Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties Colofon Deze brochure is een uitgave van de gemeente Dordrecht, sector Maatschappelijke Ontwikkeling, Actieprogramma Integratie. Tekst Amrit Consultancy, Sanne Voncken en Stanley Ramkhelawan Eindredactie Ruben Sax Voorwoord 4 Drs. Stanley Ramkhelawan Integratie als onderdeel van sociaal beleid 7 Sanne Voncken Beleid en uitvoering van het integratiebeleid in de gemeente Dordrecht 10 Drs. António Da Graça Etnische Organisatievorming 18 Druk Grafische Industrie De Marne, Leens Prof. dr. Ruben Gowricharn Commentaar Etnische Organisaties en de Praktijk 24 Oplage 500 exemplaren In gesprek met Dordtse experts 28 Workshop 1 PR & Communicatie 35 Workshop 2 Krachtenbundeling 41 Dordrecht, september 2008. Voor vragen of opmerkingen over de inhoud van dit verslag kunt u mailen met [email protected] Workshop 3 Wegwijzer succesvolle integratieactiviteiten 45 Afsluiting 50 Conclusies en aanbevelingen 52 Bijlage 56 Foto’s Jan Beun Vormgeving en opmaak Impuls Publiciteit, Alblasserdam Gemeente Dordrecht Postbus 8 3300 AA Dordrecht www.dordrecht.nl 2 Inhoudsopgave Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 3 Voorwoord Met genoegen presenteren wij hierbij het verslag van de Werkconferentie zelforganisaties op 27 juni 2008. Zelforganisaties en sociale samenhang zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ontmoeting tussen verschillende bewoners en het meedoen op wijk- en buurtniveau zijn ingrediënten voor het samenleven in onze stad. Voor de gemeente en instellingen zijn zelforganisaties belangrijke samenwerkingspartners Met de herijking van het integratiebeleid in 2004 is ook het subsidiebeleid en de visie op de rol die de zelforganisaties kunnen spelen op het vlak van integratie veranderd. In de landelijke politiek was de actuele vraag of zelforganisaties een belemmering vormen voor het integratieproces van hun achterban of juist een brugfunctie vervullen voor participatie van etnische groepen binnen de brede Nederlandse samenleving. De gemeente Dordrecht heeft gekozen voor investering in de sociale netwerken. In het subsidiebeleid ligt het accent niet meer op identiteitsversterkende activiteiten (bonding), maar op activiteiten gericht op het vervullen van een brugfunctie tussen verschillende bevolkingsgroepen (bridging). In dit verslag wordt door Stanley Ramkhelawan eerst de ontwikkeling van het integratiebeleid in Dordrecht, als onderdeel van sociaal beleid, geschetst. Vervolgens wordt door Sanne Voncken het kader toegelicht waarin de werkconferentie geplaatst moet worden. Daarna wordt de inleiding van de heer Da Graça over etnische organisatievorming weergegeven en volgt het commentaar van de prof. dr. Ruben Gowricharn over etnische organisaties en de praktijk. Ook wordt er verslag gedaan van het gesprek met een panel van Dordtse experts en het publiek. Vervolgens worden de drie workshops die na het panelgesprek hebben plaatsgevonden geëvalueerd. Tot slot worden de conclusies getrokken. De werkconferentie is geleid door Stanley Ramkhelawan, Programmamanager Integratie. Programmateam Integratie gemeente Dordrecht Sector Maatschappelijke Ontwikkeling Het doel van de conferentie was om inzicht te krijgen in de rol en functie van migranten zelforganisaties in Dordrecht. Deelnemers keken samen terug op het door de gemeente gevoerde (subsidie)beleid en de uitvoering van activiteiten door zelforganisaties. Hoe hebben de zelforganisaties het nieuwe beleid ervaren en welke verbeteringen kunnen worden aangebracht. Naar aanleiding van presentaties van gastsprekers is de rol en functie van zelforganisaties in het integratieproces met vertegenwoordigers van zelforganisaties en algemene instellingen besproken en bediscussieerd. Tijdens de workshops is een aantal vraagstukken uit de Dordtse praktijk van het integratiebeleid aan bod gekomen. 4 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 5 Drs. Stanley Ramkhelawan Dagvoorzitter Stanley Ramkhelawan is afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Utrecht in Andragogische wetenschappen en heeft daarna o.a. een post academische leergang Verandermanagement gevolgd. Hij heeft bij Arbeidsvoorziening en het ministerie van SZW gewerkt. Sinds 2004 werkt hij als Programmamanager Integratie bij de Gemeente Dordrecht, Sector Maatschappelijke Ontwikkeling. Hij heeft de afgelopen jaren een bijdrage geleverd aan diverse tijdelijke commissies en denktanks waaronder de denktank “VNG visie integratie”, de begeleidingsgroep RWI-advies “Wijk Inc.” aan minister Vogelaar en het Comité van Parelvissers 2008. Hij was voorzitter van de selectiecommissie Stimuleringsprijs Integratie 2007 van de gemeente Dordrecht. 6 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 7 Integratiebeleid als onderdeel van sociaal beleid De Dordtse samenleving heeft een pluriform karakter. De stad accommodeert mensen uit 116 verschillende landen van herkomst. De kwaliteit van het leven van de bewoners van onze stad wordt in belangrijke mate bepaald door de mate waarin zij meedoen aan de samenleving. Dit geldt voor zowel voor ‘oude’ als ‘nieuwe’ Dordtenaren. De gemeentelijke ambitie reikt verder dan dat elke Dordtenaar meedoet in de samenleving. De gemeente streeft ernaar dat zoveel mogelijk Dordtenaren een actieve rol spelen. Belangrijke voorwaarden voor participatie zijn het sociaal kapitaal van bewoners en het geheel van organisaties, voorzieningen en diensten (sociale en culturele voorzieningenstructuur) in de stad. De uitgangspunten van het sociaal beleid zijn: • het Dordtse beleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, maatschappelijke instellingen en de mensen zelf; • burgers zijn verantwoordelijk voor hun eigen maatschappelijke participatie, de gemeente faciliteert haar inwoners in het nemen van hun verantwoordelijkheid; • de gemeente verwacht betrokkenheid bij de publieke zaak en gemeenschapszin van alle burgers (versterken civil society); • het aanbod van uitvoeringsorganisaties dient aan te sluiten bij door de gemeente gelegitimeerde vragen en behoeften. prioriteiten en daar ook aan vasthouden (Durven), uitvoeren in de vorm van concrete acties en projecten (Doen), bijstellen op basis van ervaringen en/of nieuwe ontwikkelingen maar vasthouden aan de lange termijn ambities (Doorgaan) zijn de stappen van de Dordtse aanpak van integratie. Het hele proces wordt in voortdurend dialoog (input over de echte vraagstukken in de stad en tegelijk draagvlak voor de gekozen oplossingen) met bewoners en andere stakeholders uitgevoerd. De methodiek is niet alleen toegepast om tot herijking van het integratiebeleid te komen maar ook om te anticiperen op nieuwe feiten en ontwikkelingen. Zo is de aanpak in de afgelopen jaren toegepast naar aanleiding van de uitkomsten van de Integratiemonitor Dordrecht, bij de aanscherping van het subsidiebeleid voor migranten zelforganisaties, bij de ontwikkeling van het beleidsprogramma voor Antillianen en voor het duiden van de betekenis van migranten zelforganisaties voor de sociale cohesie in de stad. Deze werkconferentie over Migranten Zelforganisaties is een onderdeel van de interactieve werkwijze. DOORGAAN Het Dordtse integratiebeleid is onderdeel van het sociaal beleid en is tot stand gekomen in dialoog tussen gemeente, maatschappelijke organisaties en bewoners. De methodiek van interactieve beleidsontwikkeling - De Dordtse aanpak - is toegepast op de ontwikkeling van dit beleid. Enkele kenmerken van deze aanpak zijn: • een open houding (burgers, organisaties serieus nemen, hun inbreng en deskundigheid benutten); • het participatie proces organiseren en projectmatig aanpakken; • een integrale benadering van het integratievraagstuk (uitvoerders en andere stakeholders tijdens de beleidsvoorbereiding betrekken en zo ook draagvlak scheppen voor de uitvoering). In het volgende model is de Dordtse aanpak van beleidsontwikkeling op het gebied van integratie gevisualiseerd. Visieontwikkeling - bestuurlijk en ambtelijk - (Denken), het maken van keuzes en dat ook (bestuurlijk)uitdragen, vrijmaken van middelen en het stellen van 8 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 9 Sanne Voncken Beleid en uitvoering van het integratiebeleid in de gemeente Dordrecht Na in het basisonderwijs voor de klas te hebben gestaan is Sanne Voncken in 2003 als beleidsondersteuner begonnen in Dordrecht. Vanaf dat moment hield zij zich bezig met het Antillianenprogramma en Integratieprogramma in Dordrecht. Na de leergang beleidskunde heeft zij als beleidsmedewerker het subsidiebeleid migranten zelforganisaties op zich genomen. 