Richtlijn: Gevaar infectie (1.1)

advertisement
Gevaar infectie
Landelijke richtlijn, Versie: 1.1
Laatst gewijzigd: 19-12-2006
Methodiek: Consensus based
Verantwoording: Vereniging van
Oncologie Verpleegkundigen (VvOV)
Inhoudsopgave
Algemeen.......................................................................................................................................................1
Inleiding..............................................................................................................................................1
Aard van het patroon..........................................................................................................................1
Achterliggende mechanismen............................................................................................................1
Diagnostische doelgroep....................................................................................................................2
Diagnose........................................................................................................................................................3
Prognose en beoogde resultaten................................................................................................................4
Interventies....................................................................................................................................................5
Evaluatie.........................................................................................................................................................6
Standaard verpleegplan................................................................................................................................7
Referenties.....................................................................................................................................................8
Disclaimer....................................................................................................................................................10
i
Algemeen
De richtlijn is geschreven in 2001.
De taakgroep vak en vakgebied van de V&VN Oncologie heeft in 2006 deze richtlijn beoordeeld en
voldoende bevonden.
De richtlijnen verpleegkundige zorg worden in een multidisciplinair traject herzien, ook deze richtlijn zal op
termijn vervangen worden door een multidisciplinaire versie.
Inleiding
Iemand die zijn gezondheid in de gaten houdt en hiervoor de nodige maatregelen treft zal een helder beeld
kunnen geven van hoe hij zijn gezondheid en ziekte ervaart. Hij is in staat andere leefwijzen te vinden om
zijn gezondheid in stand te houden. Verschillende factoren beïnvloeden het vermogen van iemand om zijn
gezondheid waar te nemen (te begrijpen) en om zijn gezondheid te beïnvloeden (controleren). In het
patroon Gezondheidsbeleving en -instandhouding wordt aandacht besteed aan de huidige
gezondheidssituatie van de patiënt, hoe hij een goede gezondheid kan bereiken en hoe een goede
gezondheid kan worden behouden. Binnen dit patroon spelen gezondheidsbevordering en -preventie een
belangrijke rol.12
Gezondheidsbevordering richt zich op groei en ontwikkeling en het verbeteren van het welbevinden, terwijl
preventie zich richt op het handhaven van de eigen situatie. Primaire preventie omvat activiteiten die het
ontstaan van ziekten voorkomen; secudaire preventie houdt zich bezig met het ontdekken van ziekte
voordat symptomen herkenbaar zijn en tertiaire preventie omvat de behandeling, zorg en rehabilitatie van
bestaande ziekten.12
Er bestaat een discrepantie tussen de hoge score die aan gezondheid wordt gegeven en het frequente
voorkomen van gedragingen die de gezondheid negatief beïnvloeden. Wellicht wordt een goede
gezondheid als heel belangrijk ervaren, maar dat betekent nog niet dat ook de maatregelen die moeten
worden genomen om gezond te worden en te blijven ook als belangrijk worden beschouwd. Er bestaat dus
een discrepantie tussen het passieve en het actieve gezondheidsgedrag (Viane 1994).
Aard van het patroon
In het patroon Gezondheidsbeleving en -instandhouding wordt gekeken naar wat de patiënt van zijn
gezondheid en welzijn vindt en hoe hij hiervoor zorgt. Het gaat dus om de beleving van de patiënt en zijn
feitelijk gezondheidsgedrag, zoals preventieve maatregelen, gezondheidsbevorderende activiteiten en het
omgaan met medische en verpleegkundige behandelingen. In zekere zin is het patroon
Gezondheidsbeleving en -instandhouding een overkoepelend patroon en kunnen de andere patronen als
een specificatie worden gezien.11
Het doel van de anamnese is een beeld te krijgen van hoe de patiënt zijn gezondheid (en ziekte) ervaart en
wat hij doet om gezond te blijven. De volgende onderwerpen kunnen hierbij aan de orde komen:11
a. algemene gezondheid
b. ziektes in het afgelopen jaar
c. acties om gezond te blijven (inclusief het gebruik van huis-, tuin- en keukenmiddeltjes, roken, drugs,
alcoholgebruik; zelfonderzoek borsten)
d. eventuele ongevallen thuis, op het werk, in het verkeer
e. omgang met voorschriften van een hulpverlener
f. ondernomen acties na de eerste klachten en het resultaat hiervan
g. wat belangrijk is op dit moment; hoe het beste geholpen kan worden
h. algehele indruk van gezondheid door observatie en onderzoek.
