2 Casuïstiek ’La fièvre jaune’, nog steeds actueel ‘La fièvre jaune’: still relevant A.M. Zonneveld, M.L. Hijmering, J. Vecht, J. Weel Samenvatting ‘La fièvre jaune’ verwijst naar een ziekte die beschreven is door de Franse traumachirurg dr. Larrey, die tijdens de Napoleontische oorlog een ziekte beschreef die later de ziekte van Weil bleek te zijn. Leptospirose is een bacteriële ziekte, die endemisch voorkomt in tropische gebieden. In landen met een gematigd klimaat is leptospirose relatief zeldzaam. Hier wordt met behulp van een casus met een uitzonderlijk beloop de typische klinische verschijnselen van leptospirose beschreven. Daarbij demonstreren we hoe gemakkelijk een klinische blik de ernst van de ziekte kan onderschatten. Een score-systeem, bijvoorbeeld de APACHE, is geschikt om onderschatting van de ernst te voorkomen. (Tijdschr Infect 2013;8:57-62) Summary ‘La fièvre jaune’ refers to a disease described by dr Larrey, a French surgeon in the Napoleontic war, nowadays known as Weil’s disease. Leptospirosis is a bacterial disease and is endemic in tropical areas. It is relatively rare in countries with a temperate climate. We describe a fatal case of leptospirosis, demonstrating the typical clinical features of the disease with a remarkable course. We also demonstrate that the doctor’s eye underestimates the severity of the disease easily; an APACHE score is an easy but adequate tool to prevent this. Inleiding In 1812 beschreef de Franse chirurg dr. DominiqueJean Larrey, in dienst van Napoleon, in zijn memoires een ziektebeeld met maligne biliaire koorts in september en oktober.1 Hij noemde dit ziektebeeld ‘la fièvre jaune’, de gele koorts. De Duitse wetenschapper Adolf Weil beschreef later hetzelfde ziektebeeld en voegde eraan toe dat patiënten nierinsufficiëntie konden ontwikkelen. De ziekte die door beide wetenschappers werd beschreven, is nu bekend als de ziekte van Weil en wordt veroorzaakt door pathogene spirocheten, bijvoorbeeld Leptospiro icterohaemorrhagica, L. ponoma en L. gryppotyhposa. Auteurs: mw. A.M. Zonneveld, MDL-arts in opleiding, afdeling Maag-, Lever- en Darmziekten, Isala-klinieken, Zwolle (thans werkzaam asl MDL-arts in het Antonius Ziekenhuis, Sneek), M.L. Hijmering, internist-intensivist, Isala klinieken, Zwolle, dr. J. Vecht, MDL-arts, Isala Klinieken Zwolle, dr. J. Weel, arts-microbioloog, Izore Centrum Infectieziekten Friesland, Leeuwarden. Correspondentie richten aan: mw. A.M. Zonneveld, MDL-arts, afdeling Interne Geneeskunde/Maag-, Lever- en Darmziekten, Antonius Ziekenhuis, Bolswarderbaan 1, 8601 ZK, Sneek, tel.: 0515 48 88 88, e-mailadres: [email protected]. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Trefwoorden: APACHE II, jarisch-herxheimer, leptospirose, sepsis, ziekte van Weil. Keywords: APACH II, Jarisch-Herxheimer, leptospirosis, sepsis, Weil’s disease. Ontvangen 25 juli 2012, geaccepteerd 16 januari 2013. Tijdschrif t voor Infectieziek ten vol 8 - nr. 2 - 2013 57 Casuïstiek 1A 1B Figuur 1A. Gastroscopie. Mallory-Weiss laesie in de distale oesofagus (voedingssonde in situ). Figuur 1B. Petechiën in het corpus van de maag (voedingssonde in situ). Casus In juni 2008 werd op de afdeling Intensive Care (IC) opgenomen na beoordeling op de spoedeisende hulp (SEH) een 57-jarige patiënt met een blanco voorgeschiedenis. De patiënt had sinds vijf dagen heftige spierpijn, waardoor hij niet kon lopen. Daarbij had de patiënt last van braken en diarree en had hij mogelijk koude rillingen gehad. De temperatuur had hij niet gemeten. De patiënt woonde op een woonboot en bracht veel tijd door in de buurt van oppervlaktewater en zwom er geregeld in. Hij gebruikte geen medicatie of alcohol en was niet op reis geweest. Zijn vrouw vertelde later, dat hij enkele dagen eerder bij de huisarts was geweest vanwege hallucinaties, die werden toegeschreven aan een beginnende burn-out. Verder was het haar opgevallen, dat hij sinds de ochtend