10 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 11 Doelen De doelstellingen van het integratiebeleid in Dordrecht zijn: • het versterken van sociaal economische integratie: investeren in onderwijs, taal en werk; • het stimuleren van sociaal culturele integratie: oriëntatie op, houding en gedrag en contacten tussen mensen. De doelstellingen zijn vertaald naar een Actieprogramma Integratie: • er wordt een generiek beleid gevoerd. Wij streven ernaar het algemene beleid zo effectief mogelijk in te zetten, maar passen het specifiek toe waar nodig. Bijvoorbeeld bij Route 23 en de routecoaches; • persoonlijke verantwoordelijkheid wordt voorop gesteld door middel van actief burgerschap. Mensen zijn zelf verantwoordelijk om mee te doen aan de samenleving, dit brengt rechten en plichten met zich mee; • het is echter een tweezijdig proces. De overheid, instellingen en de rest van de samenleving moeten randvoorwaarden scheppen zodat mensen daadwerkelijk mee kunnen doen. Bijvoorbeeld door aanbod van inburgering; • in het verlengde hiervan moeten algemene instellingen toegankelijk zijn of een dienstverleningsaanbod voor alle burgers bieden; • het integratiebeleid is normerend. Dit betekent dat er regels en grenzen zijn waar we binnen moeten blijven, bijvoorbeeld bij discriminatie; • we moeten het divers talent dat er is in de gemeenschappen benutten en de positie van de allochtonen verbeteren door aan te sluiten bij het talent. Bijvoorbeeld bij het starten van een eigen bedrijf. zoals Sierra Leone en Awana (Afrikaanse organisaties). En er zijn organisaties die opgericht zijn door verschillende etnische groepen zoals Balans en de Buitenwacht. In het Actieprogramma geven we aan waardering te hebben voor MZO’s. Sociale netwerken zijn belangrijk. Zoals de heer Da Graça aangegeven heeft in zijn onderzoek: zij versterken het sociaal kapitaal in een stad, doordat zij civic skills opbouwen en dus houdingen en vaardigheden ontwikkelen. Zelforganisaties hebben hun eigen missie. Ze kunnen de keuze maken of ze zich willen inzetten voor projecten die aansluiten bij beleid. Daar is budget voor. Er zijn ongeveer 35 MZO’s in Dordrecht. Van die 35 organisaties leveren er in 2008 ruim 12 MZO’s een bijdrage aan het Actieprogramma integratie. Het streven is om per jaar ongeveer 40 activiteiten van de MZO’s te subsidiëren. Rol zelforganisaties Wat zijn Migranten ZelfOrganisaties (MZO’s) nu eigenlijk? De term “allochtone vrijwilligersorganisaties” (AVO’s) zegt waarschijnlijk meer dan MZO door de koppeling met vrijwilligerswerk. Uitgaande van het onderzoek “etnische organisatievorming”, dat hierna besproken wordt, zijn migranten zelforganisaties alle organisaties die opgericht en bestuurd worden door leden van etnische groepen binnen de Nederlandse samenleving’. Toch is de groep die aanspraak maakt op de subsidieregeling MZO’s in Dordrecht groter. Er zijn verschillende soorten MZO’s. De “traditionele” MZO’s (die al jaren actief zijn) zoals Marokkaanse Jongeren Vereniging Dordrecht, Stichting Seda, etc. Er zijn “nieuwe groepen” 12 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 13 Subsidiebeleid In 2005 is het nieuwe subsidiebeleid ingegaan.Het subsidiebeleid richt zich op integratieactiviteiten die participatie, ontmoeting en dialoog en emancipatie bevorderen. De nadruk ligt hierbij op het subsidiëren van bridgingsactiviteiten (activiteiten die contacten tussen verschillende groepen tot stand brengen), maar er zijn mogelijkheden voor bondingsactiviteiten (activiteiten binnen eigen groep). Organisaties die bondingsactiviteiten aanvragen wordt gevraagd aan te geven wat de bijdrage (straks) in hetzelfde project is aan bridging of maken gebruik van de emancipatieregeling. Het subsidiebeleid MZO’s in Dordrecht is te vinden op de website www.dordrecht.nl/samenleven. De activiteiten informeren en activeren Dordtenaren en hebben tot doel blijvende contacten tussen verschillende Dordtenaren tot stand te brengen. Een belangrijke verandering in het subsidiebeleid betreft het afschaffen van de basissubsidie. Dit betekent dat de zelforganisaties geen aanspraak meer kunnen maken op structurele subsidie maar alleen projectsubsidie kunnen aanvragen voor activiteiten. Deze verandering stelt andere eisen aan organisaties en vereist andere vaardigheden van bestuursleden. Het SSKW is ingeschakeld om de MZO’s financiële en inhoudelijke ondersteuning te bieden. De activiteiten die in het kader van integratie worden uitgevoerd, kun je onderverdelen in: empowermentactiviteiten(bv. Balansweekend), themabijeenkomsten (bv. bijeenkomst eerwraak DID), ontmoetingsactiviteiten (bv. internationale dag Buitenwacht) en lezingen of debatten (bv. Fazilet). Daarnaast subsidieert de gemeente vanuit het actieprogramma Integratie activiteiten die door diverse professionele organisaties worden uitgevoerd, zoals debatten van de DIA, lezingen van het COS en de wereldlunches van Stimulans. Actuele informatie over de activiteiten kunt u vinden op de website www.dordrecht.nl/samenleven of op de integratiekalender. Opvallende punten Het werken met de nieuwe subsidiekaders laat tot nu toe de volgende opvallende punten zien onder de zelforganisaties: • Als basis voor contacten geldt vertrouwen als belangrijkste voorwaarde. Hierbij gaat het om het onderhouden van goede relaties met alle organisaties en speelt geld in mindere mate een rol. Mensen hebben een bepaalde relatie met elkaar en dat wekt vertrouwen. 14 Vertrouwen kost echter tijd. Niet alles is mogelijk, maar alles valt te bespreken. • Het nieuwe subsidiebeleid leidt ook tot meer vernieuwende integratieactiviteiten. • De professionalisering van organisaties en het uitvallen van organisaties is herkenbaar. Organisaties krijgen geen subsidie meer omdat “gezelligheidsbijeenkomsten” of uitsluitend bondingsactiviteiten niet meer gesubsidieerd worden, maar helaas ook als een organisatie niet over voldoende vaardigheden beschikt om bijvoorbeeld subsidie aan te vragen en/of te verantwoorden. Daarentegen zijn andere MZO’s professioneler geworden. • Er ontstaan er nieuwe groepen en die “nieuwe” groepen vragen om een intensievere begeleiding. Daarnaast is in tegenstelling tot wat het onderzoek van Da Graça aangeeft de organisatiegraad van Ethiopiërs, Somaliërs en Chinezen in Dordrecht niet groot. • Door de ondersteuning van SSKW bij boekhouding, het subsidiebureau en het beleid verloopt het subsidieproces beter. Knelpunten Geconstateerde knelpunten met betrekking tot zelforganisaties: • Zichtbaarheid en bereik: Als het doel is meer dan voorheen contact tot stand te brengen tussen verschillende groepen moet je die wel bereiken. Daarbij is publiciteit en promotie van belang. Naast de eigen promotie door de MZO, werken wij hieraan door het E-magazine, een digitale nieuwsbrief rondom samenleven (inmiddels 460 adressen), de website (integratiekalender) en de Stimuleringsprijs. • Samenwerking en dwarsverbanden: elkaar vinden op gezamenlijke thema’s en zo meer bereiken kan nog een stuk beter. Belangrijk is dat men elkaar serieus neemt. • Wat zijn goede integratieactiviteiten? In de workshops is ruimte voor deze eerste 3 knelpunten. • Vrijwilligers/trekkers vinden binnen MZO’s blijkt moeilijk. Daarnaast is er soms weinig vertrouwen. • Ruimte voor nieuw talent en nieuwe ideeën. De oudere mensen die het op de traditionele manier willen doen botsen nog wel eens met de jongeren die iets nieuws willen proberen. Een geslaagd voorbeeld zijn de DID jongeren die Nargile Night (jongeren discussieavonden) organiseren. • Accommodatie blijft een terugkerend probleem. Een locatie vinden voor (avond of weekend)activiteiten is moeilijk. Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 15 • Participatie van allochtone bewoners binnen besturen van algemene instellingen is laag. • MZO’s hebben het gevoel alleen gebruikt te worden om achterban te bereiken. Zij voelen zich niet serieus genomen op hun brede expertise. • Sommige MZO’s hebben moeite met subsidieaanvragen. • Er is nog steeds een negatief imago dat vaak verbonden is aan MZO’s. • Afspraken maken lijkt soms moeilijk: men heeft weinig tijd en komt soms niet opdagen. • Wisselingen in bestuur maken het moeilijk om kennis vast te houden. Het is moeilijk om stabiliteit te behouden als telkens opnieuw mensen ingewerkt moeten worden. Bridging of bonding? De gemeente investeert met name in activiteiten die gericht zijn op bridging. In de praktijk blijkt dat activiteiten gericht op bonding een voorwaarde zijn om succesvolle bridging-activiteiten te organiseren. De vraag die in dit verband relevant is, is of het een taak van de gemeente is om in de bondings-activiteiten te investeren. Er is nog een grijs gebied. Wie bepaalt wanneer een activiteit goed is, hoe toets je dat en wat zijn successen? Hierop zijn verschillende visies. Bovendien bestaan er ook verschillende visies betreffende de rol en functie van de MZO. Het is aan de MZO om zelf een keuze te maken waar zij zich voor in wil zetten. Het vergt onderlinge afstemming tussen de MZO, de politiek en gemeente en onderzoekers voor de meest effectieve totaalrol. Meer informatie over het integratiebeleid in Dordrecht en het subsidiebeleid MZO’s is te vinden op de website www.dordrecht.nl/samenleven. 16 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 17 drs. António Da Graça Etnische Organisatievorming António da Graça is geboren en getogen op het eiland São Nicolau, één van de eilanden van Kaapverdië. In de jaren zestig wilde hij als zoveel andere jongeren doorstuderen, maar door verschillende omstandigheden werden de deuren van het Lyceum van het naburige eiland São Vicente plotseling gesloten. Daarom vertrok hij op 16-jarige leeftijd naar Nederland. Van 1980 tot 1992 was Da Graça werkzaam als consulent en opbouwwerker in Rotterdam. Eind 1999 studeerde hij af als socioloog aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is vader van twee kinderen en woont in Rotterdam. 18 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 19 Beeldvorming Vooral de laatste jaren is in Nederland een negatieve beeldvorming ontstaan over etnische zelforganisaties. Da Graça definieert zelforganisaties als alle organisaties die opgericht en bestuurd worden door leden van etnische groepen binnen de Nederlandse samenleving. Als algemene functies wordt verondersteld dat zij de emancipatie en participatie van allochtonen in deze samenleving (kunnen) bevorderen. Emancipatie in eigen kring is echter uit den boze en vaak wordt geredeneerd dat etnische organisaties de integratie van hun eigen achterban in deze samenleving belemmeren. Zo zijn sommige politici en opinieleiders van mening dat deze zelforganisaties de etnische segregatie versterken, en dat ze slechts gericht zijn op de zogeheten ‘cultivering van de eigen identiteit’. Deze opvatting is voor een deel een kenmerk van het politieke klimaat in Nederland. De algemene redenering hierbij is dat de integratie van allochtonen mislukt is. Ook centraal in deze gedachtegang is dat de kern van deze mislukking te maken heeft met het vermeende tekort aan sociaal-culturele integratie van deze groepen. Op grond van deze negatieve beeldvorming over etnische zelforganisaties is naar mijn inzicht van belang de volgende vraag te stellen: Vormen deze zelforganisaties echter een belemmering voor het integratieproces van hun achterban, of vervullen deze zelforganisaties juist een brugfunctie voor een waardige participatie van etnische groepen binnen de brede Nederlandse samenleving? Voor de beantwoording van deze vragen zijn drie factoren van groot belang, namelijk de manier waarop onderzoek wordt gedaan naar dit soort organisaties, het integratiebeleid en de grondslag van zelforganisaties. Wijze van onderzoek Er zijn twee soorten benaderingen die het meest worden gebruikt in Nederland: 1. Instrumentele benadering 2. Sociaal kapitaal Instrumentele benadering In de instrumentele benadering wordt een onderscheid gemaakt tussen: • Instrumentele organisaties: zijn hoofdzakelijk gericht op de integratie van etnische groepen. 20 • Identiteitsgerichte organisaties: zijn primair gericht op de interne dynamiek van hun eigen gemeenschappen. Het belangrijkste kenmerk van de instrumentele benadering is dat de auteurs de beleidsuitgangspunten en de subsidiecriteria als basisindicatoren hanteren. Sociaal kapitaal en civic skills Bij sociaal kapitaal richt men zich voornamelijk op de vrijwilligers die deel uitmaken van de organisaties. Daarbij staan drie vrijwilligersfuncties centraal: 1. Onderlinge steun: betreft (wederzijdse) solidariteit, waarbij mensen elkaar op een informele manier steunen. 2. Dienstverlening: richt zich op ondersteuning aan anderen in georganiseerd verband. 3. Maatschappelijk engagement: houdt zich bezig met vrijwilligersactiviteiten, waarbij actief burgerschap centraal staat. Hierbij gaat het primair om de participatie in het publieke domein. Door de betrokkenheid van vrijwilligers spelen zelforganisaties ook een ‘socialiserende functie’. Dit betekent dat leden van deze zelforganisaties leren samen te werken aan een gemeenschappelijk doel. Als bestuurslid en/of vrijwilliger wordt hun belangstelling worden gewekt voor maatschappelijke kwesties of komen ze in contact met de politiek. Hierdoor leren ze houdingen, vaardigheden en competenties die onmisbaar zijn voor de maatschappelijke en politieke participatie. Kortom: door deze ‘civic skills’ op te bouwen kunnen ze een belangrijke bijdrage leveren aan zelfontplooiing, zelfredzaamheid en actief burgerschap. De stelling bij het sociaal kapitaal is: hoe meer vrijwilligers, activiteiten, face-to-face-relaties en horizontale netwerken, hoe sterker het sociaal kapitaal binnen een organisatie. Een andere aanvullende stelling is: hoe meer een zelforganisatie toegang heeft tot het politieke systeem en allerlei hulpbronnen zoals subsidiemogelijkheden, des te groter het sociaal kapitaal binnen een etnische gemeenschap. Lokaal integratiebeleid en zelforganisaties Een tweede belangrijke factor betreffende de functies van zelforganisaties is het lokale overheidsbeleid. Dit beleid bepaald de mate waarin voor zelforganisaties een rol weggelegd is op het terrein van integratie. Hierbij ligt vaak een grote discrepantie tussen de visies van overheden enerzijds, en die van bestuursleden van zelforganisaties anderzijds. Deze kloof is gebaseerd op de volgende drie discussiepunten: Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 21 1. 2. 3. In veel steden heeft het categorale beleid plaats gemaakt voor diversiteitbeleid. Ook is er vaak geen sprake meer van structurele subsidierelaties tussen lokale overheden en zelforganisaties. Zowel de etnische leiders als sommige onderzoekers menen dat dit beleid alleen maar de positie van professionele organisaties versterkt. De grens tussen activiteiten die gericht zijn op ontmoeting en recreatie en activiteiten die gericht zijn op integratie en participatie is onduidelijk. Veel gemeenten willen vaak recreatieve en ontmoetingsactiviteiten niet subsidiëren, maar bestuursleden van zelforganisaties zijn vaak van mening dat het succes op integratiegerichte activiteiten groter is, wanneer deze gepaard gaan met vormen van ontmoeting, cultuur of recreatie. Wat verstaat men onder integratie? Door sterk de nadruk te leggen op de output wordt de suggestie gewekt dat de meetbaarheid van activiteiten een doel op zich is. Dit zegt echter niets over het beoogde effect. Kortom: door de beperkte ingang van zelforganisaties tot subsidiemogelijkheden menen sommige onderzoekers dat in sommige steden in Nederland vaak sprake is van ‘selectieve uitsluiting’ van zelforganisaties. Als tweede soort ‘selectieve uitsluiting’ wordt genoemd het feit dat activiteiten van zelforganisaties door de verantwoordelijke instanties onvoldoende of nauwelijks worden erkend als ‘regulier vrijwilligerswerk’. Dit ondanks de zelforganisaties op grote schaal onbetaalde en werkzaamheden verrichten die onder de formele definitie van ‘vrijwilligerswerk’ vallen. Het gevaar is dat deze beperkingen de desinteresse en marginalisering van etnische groepen met minder kapitaal in de hand werken. De grondslag van zelforganisaties Als derde factor wordt in Nederland vaak geredeneerd dat identiteitsorganisaties zoals moskeeën, kerken en sportorganisaties de integratie niet of nauwelijks bevorderen. Maar recente onderzoekingen in Nederland hebben laten zien dat het tegendeel waar is. Ik heb 79 Kaapverdiaanse zelforganisaties in Rotterdam onderzocht en de belangrijkste voorbeelden van overbruggende organisaties in deze etnische groep zijn: 1. 