Achterliggende mechanismen
07/18/17
Gevaar infectie (1.1)
1
Richtlijn: Gevaar infectie (1.1)
Verpleegkundige diagnosen in dit patroon zijn het gevolg van het niet goed in kunnen schatten van de
eigen gezondheidssituatie en het niet goed kunnen omgaan met de eigen gezondheid en/of ziekte. Deze
inschatting en het omgaan met de gezondheid en/of ziekte worden beïnvloed door de interactie van de
patiënt (of familie) met de omgeving, het functioneren van zintuigen (patroon Cognitie en waarneming), het
zelfbeeld (patroon Zelfbeleving) en de culturele, sociale en familie waarden en normen (patroon Waarden
en levensovertuigingen).8 De relatie tussen gezondheid en ziekte is niet eenvoudig in termen van oorzaak
en gevolg te verklaren. Weliswaar weten we allemaal dat roken een oorzakelijk factor is voor longkanker en
veel wisselende sexuele contacten het risico op cervixkanker sterk verhoogt, we kennen allemaal mensen
in onze omgeving die 'het tegendeel bewijzen'.
Gezondheidsgedrag wordt beïnvloed door een aantal factoren (Pender in Cox 1997):8
a. in hoeverre wordt gezondheid gezien als een belangrijk goed
b. in hoeverre wordt controle ervaren over de gezondheid (of is het iets dat je overkomt)
c. in hoeverre denk je in staat te zijn hier zelf iets aan te doen, met een bepaald effect (self-efficiancy)
d. hoe wordt de huidige gezondheidssituatie ervaren
e. hoe wordt gezondheid gedefinieerd
f. ervaren voordelen van gezondheid
g. ervaren barrières voor gezondheidsbevorderend gedrag.
Naast deze factoren, die te maken hebben met hoe gezondheid wordt waargenomen en de redenen
(motivatie) waarom iemand zich zo gedraagt, zijn er twee andere categorieën van factoren, namelijk
sociaal psychische factoren en sociologische factoren. Sociaal psychische factoren zijn de invloeden van
sociale verwachtingen, normen en referentiefiguren. Dit heeft te maken met de rollen, rolvoorschriften en
de identificatie met referentiefiguren en -groepen. Zo kan bijvoorbeeld de relatie met de hulpverlener of de
rol die de patiënt aan de hulpverlener toekent (bijvoorbeeld als autoriteit) belangrijk zijn voor hoe een
patiënt zich gedraagt; de groep waartoe de patiënt behoort (bijvoorbeeld pubers, adolescenten) kan
bepaald gedrag 'voorschrijven' (bijvoorbeeld roken om bij de groep te horen) (Viane 1994).
Over de invloed van de persoonlijkheidsstructuur op het ontstaan van kanker en op het verdere verloop
van de ziekte bestaat discussie. Er bestaat onderzoek waarin een relatie wordt gelegd tussen de
persoonlijkheidsstuctuur en het ontstaan van kanker (zie Bastiaans 1986), het wetenschappelijk bewijs is
echter zwak. Wel wordt er steeds meer een relatie gelegd tussen de wijze waarop de patiënt met zijn ziekte
omgaat en de kans op genezing of verlenging van het leven. Simonton en Matthews stelden vast dat
patiënten die assertief, creatief en 'vechters' waren, significant langer leefden met kanker nadat de
diagnose gesteld was, dan een groep van patiënten met een ander type persoonlijkheid (in Viane 1994).
