Voedingsproblemen bij patiënten met kanker....Eten tegen heug en meug K. Hoenderdos Auteur: Vertaald/bijgewerkt: 1999 Nieuwsbrief: 31-35 Pagina: 6 Jaargang: 2 Nummer: Toestemming: Illustraties: Bijzonderheden: voeding oncologische wonden kanker Kernwoorden: 1 Stasse-Wolthuis M, Geerts-van der Weij ACW.: Kanker en voeding. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Zaventem, 1993 -Bruning P, Neef M, Vogel-Boezeman J e.a: Goed eten! Een wegwijzer voor mensen met kanker. Bohn Scheltema & Holkema, Utrecht/Antwerpen, 1984 Beijer S e.a.: Voedingsgids voor mensen met kanker. Literatuur: Vragen/antwoorden/duidelijkheid. De Toorts, Haarlem, 1994 Doornink N e.a.: Leidraad voor voedingsdeskundigen bij kanker. De Toorts, Haarlem, 1992 -Houtsmuller AJ, Lubrecht MMA: Het Dr. Houtsmullerdieet. Voeding als sterk wapen tegen kanker. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 1997 Mensen met kanker hebben vaak moeite met eten. Misselijkheid, smaakverandering, onzekerheid en stress kunnen ervoor zorgen dat de voeding in het gedrang komt. Met een aantal praktische adviezen kunt u dit voorkomen. Veel kankerpatiënten hebben eetproblemen. Verminderde eetlust en vermagering zijn bijna inherent aan het ziektebeeld, en klachten als misselijkheid, smaakverandering of darmproblemen komen veel voor als gevolg van een behandeling met cytostatica of radiotherapie. U kunt helpen met praktische adviezen. Gezonde voeding kan kanker niet genezen. Maar toch is voeding wel een belangrijke ondersteunende factor in de behandeling. Het zorgt voor het instandhouden van een goede voedingstoestand en dat heeft een gunstige invloed op de immunologische afweer, de wondgenezing en het welbevinden van de patiënt. Maar voeding is ook van belang omdat dit een van de weinige zaken is die de patiënt en zijn omgeving zelf in de hand heeft. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel patiënten met kanker gebrand zijn op ‘goed eten’. Dit verklaart ook de populariteit van het Moermandieet of het dieet van Houtsmuller. Maar liefst vijftien procent van de patiënten met kanker maakt gebruik van een alternatieve therapie en in de meeste gevallen is dit het Moermandieet.1 Geen tijd, geen fut ©Stichting WCS www.wcs.nl Gezonde voeding is in de praktijk vaak lastig te realiseren. Het leven van mensen met kanker verandert immers ingrijpend. Het besef een ernstige ziekte te hebben, brengt veel stress teweeg. En ziek zijn kost ook tijd. Vaak hebben de patiënten die poliklinisch worden behandeld een druk programma: radiotherapie of chemotherapie, met de daarbij behorende reis- en wachttijd in de kliniek, bezoeken aan de apotheek, overleg met hulpverleners zoals huisarts en wijkverpleging, de zorg voor het gezin en het ziekenbezoek. Het gevolg van dit alles is vermoeidheid en tijdgebrek, en dan schiet eten er vaak bij in. U kunt hier ingrijpen door het op elkaar afstemmen van de afspraken van verschillende hulpverleners, het regelen van mantelzorg en het geven van praktische adviezen. Houd ook meteen een oogje op de voeding van de partner en andere gezinsleden, want ook voor hen is de voeding vaak niet optimaal. Smaakverandering en slikproblemen Bij behandeling met radiotherapie of chemotherapie ontstaan voedingsproblemen als vochten voedingstekort door misselijkheid en braken, veranderd mondslijmvlies en slikproblemen. Toch is tijdens de therapie een gezonde voeding van belang om de voedingstoestand zo goed mogelijk te houden. Door de verhoogde weefselafbraak en de daarbij vrijkomende afvalstoffen heeft de patiënt bovendien meer vocht nodig om deze afvalstoffen uit te kunnen scheiden. Voedingsproblemen bij radiotherapie ontstaan omdat de slijmvliezen van het maagdarmkanaal erg gevoelig zijn voor bestraling. Bestraling van het hoofdhalsgebied leidt daarom bijna altijd tot een droge pijnlijke mond, slikproblemen en soms smaakveranderingen. Bestraling van de buik kan misselijkheid en diarree veroorzaken. Ook bij behandeling met cytostatica kunnen problemen ontstaan, zoals gebrek aan eetlust en misselijkheid en braken. Bij veel klachten kunt u praktische adviezen geven (zie kader op pagina ...). Bij ernstige voedingsproblemen is het raadzaam contact op te nemen met een diëtist. Tegen heug en meug Als de patiënt in een terminaal stadium is, is eten tegen heug en meug niet meer nodig. Ook een gezonde voeding of dieet is niet meer van belang. Maar dat is soms moeilijk te accepteren, vooral als het gaat om het opgeven van een ‘therapeutische’ voeding als het Moermandieet. Het is uw taak dit bespreekbaar te maken en de stress rondom voeding te reduceren. Besteed daarbij ook aandacht aan de partner. Voeding vormt vaak het belangrijkste deel van de partnerzorg en het kan erg tegenvallen als van de zorgvuldig bereide maaltijd maar een enkel hapje wordt gegeten. In de praktische voedingszorg voor een patiënt in dit stadium staat vooral de vochtvoorziening centraal, desnoods met een theelepeltje, tuitbekertje of in de vorm van ijsblokjes of waterijs. Een goede graadmeter voor de vochtinname is de urineproductie en de kleur van de urine. Qua voeding kan worden volstaan