2. 22 Maar er zijn veel andere voorbeelden. In Rotterdam hebben twee groepen onderzoekers zich bezig gehouden met studies onder verschillende moskeeën. Daarbij is gebleken dat deze organisaties verschillende maatschappelijke functies vervullen en integratiebevorderende activiteiten verrichten. In Amsterdam hebben de onderzoekers, Fennema en Tillie, aangetoond dat een grote organisatiegraad van de Turkse gemeenschap heeft geleid tot goede politieke integratie van dezelfde etnische groep. Ten slotte heeft Van Daal in een onderzoek onder verschillende etnische sportverenigingen laten zien dat deze organisaties een belangrijke brugfunctie vervulleen tussen hun etnische achterban en de brede Nederlandse samenleving. Conclusie Onder bepaalde condities kan een combinatie van bridging en bonding zijn vruchten afwerpen. Mijn ervaring is dat sommige identiteitsorganisaties als ‘integrerende krachten’ kunnen fungeren. Maar dit is contextafhankelijk: wat geldt voor de deelgemeente Noord in Rotterdam bij wijze van spreken, hoeft niet noodzakelijkerwijs te gelden voor Dordrecht en andersom. De uitdaging is voor de belanghebbenden een strategie te bedenken op welke manier deze combinatie kan plaatsvinden. Ook van groot belang is het aanwezige sociaal kapitaal binnen een etnische groep, de kenmerken van de betrokken organisaties en welke zelforganisaties aan de criteria van een bepaald beleid voldoen. Daarom ben ik, onder deze voorwaarden, een voorzichtige voorstander van een strategie waarin processen van bonding en bridging op een bewuste en intelligente manier worden gecombineerd. Op die manier is naar mijn inzicht een mogelijkheid om, zonder geweld te doen aan individuele autonomie van iedere burger, de volwaardige insluiting van allochtonen in deze samenleving te bevorderen. Het gehele onderzoek “etnische organisatievorming” is te vinden op de website www. dordrecht.nl/samenleven. Een katholieke kerk die over meer dan 400 actieve vrijwilligers beschikt en ongeveer 4000 leden telt. En een sportvereniging die aan de competitie van de KNVB actief deelneemt en waarin eerste en tweede generatie bestuursleden en vrijwilligers nauw met elkaar samenwerken. Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 23 prof. dr. Ruben Gowricharn Commentaar Etnische Organisaties en de Praktijk Prof. dr. Ruben Gowricharn werd in 1952 in Paramaribo (Suriname) geboren. Hij heeft onderzoekservaring opgebouwd naar onder meer de werking van het sociale zekerheidsstelsel, de arbeidsmarkt, armoede en marginalisering, ondernemerschap, elitevorming, sociale cohesie in cultureel plurale samenlevingen, de modernisering van etnische minderheden, het functioneren van democratische instituties, de transnationale gemeenschappen. Gowricharn is tevens wetenschappelijk adviseur van het sociaal-wetenschappelijke Verwey-Jonker Instituut in Utrecht. Hij is als essayist verbonden aan het weekblad Contrast en als redacteur verbonden aan het vaktijdschrift Migrantenstudies. 24 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 25 Zelforganisaties vormen het geraamte van een gemeenschap en vervullen daarmee existentiële functies. Wil je iets met de gemeenschap doen, dan heb je structuren nodig. Zelforganisaties hebben nu vooral met een negatieve beeldvorming te maken, waarbij het behouden van de eigen culturele identiteit haaks zou staan op integratie. Dit zou echter alleen het geval zijn als integratie gelijk gesteld wordt aan assimilatie. Deze definitie gaat echter niet op in het geval van Surinaamse Hindostanen, Iraniërs en Chinezen. Allemaal hebben ze hun eigen cultuur behouden, maar zijn tegelijkertijd goed geïntegreerd. Om de kloof tussen de etnische zelforganisaties en de lokale overheden te verminderen moet er aandacht zijn voor de volgende punten. Zelforganisaties staan midden in de gemeenschap en weten de mensen te bereiken. Zij behoren dus tot een cruciaal netwerk die als antennes fungeren in de gemeenschap, daarvan moet gebruik gemaakt worden. Het gaat hierbij een partnerschap. Wil je dat de organisaties verantwoordelijkheid nemen, dan moet men ook die ruimte krijgen. Zelforganisaties kunnen feedback geven op beleidsplannen en beleidsuitvoering. Voor een succesvol beleid is het nodig om de betreffende organisaties erbij te betrekken. Soms is de boodschapper belangrijker dan de boodschap. Het gaat er dan niet zozeer om wat iemand zegt, maar wie de boodschap brengt. Soms zijn de zelforganisaties die men nodig heeft er niet. Als ze er niet zijn, zoek dan gemotiveerde mensen en geef ze de mogelijkheden om die organisaties te vormen. Soms zijn de zelforganisaties er wel, maar hebben ze niet de bestuurlijke krachten. Binnen een dergelijk bestuur of rondom de organisaties kunnen conflicten zijn. Aandacht voor de tweede generatie is ook belangrijk. Zij runnen vaak de organisaties op een andere manier. Zij maken gebruik van netwerken en moderne, virtuele hulpmiddelen. De nieuwe wijze van organiseren is voor de oudere generatie soms nog moeilijk te accepteren. Deze twee generaties willen nog eens met elkaar botsen. 26 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 27 In gesprek met Dordtse experts In het panel van Dordtse experts waren de volgende organisaties vertegenwoordigd: 28 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 29 welzijn van mensen bij alle werksoorten van de DWO het uitgangspunt en streeft de DWO naar een gelijkwaardige sociale samenhang in Dordrecht en omgeving. De betrokkenheid van de bewoners is hierbij van groot belang. Het hebben van sociale contacten is vaak de basis van zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen. De DWO stimuleert daarom dan ook participatie en zelforganisatie en heeft als doel dat iedereen de regie van zijn eigen bestaan heeft. Mensen die het nodig hebben, krijgen van de DWO extra aandacht, of ze nu jong, oud, allochtoon, werkloos of alleenstaand zijn. De DWO is er voor iedereen. Dordtse Integratie Adviesraad (Stichting DIA) De DIA heeft als doel het verbeteren van de positie van allochtonen in de Dordtse samenleving. De adviesraad bestaat uit 15 leden, zij vormen een afspiegeling van de Dordtse allochtone bevolking als het gaat om etniciteit, leeftijd en geslacht. De leden zijn bereid om over de grenzen van hun eigen achterban heen te kijken en zich in te zetten voor het algemeen belang van allochtonen. Om te kunnen adviseren is het belangrijk dat de DIA informatie heeft over de onderwerpen wonen, onderwijs, werken en welzijn. Binnen de gemeenten zijn hiervoor contactpersonen ingesteld. Deze contactpersonen informeren de DIA in een vroegtijdig stadium over beleidsplannen. De heer Hordijk Turkse Arbeidersvereniging Stichting Jai-Ghandi Stichting Jai-Ghandi organiseert recreatieve en sociaal-culturele activiteiten voor Surinamers die in Dordrecht en de Dordtse regio wonen. Ook behartigt de stichting de belangen van met name de senioren en bevordert ze de deelname aan lokale activiteiten, platforms en overlegstructuren. Het doel is integratie van mensen met verschillende culturele achtergronden in de Nederlandse samenleving te verbeteren door het stimuleren van contacten en het tot stand brengen van een samenleving op basis van gelijkwaardigheid. Dit jaar zet de stichting zich vooral in voor de oprichting van een dagbestedingproject voor Hindoestaanse ouderen, in samenwerking met verzorgingsinstelling. De heer Ramadhin Stichting Jai-Ghandi Turkse Arbeidersvereniging (DID) DID wil mensen op een democratische manier ondersteunen in hun sociale, economische, politieke en culturele rechten en