traag was. Bij lichamelijk onderzoek werd een niet-acuut zieke patiënt gezien met een opvallende icterus. Hij had een bloeddruk van 120/70, een hartfrequentie van 125/min, een temperatuur van 37,2 oC en een saturatie van 99% (met 4 liter zuurstof) bij een ademfrequentie van 18/min. De EMV-score was maximaal. Hij had geen conjunctivitis. De capillaire ‘refill’ was vertraagd en de huid was gemarmerd. Onderzoek van de thorax was normaal. Palpatie van de buik was pijnlijk, maar er werden normale darmgeluiden gehoord en de buik was niet geprikkeld. Bij bloedonderzoek bleek een verhoogd C-reactief Proteïne (CRP) van 290 mg/l, een bezinking van 58 Tijdschrif t voor Infectieziek ten >120 mm/uur, leukopenie (3,8 x109/l), trombopenie (66 x109/l) en een normocytaire anemie (hemoglobine; Hb 7,4 mmol/l). Natrium en kalium waren normaal. Het kreatinine bedroeg 444 µmol/l, het ureum was 33,2 mmol/l. De leverbiochemie was fors gestoord met een totaal bilirubine van 570 µmol/l, alanine-aminotransferase (ALAT) 222 IU/l, aspartate-aminostransferase (ASAT) 688 IU/l, het gamma-glytamyltransferase (gamma-GT) en alkaline fosfatase (AF) waren normaal. Het lactaat bedroeg 4,5 mmol/l en het creatinine kinase (CK) was 8240 U/l. Urineonderzoek was niet mogelijk vanwege anurie. Bloedkweken en monsters voor serologisch onderzoek werden afgenomen. Ecg toonde behalve een sinustachycardie geen afwijkingen. Röntgenfoto’s van thorax en abdomen en echografie van het abdomen waren normaal. Deze patiënt werd gedurende vijfenhalf uur geobserveerd op de SEH, tijdens deze observatieperiode kreeg hij intraveneus penicilline en ciprofloxacin. De verdenking op leptospirose met sepsis werd pas enkele uren later, tijdens de ochtendoverdracht, uitgesproken. Gedurende de observatieperiode is waarschijnlijk onvoldoende agressief gereageerd op de tachycardie, hypotensie en anurie en na vijfenhalf uur werd de patiënt uiteindelijk opgenomen op de IC met een ernstige sepsis. Deze opname vond plaats voor invoering van de ABCDE-beoordelingssystematiek op de eerstehulp, hierdoor is (achteraf gezien) vol 8 - nr. 2 - 2013 2 de ernst van de situatie waarschijnlijk onderschat, gelet op de niet-zieke indruk die de patiënt maakte. Een APACHE of een andere dergelijke score werd niet berekend (bij opname op de SEH had hij al een voorspelde mortaliteit van 50% op basis van zijn leeftijd, nierinsufficiëntie en tachycardie).2,3 Op de IC werd de patiënt verder behandeld met intraveneus penicilline en ciprofloxacine, werd hij ruim gevuld en werd gestart met continue veno-veneuze hemofiltratie (CVVH) en corticosteroïden. Korte tijd later braakte de patiënt een kleine hoeveelheid rood bloed, waarop een gastroscopie werd verricht. Hierbij werd een Mallory-Weiss-laesie gezien (zie Figuur 1), verklaard door het vele braken, waarvoor lokale behandeling met adrenaline werd toegepast. Daarnaast werden er enkele petechiën in de maag gezien. In de uren daaropvolgend werd de patiënt hemodynamisch instabiel waarop intubatie en ondersteuning met inotropie volgde. De patiënt ontwikkelde een massale gedissemineerde intravasale stolling (DIS, gesteld op basis van de algemene criteria), met daling van het Hb tot 3,4 mmol/l) waarvoor massale erythrocyten en plasma-infusie werd gegeven.4 Desondanks overleed de patiënt slechts tien uur na opname in het ziekenhuis aan een refractaire sepsis met multi-orgaanfalen, DIS en ernstige lactaatacidose. De nabestaanden gaven toestemming voor obductie. Bij obductie werden in alle organen petechiën gezien en een grote hoeveelheid ongecoaguleerd bloed in longen, maag en darmen (zie Figuur 2 en 3 op pagina 59 en 60). Microscopisch toonde het hart, behalve licht interstitieel oedeem, geen afwijkingen; necrose of myocarditis werd niet gezien. De milt was licht vergroot, maar toonde niet de verweking zoals die vaak bij sepsis wordt gezien. Microscopisch toonde de lever uitsluitend geringe inflammatie met invasie