Diagnostische doelgroep
Zowel de patiënt als zijn eventuele partner (en gezin) kunnen de doelgroep zijn voor verpleegkundige
interventies.
07/18/17
Gevaar infectie (1.1)
2
Diagnose
Een gevaar voor infectie is de situatie waarin de patiënt een verhoogd risico heeft op besmetting met
ziekteverwekkende organismen.20
Risicofactoren
- primaire vormen en metastasen van kanker, zoals hematologische aandoeningen,
longaandoeningen/longkanker, leveraandoeningen, neuroblastomen
- verstoringen van de normale huidstructuur
- voedingsdeficiëntie
- gestoorde peristaltiek
- necrose
- tumordestructie
- anemie
- verstoorde afweer
- neutrocytopenie
- lymphocytopenie
- tekort aan afweerlichamen
- verlaagd gammaglobuline in het bloed
- aanwezigheid van virussen of bacterieën van voorafgaande ziekten
- stilstand van lichaamsvloeistoffen
- slechte lichaamsconditie.
Anamnese
Afhankelijk van de situatie kunnen over de volgende aspecten gegevens worden verzameld door het
bevragen of observeren van de patiënt en/of naaste, door het consulteren van andere disciplines of door
het raadplegen van het (medisch) dossier
- infecties in het verleden
- voedingspatroon (voedingsmiddelen, hoeveelheid, vitaminesuppleties)
- bloedwaarden (anemie, neutrocytopenie, lymphocytopenie, verlaagd gammaglobuline)
- huid (huiddefecten)
- algemene lichamelijke conditie.
Complicaties
Het niet correct inschatten van een risico op infectie en de daarop te nemen maatregelen/interventies
hebben een negatief effect op het ziekteproces en de behandeling.
07/18/17
Gevaar infectie (1.1)
3
Prognose en beoogde resultaten
De resultaten liggen in het gebied van voorkómen. Bij het bepalen van de beoogde resultaten dient
rekening gehouden te worden met het feit dat ondanks alle voorzorgsmaatregelen er toch een infectie kan
optreden.
Mogelijke beoogde resultaten zijn:
de patiënt ondervindt geen infectie met pathogene micro-organismen; indien besmetting optreedt wordt
deze in een vroegtijdig stadium ontdekt en behandeld
de patiënt benoemt de risicofactoren voor infectiegevaar en neemt preventieve maatregelen om infectie
te voorkomen
de patiënt heeft een gezonde leefstijl, hetgeen blijkt uit niet roken, geen alcoholmisbruik, een goede
huidverzorging, adequate vocht- en voedselopname, goede mondverzorging, monogame seksuele relatie
en eventueel gebruik van condooms, schone en veilige leefomgeving
de patiënt ondervindt geen infecties en heeft een normaal aantal witte bloedcellen, een normale BSE,
negatieve kweken, een normale huidstructuur, een effectieve ademhaling, geen nekstijfheid, geen rillingen,
geen algehele malaise, geen pijn, geen slaapzucht, heldere en gele urine, intacte huid en slijmvliezen.
07/18/17
Gevaar infectie (1.1)
4
Interventies
Bescherming tegen infectie
Voorkomen en vroegtijdig signaleren van een infectie bij een risicopatiënt.17
Mogelijke activiteiten:
- verzamel en documenteer gegevens die relevant zijn voor infectiegevaar en factoren die van invloed zijn
op infectiegevaar
- controleer driemaal daags pols, bloeddruk, temperatuur en ademhaling
- houd de laboratoriumwaarden in het oog en leg eventueel verband met het ontstaan van infectie
- verzamel preparaten die nodig zijn om de aanwezigheid van infectie aan te tonen
- dien de medicatie op juiste tijden toe en let op effecten en bijwerkingen
- was na elk patiëntencontact de handen
- bespreek het belang van goede huid- en mondverzorging, het inspecteren van de ogen op uitdroging,
roodheid, sluiten van ooglid en oedeem
- poets het gebit (of ondersteun hierbij) van de patiënt minstens tweemaal daags met tandpasta of viermaal
daags spoelen met spoelvloeistof NaCl 0,9%
- moedig deelname aan immunisatieprogramma's aan
- handhaaf een gesloten urinecathetersysteem
- dagelijks nagaan of verschijnselen van een infectie aanwezig zijn.