wensen. Ook wil de vereniging vriendschap en solidariteit tussen mensen onderling bevorderen. Dit jaar organiseert ze onder andere thema-avonden over eerwraak en huiselijk geweld. Verder geeft de stichting een vervolg aan de succesvolle jongeren discussieavonden “Nargile Night” en het jeugdkamp. De heer Zengin DIA 30 Dordtse Welzijnsorganisatie (DWO) ‘Werken aan waardig samen leven’ is de missie van de Dordtse WelzijnsOrganisatie (DWO). De medewerkers en vrijwilligers van de DWO willen dit bereiken door vooral goed te luisteren naar de bewoners. Nauwe samenwerkingsverbanden met de gemeente en alle andere organisaties die in de wijken actief zijn, maar bovenal met de bewoners zelf, moeten uiteindelijk leiden tot een veilige leefomgeving voor iedereen. Alle Dordtenaren hebben tenslotte het recht om plezierig te wonen, werken en zich te ontwikkelen. Daarom is het De heer Tabghi DWO Aanbevelingen van het panel • Het is moeilijk om andere zelforganisaties te betrekken bij activiteiten. Ook is het de vraag wanneer je moet beginnen met bridgen? Daarnaast ontbreken de kritische vragen die er moeten zijn binnen de organisatie nog. Het gaat te veel over regels en of de subsidie wel goed te verantwoorden is. Het is niet gericht op de kwaliteit van het interne proces. • De gemeente moet investeren in de ondersteuning. Dat gebeurt nu onvoldoende waardoor er zwakke zelforganisaties zijn die nauwelijks een rol kunnen spelen van binden naar verbinden. De zelforganisaties moeten een rol kunnen spelen in het dagelijkse leven waarmee de achterban geconfronteerd wordt in de samenleving. Allochtonen betrekken in de vorm van klankbordgroepen of werkgroepen en niet wachten op zelforganisaties die professionaliseren. • Er zou subsidie gegeven moeten worden aan het interne proces. De voorwaarde is dat je moet samenwerken. Ook moeten zelforganisaties eerst erkend worden door de gemeente. Zij blijven vaak nog buiten beschouwing. Ze hebben ondersteuning nodig, want ze hebben geen know-how of kaders. • Instellingen moeten vaker onze activiteiten bezoeken en meer contact met ons houden. Ze moeten ons betrekken bij onderwerpen. Bij bepaalde activiteiten kan je namelijk krachten bundelen met andere organisaties. • Een groot probleem is accommodatie. Een groot deel van ons geld gaat op aan huur van buurthuizen. Tariefberekening van subsidie is belangrijk. • Organisatie verloopt veel via moderne middelen, maar er is ook behoefte aan ontmoeting. Daarnaast moeten mensen sterker bij de besluitvorming betrokken worden. Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 31 Reacties uit de zaal • Bonding zal er altijd zijn, omdat het nodig is om een sociaal wezen te zijn. Bovendien is bonding niet iets specifieks van etnische groepen in Nederland, Portugezen in Brazilië behouden ook hun cultuur. Het heeft te maken met een bepaalde behoefte. Het is een menselijk proces, waar je ook bent. Ook kun je als groep integreren. Turken integreren bijvoorbeeld als groep. Je ziet hun eigen ondernemingen. • Wordt de eis van bridging ook aan reguliere instellingen gesteld? De MZO’s moeten activiteiten organiseren die bridgen, maar wordt dat ook van witte organisaties gevraagd? • Voor organisaties die gebruik willen maken van de regeling voor integratieactiviteiten gelden dezelfde voorwaarden. Het zou goed zijn als in de regelgeving voor reguliere instellingen ook rekening wordt gehouden met de multiculturele samenleving. Reguliere instellingen zijn er voor alle burgers. Hun producten en diensten moeten voor iedereen toegankelijk zijn en aansluiten bij de diversiteit van culturen in de stad. • Is er echt een mentaliteitsverandering door een activiteit of het is alleen maar show? Hoe meet je de effectiviteit? • Willen de zelforganisaties samenwerken met de instellingen en kunnen ze dat ook? Is dat haalbaar en realistisch met al het werk dat ze moeten doen en de weinige tijd die ze hebben. Wethouder Spigt overhandigt het 1e exemplaar ‘Wegwijzer migranten zelforganisaties” aan de heer Van Grootheest. Hij vertegenwoordigt de directie van de DWO. Met de brochure wilt gemeente Dordrecht bevorderen dat organisaties elkaar makkelijker weten te vinden. DWO is een belangrijke speler in de stad waar zelforganisaties op verschillende manieren mee te maken hebben (ruimtegebruik, samenwerking). De wegwijzer bevat een opsomming van de meest actieve zelforganisaties in Dordrecht, koepelorganisaties en algemene instellingen die zich inzetten op het gebied van integratie. Je vindt een omschrijving van wat ze doen en een overzicht van hun contactgegevens. De Wegwijzer is digitaal te vinden op de website www.dordrecht.nl/samenleven. Overhandiging “Wegwijzer Migranten Zelforganisaties” Naast het stimuleren van eigen promotie en PR wordt er vanuit de gemeente ingezet op zichtbaarheid van activiteiten en organisaties via verschillende lokale media. Op de website www.dordrecht.nl/samenleven is alle informatie over het Actieprogramma Integratie en daarmee ook de zelforganisaties en de projecten te vinden. Gebruikers van de interactieve integratiedatabank kunnen projecten raadplegen, samenwerken bij projectontwikkeling, de integratiekalender raadplegen, contact leggen met elkaar en met het netwerk van vrijwilligers en professionals. Een digitale nieuwsbrief E-magazine Samenleven is ontwikkeld om het Dordtse netwerk snel te informeren. De Stimuleringsprijs Integratie is in 2007 voor het eerst uitgereikt. Deze prijs biedt naast erkenning en waardering voor integratieactiviteiten in Dordrecht ook een kans om activiteiten in het kader van integratie zichtbaar te maken. Nu is er een Wegwijzer Migranten Zelf Organisaties ontwikkeld om dwarsverbanden tussen verschillende partijen in Dordrecht te stimuleren. De Wegwijzer is inmiddels ook op de website digitaal te raadplegen. 32 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 33 Workshop 1 PR & Communicatie 34 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 35 Workshopleiders • Chantal Chin A Foeng Gastsprekers • Ayan Köse • Isolde van Meerten • Mark Benjamin Hoe kan een zelforganisatie meer bekendheid geven aan haar activiteiten? Op welke wijze kunnen zelforganisaties met hun activiteiten meer Dordtenaren en organisaties bereiken? Welke communicatiemiddelen en instrumenten kunnen zelforganisaties in Dordrecht inzetten om hun doel beter en sneller te bereiken? In deze workshop kregen de deelnemers praktisch toepasbare tips die zij kunnen gebruiken bij de uitvoering van activiteiten. Deelnemers ontvingen een format om zelf een persbericht en een communicatieplan te maken. Daarnaast kregen deelnemers inzicht in het Dordtse medianetwerk en de manier waarop een zelforganisatie aandacht van kan krijgen voor hun activiteit. De heer Mark Benjamin, ex-journalist bij AD de Dordtenaar, was aanwezig om inzicht te geven in de mediawereld. De heer Ayhan Köse van Stichting Fazilet en mevrouw Isolde van Meerten van de multiculturele vrouwenstichting Balans brachten hun ervaringen in. Fazilet organiseert onder andere jaarlijks het Dordts Cultureel Festijn en is succesvol in het verkrijgen van publiciteit en het werven van sponsoren. Balans heeft in 2007 de gemeentelijke Stimuleringsprijs voor Integratie activiteiten gewonnen en was tevens genomineerd voor de Appeltjes van Oranje. De workshopleider was mevrouw Chantal Chin A Foeng, communicatieadviseur bij het Servicecentrum Drechtsteden. Nut en noodzaak van PR De workshopleider ging in op de volgende aandachtspunten wat betreft het nut en de noodzaak van PR: • Het bereiken van doelstellingen. • Mensen weten wat je doet en ze kunnen je vinden. • Mensen komen naar je activiteit toe. • Het bereiken van Dordtenaren. • Vertrouwen bij samenwerking creëren. • Je organisatie profileren (bestaansrecht). 