zelden voor; 1 op 200
inwoners heeft er last van.
13
5.
Literatuurlijst
[1]
[2]
[3]
[18]
Voedingscentrum. Eiwitten. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/eiwitten.aspx
Spijker, A., Struijk-Wielinga, T. (2009). Eten met plezier (7e druk). Wormer: Immerc bv.
Whitney, E., Rolfes, S.R. (2011). Understanding Nutrition (Thirteenth Edition, International
Edition). Wadsworth: Cengage Learning.
Stichting Voedingscentrum Nederland (2010). Alles over gezond eten met de schijf van vijf .
Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland.
Stichting Voedingscentrum Nederland (2009). Eettabel (5e druk). Den Haag: Stichting
Voedingscentrum Nederland.
Studenten.net. Studentenonderzoek 2008.
http://v1.studenten.net/graphics/content/downloads/studenten.net_onderzoek_2008.pdf
Vitaminstore. Informatie over magnesium. http://www.vitaminstore.nl/informatie/Magnesium
Voedingscentrum. Magnesium. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/magnesium.aspx
HartVitaal. Magnesium & Taurine. http://www.hartvitaal.nl/Magnesium_Taurine.asp
RIVM. Voedingsstatusonderzoek binnen het nieuwe Nederlandse voedingspeilingsysteem.
http://rivm.openrepository.com/rivm/bitstream/10029/7345/1/350050002.pdf
Voedingscentrum. Brood. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/brood.aspx
Voedingscentrum. Groente. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/groente.aspx
Voedingscentrum. Melkproducten.
http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/melkproducten.aspx
Voedingscentrum. Vlees. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vlees.aspx
Voedingscentrum. Vitamine C. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-c.aspx
FitForMe. Vitamine C. http://www.fitforme.nl/voedingsstoffen/vitamines/vitamine-c
Stichting Voedingscentrum Nederland (2012). Nederlandse voedingsmiddelentabel (45ste druk).
Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland.
Nationaal Kompas Volksgezondheid. Voeding: Zijn er verschillen tussen Nederland en andere
[19]
http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/voeding/verschilleninternationaal/
Nationaal Kompas Volksgezondheid. Voeding: Hoeveel mensen voldoen aan de Richtlijnen
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
landen?
goede voeding?
http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/voeding/hoeveel-mensenvoldoen-aan-de-richtlijnen-goede-voeding/
Voedingscentrum. Vocht. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/trefwoord/vocht.aspx
Hartstichting. Tips vochtbeperking bij hartfalen.
http://www.hartstichting.nl/hart_en_vaten/hartziekten/hartfalen/Vochtbeperking_hartfalen/
RIVM. Dagelijkse consumptie (gewogen* gemiddelde) van voedingsmiddelen voor
19-30-jarigen.
http://www.rivm.nl/dsresource?objectid=rivmp:54505&type=org&disposition=inline
FWS. Wat drinkt Nederland?.
http://www.fws.nl/sites/fws.nl/files/downloads/wat_drinkt_nederland_1.pdf
Medicinfo. Gezondheid en ijzer. http://www.medicinfo.nl/d_2506
Elling, H. (2009). Farmacotherapie in de Apotheek (2e druk). Houten: Bohn Stafleu van
Loghum.
Voedingscentrum. IJzer. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/ijzer.aspx
Nederlandse Leverpatiënten Vereniging. Hemochromatose.
http://www.leverpatientenvereniging.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=50&It
emid=80
Ikazia ziekenhuis. Voedingsadvies bij ijzertekort. http://www.ikazia.nl/sites/default/files/
800564%20Voedingsadvies%20bij%20ijzertekort_0.pdf
De Vegetariërsbond. IJzer.
http://www.vegetariers.nl/voeding/voedingsrichtlijnen/mineralen-en-spoorelementen/ijzer
Vlees.nl. Volksgezondheid. http://www.vlees.nl/dossiers/volksgezondheid/volksgezondheid/
14
Download