Ratio:
Bij een vroege signalering en adequate reactie hierop worden negatieve gevolgen voor de patiënt zoveel
mogelijk voorkomen.
Voorlichting: voorkomen van infectie
De patiënt leren risicofactoren voor infectie te herkennnen en hierop adequaat te reageren.
Mogelijke activiteiten:
- bespreek met de patiënt en familie de risicofactoren voor infectiegevaar:
. leeftijd (ouderen en jonge kinderen verhoogd risico)
. voeding (geef uitleg over voedingshygiëne; ga na of de voeding voldoende voedingswaarde bezit)
. afweermechanismen
. chronische en acute ziekten
. invasieve procedures
. medicatie
. seksuele activiteiten
. bedrust
- ondersteun de patiënt bij het hanteren van juiste hoesttechniek, geef onder andere aandacht aan
houding, diep inademen, langzaam uitademen
- bespreek gevolgen/complicaties van ineffectieve ademhaling
- adviseer de patiënt bij urineren volledig uit te plassen
- bespreek factoren die van invloed zijn op infectie, zoals koorts, pijn, huidafwijkingen etc.
- bespreek gevolgen/complicaties van infecties, onder andere shock
- bespreek strategieën die tot doel hebben om de patiënt een juist inzicht bij te brengen over:
. rookgewoontes
. alcoholmisbruik
. goede vocht- en voedselinname
. seksuele activiteiten
. persoonlijke hygiënische verzorging
. maak afspraken over bezoek, vraag of bezoek met een mogelijke infectie zich eerst meldt bij een
hulpverlener.
Ratio:
Voorlichting geeft basiskennis voor zelfhulp en zelfbescherming in relatie tot het voorkómen van een
infectie. 8
07/18/17
Gevaar infectie (1.1)
5
Evaluatie
Resultaten
Immuniteit
Adequaatheid van de natuurlijke en verworven afweer tegen interne en externe antigenen.15
Mogelijke indicatoren:
- afwezigheid van recidiverende infecties
- conditie van het maagdarmkanaal binnen verwachte grenzen
- conditie luchtwegen binnen verwachte grenzen
- conditie van de urinewegen binnen verwachte grenzen
- gewicht
- intacte huid
- intacte slijmvliezen
- afwezigheid van chronische vermoeidheid
- leukocytenaantal binnen normale grenzen.
Kennis: infectiebestrijding
Mate waarin iemand begrip heeft van het voorkomen en bestrijden van infecties.15
Mogelijke indicatoren:
- beschrijving van mogelijke wijzen van overdracht
- beschrijving van factoren die bijdragen tot overdracht
- beschrijving van gedragingen die het risico op overdracht beperken
- beschrijving van de klachten en verschijnselen
- beschrijving van de activiteiten om de weerstand tegen infecties te vergroten
- beschrijving van de behandeling van de vastgestelde infectie.
Frequentie
Een eerste moment van evalueren of de beoogde resultaten zijn bereikt, is drie dagen na het vaststellen
van de diagnose;8 daarnaast moet dagelijks gecontroleerd worden op het eventueel optreden van
verschijnselen van een infectie.
Overleg met andere disciplines
- bespreek met arts de bloedwaarden
- met fysiotherapie over ademhalingsoefeningen en hoesttechniek
- met diëtist over goede voeding
- met maatschappelijk werkende over daarvoor in aanmerking komende problematiek, zoals bijvoorbeeld
de woonomgeving.