van lymfocyten en plasmacellen, zonder aanwijzingen voor necrose. Een specifieke immuunkleuring op spirocheten was positief in een nierbiopt (zie Figuur 3 op pagina 60), deze kleuring werd niet op andere weefsels uitgevoerd. De nier toonde microscopisch interstitiëel oedeem en tubulusnecrose. Biopten uit spieren werden niet genomen en schedelobductie werd niet verricht. Polymerase kettingreactie (polymerase chain reaction; PCR) bleek positief in het bloed, specifieke anti-IgM-antilichamen werden niet gevonden. De diagnose acute leptospirose werd door middel van de PCR bevestigd. Tijdschrif t voor Infectieziek ten 2A 2A 2C Figuur 2. Macroscopisch onderzoek tijdens obductie. 2A. Maag (binnenstebuiten) bevat ongecoaguleerd bloed. 2B. Tracheabifurcation bevat ongecoaguleerd bloed. 2C. Blaas (binnenstebuiten) met diffuus petechiën. Epidemiologie en verspreiding van leptospirose Leptospirose is een bacteriële infectie en is de meest verspreide zoönose in de wereld, maar is relatief zeldzaam in landen met een gematigd klimaat.5 Natuurlijke gastheren zijn ratten en muizen, maar ook varkens, koeien en konijnen kunnen gastheer zijn. Mensen raken besmet via contact met besmet oppervlaktewater, indien deze urine van geïnfecteerde gastheren bevat. Besmetting vindt plaats via slijmvliezen of vol 8 - nr. 2 - 2013 59 Casuïstiek spirocheet 3A 3B Figuur 3A en B. Nierbiopsie na specifieke immunokleuring op spirocheten. Bron: beelden met dank aan dr F. Moll, patholoog Isala Klinieken te Zwolle. wondjes, faecaal-orale besmetting of besmetting via inademing is zeldzaam. In Nederland worden jaarlijks 30 mensen in een ziekenhuis opgenomen vanwege leptospirose, de mortaliteit wordt geschat op 5-20%.6 De incubatietijd varieert van 5 tot 14 dagen. Leptospirose is een meldingsplichtige ziekte van de C-categorie. Klinische verschijnselen Leptospirose kent een uitermate gevarieerd beloop: van mild en zelflimiterend tot diepe sepsis. Geschat verloopt 5-15% van de infecties ernstig.5 Uit de literatuur blijkt het serovar, de immuunstatus van de patiënt en de duur van de symptomen belangrijk te zijn.6 In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen anicterische en icterische leptospirose. Anicterische leptospirose is een systemische zelflimiterende ziekte met een lage mortaliteit. Icterische leptospirose is een ernstig ziektebeeld met kans op nier- en leverfalen en verhoogde bloedingsneiging, waarbij de mortaliteit oploopt tot 20%. Klassiek kent icterische leptospirose een bifasisch ziektebeloop met een plotseling ontstaan van symptomen gevolgd door een immunologische fase, gekarakteriseerd door leptospirurie. In de eerste fase worden vooral spierpijn, koorts (vaak met koude rillingen), gastro-intestinale symptomen en hoofdpijn gezien. Conjunctivitis is zeldzaam. De tweede of immuno- 60 Tijdschrif t voor Infectieziek ten logische fase wordt gekarakteriseerd door terugkeer van koorts, nierinsufficiëntie, icterus en soms sepsis met multi-orgaanfalen met dan een hoge mortaliteit. De patiënt uit onze casus was reeds volledig anuur en ernstig icterisch, passend bij de tweede fase. Het typische bifasische beloop wordt gezien bij 50% van de leptospirosepatiënten.7 De nierinsufficiëntie wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een combinatie van dehydratie (door gastrointestinaal verlies), tubulusnecrose veroorzaakt door sepsis en interstitiële nefritis, veroorzaakt door neerslag van immuuncomplexen en rhabdomyolyse. Ook aanwezigheid van spirocheten in het nierparenchym kunnen een acute nierinsufficiëntie veroorzaken. Onze patiënt ontwikkelde een DIS, waarschijnlijk veroorzaakt door systemische inflammatie waarbij cytokinen de stollingscascade activeren. Deze cascade wordt geactiveerd door toxinen of specifieke celmembraaneiwitten van de micro-organismen.8 Overigens kan massale bloeding bij leptospirose ook optreden door trombopenie zonder andere meetbare stollingsafwijking. Het