met dat waar de patiënt naar vraagt. Kinderen en kanker ,,Ik lust geen boontjes” en ,,Ik wil geen boterham”. Slecht eten hoort ‘van nature’ een beetje bij kinderen, en meestal is een periode wat minder eten geen enkel probleem. Maar als ©Stichting WCS www.wcs.nl kinderen ziek zijn, lijkt goed eten ineens dubbel zo belangrijk. Veel ouders zullen zich daarom zorgen maken over de voeding en het kind verwennen met lekkere hapjes en speciale maaltijden. Het is de vraag of kinderen daarbij gebaat zijn. Kinderen willen het liefst gewoon aan tafel met de pot mee-eten. Het is het beste om de voeding aan te passen aan de mogelijkheden en behoeften van het kind, zonder dat er een uitzonderingspositie in het gezin wordt gecreëerd. Als een kind bijvoorbeeld een gemalen voeding moet eten, kan dezelfde maaltijd als die van de rest van het gezin worden fijngemaakt. En voor kinderen met een energieverrijkt dieet kan aan het schaaltje vla wat extra voedingssuiker worden toegevoegd. De smaak van kinderen kan sterk veranderen, zodat lievelingsgerechten niet meer worden gewaardeerd. Dat kan komen door misselijkheid of een pijnlijke mond, maar ook door ervaringen tijdens een ziekenhuisopname. Bij klachten als misselijkheid kan daarom beter niet de lievelingsmaaltijd worden geserveerd. Het is beter het kind dan neutrale gerechten te geven, zoals pap en brood. Soms ontaardt het eten in een strijd tussen ouder en kind. Sondevoeding (bijvoorbeeld ’s nachts) kan een oplossing zijn om de druk van de ketel te halen. Het is wel zaak om naast de sondevoeding orale voeding te blijven aanbieden, om eetproblemen in de toekomst te voorkomen. Angst om te veel te eten Een levensbedreigende ziekte als kanker brengt gevoelens van onzekerheid, angst en woede met zich mee. De patiënt heeft vragen over voeding, zoals ‘Komt de kanker door mijn voeding?’, ‘Mag ik nog wel een borreltje?’ en ‘Moet ik een dieet gaan volgen?’. Veel mensen zullen als gevolg van de stress minder gaan eten en gewicht verliezen. Dit is een heel natuurlijke reactie. Maar er zijn ook mensen die hun verdriet, woede en angst weg-eten; vaak zijn het vrouwen die in eten troost vinden. Er zijn ook patiënten die angstig zijn om ‘te veel’ te eten, omdat ze bang zijn daarmee ook de tumorgroei te stimuleren. Weliswaar profiteert de tumor, net als andere lichaamsweefsels, van het aanbod van voedingsstoffen, maar dat beïnvloedt niet de snelheid van de tumorgroei. Voeding neemt in de mantelzorg een speciale plaats in. Voor mantelzorgers is voeding vaak synoniem aan verwennen, aandacht en het actief werken aan genezing. Soms krijgt voeding dan te veel aandacht en vergeet men dat het slechts ter ondersteuning is van de behandeling. De patiënt wordt overvoerd met lekkere hapjes, ook al heeft hij geen trek. Als verpleegkundige kunt u dit doorbreken door voeding terug te brengen tot de normale proporties en het plezier in de voeding te benadrukken. Alert op ondervoeding Ans van Hoof is verpleegkundig specialist oncologie op de afdeling multidisciplinaire oncologie in het Catharinaziekenhuis te Eindhoven. ,,Ik merk dat patiënten en hun omgeving veel behoefte hebben aan informatie over voeding. Op onze dagbehandeling wordt altijd heel veel voorlichtingsmateriaal meegenomen. Met name de familie voelt zich, vaak uit een gevoel van machteloosheid, heel verantwoordelijk voor de voeding. Dat is niet altijd eenvoudig. Neem de smaakveranderingen: een patiënt heeft ergens trek in, de familie maakt dat dan klaar en bij het serveren is de trek ineens verdwenen. Dat is heel vervelend voor de patiënt en zijn familie. Wij vertellen dat dit kenmerkend is voor de ziekte en we adviseren vaak om eens heel ©Stichting WCS www.wcs.nl andere smaken te proberen. Als iemand altijd een zoetekauw was, kunnen nu ineens hartige smaken favoriet zijn. En soms is het nodig om even minder aandacht te geven aan voeding.’’ Volgens Van Hoof is er veel meer aandacht voor de voedingstoestand dan vijftien-twintig jaar geleden: ,,Het is heel gewoon geworden dat patiënten thuis energierijke dieetpreparaten gebruiken. En ook alternatieve diëten krijgen steeds meer aandacht. Als patiënten eenmaal het besluit hebben genomen om zo’n dieet te volgen, zijn ze daar erg standvastig in, hoeveel moeite en geld het dieet soms ook kost.’’ Om ondervoeding tijdig te kunnen onderkennen, hanteert men in het Catharinaziekenhuis wekelijks bij iedere patient een voedingsscreeningslijst, om veranderingen in de voedingstoestand snel te kunnen signaleren. Van Hoof: ,,Bij chemotherapie zijn voedingsproblemen bijna niet te vermijden. In het begin van de therapie vallen de klachten vaak nog wel mee. Maar naarmate patiënten langer bezig zijn, nemen de klachten als misselijkheid en slechte eetlust toe en zijn anti-emetica vaak noodzakelijk. Het wordt sneller een probleem als iemand al in een slechte conditie was, bijvoorbeeld door een chirurgische behandeling. Mijn inziens zou het daarom goed zijn om meer aandacht te vestigen op de voedingstoestand en die trachten te verbeteren voordat er met chemotherapie wordt begonnen.” Karine Hoenderdos, diëtist ©Stichting WCS www.wcs.nl