36 Een voorbeeld van de PR tools voor het Ramadanfestival • Het plan van aanpak: de planning communicatie voor het Ramadan festival. • De folder met het overzicht van alle activiteiten die zouden plaatsvinden. • De poster van het festival. • De website die is gemaakt voor het festival. • Uitnodigingen die zijn verstuurd. • De gemaakte tijdsplanning: De planning hoeft niet altijd uit te komen, men moet dan prioriteiten gaan stellen. • Free publicity: als je de pers uitnodigt moet er wel wat te zien zijn. De activiteit moet wel een nieuwswaarde hebben. • Het format van een persbericht. • Een lijst van de pers die benaderd kan worden. • Internetpromotie, zoals de kalender, E-magazine en de Integratiedatabank. Samenwerkingen met andere organisaties kunnen daarbij ook goed helpen. In het geval van het Ramadanfestival werd samengewerkt met de Kunstmin en de Bibliotheek voor internetpromotie. • Deelnemende organisaties hebben hun eigen promotiekanalen ingezet. De voorwaarden voor een succesvolle promotie naar de ervaring van Fazilet • Een goed projectteam. • Eén verantwoordelijk iemand per taak die aansprakelijk is en de taak en verantwoording op zich kan nemen. • Een goede voorbereiding. • Het in kaart brengen van de mogelijkheden: wat kan je wel doen, wat kan je niet doen, wat is haalbaar? • Budgetteren: houd rekening met PR-kosten in je subsidieaanvraag. De promotiekosten maakten in dit geval 30% uit van de totale kosten. • Partners zoeken: Fazilet is goed in bepaalde dingen, en voor andere zaken zoeken we naar partners. • Gebruik maken van je eigen netwerken, waardoor het makkelijker is om mensen te benaderen. • Gebruik maken van de publicatiemogelijkheden: de krant, flyers, brochures etc. • Planning van meerdere promotiemomenten: Zo heeft Fazilet wekelijks een bericht in de krant geplaatst weten te krijgen, zodat men constant met hun activiteiten in aanraking komen. Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 37 • Geef aan dat je geen commerciële belangen hebt en de organisatie zich voor het algemeen belang inzet. Hierdoor zijn weekbladen sneller geneigd je redactie te plaatsen. De belangrijkste promotiepijlers naar de ervaring van Balans • De website: bijwerken en actueel houden van foto’s en activiteiten. • Maandelijkse nieuwsbrief. • De integratiekalender en databank integratieactiviteiten van de gemeente Dordrecht. • Persberichten. • De Balanskrant die twee keer per jaar wordt uitgebracht. De communicatie naar de ervaring van Balans • Wat, wanneer en hoe? • Het aanhouden van de huisstijl is belangrijk, omdat het je herkenbaar maakt in de media. • Goede communicatie binnen het bestuur en de achterban. Elkaar goed en tijdig informeren over wat er gaande is. • Het belang van communicatie blijven benadrukken, zodat anderen ook kunnen meedenken. Advies van de ex-journalist Mark Benjamin • De uitzondering haalt altijd het nieuws. Een activiteit moet dus nieuwswaarde hebben. • Journalisten en fotografen hebben altijd haast. Zorg er dan ook voor dat je je verhaal altijd paraat hebt. Een strakke planning is dus belangrijk. • Ga er niet van uit dat de journalist alles weet. Het kan altijd handig zijn om de journalist ook met achtergrondinformatie te verschaffen. • Zorg ervoor dat je een goede woordvoerder hebt. Het hoeft geen accentloos Nederlands te zijn, maar zorg voor een vlot praatje. • Belangrijk is ook het human interest verhaal: een persoonlijk verhaal met echte mensen is interessanter dan alleen feiten. 38 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 39 Workshop 2 Krachtenbundeling 40 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 41 Workshopleiders • mevrouw Fatma Topgume • de heer Mehmet Safranti In deze workshop stond het benutten van elkaars expertise centraal. Aan de hand van een concrete Dordtse casus ‘Turkse Dordtenaren: een generatie later’ werd de samenwerking tussen DiEP (voorheen Stadsarchief) en Stichting Tuana uiteengezet. Van idee tot aan de uitvoering, de voordelen van samenwerking en de kennis, het netwerk en de expertise van zowel Tuana als DiEP. Ook de landelijke uitstraling en overige spin-off van de samenwerking kwam aan bod. Deelnemers konden in deze workshop ideeën en inspiratie opdoen over hoe zij met de juiste partner van hun project een groot succes kunnen maken. Inleiding/Toelichting op project Het project ‘Turkse Dordtenaren’ is in 1999 begonnen met een idee van de stichting Tuana om naar aanleiding van 30 jaar Turken in Dordrecht een fototentoonstelling te maken over de geschiedenis en de herkomst van de Turkse Dordtenaren. Het materiaal had de stichting zelf wel, maar men miste de expertise om daarvan een tentoonstelling te maken. Via de gemeente is de stichting bij DiEP terechtgekomen. Het project is niet alleen succesvol verlopen, maar heeft ook een ongelofelijke impact gehad. In 2001 is het dorp Kayapinar in Turkije bezocht waarvan een 40 minuten durende film is gemaakt. Ook is er een tweetalig boek uitgegeven en is een documentaire van het project op DVD verschenen. Het project heeft heel veel publiciteit gekregen, niet alleen landelijk maar ook in heel Europa. In Istanbul en Ankara zijn tentoonstellingen geweest. Daarnaast heeft DiEP presentaties verzorgd in diverse landen; het project heeft op diverse manieren navolging of een vervolg gekregen. Zo heeft DiEP bijvoorbeeld begin dit jaar een lesbrief voor het basisonderwijs gemaakt over emigreren, met als doel om leerlingen te laten beseffen, wat het betekent om naar een ander land te verhuizen. In deze lesbrief staat Turkije centraal. Wat zijn handvaten voor een goede samenwerking en een succesvol project? • Heb vertrouwen in elkaar. Dit vertrouwen moet groeien, je moet erin investeren. Houd 42 daar met de planning van je project rekening mee. Voorbereiding kost tijd! Verwacht niet te snel resultaat. • Persoonlijk contact werkt vaak beter dan een schriftelijke benadering per brief of email. • Houd er rekening mee dat instellingen vaak commitment van het management moeten hebben. Probeer de juiste persoon te benaderen. Een eerste contact met een directeur is vaak effectiever dan met een medewerker. En geef duidelijk aan wat de winst van de samenwerking is voor beide partijen. • Houd rekening met de kosten die de vrijwilligers/zelforganisatie moet maken. Zorg dat je niet alleen je eigen kosten, maar ook de kosten van de zelforganisatie meeneemt in de projectbegroting. • Houd rekening met het feit dat vrijwilligers vaak moeilijk overdag te bereiken zijn en dat ze vaak verlof moeten opnemen om overdag te kunnen vergaderen. • Laat de samenwerking al vanaf het begin van het project ingaan. Maak samen een (project) plan, maak gebruik van de kennis en het advies van de zelforganisatie. • Zorg dat je van begin af aan duidelijk bent: wat verwacht je van elkaar, met welk doel werk je samen, wat zijn de motieven voor de samenwerking? • Kom je afspraken na en leg de afspraken vast op papier (is belangrijk, vooral als het project groter wordt en er meer of nieuwe mensen bij betrokken worden). • Maak gebruik van sleutelfiguren. Sleutelfiguren vervullen een brugfunctie om de doelgroep te bereiken en om het vertrouwen van de doelgroep te krijgen. • Werk samen op basis van gelijkwaardigheid. En maak vooral ook in de publiciteit zichtbaar, dat het project op samenwerking berust (de pers wil nog wel eens de andere partij 'vergeten' te vermelden. DiEP heeft hiervan geleerd door nu vooraf inzicht in een krantenartikel te vragen). Tenslotte nog een tip: Probeer je project niet te laten afhangen van de samenwerking van één organisatie. Benader meerdere organisaties. Op de integratiedatabank van de gemeente Dordrecht kun je alle (zelf)organisaties en hun activiteiten vinden. Om het proces van krachtenbundeling te ondersteunen is een ‘Wegwijzer voor migranten zelforganisaties’ ontwikkeld, met daarin beschrijvingen en contactgegevens van verschillende (zelf)organisaties in Dordrecht. Alle deelnemers van de werkconferentie ontvingen een exemplaar. Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 43 Workshop 3 Wegwijzer Succesvolle Integratie Activiteiten 44 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 45 Workshopleiders • Ossama Abu Amar • Aliek van de Berg Het Dordtse project ‘Crabbehof dopt z’n eigen boontjes’ heeft afgelopen jaar de Diversiteitsprijs van Movisie gewonnen. Movisie reikt deze prijs jaarlijks uit aan een succesvol integratieproject. Movisie is een landelijke organisatie met expertise op het gebied van het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties. Deze organisatie heeft een instrument ontwikkeld voor succesvolle integratieactiviteiten: de Diversiteitswijzer. Zijn de activiteiten van de Dordtse (zelf)organisaties ‘diversiteitsproof’? Hoe kunnen zelforganisaties en professionele instellingen hun activiteiten verder verbeteren? In deze workshop kregen deelnemers praktische handreikingen gebaseerd op Dordtse ervaringen en inzicht in de ‘Diversiteitswijzer’. De workshop werd gegeven door mevrouw Aliek van den Berg (opbouwwerk Dordtse WelzijnsOrganisatie) van het project ‘Crabbehof dopt z’n eigen boontjes’ en de heer Ossama Abu Amar, adviseur kwaliteit & diversiteit bij Movisie. Inleiding In de introductie van Ossamma Abu Amar van Movisie werden verschillende betekenissen uiteengezet die verbonden waren aan het woord “integratie.” Definities die hierbij aan bod kwamen waren: meedoen met de rest van de maatschappij door werk, omgaan met je buren, het gevoel hebben erbij te horen, respect krijgen. Wat is de verwachting van deelnemers? • Horen hoe mensen over integratie denken. • Leren van de aanpak van de wijk Crabbehof als het gaat om methoden om mensen zover te krijgen om mee te gaan doen. Hoe doet Crabbehof dat? • Kennismaken met zelforganisaties. • Hoe ondersteuning van zelforganisaties te verbeteren. • Uitwisselen van ervaringen. Om de problemen rond integratie aan te kunnen pakken moeten eerst de belemmeringen helder zijn. De belemmeringen worden in beeld gebracht door een opdracht 46 Opdracht Teken de lijn van je leven en geef aan wanneer je problemen met integratie hebt gehad. Doel Nadenken over die momenten en wat voor invloed dat op je gehad heeft. Momenten die genoemd werden • De verhuizing van dorp naar de grote stad. • De verhuizing van Turkije naar Nederland. • Voor het eerst een blanke vrouw met een zwarte man zien kussen in het openbaar. • Verliefd op een allochtoon meisje en thuis geconfronteerd worden met de vraag of er geen Hollandse meisjes zijn. • Een hele goede vriend die homosexueel is zonder dat je dat weet. Als ik dat meteen al wist had ik misschien afstand genomen. • In een korte periode heel veel zijn verhuisd. Er is stabiliteit nodig om te integreren. Als je niet geworteld bent heb je moeite om mee te doen. • Kwam op mijn 17e naar Nederland. Heeft veel uitsluiting gevoeld als jongere als je een meisje aanspreekt. • Als witte Nederlander wel eens buitengesloten gevoeld in groep allochtonen. • Het lesgeven aan vrouwen die niet van huis mogen. Aanpak Crabbehof Aliek vd Berg geeft de volgende toelichting op de methodiek die door de opbouwwerkers gebruikt wordt in de wijk Crabbehof. De Crabbehofkraam is een project voor en door bewoners en bestaat uit een aantal activiteiten: het bereiden van eten met gratis of goedkope ingrediënten, het inzamelen, herstellen en verkopen van tweedehands kleding voor kinderen tot en met 8 jaar, het opknappen en verkopen van tweedehandse fietsen en de buurtmoestuin. Door het project krijgen de wijkbewoners de kans om uit een sociaal isolement te klimmen. De activiteiten staan dicht bij de belevingswereld van allochtone en autochtone buurtbewoners. De Methodiek Sociaal Investeren Het uitgangspunt bij het werken in de Crabbehofkraam is Meegaan-Meedoen-Meewerken Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 47 Iedereen moet zich welkom voelen. De opbouwwerkers letten heel erg op de sfeer. Er wordt ingespeeld op: • Kansen die zich voordoen, dus vanuit signalen die er zijn iets organiseren. • De kwaliteit van de mensen en de mogelijkheden die ze hebben. • Het referentie kader is anders dan wat onderzoekers wel eens naar voren brengen gewoon de wijk. Vanuit die signalen is een waaier van activiteiten ontstaan onder de naam Crabbehofkraam. 48 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 49 Afsluiting Tijdens de afsluiting wordt aan de deelnemers gevraagd welke indrukken zij hebben opgedaan tijdens de workshops en welke bagage zij hebben meegenomen in hun “koffertje” na deze conferentie. Een aantal indrukken: “ ‘Het groene boekje’ heeft vandaag een nieuwe betekenis gekregen. Handig!” “Workshop 3 was super! Goed opgezet en uitgevoerd. Enthousiasmerend. Leuker dan al die saaie afstandelijke verhalen.” “Ik ben net begonnen met werken in Dordrecht, dus was een mooie gelegenheid om mensen te leren kennen. Leuk om te zien hoe iedereen zo betrokken is, ook inhoudelijk. Bedankt!” De volgende punten worden genoemd uit de workshops: Naar aanleiding van workshop 1 • Middelen en manieren van promotie. • Hoe om te gaan met journalisten. Naar aanleiding van workshop 2 • Samenwerking gaat het beste op basis van vertrouwen en dat moet langzaam opgebouwd worden. • De samenwerking moet een gelijkwaardige relatie zijn. • Van tevoren moet duidelijk zijn wat van elkaar verwacht wordt en wat ieders belangen zijn bij de samenwerking. Naar aanleiding van workshop 3 • Betrokkenheid is er bij iedereen en iedereen wordt ook in hun eigen waarde gelaten. Verbindingen moeten gemaakt worden. • Ervaring is er, maar die moet ook overgedragen worden. • De emancipatie van vrouwen moet ook door mannen mogelijk gemaakt worden, want die werken vaak nog belemmerend. • Projecten gaan ook uit van attitude en moeten bij de mensen beginnen. “Actieve groep. Allen bij betrokken. Goede tips ontvangen om activiteit te promoten.” “Hele organisatie, beste sinds tijden. Svp nog een keer zodat mensen elkaar leren kennen.” 50 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 51 Conclusies en aanbevelingen Tijdens de conferentie is een aantal onderwerpen naar voren gekomen die van belang kunnen zijn voor het verder ontwikkelen van het integratiebeleid en de rol van MZO’s daarin. Bonding & Bridging Begrippen die regelmatig zijn genoemd zijn bonding- en bridgingactiviteiten. Activiteiten gebaseerd op ‘bonding’ zijn intern gericht en neigen ertoe exclusieve identiteiten en homogene groepen te bevorderen. Activiteiten die naar buiten zijn gericht – ook wel bridging genoemd – richten zich op ontmoeting tussen mensen van verschillende sociale herkomst. ‘Bonding’ en ‘bridging’ sluiten elkaar niet per se uit, het zijn twee soorten bindingen die bij de meeste mensen naast elkaar bestaan. Het beleid van de gemeente Dordrecht is gericht op activiteiten die bridging bevorderen. Activiteiten gericht op de eigen gemeenschappen en beleving van de culturele identiteit worden in beginsel alleen bij nieuwe groepen die zich in de stad vestigen gehonoreerd. Zelforganisaties die al langer in de stad actief zijn hebben echter ook behoefte aan activiteiten die gericht zijn op bonding. Activiteiten gericht op de eigen gemeenschap of de beleving van de eigen culturele identiteit staan niet haaks op integratie. In Nederland zijn Surinaamse Hindoestanen en Chinezen daar goede voorbeelden van. Onder bepaalde condities kan een combinatie van bridging en bonding zijn vruchten afwerpen. De uitdaging voor de belanghebbenden is om een strategie te bedenken op welke manier deze combinatie kan plaatsvinden. De vraag die in dit verband relevant is, is of en in welke mate het een taak van de gemeente is om in de bondingsactiviteiten te investeren. 