Denk bij onvoldoende succes aan
- therapie-ontrouw
- voedingstekort
- weefseldefect
- kennistekort
- tekort in gezondheidsonderhoud
- huiddefect
- volledig zelfstandigheidstekort.
07/18/17
Gevaar infectie (1.1)
6
Standaard verpleegplan
Gevaar voor infectie: Diagnose
Gevaar voor infectie: Doel/ Interventies
07/18/17
Gevaar infectie (1.1)
7
Referenties
1 - American Cancer Society
American Cancer Society(1997) A Cancer Source Book for Nurses, New York.
2 - Belcher A
Belcher A.E.(1993). Blood Disorders; Mosby's Clinical Nursing Series. St. Louis: Mosby.
3 - Carnevali
Carnevali, D.L., A.C. Reiner (1990). The Cancer Experience. Philadelphia: Lippincott.
4 - Carpenito L
Carpenito L.J. (1995). Nursing Care Plans and Documentation. Philadelphia: Lippincott.
5 - Carpenito
Carpenito, L.J. (1995). Zakboek Verpleegkundige Diagnosen. Groningen: Wolters Noordhoff.
6 - Carpenito
Carpenito, L.J. (1997). Handbook of Nursing Diagnoses. Philadelphia: Lippincott.
7 - Carpenito
Carpenito, L.J. (2000). Nursing Diagnosis Application to Clinical Practice. Philadelphia: Lippincott.
8 - Cox
Cox, H.C., M.D. Hinz, M.A. Lubno, S.A. Newfield, N.A. Ridenour, M.M. Slater, K.L. Sridaromont (1997).
Clinical Applications of Nursing Diagnosis: Adult, Child, Women, Mental Health, Gerontic and Home Health
Considerations. Philadelphia: F.A.Davis.
9 - Daefller
Daefller, R.J., B.M. Petrosino (1990). Manual of Oncology Nursing Practice: Nursing Diagnosis and Care.
Rockville, Maryland: Aspen.
10 - Doyle D.
Doyle D., G.W.C. Hanks, N. MacDonald (1996) Oxford Textbook of Palliative Medicine. Oxford: Oxford
University Press.
11 - Gordon
Gordon, M. (1995). Verpleegkundige Diagnostiek: proces en toepassing. Utrecht: Lemma.
12 - Gordon
Gordon, M. (1997). Handleiding Verpleegkundige Diagnostiek 1997-1998. Utrecht: Lemma.
13 - Groenwald
Groenwald, S.L., M. Hansen Frogge, M. Goodman, C. Henke Yarbro (1997). Cancer Nursing: Principles
and practice. Boston: Jones and Bartlett.
14 - Haagedoorn
Haagedoorn, E.M.L., J. Oldhoff, W. Bender, W.D. Clarke, D. Th. Sleijfer (1994). Essential Oncology for
Health Professionals. Assen: Van Gorcum.
15 - Johnson
Johnson, M., M. Maas (1999). Verpleegkundige Zorgresultaten. Maarssen: Elsevier/De Tijdstroom.
16 - Krupp
Krupp, M.A., M.J. Chatton (1983). Diagnose en therapie. Leiden: Kooyker Scientific Publications.
17 - McCloskey
McCloskey, J.C., G.M. Bulechek (1997). Verpleegkundige Interventies. Utrecht: De Tijdstroom.
07/18/17
Gevaar infectie (1.1)
8
Richtlijn: Gevaar infectie (1.1)
18 - McFarland
McFarland, G.K., E.A. McFarlane (1997). Nursing Diagnosis & Intervention. Planning for Patient Care. St.
Louis: Mosby.
19 - McNally
McNally, J.C., E.T. Sommerville, C. Miaskowski, M. Rostad (1991). Guidelines for Oncology Nursing
Practice. Philadelphia: Saunders.
