-met aandacht voor monitoring als hulpinstrument de thematiek van authenticiteit Anton Hafkenscheid 6 december 2012 Verplichte aanlevering ROM-gegevens Zo niet: sancties (kortingen!) Benchmarking Dominantie CGT Zorgverzekeraars bewakers kwaliteit Dreiging hoge eigen bijdragen cliënten Bestuurders verdienen meer dan ministers Protocollaire behandeling door goedkope, laag opgeleide psychologen in profitinstellingen Cliënten met dezelfde scores zijn dezelfde cliënten Cliënten zijn ongevoelig voor sociale wenselijkheid, hello-goodbye-effecten etc. Vragenlijstscores hebben een hoge externe validiteit Hafkenscheid, A. (2010). Rammelende ROM in de ggz: geen ROM zonder Routine Process Monitoring. GZ-Psychologie, 2, 12-17. Hafkenscheid, A. (2012). Subjectiviteit bij de interpretatie van het grafisch scoreverloop op monitorinstrumenten. Tijdschrift voor Psychiatrie, 54, 29-134. van Os, J., Kahn, R., Denys, D., Schoevers, et al. (2012). ROM: Gedragsnorm of Dwangmaatregel? Commentaar op het Themanummer ROM. Tijdschrift voor Psychiatrie, 54, 245-253. 1. Vertroebeling door verschillen in casemix 2. Uitnodiging tot vertekening door selectie 3. Instrumentenmix: onvergelijkbare instrumenten 4. Lage sensitiviteit: symptoomreductie vaak geen doel en/of niet haalbaar 5. Copyright: aan verkoop instrumenten wordt grof verdiend Niets....! Tegenwicht aan protocollaire RCT-benadering, Ondersteuning van individuele cliënt en behandelaar Behoud van professionele vrijheid 0 Nooit 1 Zelden 2 Soms 3 Vaak 7. Ik ben ongelukkig in mijn huwelijk /relatie 13. Ik ben een tevreden mens 17. Ik heb een onbevredigend seksleven 28. Ik werk/studeer niet zo hard als vroeger 4 Bijna altijd Voormeting (OQ-45) Voormeting (OQ-45) Fb aan TH Geen Fb aan TH OQ-score sessie 2 OQ-score sessie 3 OQ-score sessie X Nameting (OQ-45) % patiënten RC? (verbeterd) % patiënten CS? (hersteld) OQ-score sessie 2 OQ-score sessie 3 OQ-score sessie X Nameting (OQ-45) % patiënten RC? (verbeterd) % patiënten CS? (hersteld) OQ-scores ‘Not On Track’-patiënten + Fb < OQ-scores ‘Not On Track’-patienten + Fb Effectgroottes: 0.16 ≤ d ≤ 0.70 Fb alleen effectief bij ‘Not On Track’patiënten als therapeut Fb actief gebruikt. Fb alleen effectief bij ‘Not On Track’patiëntenbij kortdurende behandelingen. Verschil met Lambert c.s.: minder verfijnde Fb. Zwaardere cliënten dan in de eerdere studies BYU Toegevoegde waarde van Fb veel kleiner dan in eerdere studies BYU ORS-SRS Klantmodel Sturend monitoren Individueel (Hoe ging het met uzelf?) I----------------- ---------------------------- -------------------------- I Interperso onlijk (Hoe ging het in het contact met mensen die dicht bij u staan ?) I----------------------------------------- ------------------------------ I Maatschappelijk (Hoe ging het met uw functioneren in de samenleving: werk, opleiding, vriendschappen e.d.?) I---------------------------------------- ------------------------------- I Relatie/contact Ik voelde me niet gehoord , begrepen en gerespecteerd. I------------------------------- ---------------------------------------- I Ik voelde me gehoord , begrepen en gerespecte erd Doelen en Onderwerpen We hebben niet gewerkt (gepraat over) waar aan ik wilde werken (waar over ik wilde praten). I------------------------------- ---------------------------------------- I We hebben gewerkt (gepraat over) waaraan ik wilde werken (waar over ik wilde praten). Aanpak en/of Werkwijze De aanpak/werkwijze van over dewilde behandelaar praten sloot niet wat ik wanted toaan workbijon and zoektalk of nodig aboutheb. I------------------------------- ---------------------------------------- I De aanpak/werkwijze van de behandelaar sloot aan bij wat ik zoek of nodig heb. Uit uw scores blijkt dat u niet erg vooruit gaat! Uit uw scores blijkt .. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Hafkenscheid, A. (2008). Routine Process Monitoring: ervaringen uit de praktijk. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie, 46, 327-345. Hafkenscheid, A. (2009). The impact of psychotherapy sessions: internal structure of the Dutch Session Evaluation Questionnaire (SEQ). Psychology and Psychotherapy: Theory, Research and Practice, 82, 99-111. Hafkenscheid, A. (2009) Routine Process Monitoring (RPM) in partnerrelatiebehandelingen. Directieve Therapie, 29, 5-25. Hafkenscheid, A. (2010). De Outcome rating scale (ORS) en de Session rating scale (SRS): enkele psychometrische kenmerken van de Nederlandse versies. Tijdschrift voor Psychotherapie, 36, 394-403. Hafkenscheid, A., Duncan, B.L. & Miller, S.D. (2010). The Outcome and Session Rating Scales: a cross-cultural examination of the psychometric properties of the Dutch translation. Journal of Brief Therapy, 7, 1-12. Hafkenscheid, A. & Veeninga, A.T. (2011). Een eenvoudige methode om te meten of de behoeften en wensen van patiënten worden vervuld. Tijdschrift voor Psychotherapie, 37, 116-126. Verandering en groei door constructief en authentiek ‘repareren’ van onvermijdelijke alliantiebarsten in ‘hier-en-nu’ therapeutische relatie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Hafkenscheid, A. (2004). De interpersoonlijke communicatietheorie (ICT) van Donald J. Kiesler (1) De theorie. Psychopraxis, 6, 15-19. Hafkenscheid, A. (2004). De interpersoonlijke communicatietheorie (ICT) van Donald J. Kiesler (2). De praktijk. Psychopraxis, 6, 59-64. Hafkenscheid, A. (2004). Hoe ‘Rogeriaans’ is de interpersoonlijke communicatietheorie en -therapie (ICT) van Donald J. Kiesler? Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie, 42, 267-278. Willemse, Y. & Hafkenscheid, A. (2009). Stagnaties in de therapeutische alliantie signaleren en repareren. Tijdschrift voor Psychotherapie, 35, 342-357. Hafkenscheid, A. & Gundrum, M. (2010). De therapeutische relatie als onderhandelingsproces: het resolutiemodel voor alliantiebarsten van Safran. Gedragstherapie, 43, 127-147. Hafkenscheid, A. (2012). Hoe kameleontisch of authentiek ben ik als psychotherapeut? Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie, 50, 52-65. Hafkenscheid, A. (2012). Werken met gehechtheidproblematiek: emotionele implicaties voor de therapeut. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie, 50, 236-252. Hafkenscheid, A. (2012). Monitoren van het therapeutisch proces: het perspectief van de therapeut. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie, 50, 339-356. Eigen gevoelens, cognities en actietendencies als kompas 1= sterk oneens 4 = neutraal 7 = sterk eens a. Ik heb momenteel het vertrouwen dat onze therapeutische samenwerking zal slagen. b. Momenteel vind ik deze cliënt moeilijk om mee te werken. c. Ik voelde me nogal gefrustreerd tijdens de afgelopen sessie met deze cliënt. d. Ik weet momenteel niet of ik in staat ben deze cliënt goed te kunnen helpen. e. Ik vind het momenteel prettig om met deze cliënt te werken. f. Momenteel ervaar ik de werkrelatie met deze cliënt als productief. g. Momenteel ervaar ik het contact tussen deze cliënt en mij als open en authentiek. Omcirkel per vraag het cijfer dat uw gevoel over dit therapiegesprek het beste weergeeft. Dit therapiegesprek was: slecht 1 2 3 4 5 6 7 goed moeilijk 1 2 3 4 5 6 7 eenvoudig waardevol 1 2 3 4 5 6 7 waardeloos oppervlakkig 1 2 3 4 5 6 7 diepgaand ontspannen 1 2 3 4 5 6 7 gespannen onprettig 1 2 3 4 5 6 7 prettig gevuld 1 2 3 4 5 6 7 leeg ALS IK BIJ HEM BEN GEEFT HIJ MIJ HET GEVOEL ... ...door hem gecommandeerd te worden. ...verantwoordelijk te zijn voor de gang van zaken. ...alsof ik zijn grenzen overschrijd. ...zijn goede eigenschappen te willen benadrukken. 