DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: indiening van het werelderfgoednominatiedossier over de Koloniën van Weldadigheid, met het oog op de behandeling door het UNESCO Werelderfgoedcomité in 2018 1. Situering De Vlaamse overheid werkt al sinds 2012 mee aan een dossier voor de erkenning als UNESCO Werelderfgoed van de Koloniën van Weldadigheid in Nederland en Vlaanderen. Het gaat in totaal om zeven koloniën, gesticht in het eerste kwart van de 19de eeuw. Er zijn twee kolonies in Vlaanderen gelegen: Merksplas en Wortel (allebei in de provincie Antwerpen). De andere kolonies, in het noordoosten van Nederland, zijn Frederiksoord, Willemsoord, Wilhelminaoord, Ommerschans en Veenhuizen. Deze Koloniën van Weldadigheid getuigen van een uitzonderlijke onderneming, die twee eeuwen geleden haar ontstaan kende in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Geworteld in het geloof in de maakbaarheid van de mens en zijn omgeving stichtte de private Maatschappij van Weldadigheid tussen 1818 en 1825 zeven landbouwkoloniën. In deze utopische Koloniën van Weldadigheid moesten armen, landlopers en wezen de draad van hun leven weer oppikken. Dat deden ze aan de hand van een gedisciplineerd patroon van werken en leren. Individuele vrijheid was vrijwel onbestaande. De schaal en impact van dit burgerinitiatief is – zelfs vanuit een huidig perspectief – ongezien: vanuit alle hoeken van het koninkrijk stuurden lokale comités paupers door naar de koloniën die in onontgonnen en dunbevolkte delen van het koninkrijk werden opgericht. In totaal werd zo ca 80 km² getransformeerd in zelfvoorzienende landbouwkoloniën. Die hadden allemaal eenzelfde karakteristieke uitzicht: een systematisch en orthogonaal patroon van groene lanen, grote landbouwpercelen, boerderijen van diverse omvang (afhankelijk van het soort kolonie), ... Opvallend waren ook de sociale voorzieningen die de Maatschappij van Weldadigheid in elke kolonie ter beschikking stelde – op een moment dat het thema maatschappelijk nog helemaal niet aan de orde was. Er was verplicht onderwijs, gratis gezondheidszorg, …. Minstens even opmerkelijk: hoewel het kolonieleven heel sterk ingreep in het leven van kolonisten, was er wel godsdienstvrijheid. Vandaag zijn de verschillende koloniën van weldadigheid nog duidelijk herkenbaar, en vervullen ze nog steeds een functie die nauw aansluit bij hun oorspronkelijke reden van bestaan. In de loop van de 19de eeuw verdween het utopische idealisme wel voor een stuk: de focus verruimde van het wegwerken van armoede naar het corrigeren en behandelen van landloperij, psychische problemen en zelfs klassieke criminaliteit. De directe koppeling met landbouw als therapie verdween daarbij soms ook wat naar de achtergrond. Maar het geprivatiseerde landbouwgebruik Pagina 1 van 4 bleef wel overeind. Mede daardoor refereert huidige landschap van de Koloniën van Weldadigheid nog bijzonder sterk aan de utopische landbouwkoloniën die 200 jaar geleden werden opgericht. De integriteit van het cultureel landschap is ook nog steeds hoog. Daarom gaan Nederland en Vlaanderen er van uit dat de zeven koloniën van weldadigheid een terechte en relevante bijdrage kunnen betekenen aan de Werelderfgoedlijst. 2. Sterk bestuurlijk draagvlak De voorbereiding van het nominatiedossier startte op 5 juli 2012, toen 14 partners het gezamenlijke streven naar een werelderfgoederkenning vastlegden in een charter. Die partners zijn: - Langs Nederlandse zijde: 1) Provincie Drenthe (trekker) 2) Provincie Friesland 3) Gemeente Hardenberg 4) Gemeente Noordenveld 5) Gemeente Ommen 6) Gemeente Steenwijkerland 7) Gemeente Westerveld 8) Gemeente Weststellingwerf - Langs Vlaamse zijde: 1) Het agentschap voor Natuur en Bos 2) Provincie Antwerpen/ Kempens Landschap 3) Gemeente Merksplas 4) Onroerend Erfgoed 5) Stad Hoogstraten 6) De Vlaamse Landmaatschappij 3. Voorbereidingstraject Het dossier wordt langs Nederlandse zijde getrokken door de provincie Drenthe. In Vlaanderen is Kempens Landschap vzw de motor van het nominatietraject. De afgelopen jaren hebben vertegenwoordigers van de verschillende lokale partners gewerkt aan het nominatiedossier dat vandaag voorligt. Daarbij werd ook gesteund op diverse Nederlandse, Vlaamse en andere experts. Sommige experts werden ingehuurd, en hebben meegeschreven aan delen van het nominatiedossier. Anderen hebben vooral via hun deelname aan expertengroepen als klankbord gefungeerd. Streefdoel was van in het begin om het dossier in 2018 te laten behandelen door het Werelderfgoedcomité. 