is bekend dat leptospirose een encefalitis kan veroorzaken, maar neurologische verschijnselen zijn eveneens een frequent voorkomend verschijnsel bij sepsis. Aangezien er geen schedelobductie werd verricht, is de oorzaak van de hallucinaties en de traagheid niet duidelijk. Cardiale betrokkenheid wordt vaak gezien bij lep- vol 8 - nr. 2 - 2013 2 tospirose; interstitiële myocarditis, endocarditis en afwijkingen van de coronairarteriën is mogelijk. Cardiale petechiën zijn zeldzaam.9 Geen enkele van de hiervoor genoemde verschijnselen is typisch voor leptospirose, maar in combinatie moet de verdenking op leptospirose onmiddellijk ontstaan. Daarbij is de anamnese (inclusief hobby’s en beroep) erg belangrijk. Onze patiënt werd voor het eerst gezien ruim een week na het ontstaan van de eerste symptomen en toen bleek hij al in de immunologische fase te zijn. In deze fase zijn antibiotica minder effectief omdat de inflammatie dan vooral veroorzaakt wordt door de circulerende immuuncomplexen. Een andere verklaring voor de snelle verslechtering van onze patiënt is een mogelijke jarisch-herxheimerreactie, gekenmerkt door rillingen, koorts en hypotensie, die kan ontstaan na toediening van antibiotica bij bepaalde infecties. Pro-inflammatoire cytokinen zoals tumor necrosis factor-alfa (TNF-α), interleukinen-6 en -8 zijn vermoedelijk de oorzaak van een dergelijke reactie.10 Corticosteroïden voorafgaand aan de antibiotica zouden de kans hierop kunnen verkleinen.11 In onze casus konden we echter een jarisch-herxheimerreactie niet onderscheiden van hypotensie in het kader van sepsis en we zagen geen enkele verbetering na toediening van hydrocortison. Diagnose Vooral door de combinatie van klinische verschijnselen moet de clinicus denken aan leptospirose als oorzaak. Aanvullend onderzoek is in eerste instantie gericht op het uitsluiten van andere oorzaken: vooral een echografie van lever en nieren is belangrijk. Differentiaaldiagnostisch moet verder gedacht worden aan virale hepatitis (met name A en E), epstein-barrvirus, cytomegalovirus, hantavirus en borreliose. Bij tropenbezoek moet nog gedacht worden aan gele koorts, malaria, tyfus en dengue. Het Nederlands Referentiecentrum voor Leptospirose in Amsterdam voert alle diagnostische testen (kweek, PCR, Microscopische Agglutinatie Test (MAT) en ELISA-IgM) in Nederland uit. Het kweken van spirocheten is moeilijk (alleen mogelijk op speciale media) en tijdrovend (weken tot maanden). De diagnose kan ook gesteld worden door het aantonen van seroconversie (met behulp van de MAT, maar dit duurt ook vier tot zes weken. Tijdschrif t voor Infectieziek ten PCR is pas sinds 1 september 2012 officieel beschikbaar. Sneltesten zijn (nog) niet gevalideerd. Wij konden de diagnose bevestigen met behulp van de PCR en de specifieke immuunkleuring voor spirocheten in een nierbiopt. Behandeling Spirocheten zijn gevoelig voor de meeste antibiotica, met uitzondering van chinolonen. Bij milde verschijnselen volstaat orale penicilline, amoxicilline of doxycycline. Bij ernstig zieke patiënten kan intraveneus penicilline of een derdegeneratie cefalosporine gegeven worden. De literatuur suggereert dat bij toediening van een cefalosporine de jarisch-herxheimerreactie minder vaak voorkomt.11 De patiënt uit de casus was al in een zeer slechte conditie bij opname op de IC en bij opname op de SEH had hij een voorspelde mortaliteit van 50%, gebaseerd op de actuele APACHE-score. Maar door de niet-zieke indruk die de patiënt wekte bij het personeel op de SEH en de normale bloeddruk werd de ernst van de situatie achteraf gezien niet juist ingeschat. Routinematig gebruik van de scoringssystemen kan deze onderschatting voorkomen. Deze casus illustreert dat de klinische blik alleen niet voldoende is voor inschatting van de ernst. Gezien het beloop in deze casus moeten patiënten in de immunologische fase (met vaak anamnestisch een lange ziekteduur) van leptospirose, zeer