1: helemaal niet van toepassing 2: een beetje van toepassing 3: nogal van toepassing 4: sterk van toepassing 1. 2. 3. 4. 5. 6. Hafkenscheid, A. (2003). Objective countertransference: do patients’ interpersonal impacts generalise across therapists? Clinical Psychology & Psychotherapy, 10, 31-40 Hafkenscheid, A. (2005). The Impact Message Inventory (IMI-C): Generalisability of patients’ command and relationship messages across psychiatric nurses. Journal of Psychiatric and Mental Health Nursing, 12, 325-332. Hafkenscheid, A. & Kiesler, D. (2007). Assessing objective countertransference: a comparison of two different statistical procedures in three different samples. Psychotherapy Research, 17, 393-403. Hafkenscheid A. & Rouckhout, D. (2009). Circumplex structure of the Impact Message Inventory (IMI-C): An empirical test with the Dutch version. Journal of Personality Assessment, 91, 187-194. Hafkenscheid, A. (2012). Assessing ‘objective’ countertransference with a computerdelivered Impact Message Inventory (IMI-C). Clinical Psychology & Psychotherapy, 19, 37-45. Hafkenscheid, A. & Rouckhout, D. (in druk). The Impact Message Inventory (IMI-C): a replication study of its circumplex structure in a Dutch sample. Journal of Personality Assessment. 7. Sodano, S.M., Tracey, T.J.G., & Hafkenscheid, A. (ingediend). A Brief Dutch Language Impact Message Inventory–Circumplex (IMI–C Short) Using Non-Parametric Item Response Theory. Verkorte webversie net zo goed en veel gebruiksvriendelijker dan papieren versie webversie kosteloos te gebruiken: www.research.imi-c.org 1 Sterk mee oneens 2 3 4 5 6 Neutraal 7 Sterk mee eens ____ a. Ik heb momenteel het vertrouwen dat onze therapeutische samenwerking zal slagen. ____ b. Momenteel vind ik deze cliënt moeilijk om mee te werken. ____ c. Ik voelde me nogal gefrustreerd tijdens de afgelopen sessie met deze cliënt. ____ d. Ik weet momenteel niet of ik in staat ben deze cliënt goed te kunnen helpen. ____ e. Ik vind het momenteel prettig om met deze cliënt te werken. ____ f. Momenteel ervaar ik de werk relatie met deze cliënt als productief. ____ g. Momenteel ervaar ik het contact tussen deze cliënt en mij als open en authentiek . Verbondenheid en autonomie 1. 2. 3. 4. Boven-Samen Boven-Tegen Onder-Tegen Onder-Samen Door therapeut Waarschijnlijke Mogelijke ervaren complementaire valkuil voorkeurspositie therapeutpositie: therapeut: patiënt: Overweeg te investeren in: Boven-Samen (FD) Onder-Samen (FS) te volgend, te harmonieus meer sturing en/of meer confrontatie Boven-Tegen (HD) Onder-Tegen (HS) te volgend, te conflictueus meer sturing en/of meer samenwerking Onder-Tegen (HS) Boven-Tegen (HD) te sturend, te conflictueus meer volgen en/of meer samenwerking Onder-Samen (FS) Boven-Samen (FD) te sturend, te harmonieus meer volgen en/of meer confrontatie Monitoring hoort instrument te zijn van cliënt en therapeut Monitoring als extern verantwoordingsinstrument nodigt uit tot ‘vals spel’ Monitoring en authenticiteit kunnen heel goed samen gaan (Kiesler, Safran & Muran)