2018 is immers de 200ste verjaardag van de oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid, en de 25ste verjaardag van de afschaffing van de wet op de landloperij in België. Vermits een evaluatiecyclus ongeveer 18 maanden duurt, betekent dit dat het nominatiedossier ten laatste op 31 januari 2017 moet ingediend worden bij UNESCO. Het nominatiedossier dat de afgelopen jaren werd uitgewerkt motiveert de wereldwijde uniciteit van het project. De ‘Uitzonderlijke Universele Waarde’ (Outstanding Universal Value) blijkt uit: - De basistypologie van het landschap van de vrije en onvrije Koloniën van Weldadigheid; - De orthogonale structuur van wegen, beplanting en waterstructuren, het maatsysteem dat werd toegepast en het patroon van de bebouwing; - De bebouwing en beplanting die representatief is voor het utopische experiment van armoedebestrijding en disciplinering. Pagina 2 van 4 Het nominatiedossier omvat verder een precieze identificatie van de koloniën die worden voorgedragen voor werelderfgoederkenning, De begrenzing van de voor werelderfgoederkenning voorgedragen Koloniën van Weldadigheid is gebaseerd op het door de Maatschappij van Weldadigheid aan het eind van de stichtingsfase (1825) ontgonnen gebied. In Merksplas en Wortel is geen bufferzone voorzien, omdat beboste omringende zones het zicht op en vanuit beide koloniën beschermen. Het beheerplan (ook benoemd als management plan, afgekort MP) dat een onderdeel vormt van het nominatiedossier richt zich op het in stand houden van de uitzonderlijke en universele waarde van het werelderfgoed. Het gaat daarbij om: - Het beschermen, behouden, duurzaam onderhouden en beheren van het werelderfgoed; - Het op adequate wijze inpassen van nieuwe ontwikkelingen; - Het uitdragen van het werelderfgoed naar de samenleving. Alle betrokken lokale besturen hebben de afgelopen weken hun uitdrukkelijke goedkeuring verleend, en ondersteunen de geplande indiening van het nominatiedossier bij UNESCO. Voor deze goedkeuring werd gebruik gemaakt van het dossier dat aan het Werelderfgoedcentrum werd bezorgd voor technische analyse. - De respectieve colleges van burgemeester en schepenen van Hoogstraten en Merksplas hebben het nominatiedossier goedgekeurd op 12 september 2016 (Hoogstraten) en 16 september 2016 (Merksplas). - De gemeenteraad van Merksplas heeft op 19 september 2016 de indiening van het nominatiedossier met eenparigheid van stemmen goedgekeurd. - De gemeenteraad van Hoogstraten heeft op 26 september 2016 met eenparigheid van stemmen kennis genomen van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen. De Werelderfgoedconventie voorziet dat één lidstaat bij de Conventie een werelderfgoednominatie voordraagt, zelfs wanneer er andere lidstaten bij betrokken zijn. Wel is het zo dat alle betrokken landen het nominatiedossier mee moeten ondertekenen, om de gezamenlijke voordracht duidelijk te maken. In het geval van de Koloniën van Weldadigheid is het steeds duidelijk geweest dat het Nederlandse Rijk de nominatie zou indienen. Dat biedt Vlaanderen de mogelijkheid om gelijktijdig het dossier van de begraafplaatsen en herdenkingsmonumenten van de Eerste Wereldoorlog in te dienen. Procedureel betekent dit dat de Vlaamse Regering eerst akte dient te nemen van het nominatiedossier, waarna de Nederlandse ministerraad het dossier kan behandelen. Dat zal waarschijnlijk gebeuren op 16 december 2016. 4. Formele evaluatietraject en verder vervolg Na het akkoord van de Nederlandse regering zal het dossier met alle bijlagen op vrijdag 21 januari 2017 aan UNESCO worden overhandigd. Die overhandiging zal gebeuren door diplomatieke vertegenwoordigers van Vlaanderen en Nederland, vergezeld van een delegatie uit de koloniën. De volgende stappen worden nadien doorlopen tot goedkeuring: - Formele ontvankelijkheidsverklaring door het Werelderfgoedcentrum. - Adviezen ICOMOS en IUCN, de twee onafhankelijke expertenorganisaties die een advies afleveren aan het Werelderfgoeddossiers bij alle nominaties m.b.t. culturele landschappen, met plaatsbezoek in het najaar 2017. - Mondelinge terugkoppeling ICOMOS met de lidstaten in december 2017. - Beantwoorden van eventuele bijkomende schriftelijke vragen van ICOMOS en IUCN tegen 28 februari 2018. - Het definitieve advies van IUCN en ICOMOS wordt bezorgd aan het Werelderfgoedcomité in het voorjaar van 2018. Beide adviezen worden vertaald naar een ontwerpbeslissing. Die kan volgende uitspraak hebben: Pagina 3 van 4 Beslist de Koloniën van Weldadigheid in te schrijven op de Werelderfgoedlijst Beslist de nominatie Koloniën van Weldadigheid terug te sturen naar de lidstaten voor aanpassing (“refer”). Die aanpassingen kunnen in principe vrij snel doorgevoerd worden. In theorie kan het Werelderfgoedcomité de nominatie in 2019 al opnieuw behandelen o Beslist de nominatie Koloniën van Weldadigheid terug te sturen naar de lidstaten voor grondige herwerking (“defer”). Deze herwerking zal veel tijd kosten. Het aangepaste dossier moet ook opnieuw ter plaatste onderzocht worden door een expert van ICOMOS. Het Werelderfgoedcomité kan een aangepast dossier daardoor ten vroegste opnieuw in 2020 bespreken. o Beslist de nominatie Koloniën van Weldadigheid niet in te schrijven op de Werelderfgoedlijst. Dat betekent dat het Comité van oordeel is dat er geen sprake is van Uitzonderlijke Universele Waarde. De ontwerpbeslissing wordt zes weken voor de start van de jaarlijkse bijeenkomst van het Werelderfgoedcomité online geplaatst. Lidstaten hebben dan nog de kans om feitelijke onjuistheden te signaleren. Behandeling door het Werelderfgoedcomité, in de zomer van 2018. o o - De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed Geert BOURGEOIS Pagina 4 van 4