laagdrempelig op de IC worden opgenomen voor hemodynamische bewaking en eventueel dialyse. Prognose Milde leptospirose is vaak zelflimiterend of verbetert snel na antibiotica. Ernstige leptospirose heeft een slechte prognose met een mortaliteit van 5-20%, maar de meeste data zijn afkomstig uit endemische gebieden. Wij zijn van mening dat in non-endemische gebieden de mortaliteit nog hoger kan zijn, door onbekendheid met het ziektebeeld bij behandelaars, waardoor adequate behandeling (te) laat gestart wordt. In de septische fase dient een IC-behandeling te volgen, waarbij, naast intensieve observatie, in ieder geval behandeld moet worden met antibiotica, ruim vocht, corticosteroïden en eventueel nierfunctievervangende therapie. Naar aanleiding van deze casus zijn wij in onze eigen regio alle casus met bewezen lepto- vol 8 - nr. 2 - 2013 61 Casuïstiek Aanwijzingen voor de praktijk 1. De combinatie van anamnese (spierpijn en koude rillingen), klinische verschijnselen (nierinsufficiëntie, icterus en trombopenie, conjunctivitis) en risicofactoren (contact met oppervlaktewater) moet onmiddellijk de verdenking op leptospirose wekken. 2. Vroegtijdige behandeling met antibiotica is belangrijk om verslechtering en sepsis te voorkomen, daarbij is penicilline een goede keus. 3. Voor de inschatting van de ernst worden scoringssystemen zoals de APACHE aanbevolen. spirose gaan bestuderen en werden ziektegeschiedenis, behandeling en klinisch beloop vastgelegd. Tussen juni 2004 en juni 2010 werden in totaal 22 patiënten opgenomen in een van de ziekenhuizen, geaffilieerd aan ons laboratorium. Acht van hen waren zo ernstig ziek, dat opname op de IC noodzakelijk bleek, drie patiënten overleden op de IC aan sepsis met multiorgaanfalen, wat overeenkomt met een mortaliteit van 14%. university hospital, singapore. Singapore Med J 1993; 34:41-4. 3. Strack van Schijndel RJM, Thijs LG. Klinimetrie: de APACHE score. Ned Tijdschr Geneeskd 1990;134, nr 30. 4. Levi M. Disseminated Intravascular Coagulation: A Disease-Specific Approach. Semin Thromb Hemost 2010;36(4):363-5. 5. World Health Organization. Leptospirosis worldwide. 1999. Wkly Epidemiol Rec 1999;74:237-44. 6. Hartskeerl RA, Collares-Pereira M, Ellis WA. Emergence, control and re-emerging leptospirosis: dynamics of infection of the changing world. Clin Microbiol Infect 2011;17(4):494-501. 7. Morgan J, Bornstein SL, Karpati AM, Bruce M, Bolin CA, Austin CC et Conclusie Leptospirose is een zeldzame reden voor ziekenhuisopname in Nederland en het stellen van de juiste diagnose blijkt in de praktijk lastig. De diagnose niet overwegen, in combinatie met het niet juist inschatten van de ernst (zoals in de casus), lijkt hiervan de oorzaak. al. Outbreak of leptospirosis among triathlon participants and community residents in Springfield, Illinois. 1998. Clin Infect Dis 2002;34:1593. 8. Levi M, Schultz M, van der Poll T. Semin Thromb Hemost 2010; 36(4):367-77. 9. Chakurkar G, Vaideeswar P, Pandit SP, Divate SA. Cardiovascular lesions in leptospirosis: an autopsy study. J Infect 2008;56:197-203. 10. Bovet P, Yersin C, Merien F, Davis CE, Perolet P. Factors associated with clinical leptospirosis: a population based case-control study in the Seychelles. Int J Epidemiol 1999;28:583-90. Referenties 11. Pound MW, May DB. Proposed mechanisms and preventive options for 1. Larrey DJ. Memoirs of military surgery and campaigns of the French Jarisch Herxheimer reactions by treatment with antibodies against tumor Armies. 1814 (translated and available in online libraries). necrosis factor. N. Eng J Med. 1996 Sep:174(3):627-30. 2. Lee KH, Hui KP, Lim TK, Tan WC. Acute physiology and chronic health 12. Mandell et al. Principles and Practice of Infectious Diseases. 7th ed. evaluation (APACHE II) scoring in the medical intensive care unit, national Churchill Livingstone Elsevier 2010:3059-65. 62 Tijdschrif t voor Infectieziek ten vol 8 - nr. 2 - 2013