Onderzoek in patiënten met acute lymfatische leukemie naar

advertisement
Onderzoek:
Titel Engels:
54
Extramedullary involvement in childhood acute lymphoblastic leukemia:
special subgroup of patients, who can be recognized at an early stage?
Titel Nederlands:
Onderzoek in patiënten met acute lymfatische leukemie naar leukemiecellen die
zich buiten het beenmerg en het bloed bevinden
Centrum:
SKION
Startjaar:
2009
Looptijd:
4 jaar
Afgerond in:
2014
Totale kosten/bijdrage KiKa: € 450.435
Samenvatting afgerond onderzoek
Bij 20% van de kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL) keert de ziekte terug (recidief). Bij 40% van deze kinderen gaat het om
leukemiecellen die niet in het beenmerg of in het bloed worden gevonden, maar op andere plaatsen in het lichaam, zoals het centraal
zenuwstelsel of de testikels. Met bestaande methoden is het niet mogelijk om te voorspellen welke patiënten een verhoogd risico hebben op het
terugkeren van de leukemiecellen buiten het beenmerg. Daarom is het belangrijk om te ontdekken welke eigenschappen van de leukemiecel de
kans op het ontstaan hiervan verhogen.
In dit project is er gekeken naar de DNA profielen van leukemiecellen uit het beenmerg en het centraal zenuwstelsel. Hieruit bleek dat
verschillende stukjes DNA (genen) afwijkend waren. Deze genen coderen voor eiwitten die betrokken zijn bij o.a. de regulatie van celgroei en
celdood of gerelateerd aan afweerreacties. Analyse van hersenvocht en beenmerg liet zien dat leukemiecellen in het hersenvocht verschillende
markers inderdaad hoger tot expressie brachten dan leukemiecellen in het beenmerg. Kortom, leukemiecellen in het centraal zenuwstelsel zijn
in meerdere opzichten anders dan leukemiecellen in het beenmerg.
Om te onderzoeken of kleine aantallen leukemiecellen uit het centraal zenuwstelsel ook al bij diagnose in het beenmerg aanwezig zijn, en
daarmee een toekomstig centraal zenuwstelsel recidief kunnen veroorzaken, zijn er diagnostische beenmergmonsters geanalyseerd van een
drietal patiëntengroepen: patiënten die uiteindelijk een centraal zenuwstelsel recidief ontwikkelden, patiënten die uiteindelijk een beenmerg
recidief ontwikkelden, en patiënten die geen recidief kregen. Voor twee markers waren er subpopulaties aanwezig (>1%) in 55-85% van de
patiënten met een centraal zenuwstelsel recidief, terwijl dergelijke subpopulaties in minder dan 25% van de patiënten met een beenmerg
recidief of patiënten zonder recidief voorkwamen.
De onderzoeksresultaten laten het eerste bewijs zien dat een subpopulatie van leukemiecellen met centraal zenuwstelsel kenmerken al
aanwezig is bij diagnose. Dit suggereert dat detectie van dergelijke leukemiecellen prognostische waarde heeft voor een centraal zenuwstelsel
Stichting Kinderen Kankervrij werft fondsen voor onderzoek naar kinderkanker in Nederland
recidief, en dat op basis van deze methode vroegtijdig patiënten kunnen worden geselecteerd voor therapie ter preventie van een dergelijk
recidief. Een prospectieve studie wordt momenteel uitgevoerd om de prognostische waarde te bevestigen. Deze nieuwe prognostische markers
kunnen niet alleen gebruikt worden voor diagnostische bepalingen voor centraal zenuwstelsel leukemie, maar kunnen ook dienen als
interessant target voor behandeling strategieën in patiënten met een hoog risico voor centraal zenuwstelsel leukemie en als therapeutische
interventie in geval van een centraal zenuwstelsel recidief.
Stichting Kinderen Kankervrij werft fondsen voor onderzoek naar kinderkanker in Nederland
Download