20 - NANDA (1999)
NANDA (1999). NANDA Verpleegkundige diagnoses. Definities en Classificatie 1999-2000. Houten: Bohn
Stafleu Van Loghum.
21 - Nieweg R.
Nieweg R., R. v. Rijswijk (1992) Leukopenie en trombopenie ten gevolge van chemotherapie Tijdschrift
voor Ziekenverpleging/vakblad voor verpleegkundigen nr.2.
22 - Scholtis Brunner
Scholtis Brunner, L., D. Smith Suddard (19982). The Lippincott Manual of Nursing Practice. Philadelphia:
Lippincott.
23 - Ziegfeld C.R.
Ziegfeld C.R., e.a. (1987) Core Curriculum for Oncology Nursing, Oncology Nursing Society.
24 - Zwaling
Zwaling, A., R.G.J. van Zonneveld, A. Schaberg (1985). Oncologie. Alphen aan de Rijn: Samson Stafleu.
07/18/17
Gevaar infectie (1.1)
9
Disclaimer
Disclaimer:
De informatie op de website www.oncoline.nl en op afgeleide producten van deze website is met de grootst
mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) sluit iedere
aansprakelijkheid voor de opmaak en de inhoud van de richtlijnen alsmede voor de gevolgen die de
toepassing van de richtlijnen in de patiëntenzorg mocht hebben uit. Het IKNL stelt zich daarentegen wel
open voor attendering op (vermeende) fouten in de opmaak of inhoud van de richtlijnen. Men neme
daartoe contact op met de IKNL middels e-mail: [email protected]
Juridische betekenis van richtlijnen
Richtlijnen bevatten aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat deze aanbevelingen in een
individueel geval niet van toepassing zijn. Er kunnen zich feiten of omstandigheden voordoen waardoor het
wenselijk is dat in het belang van de patiënt van de richtlijn wordt afgeweken. Wanneer van een richtlijn
wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd gedocumenteerd te worden. De toepasbaarheid en de
toepassing van de richtlijnen in de praktijk is de verantwoordelijkheid van de behandelende arts.
Houderschap richtlijn
De houder van de richtlijn moet kunnen aantonen dat de richtlijn zorgvuldig en met de vereiste
deskundigheid tot stand is gekomen. Onder houder wordt verstaan de verenigingen van
beroepsbeoefenaren die de richtlijn autoriseren. Het IKNL draagt zorg voor het beheer en de ontsluiting
van de richtlijn.
Intellectuele eigendomsrechten
De intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de site www.oncoline.nl en afgeleide producten van
deze website berusten bij het IKNL en houder van de richtlijn. Het is de gebruiker van deze site niet
toegestaan de inhoud van richtlijnen (gedeeltelijk) te verveelvoudigen en/of openbaar te maken, zonder de
uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het IKNL en houder van de richtlijn. U kunt een verzoek voor
toestemming richten aan het IKNL, Postbus 19079, 3501 DB Utrecht. Het IKNL behandelt dit verzoek
samen met de relevante houder van de richtlijn.
Het is toegestaan een deeplink op te nemen op een andere website naar de website www.oncoline.nl of
naar richtlijnen op deze website. Tevens mag de informatie op deze internetsite wel worden afgedrukt en/of
gedownload voor persoonlijk gebruik.
Externe links
De website www.oncoline.nl en afgeleide producten van deze website bevatten links naar websites die
door andere partijen dan het IKNL worden aangeboden. Deze links zijn uitsluitend ter informatie. Het IKNL
heeft geen zeggenschap over deze websites en is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de daarop
aangeboden informatie, producten of diensten.
Bescherming persoonsgegevens
Door gebruikers verstrekte persoonsgegevens ten behoeve van de mailservice of de inlogmogelijkheid van
http://www.oncoline.nl/ zullen door het IKNL vertrouwelijk worden behandeld. Gegevens zullen niet worden
verstrekt aan derden.
07/18/17
Gevaar infectie (1.1)
10
Download