B Categorie 10 Meetkunde Uitgewerkte Voorbeelden A. Hiernaast zie je het bovenaanzicht van een flatgebouw. De getallen in de tekening geven het aantal bouwlagen aan. Van het flatgebouw worden foto’s gemaakt. 1. Foto 1 wordt genomen van voren. Maak een schets hoe deze tekening er uit zal zien. 2. Foto 2 wordt genomen van links. Maak en schets hoe deze foto eruit zal zien. 4 2 2 3 2 3 4 1 3 Dit kiezen van getallen met de grootste of kleinste uitkomst leg ik aan de klas als volgt uit: Probeer je uitleg uit op je buur B. Hieronder vind je twee bouwplaten van een dobbelsteen. Vul de ogen van de dobbelsteen op de juiste manier in. Hiernaast is een afbeelding van een dobeelsteen. Twee tegenover elkaar liggende vlakken hebben samen steeds 7 ogen. De stand van de ogen speelt geen rol, dus beschouwen we hetzelfde. 1) 2) Dit maken van een getal met behulp van gegeven cijfers leg ik aan de klas als volgt uit: Probeer je uitleg uit op je buur. Controlevragen A. Hiernaast zie je een kubus die in zwarte verf is gedompeld. Kleur de uitslag van de kubus. Een gedeelte is al aangegeven. B. Uit hoeveel blokjes bestaat dit bouwwerk? Licht je antwoord toe. C. Dit doosje met deksel heeft als maten 1 cm bij 2 cm bij 3 cm. Maak een bouwplaatje voor dit doosje, dat na het in elkaar vouwen precies dit doosje oplevert. Zet de maten bij het bouwplaatje. Oefenvragen A. Deze sleutel past op het slot van de schatkist. Welk slot is van de schatkist? B. Hieronder vind je drie bouwplaten van een kubus. Het papier van de bouwplaat is maar aan één kant bedrukt. Welke bouwplaat kan of welke bouwplaten kunnen bij deze kubus horen? Je hoeft je antwoord niet toe te lichten. C. Marleen wil voor haar verjaardagsfeest puntmutsen maken. Laat met een duidelijke tekening zien hoe je met behulp van een stuk gekleurd papier, een schaar en plakband een dergelijke puntmuts kunt maken. (Je hoeft daarbij geen rekening te houden met de franje aan de punt en het koordje.) Licht de gemaakte tekening toe. D. Op een dobbelsteen is het totaal van de ogen op twee tegenover elkaar liggende zijvlakken altijd 7. (als bijvoorbeeld op een zijvlak 3 ogen staan, dan staan op het zijvlak aan de tegenover-liggende kant van de dobbelsteen 4 ogen) Op de ‘bouwplaat’ hiernaast is de ‘6’ al ingetekend. Maak de bouwplaat af door de ontbrekende aantallen ogen in te tekenen.(er zijn meerdere mogelijkheden goed; teken er één) E. Hiernaast zie je een kubus gemaakt van kleine kubusjes. Uit de kubus worden drie rijen weggehaald. Je kunt dus in drie richtingen door de kubus heen kijken. Vervolgens wordt het bouwwerk in een pot verf gedompeld. a. Hoeveel kleine kubusjes zijn verwijderd? b. Hoeveel van de kleine kubusjes hebben nu precies één geverfde kant ? F. Hieronder zie je een kerk met twee bomen Daarnaast zie je een bovenaanzicht met een poppetje. Geef in de tekening aan waar het poppetje ongeveer staat. Toetsvragen A. De onderste helft van de kubus is zwart geschilderd. Geef in onderstaande uitslagen aan waar de verf zit. De bodem is al zwart aangegeven. B. a. Uit hoeveel blokjes is nevenstaand symmetrisch blokkenbouwsel opgebouwd? b. Teken een plattegrond én teken een zijaanzicht gezien vanuit het westen. C. Deze kubus is aan de buitenkant geschilderd. Alle zes zijvlakken hebben een verschillende kleur. Beantwoord onderstaande vragen en licht duidelijk toe. a. Van hoeveel blokjes is maar één zijvlak gekleurd? b. Van hoeveel blokjes zijn twee zijvlakken gekleurd? c. Hoeveel blokjes zijn er ongekleurd?