52 Aanbeveling In het subsidiebeleid MZO moet ook ruimte zijn voor het subsidiëren van activiteiten waar zowel bondings- als bridgingselementen in zitten. Ondersteuning Zelforganisaties De verandering in het subsidiebeleid waarbij projectsubsidie in de plaats is gekomen van de basissubsidie stelt andere eisen aan organisaties en vraagt andere vaardigheden van besturen. Er wordt meer gestuurd op output en outcome. Dit vergt planningsvaardigheden, inzicht in hoe je een financiële administratie voert en communicatievaardigheden in het geval er iets niet goed loopt. Deze ‘civic skills’ ontbreken vaak nog bij (beginnende) organisaties. Maar ook de eerste generatie bestuurders heeft daar vaak moeite mee. Sommige organisaties worden ontmoedigd door de eisen die worden gesteld aan de subsidieaanvraag en de afhandeling daarvan. Voor ondersteuning bij financiële en inhoudelijke zaken is het SSKW ingeschakeld. De knelpunten die spelen bij de aanvraag en afhandeling van subsidieaanvragen en het uitvoeren van activiteiten vragen om een actueel trainingsaanbod gedifferentieerd naar de verschillende behoeftes die er liggen. Deze kunnen per organisatie of zelfs per individu verschillen. Nagedacht moet worden over hoe maatwerk geleverd kan worden ter ondersteuning van bestuurders: Aanbeveling • Aan zelforganisaties moet structureel de mogelijkheid worden geboden zich te scholen als het gaat om hoe je subsidie aanvraagt, wat de planning en control process daaromheen is, communicatievaardigheden en de thema’s die actueel zijn waar ze op zouden kunnen inspelen met hun activiteiten. De Steunfuncties (PAD/SSKW, CMO Stimulans) kunnen hier een rol in spelen.Trainingsweekenden waar vertegenwoordigers van diverse organisaties aan deelnemen hebben hierbij de voorkeur. • Er is een verschil aangegeven in eerste en nieuwe generatie bestuurders van zelforganisaties. Eerste generatie bestuurders hebben een traditionelere manier van contacten onderhouden met hun achterban. Ontmoetingsruimte is voor hen een belangrijk instrument om generatiegenoten te bereiken. Hun activiteiten zullen vooral gericht zijn op bonding. De nieuwe generatie van bestuurders maken zoals in een van de inleidingen is aangegeven eerder gebruik van moderne communicatiemiddelen en hebben minder behoefte aan permanente ontmoetingsruimte dan wel aan werkruimtes waar vergaderd Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 53 kan worden en computerfaciliteiten staan. Bij het ontwikkelen van activiteiten in het kader van professionalisering van bestuurders zal hier rekening mee gehouden moeten. Accommodatie In de discussie met de zaal kwam het probleem van geschikte en voldoende accommodatie naar voren. Een van de knelpunten die werd aangeven vanuit de zaal was dat voor de uitvoering van een bepaalde activiteit wel geld beschikbaar is voor de huur van ruimte, maar dat voor de voorbereidende bijeenkomsten ook ruimte nodig is, waar huur voor betaald moet worden. Tijdens de conferentie komen diverse geluiden rondom accommodatie naar voren. Organisaties die een samenwerkingsrelatie hebben met DWO hebben over het algemeen geen probleem. Organisaties die geen banden hebben met DWO geven aan problemen te hebben met de hoogte van de huur en de openingstijden van de bestaande accommodaties. Er is geen inzicht in hoe groot het probleem is met het vinden van ruimte voor (vergader) activiteiten. Aanbeveling • zelforganisaties kunnen de huur van de voorbereidingsbijeenkomsten begroten in de subsidieaanvraag; • Een ‘’quick scan’’ (vragenlijst waarmee op snelle wijze allerlei soorten gegevens kunnen worden verzameld) kan inzicht geven in de aard en omvang van het probleem. Op basis van de uitkomsten kunnen vervolgstappen genomen worden. Netwerkontwikkeling De behoefte aan samenwerking tussen algemene instellingen en de MZO is meerdere malen uitgesproken tijdens de conferentie. Enkele organisaties weten elkaar daarin al te vinden. De ‘’Wegwijzer MZO” wordt tevens als een goed hulpmiddel gezien. Desondanks was men van mening dat de gemeente het proces van samenwerking een extra impuls kan geven. Aanbevelingen van de deelnemers Aanbevelingen van de deelnemers zijn gehaald uit de evaluatieformulieren die zijn ingeleverd na de conferentie. Algemene aanbevelingen over zelforganisaties • Een brainstorm waarbij de samenwerking tussen Dordtse (zelf)organisaties centraal staat. • Meer kennismaking met de organisaties: laat organisaties vertellen wie ze zijn en wat ze doen. • Meer aandacht besteden aan netwerken. • Aandacht aan het meedoen op alle fronten, zoals de arbeidsmarkt etc. • Meer informatie verschaffen over ondersteuning van MZO’s. • Meer de diepte in wat betreft het leren van vaardigheden. • Meer aandacht besteden aan de rol van zelforganisaties binnen de eigen kring. • Meer informatie verschaffen over hoe men organisaties kan bereiken, of er sprake is van wederzijdse bereidheid tot samenwerking en hoe je dit realiseert. • Meer aandacht besteden aan presenteren. • Meer praktische tips en workshops. • Meer aandacht besteden aan het werven, betrekken, bijhouden en bereiken van de achterban. • Aandacht besteden aan hoe de zelforganisaties de gezinnen kunnen bereiken die nog altijd niet geïntegreerd zijn en hoe dat komt. • Uitleg over fondsenwerving. Thema’s waar meer aandacht voor zou moeten komen • De thema’s “Dordrecht en jongeren” en “Huiselijk geweld bij ouderen” zou meer behandeld kunnen worden. • Het thema “Ouderen en integratie” zou meer behandeld kunnen worden. Aanbeveling Het organiseren van netwerkbijeenkomsten waar men elkaar ontmoet en workshops kan volgen. 54 Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 55 Bijlage Deelnemers Naam organisatie Amrit consultancy ANBO Awana Awana Balans Balans Balans Balans Balans Balans Balans Balans Balans Bibliotheek Dordrecht Big Fanatic Club (BFC) Big Fanatic Club (BFC) Big Fanatic Club (BFC) Buitenwacht Bureau Jeugdzorg ZHZ Bureau Jeugdzorg ZHZ Bureau Jeugdzorg ZHZ Bureau Jeugdzorg ZHZ CDA CMO Stimulans CMO Stimulans CMO Stimulans CMO Stimulans 56 Naam persoon Pravini Baboeram Mevrouw Wapperom David Gourny Regina Feza Els Heijbroek Gea Platerink Isolde van Meerten Jetty Dors Marian Ilieva Marijke Mila Sjopova Satiye Kiyak Thea Spek Mevrouw Parel De heer Servania F. Mora Mevrouw Angem Cletus Thuraisingam Flora Geuchies Inge Stevens Iris Dossett Veronica Wilmans De heer Bruggeman Jimmy Sewnat Lahoussine Ait Chitt Nan van der Storm Ömer Büyuk Naam organisatie Compas Consultants Da Vinci College DIA DIA DIA DIA DIA DID DID DID DWO DWO DWO DWO DWO DinamO Fazilet Forum Forum Fotografie Fractie Karapinar Gemeente Zwijndrecht Gilde Dordrecht Instituut Het Centrum Internos JSO Leren-werken Traject Drechtst. MJVD MJVD Movisie Opmaat PAD PAD PAOO Naam persoon Ismail Bozkir Asiye Songul Abubakr Koroma Ayse Aydin Jamila Faloun Orhan Zengin Yavuz Yildrim Cor Hordijk Huseyin Karabulut Mevr. M. Karasu Aliek van de Berg Arend van Grootheest Frank Horemans Jacqueline Merkies Marianne Hezemans Ayhan Köse De heer R. Ramcharan Henri Winter Jan Beun Ahmet Karapinar R.C.M. van der Horst Mevrouw Vos Cemile Ekiz Mevr. L.J. van Borst-van Loon Sandra Kramer M. Jacobs De heer Diaf De heer K. Tohouss Ossama Abu Amar Ellen Ketting Lisette Kleinendorst Marion van Kuijvenhoven Mevrouw Bozkir Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 57 Naam organisatie Naam persoon PCOB Mevrouw Heuseveld Politie ZHZ De heer Naaktgeboren PvdA Mevrouw Van den Berg PvdA Mevrouw Yanik Radar Cynthia Goedhart Radar Denise Zending Radar Hans den Hartigh Radar Marieke Kruidhof Radar Sara Grunenberg Radar Wrienda Ramadhin Spaanse Gezinshoofden D. Valle Spaanse Gezinshoofden De heer A. Serrano Cabrera SSKW Anja Wever SSKW Mevrouw Ozkan SSKW Tineke Ruijter Stichting 2000 De heer Riley Stichting Bosporus Mevrouw Ince Stichting Bosporus Mevrouw Kargi Stichting Drechtsom De heer Muktar Abdi Hassan Stichting Drechtsom Mohamed Abdi Stichting Jai-Ghandi De heer Ramadhin Stichting Multiculturele Antillianen (SMA)Mevrouw Daal Stichting Multiculturele Antillianen (SMA)Mevrouw Smith Stichting Seda De heer O. Karasahin Stichting Tuana Mehmet Safranti SVMK António Da Graça SVMK Ruben Gowricharn Talent-Mix Suleyman Sener VIOZ Margiet ten Hove VIOZ Nadia Karraz VIOZ Yvonne Polman WMO adviesraad J. Nieuwland WMO adviesraad Tonny van Zijp 58 Naam organisatie Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Naam persoon Wethouder J.W. Spigt (communicatie)Chantal Chin a Foeng (DiEP)Fatima Topgume (SDD)Erwin Keuskamp (Bureau Sportstimulering)Andre Veth (Maatschappelijke Ontwikkeling)Sitla Bonoo (Maatschappelijke Ontwikkeling)Stephan Haksteeg (Maatschappelijke Ontwikkeling)Hans Huizinga (Maatschappelijke Ontwikkeling)Karoll Kock (Maatschappelijke Ontwikkeling)Stanley Ramkhelawan (Maatschappelijke Ontwikkeling)Wim Sterk (Maatschappelijke Ontwikkeling)Anne Verweij (Maatschappelijke Ontwikkeling)Sanne Voncken Sociale cohesie en de rol van migranten zelforganisaties 59 Documentatielijst Da Graça, António. Etnische Organisatievorming. Stichting Vorming Multicultureel Kader, Rotterdam: 2008. ‘Dordrecht werkt door: Meerjarenbeleidsprogramma 2006 – 2010’. ‘Integratiemonitor Dordrecht 2005’ door Sociaal Geografisch Bureau. ‘Subsidiebeleid zelforganisaties gemeente Dordrecht’ door Adviesbureau van Montfoort, augustus 2004. 60