Powerpoint Bas 3 en 7 Hormonen en anticoncenptie

advertisement
Thema 2: Voortplanting
Bs 3 Hormonale regeling van de voortplanting
De hypofyse is een hormoonklier en bevindt
zich onderaan de hypothalamus, een deel van
de hersenen. De hypofyse maakt een groot
aantal hormonen, waaronder twee
geslachtshormonen, namelijk:
-
het follikel stimulerend hormoon (FSH);
het luteïniserend hormoon (LH)
Onder invloed van deze hormonen wordt de
hormoonproductie van andere
geslachtshormonen geregeld.
Bs 3 Hormonale regeling van de voortplanting
Veranderingen bij de man:
stimuli uit andere
hersengebieden
hypothalamus
hypofyse
= negatieve
terugkoppeling
FSH
LH
Primaire geslachtskenmerken: zijn
reeds vanaf de geboorte te zien:
testes
bijbal
penis met zwellichamen
prostaat met zaadblaasjes
Secundaire geslachtskenmerken:
Ontwikkelen zich gedurende de
puberteit onder invloed van hormonen
(testosteron):
lichaamsbeharing
zwaardere stem
oksel- en schaamhaar
zaadlozing
testosteron
Primaire en secundaire geslachtskenmerken
vorming van
zaadcellen
testis
Bs 3 Hormonale regeling van de voortplanting
Hypofyse
LH
FSH
FSH
LH
Bs 3 Hormonale regeling van de voortplanting
oestrogeen
oestrogeen
progesteron
progesteron
oestrogeen
Bs 3 Hormonale regeling van de voortplanting
De pijlen in onderstaande afbeelding geven een stimulerende of remmende
invloed weer. Geef in de cirkels in de pijlen de invloed als volgt weer:
+
de secretie wordt gestimuleerd
de secretie wordt geremd
hypofyse
FSH
-
rijpend
follikel
+ +
LH
gele
lichaam
oestrogeen
+ - -
progesteron
placenta
Bs 7 Geboorteregeling
Geboorteregeling: als een vrouw, meestal samen met een man, bepaalt of zij
een kind wil of niet.
Anticonceptie: maatregelen nemen die bevruchting tegengaan.
Anticonceptiemiddelen: voorbehoedsmiddelen
Anticonceptie zonder voorbehoedsmiddelen:
- periodieke onthouding
- coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap)
Anticonceptie gericht op barrièrewerking:
- condoom (mannencondoom of vrouwencondoom)
- pessarium of femcap
- zaaddodende middelen
- spiraaltje of ankertje
Anticonceptie gericht op hormoonwerking:
- de pil: combinatiepil – driefasenpil – minipil
- hormoonspiraaltje
- implantaatje
- mannenpil
Bs 7 Geboorteregeling
Bs 7 Geboorteregeling
1. Welke twee hormonen bevat de ‘pil’?
De pil bevat kunstmatig gesynthetiseerd oestrogeen hormoon en een
progestageen hormoon.
2. Welke gunstige bijwerking heeft het gebruik van de pil voor een vrouw?
De menstruatie is niet zo hevig als wanneer geen pil wordt gebruikt.
3. Op welke drie manieren voorkomen de hormonen in de pil zwangerschap?
De hormonen in de pil voorkomen op de volgende drie manieren
zwangerschap:
- de natuurlijke cyclus wordt zodanig beïnvloed dat er in het algemeen
geen eicel meer kan vrijkomen;
- het slijmvlies van de baarmoeder wordt ongeschikt voor de innesteling
van een eventueel bevruchte eicel;
- in het baarmoederhalskanaal ontstaat een slijmprop die het zaadcellen
zeer moeilijk maakt om in de baarmoeder te komen.
Bs 7 Geboorteregeling
Noodmaatregelen tegen ongewenste zwangerschap:
morning-afterpil: een kuur waarbij je een zware combinatiepil krijgt
voorgeschreven. Je krijgt een vrij hoge concentratie oestrogenen binnen,
waardoor je misselijk kunt woorden. Innemen binnen 24 tot 36 uur na de
geslachtsgemeenschap.
plaatsen van een spiraaltje: tot vijf dagen na de geslachtsgemeenschap.
overtijdbehandeling: tussen de 10e en 16e dag na het uitblijven van de
menstruatie. De baarmoeder wordt schoongemaakt en leeggezogen.
abortus: onder plaatselijke verdoving wordt met een zuigpompje het
baarmoederslijmvlies met het embryo via de baarmoedermond
weggezogen.
Download